Toelichting bij COM(2020)511 - Hervormingsprogramma 2020 en convergentieprogramma 2020 van Kroatië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 20.5.2020


COM(2020) 511 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Kroatië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2020 van Kroatië


2.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Kroatië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2020 van Kroatië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 9, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden 2 , en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 17 december 2019 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse strategie voor duurzame groei en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2020 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarbij is terdege rekening gehouden met de op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geproclameerde Europese pijler van sociale rechten. Op 17 december 2019 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Kroatië heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

Op 26 februari 2020 is het landverslag 2020 voor Kroatië 3 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Kroatië bij de tenuitvoerlegging van de op 9 juli 2019 4 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen heeft gemaakt, alsmede het gevolg dat is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Kroatië in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt. Het landverslag bevatte ook een op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 uitgevoerde diepgaande evaluatie, waarvan de uitkomsten ook op 26 februari 2020 zijn bekendgemaakt. Op basis van haar analyse is de Commissie tot de conclusie gekomen dat Kroatië, in een context van lage potentiële groei, macro-economische onevenwichtigheden vertoont, die verband houden met hoge niveaus van overheidsschuld, particuliere schuld en buitenlandse schuld.

Op 11 maart 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de uitbraak van COVID-19 officieel uitgeroepen tot een wereldwijde pandemie. Deze pandemie vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en treft burgers, bedrijven en economieën. Zij zet de nationale gezondheidsstelsels onder zware druk, verstoort de mondiale toeleveringsketens, veroorzaakt volatiliteit op de financiële markten en sterke schommelingen in de consumentenvraag, en heeft negatieve gevolgen voor meerdere sectoren. Zij vormt een bedreiging voor de banen en het inkomen van mensen en voor ondernemingen. De pandemie heeft geleid tot een grote economische schok die nu al ernstige gevolgen heeft in de Europese Unie. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling 5 aangenomen waarin wordt opgeroepen tot een gecoördineerde economische aanpak van de crisis door alle actoren op nationaal en Unieniveau.

Meerdere lidstaten hebben een noodtoestand uitgeroepen of noodmaatregelen getroffen. Elke noodmaatregel moet strikt proportioneel, noodzakelijk en beperkt in de tijd zijn, en moet overeenstemmen met de Europese en internationale normen. Ze moeten onderworpen zijn aan democratisch toezicht en onafhankelijke rechterlijke controle.

Op 20 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling aangenomen over de activering van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact 6 . De clausule, die in artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 3, artikel 9, lid 1, en artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 en artikel 3, lid 5, en artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 is neergelegd, vergemakkelijkt de coördinatie van het begrotingsbeleid in tijden van ernstige economische neergang. In haar mededeling heeft de Commissie de Raad haar standpunt meegedeeld dat, gezien de verwachte ernstige economische neergang ten gevolge van de COVID-19-uitbraak, de huidige omstandigheden de activering van de clausule toelaten. Op 23 maart 2020 stemden de ministers van Financiën van de lidstaten in met de beoordeling van de Commissie. De activering van de algemene ontsnappingsclausule maakt het mogelijk tijdelijk af te wijken van het aanpassingstraject in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn, op voorwaarde dat daardoor de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn niet in gevaar komt. Voor het correctieve deel kan de Raad, op aanbeveling van de Commissie, ook besluiten een herzien begrotingstraject vast te stellen. De algemene ontsnappingsclausule schorst de procedures van het stabiliteits- en groeipact niet. De clausule staat lidstaten toe af te wijken van de budgettaire verplichtingen die normaliter van toepassing zijn en stelt de Commissie en de Raad in staat om de nodige maatregelen op het gebied van beleidscoördinatie binnen het kader van het pact te nemen.

