Toelichting bij COM(2020)516 - Hervormingsprogramma 2020 en stabiliteitsprogramma 2020 van Luxemburg

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 20.5.2020


COM(2020) 516 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Luxemburg en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Luxemburg


2.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Luxemburg en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Luxemburg

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 5, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 17 december 2019 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse strategie voor duurzame groei en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2020 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarbij is terdege rekening gehouden met de op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geproclameerde Europese pijler van sociale rechten. Op 17 december 2019 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Luxemburg niet heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen.

Op 26 februari 2020 is het landverslag 2020 voor Luxemburg 2 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Luxemburg bij de tenuitvoerlegging van de op 9 juli 2019 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen heeft gemaakt 3 , alsmede het gevolg dat is gegeven aan de aanbevelingen die in de jaren voordien werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Luxemburg in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt.

Op 11 maart 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de uitbraak van COVID-19 officieel uitgeroepen tot een wereldwijde pandemie. Deze pandemie vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en treft burgers, bedrijven en economieën. Zij zet de nationale gezondheidsstelsels onder zware druk, verstoort de mondiale toeleveringsketens, veroorzaakt volatiliteit op de financiële markten en sterke schommelingen in de consumentenvraag, en heeft negatieve gevolgen voor meerdere sectoren. Zij vormt een bedreiging voor de banen en het inkomen van mensen en voor ondernemingen. De pandemie heeft geleid tot een grote economische schok die nu al ernstige gevolgen heeft in de Europese Unie. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling 4 aangenomen waarin wordt opgeroepen tot een gecoördineerde economische aanpak van de crisis door alle actoren op nationaal en Unieniveau.

Meerdere lidstaten hebben een noodtoestand uitgeroepen of noodmaatregelen getroffen. Elke noodmaatregel moet strikt proportioneel, noodzakelijk en beperkt in de tijd zijn, en moet overeenstemmen met de Europese en internationale normen. Ze moeten onderworpen zijn aan democratisch toezicht en onafhankelijke rechterlijke controle.

Op 20 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling aangenomen over de activering van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact 5 . De clausule, die in artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 3, artikel 9, lid 1, en artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 en artikel 3, lid 5, en artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 is neergelegd, vergemakkelijkt de coördinatie van het begrotingsbeleid in tijden van ernstige economische neergang. In haar mededeling heeft de Commissie de Raad haar standpunt meegedeeld dat, gezien de verwachte ernstige economische neergang ten gevolge van de COVID-19-uitbraak, de huidige omstandigheden de activering van de clausule toelaten. Op 23 maart 2020 stemden de ministers van Financiën van de lidstaten in met de beoordeling van de Commissie. De activering van de algemene ontsnappingsclausule maakt het mogelijk tijdelijk af te wijken van het aanpassingstraject in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn, op voorwaarde dat daardoor de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn niet in gevaar komt. Voor het correctieve deel kan de Raad, op aanbeveling van de Commissie, ook besluiten een herzien begrotingstraject vast te stellen. De algemene ontsnappingsclausule schorst de procedures van het stabiliteits- en groeipact niet. De clausule staat lidstaten toe af te wijken van de budgettaire verplichtingen die normaliter van toepassing zijn en stelt de Commissie en de Raad in staat om de nodige maatregelen op het gebied van beleidscoördinatie binnen het kader van het pact te nemen.

Er is voortdurende actie nodig om de verspreiding van de pandemie te beperken en te beheersen, om de veerkracht van de nationale gezondheidsstelsels te versterken, om de sociaal-economische gevolgen te verzachten door middel van ondersteunende maatregelen voor bedrijven en huishoudens en om te zorgen voor adequate gezondheids- en veiligheidsomstandigheden op de werkplek met het oog op de hervatting van de economische activiteit. De Unie moet ten volle gebruik maken van de verschillende instrumenten waarover zij beschikt om de lidstaten op deze gebieden te ondersteunen. Tegelijkertijd moeten de lidstaten en de Unie samenwerken om de maatregelen voor te bereiden die nodig zijn voor een terugkeer naar een normale werking van onze samenlevingen en economieën en naar duurzame groei, waarin zij onder meer de groene en digitale transformatie moeten integreren, net als de lessen die uit de crisis worden getrokken.

De COVID-19-crisis toont aan hoe flexibel de eengemaakte markt zich kan aanpassen aan buitengewone omstandigheden. Om een vlotte en soepele overgang naar de herstelfase en het vrije verkeer van goederen, diensten en werknemers te waarborgen, moeten uitzonderlijke maatregelen die de werking van de eengemaakte markt belemmeren, worden geschrapt zodra zij niet langer onmisbaar zijn. De huidige crisis toont aan dat er behoefte is aan crisisparaatheidsplannen in de gezondheidssector, met inbegrip van met name verbeterde aankoopstrategieën, gediversifieerde toeleveringsketens en strategische reserves van essentiële goederen Dat zijn cruciale elementen voor de ontwikkeling van uitgebreidere crisisparaatheidsplannen.