Er is voortdurende actie nodig om de verspreiding van de pandemie te beperken en te beheersen, om de veerkracht van de nationale gezondheidsstelsels te versterken, om de sociaal-economische gevolgen te verzachten door middel van ondersteunende maatregelen voor bedrijven en huishoudens en om te zorgen voor adequate gezondheids- en veiligheidsomstandigheden op de werkplek met het oog op de hervatting van de economische activiteit. De Unie moet ten volle gebruik maken van de verschillende instrumenten waarover zij beschikt om de lidstaten op deze gebieden te ondersteunen. Tegelijkertijd moeten de lidstaten en de Unie samenwerken om de maatregelen voor te bereiden die nodig zijn voor een terugkeer naar een normale werking van onze samenlevingen en economieën en naar duurzame groei, waarin zij onder meer de groene transitie en de digitale transformatie moeten integreren, net als de lessen die uit de crisis worden getrokken.

De COVID-19-crisis toont aan hoe flexibel de eengemaakte markt zich kan aanpassen aan buitengewone omstandigheden. Om een vlotte en soepele overgang naar de herstelfase en het vrije verkeer van goederen, diensten en werknemers te waarborgen, moeten uitzonderlijke maatregelen die de werking van de eengemaakte markt belemmeren, worden geschrapt zodra zij niet langer onmisbaar zijn. De huidige crisis toont aan dat er behoefte is aan crisisparaatheidsplannen in de gezondheidssector, met inbegrip van met name verbeterde aankoopstrategieën, gediversifieerde toeleveringsketens en strategische reserves van essentiële goederen. Dat zijn cruciale elementen voor de ontwikkeling van uitgebreidere crisisparaatheidsplannen.

De wetgever van de Unie heeft de desbetreffende wetgevingskaders 7 reeds gewijzigd om de lidstaten in staat te stellen om alle ongebruikte middelen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen te benutten, zodat zij de uitzonderlijke gevolgen van de COVID-19-pandemie kunnen aanpakken. Deze wijzigingen leiden tot meer flexibiliteit en vereenvoudigde en gestroomlijnde procedures. Om de druk op de kasstroom te verlichten kunnen lidstaten in het boekjaar 2020-2021 ook gebruikmaken van een medefinancieringspercentage van 100 % uit de begroting van de Unie. Kroatië wordt aangemoedigd ten volle gebruik te maken van deze mogelijkheden om bijstand te bieden aan de mensen en sectoren die het zwaarst door de problemen zijn getroffen.

Als gevolg van de uiteenlopende specialisatiepatronen zullen de sociaal-economische gevolgen van de pandemie waarschijnlijk aanzienlijk zijn, en ongelijk verdeeld zijn over de Kroatische regio’s. Vooral de kustgebieden en de eilanden die sterk afhankelijk zijn van het toerisme, zullen worden getroffen. De huidige situatie vraagt daarom om gerichte beleidsreacties.

Op 30 april 2020 heeft Kroatië zijn nationale hervormingsprogramma 2020 en zijn convergentieprogramma 2020 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

Kroatië valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en is onderworpen aan de schuldregel.

In haar convergentieprogramma 2020 plant de regering dat het nominale saldo zal verslechteren van een overschot van 0,4 % van het bbp in 2019 tot een tekort van 6,8 % van het bbp in 2020, dat zal verbeteren tot een tekort van 2,4 % van het bbp in 2021. Na in 2019 te zijn gedaald tot 73,2 % van het bbp, zal de overheidsschuldquote volgens het convergentieprogramma 2020 naar verwachting in 2020 oplopen tot 86,7 % van het bbp. De macro-economische en budgettaire vooruitzichten worden beïnvloed door de grote onzekerheid in verband met de COVID-19-pandemie.

Als reactie op de COVID-19-pandemie en als onderdeel van een gecoördineerde Unie-aanpak heeft Kroatië begrotingsmaatregelen vastgesteld om de capaciteit van het gezondheidsstelsel te vergroten, de pandemie in te dammen en bijstand te verlenen aan personen en bedrijven die bijzonder getroffen zijn. Volgens het convergentieprogramma 2020 bedragen deze begrotingsmaatregelen 2,8 % van het bbp. De twee belangrijkste maatregelen zijn de subsidie die aan bedrijven wordt uitgekeerd voor het in dienst houden van de werknemers, en de belastingvrijstellingen voor de zwaarst getroffen bedrijven. Daarnaast heeft Kroatië maatregelen genomen die, ook al hebben zij geen rechtstreekse gevolgen voor de begroting, toch zullen bijdragen tot de ondersteuning van de liquiditeit van ondernemingen; in het convergentieprogramma 2020 worden die geraamd op 1,3 % van het bbp. Deze maatregelen omvatten betalingsuitstel voor personen- en vennootschapsbelasting en sociale premies. Over het algemeen zijn de door Kroatië genomen maatregelen in overeenstemming met de richtsnoeren van de mededeling van de Commissie over een gecoördineerde economische respons op de COVID-19-uitbraak. De volledige uitvoering van deze maatregelen, gevolgd door een heroriëntering van het begrotingsbeleid naar het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties als de economische omstandigheden dat toelaten, zal bijdragen tot het behoud van budgettaire houdbaarheid op middellange termijn.

Op basis van de voorjaarsprognoses 2020 van de Commissie bij ongewijzigd beleid wordt het overheidssaldo van Kroatië geraamd op -7,1 % van het bbp in 2020 en
-2,2 % in 2021. Verwacht wordt dat de overheidsschuldquote in 2020 op 88,6 % van het bbp zal uitkomen en in 2021 tot 83,4 % zal dalen.

Op 20 mei 2020 heeft de Commissie een overeenkomstig artikel 126, lid 3, VWEU opgesteld verslag uitgebracht omdat Kroatië in 2020 een overschrijding van de tekortdrempel van 3 % van het bbp plant. Al bij al lijkt de analyse erop te wijzen dat het schuldcriterium zoals omschreven in het Verdrag en in Verordening (EG) nr. 1467/1997 niet vervuld is.

Als reactie op de pandemie heeft Kroatië snel verreikende maatregelen genomen om zijn burgers te beschermen en de verspreiding van het virus tegen te gaan. De pandemie (en bijbehorende inperkingsmaatregelen) leidde tot een ernstige verstoring van de bedrijfsactiviteiten, met negatieve gevolgen voor de arbeidsmarkt. Het reële bbp zal volgens ramingen in 2020 met 9,1 % dalen en in 2021 met 7,5 % herstellen, terwijl de werkloosheid volgens de prognoses van de Commissie in 2020 zal stijgen tot 10,2 % en in 2021 zal verbeteren tot 7,4 %. De toeristische sector, die een zeer groot aandeel van de Kroatische economie vertegenwoordigt, zal zwaar worden getroffen. Tegelijkertijd moest Kroatië ook de gevolgen van een zware aardbeving in Zagreb op 22 maart 2020 aanpakken. Om de negatieve gevolgen voor de economie te verzachten, heeft Kroatië een reeks ambitieuze maatregelen genomen, waaronder maatregelen ter ondersteuning van de lonen, vrijstellingen van en betalingsuitstel voor belastingen en sociale premies, steun voor kmo’s, aanvullende garanties voor exportverzekeringen en moratoria op afbetalingen, en specifieke maatregelen voor het toerisme en andere zwaar getroffen sectoren.

De COVID-19-uitbraak is een test van de veerkracht van het Kroatische gezondheidszorgstelsel. Hoewel de toegang tot gezondheidszorg over het algemeen goed is in Kroatië, behoren onvervulde medische behoeften ten gevolge van afstand tot de hoogste in de Unie. Een evenwichtigere geografische spreiding van gezondheidswerkers en -voorzieningen zou de toegang tot gezondheidsdiensten vergemakkelijken. In de verdeling van de verantwoordelijkheid voor de gezondheidszorgvoorzieningen in Kroatië tussen de centrale overheid en de provinciale autoriteiten is er ruimte voor verbetering. De centrale overheid moet de schulden dekken van ziekenhuizen die in handen van de provincies zijn, maar heeft maar beperkte invloed op de wijze waarop die ziekenhuizen worden beheerd. Nauwere samenwerking tussen de centrale overheid en de provincies is van cruciaal belang om de levering van kritieke medische producten te garanderen en maatregelen te kunnen nemen om de verspreiding van COVID-19 in te dammen. Het gebruik van e-gezondheidsinstrumenten maakt het mogelijk om rechtstreekse contacten tussen gezondheidswerkers en patiënten te beperken, waardoor ook het risico op besmetting afneemt. Het gebruik van e-voorschriften is wijdverbreid, maar van de doorverwijzingen en medische dossiers is slechts een zeer klein deel digitaal.

Door een vertraging van de economische activiteit hebben werkgevers moeite om de lonen te betalen, wat naar verwachting zal leiden tot een toename van de werkloosheid en de armoede, met nog meer uitgesproken territoriale verschillen. De deelname aan actieve arbeidsmarktmaatregelen was altijd zeer laag, maar in de huidige omstandigheden beginnen dergelijke programma’s meer in beeld te komen. Om werkgevers te ondersteunen en het aantal ontslagen te beperken, moeten dergelijke maatregelen, maar ook andere tijdgebonden steunregelingen, met name regelingen voor werktijdverkorting, worden uitgebreid. Op korte termijn wordt daardoor werkgelegenheid behouden, maar ook op de middellange termijn is er ruimte om beter te anticiperen op de behoeften van de arbeidsmarkt tijdens de herstelfase. De Kroatische overheidsdienst voor arbeidsvoorziening moet meer inspanningen leveren om de beroepsbevolking te ondersteunen bij het ontwikkelen van de juiste vaardigheden (bv. digitale vaardigheden), om strategieën te ontwikkelen om de inactieve bevolking te bereiken en om zwartwerk te bestrijden. De werkloosheidsuitkering biedt ontslagen werknemers geen vangnet, aangezien zowel de dekking als de toereikendheid laag is. De armoedeverminderingscapaciteit van het minimuminkomen wordt ook als zwak beoordeeld in een context van hoge percentages armoede en sociale uitsluiting, territoriale ongelijkheden en risicofactoren in verband met leeftijd, gender en handicap.

De betrouwbaarheid van de internetconnectiviteit baart zorgen. Snelle internettoegang thuis is niet wijdverspreid onder de huishoudens in Kroatië. Ongeveer 70 % van de huishoudens heeft een vaste breedbandverbinding en slechts 6 % heeft een vaste breedbandverbinding van ten minste 100 Mbps. Met name in plattelandsgebieden kan dit een belemmering vormen voor telewerk en afstandsonderwijs, met name onder kwetsbare groepen, zoals studenten uit kansarme gezinnen of personen met een handicap. Deze groepen dreigen te worden uitgesloten van de plotselinge verschuiving naar een meer gedigitaliseerde samenleving. In nauwe samenwerking met de sociale partners moet meer werk worden gemaakt van alternatieve werkregelingen die gebruikmaken van digitale technologie, aangezien het aandeel van de werknemers die telewerken (6 tot 7 %) op de helft van het EU-gemiddelde ligt.

Sommige sectoren van de economie hebben voortdurend te maken met tekorten aan arbeidskrachten, met name door lacunes in vaardigheden. Als het verwerven van adequate vaardigheden, met inbegrip van digitale vaardigheden, tijdens het initiële onderwijs- en opleidingsstelsel en later via om- en bijscholing wordt bevorderd, zou de productiviteit kunnen verhogen en zouden lacunes in vaardigheden kunnen worden opgevuld. De kwaliteit en de inclusiviteit van het onderwijs- en opleidingsstelsel moeten op alle niveaus worden verbeterd en de hervorming van de leerplannen moet worden voortgezet. De invoering van digitaal onderwijs is in deze crisis al waardevol gebleken; verdere ontwikkeling van infrastructuur en materiaal voor digitaal onderwijs en digitale opleiding en van de digitale vaardigheden van leerkrachten, leerlingen en volwassenen is noodzakelijk.

Kroatië moet ondersteuning bieden voor de continue stroom van krediet en andere financiering, met inbegrip van niet-bancaire financiering, naar levensvatbare kredietnemers die zwaar door de crisis worden getroffen. Kroatië heeft een aantal stimulerings- en steunregelingen voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmoʼs) goedgekeurd. De inspanningen moeten worden voortgezet om bedrijven, met een focus op kmoʼs, snelle en continue liquiditeitssteun te verstrekken door middel van leningen en garanties, met name staatsgaranties, om de crisis te boven te komen en de weg naar herstel te effenen. Bedrijven in Kroatië zijn sterk afhankelijk van bankleningen en kasstroom om aan hun financieringsbehoeften te voldoen. Het bankstelsel moet met garanties worden ondersteund om nieuwe financiering voor kmo’s te openen en de toegang tot financiering te verbeteren. Bij het ontwerpen en uitvoeren van deze maatregelen moet rekening worden gehouden met de veerkracht van de banksector. De vrijstellingen van en het betalingsuitstel voor belastingen en sociale premies hebben ook geholpen om de liquiditeit van bedrijven te verbeteren.

Er zijn nieuwe inspanningen geleverd om de administratieve lasten en restrictieve regelgeving te verminderen. De werking van de bedrijven in het algemeen wordt echter nog steeds belemmerd door de hoog blijvende wettelijke en administratieve lasten, bijvoorbeeld met betrekking tot vergunningen, rapportagevereisten en fiscale procedures. Het in kaart brengen van de administratieve en financiële lasten gaat vooruit door overleg met belanghebbenden en via een speciale website, en er worden maatregelen genomen om de meest belastende verplichtingen te verminderen. Het is ook van cruciaal belang om door middel van stroomlijning van regelgevingskaders en daarmee samenhangende administratieve procedures een soepele toegang tot en uitoefening van beroepen te garanderen, met name voor kmo’s en micro-ondernemingen, met inbegrip van zelfstandigen die alleen werken. Een herziening van de parafiscale heffingen is uitgevoerd en de regering heeft in mei 2020 een eerste actieplan goedgekeurd.

Om het economisch herstel te bevorderen, zal het van belang zijn om mature publieke investeringsprojecten te vervroegen en particuliere investeringen te bevorderen, onder meer door relevante hervormingen. Kroatië moet investeringen stimuleren in groeibevorderende sectoren die aan de groene en de digitale transitie bijdragen. Een moderne en robuuste digitale infrastructuur is van essentieel belang voor de digitale transformatie van de overheidsdiensten en het bedrijfsleven. Voor de digitale transitie zijn investeringen in netwerken met een zeer hoge capaciteit, waaronder 5G, een eerste vereiste. De investeringen moeten ondersteuning bieden voor de doelstellingen van Kroatië inzake emissiereductie en energietransitie, die in het nationale energie- en klimaatplan van Kroatië zijn vastgelegd. Kroatië moet en kan met name investeren in duurzaam stads- en spoorvervoer, energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen en milieu-infrastructuur. Bovendien blijft Kroatië qua water- en afvalbeheer aanzienlijk achter op het EU-gemiddelde en zijn investeringen nodig om de economische ontwikkeling van Kroatië kracht bij te zetten. De programmering van het fonds voor een rechtvaardige transitie voor de periode 2021-2027 zou Kroatië kunnen helpen bij een aantal uitdagingen van de transitie naar een klimaatneutrale economie, met name op de gebieden die in bijlage D bij het landverslag worden vermeld. Zo zou Kroatië optimaal gebruik kunnen maken van dat fonds.

De efficiëntie van de overheidsdiensten in Kroatië ligt onder het EU-gemiddelde. De geringe capaciteit om beleid en projecten te ontwerpen en uit te voeren vormt een belemmering voor doeltreffendheid en snelheid, zoals tijdens de crisis gebleken is bij de uitvoering van de structuur- en investeringsfondsen, die voor Kroatië een uitgelezen kans bieden om de gevolgen van de crisis te verzachten en het herstel van de economie te ondersteunen. De uitvoering van het nieuwe strategische planningssysteem, samen met de aangekondigde nationale ontwikkelingsstrategie, vordert niet. Bovendien is er sprake van een sterke territoriale versnippering van de overheidsdiensten en een onevenwichtigheid tussen verantwoordelijkheden en middelen op lokaal niveau. Dit draagt ertoe bij dat niet overal in het land overheidsdiensten van dezelfde kwaliteit worden verricht, en verhoogt de administratieve kosten.

Aanzienlijke achterstanden en langdurige procedures in burgerlijke en handelsrechtbanken blijven nadelig voor het ondernemingsklimaat en de doeltreffende afwikkeling van insolventieprocedures, terwijl de uitdagingen qua kwaliteit en efficiëntie van de strafjustitie de strijd tegen economische en financiële criminaliteit belemmeren. Er is vooruitgang geboekt bij het afhandelen van de oudste aanhangige rechtszaken en bij het gebruiken van elektronische communicatie in rechtbanken, maar er blijft nog ruimte voor verbetering.

Terwijl de huidige aanbevelingen gericht zijn op het aanpakken van de sociaal-economische gevolgen van de pandemie en het bevorderen van het economisch herstel, hadden de landspecifieke aanbevelingen 2019 die de Raad op 9 juli 2019 heeft aangenomen, ook betrekking op hervormingen die essentieel zijn om uitdagingen op middellange tot lange termijn aan te pakken. Deze aanbevelingen zijn nog steeds relevant en zullen gedurende de jaarlijkse cyclus van het Europees semester gemonitord blijven worden. Dat geldt ook voor aanbevelingen betreffende investeringsgerelateerd economisch beleid. Met die aanbevelingen moet rekening worden gehouden bij de strategische programmering van de financiering van het cohesiebeleid na 2020, ook wat betreft de maatregelen ter verzachting van de huidige crisis en de exitstrategieën.

De financiële sector van Kroatië is goed gekapitaliseerd en winstgevend, terwijl de kwaliteit van de activa in de banksector de afgelopen paar jaar is verbeterd. De financiële instellingen kunnen echter mogelijk wat stress ondervinden, gezien hun blootstellingen aan sectoren die het meest kwetsbaar zijn voor de COVID-19-uitbraak. Er zijn maatregelen genomen om de negatieve gevolgen van de inperkingsmaatregelen voor bedrijven te verlichten. Het is van cruciaal belang dat deze maatregelen tijdelijk zijn, strikt gekoppeld zijn aan de uitbraak en adequaat zijn om bedrijven die in financiële moeilijkheden verkeren, weer levensvatbaar te maken. Een dergelijke aanpak zal bedrijven ondersteunen zonder dat de vooruitgang die Kroatië bij het verbeteren van de stabiliteit van zijn financiële sector heeft geboekt, wordt ondermijnd.

Voortzetting van de inspanningen om het kader voor preventie en bestraffing van corruptie te versterken, is van cruciaal belang voor het herstel na de COVID-19-crisis en om een efficiënte, verantwoordelijke en transparante toewijzing en verdeling van fondsen en middelen te bereiken. Ondanks de gedeeltelijke uitvoering van verschillende actieplannen krijgen bedrijven nog zeer vaak te maken met corruptie en belangenconflicten. Er zijn verdere inspanningen nodig om het kader voor preventie en bestraffing van corruptie te versterken om een transparant en efficiënt gebruik van overheidsmiddelen te garanderen. Er zijn doeltreffendere instrumenten nodig om corruptie te voorkomen en te bestraffen, met name op lokaal niveau. De toezichtmechanismen voor lokale ambtenaren en aangestelde personen bij lokale overheidsbedrijven moeten nog altijd worden versterkt, net zoals er nog altijd voor moet worden gezorgd dat de Commissie inzake belangenconflicten haar essentiële preventieve rol kan vervullen. Initiatieven om de transparantie te vergroten, zoals de publicatie van de tegoeden van rechters en aanklagers, zullen naar verwachting in 2020 van start gaan.

Het Europees semester biedt het kader voor de voortdurende coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid in de Unie, dat kan bijdragen tot een duurzame economie. De lidstaten hebben in hun nationale hervormingsprogramma’s 2020 de stand van zaken opgemaakt over de voortgang bij de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s). Door onderstaande aanbevelingen volledig uit te voeren zal Kroatië bijdragen aan de vooruitgang in de richting van de SDG’s en aan de gemeenschappelijke inspanning om in de Unie te komen tot concurrerende duurzaamheid.

In de context van het Europees Semester 2020 heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Kroatië verricht. Deze analyse is gepubliceerd in het landverslag 2020. Voorts heeft de Commissie zowel het convergentieprogramma 2020 als het nationale hervormingsprogramma 2020 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Kroatië zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaal-economisch beleid in Kroatië, maar heeft zij ook onderzocht of de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma 2020 onderzocht en zijn advies daarover 8 is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

In het licht van de diepgaande evaluatie door de Commissie en van deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma 2020 en het convergentieprogramma 2020 onderzocht. In deze aanbevelingen wordt rekening gehouden met de noodzaak om de pandemie aan te pakken en het economisch herstel te vergemakkelijken als eerste noodzakelijke stap om een aanpassing van de onevenwichtigheden mogelijk te maken. De aanbevelingen die rechtstreeks betrekking hebben op de macro-economische onevenwichtigheden die de Commissie op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 heeft vastgesteld, zijn terug te vinden in de aanbevelingen 1, 2, 3 en 4,

BEVEELT AAN dat Kroatië in 2020 en 2021 de volgende actie onderneemt:

1. Overeenkomstig de algemene ontsnappingsclausule alle nodige maatregelen nemen om de pandemie doeltreffend aan te pakken, de economie te stimuleren en het daaropvolgende herstel te ondersteunen. Als de economische omstandigheden dit toelaten, begrotingsbeleid voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, daarbij de investeringen verhogend. De veerkracht van het gezondheidszorgstelsel verbeteren. Een evenwichtige geografische spreiding van gezondheidswerkers en -voorzieningen, nauwere samenwerking tussen alle bestuursniveaus en investeringen in e-gezondheid bevorderen.

2. Arbeidsmarktmaatregelen en -instellingen versterken en de toereikendheid van werkloosheidsuitkeringen en minimuminkomensregelingen verbeteren. Digitale infrastructuur en diensten toegankelijker maken. De verwerving van vaardigheden bevorderen.

3. Maatregelen handhaven om kleine en middelgrote ondernemingen en zelfstandigen liquiditeit te verschaffen. De parafiscale heffingen en de regulering van de markt voor producten en diensten verder verminderen. Mature publieke investeringsprojecten vervroegen en private investeringen aanmoedigen om het economisch herstel te bevorderen. De investeringen toespitsen op de groene en de digitale transitie, met name op milieu-infrastructuur, duurzaam stads- en spoorvervoer, het schoon en efficiënt produceren en gebruiken van energie en snelle breedband.

4. De capaciteit van de overheidsdiensten versterken om efficiënt openbare projecten en beleidsmaatregelen op centraal en lokaal niveau te ontwerpen en uit te voeren. De efficiëntie van het gerechtelijk apparaat verbeteren.

Gedaan te Brussel,

3.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.
(3) SWD(2020) 510 final.
(4) PB C 301 van 5.9.2019, blz. 117.
(5) COM(2020) 112 final.
(6) COM(2020) 123 final.
(7)

Verordening (EU) 2020/460 van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 508/2014 wat betreft specifieke maatregelen om investeringen in de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten en in andere sectoren van hun economieën vrij te maken als antwoord op de COVID-19-uitbraak (Investeringsinitiatief Coronavirusrespons) (PB L 99 van 31.3.2020, blz.

5) en Verordening (EU) 2020/558 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1301/2013 en (EU) nr. 1303/2013 wat betreft specifieke maatregelen met het oog op uitzonderlijke flexibiliteit bij het gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen naar aanleiding van de uitbraak van Covid‐19 (PB L 130 van 24.4.2020, blz. 1).

(8) Op grond van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.