De wetgever van de Unie heeft de desbetreffende wetgevingskaders 6 reeds gewijzigd om de lidstaten in staat te stellen om alle ongebruikte middelen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen te benutten, zodat zij de uitzonderlijke gevolgen van de COVID-19-pandemie kunnen aanpakken. Deze wijzigingen leiden tot meer flexibiliteit en vereenvoudigde en gestroomlijnde procedures. Om de druk op de kasstroom te verlichten kunnen lidstaten in het boekjaar 2020-2021 ook gebruikmaken van een medefinancieringspercentage van 100 % uit de begroting van de Unie. Luxemburg wordt aangemoedigd ten volle gebruik te maken van deze mogelijkheden om bijstand te bieden aan de mensen en sectoren die het zwaarst door de problemen zijn getroffen.

Luxemburg heeft op 30 april 2020 zijn nationale hervormingsprogramma 2020 ingediend en op 29 april 2020 zijn stabiliteitsprogramma 2020. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

Luxemburg valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact.

In haar stabiliteitsprogramma 2020 voorziet de regering dat het nominale saldo zal verslechteren van een overschot van 2,2 % van het bbp in 2019 tot een tekort van 8,5 % van het bbp in 2020. Het tekort zal naar verwachting afnemen tot 3,0 % van het bbp in 2021. Na in 2019 te zijn gedaald tot 22,1 % van het bbp, zal de overheidsschuldquote volgens het stabiliteitsprogramma 2020 naar verwachting in 2020 oplopen tot ongeveer 28,7 % van het bbp. De macro-economische en budgettaire vooruitzichten worden beïnvloed door de grote onzekerheid in verband met de COVID-19-pandemie.

Als reactie op de COVID-19-pandemie en als onderdeel van een gecoördineerde Unie-aanpak heeft Luxemburg begrotingsmaatregelen vastgesteld om de capaciteit van het gezondheidsstelsel te vergroten, de pandemie in te dammen en bijstand te verlenen aan personen en sectoren die bijzonder getroffen zijn. Volgens het stabiliteitsprogramma 2020 bedroegen deze begrotingsmaatregelen 5,5 % van het bbp. De maatregelen omvatten: versterking van de gezondheidszorg, steun voor noodlijdende bedrijven, leningen en werktijdverkortingsregelingen, ook voor zelfstandigen en grensarbeiders. Daarnaast heeft Luxemburg maatregelen aangekondigd die, ook al hebben zij geen rechtstreekse gevolgen voor de begroting, toch zullen bijdragen tot de ondersteuning van de liquiditeit van ondernemingen. Hierbij gaat het om belastinguitstel, leningen aan kleine en middelgrote bedrijven in tijdelijke financiële moeilijkheden en garanties. In tegenstelling tot het stabiliteitsprogramma 2020 gaat de Commissie uit van een kleiner effect van het pakket, aangezien zij belastinguitstel en de toekenning van leningen niet als discretionaire maatregelen met gevolgen voor de begroting beschouwt. De autoriteiten zijn echter van mening dat een deel van het belastinguitstel voor directe belastingen uiteindelijk wel gevolgen voor de begroting zou hebben; die gevolgen zijn meegenomen in het bovengenoemde cijfer van 5,5 % van het bbp. Bovendien is een deel van de kosten in verband met werktijdverkortingsregelingen in aanmerking genomen als onderdeel van de werking van de automatische stabilisatoren. Over het algemeen zijn de door Luxemburg genomen maatregelen in overeenstemming met de richtsnoeren van de mededeling van de Commissie over een gecoördineerde economische respons op de COVID-19-uitbraak. De volledige uitvoering van deze maatregelen, gevolgd door een heroriëntering van het begrotingsbeleid naar het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties als de economische omstandigheden dat toelaten, zal bijdragen tot het behoud van budgettaire houdbaarheid op middellange termijn.

Op basis van de voorjaarsprognoses 2020 van de Commissie bij ongewijzigd beleid wordt het overheidssaldo van Luxemburg geraamd op een tekort van 4,8 % van het bbp in 2020 en een overschot van 0,1 % in 2021. De overheidsschuldquote blijft naar verwachting onder 60 % van het bbp in 2020 en 2021. In vergelijking met de prognoses van de Commissie is het stabiliteitsprogramma gebaseerd op voorzichtigere aannamen voor zowel de ontvangsten als de uitgaven.

Op 20 mei 2020 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag een verslag opgesteld wegens de verwachte overschrijding door Luxemburg van de tekortdrempel van 3 % van het bbp in 2020. Al met al blijkt uit de analyse dat het tekortcriterium in de zin van het Verdrag en van Verordening (EG) nr. 1467/1997 niet is vervuld.

Luxemburg heeft een van de best presterende gezondheidsstelsels in de EU. Omdat 49 % van de artsen en 62 % van de gezondheidswerkers uit het buitenland komt, ligt het stelsel ruim boven de kritieke kwetsbaarheidsdrempel (indicator van de Wereldgezondheidsorganisatie). In deze context zou het Luxemburgse gezondheidsstelsel kunnen worden getroffen door unilaterale beslissingen van buurlanden in tijden van crisis. Luxemburg moest in recordtijd kortetermijnmaatregelen nemen ter verbetering van de veerkracht van zijn gezondheidszorgstelsel in de nasleep van de COVID-19-crisis – bijvoorbeeld het mobiliseren van medische infrastructuur en het opzetten van een tijdelijke uitbreiding van een ziekenhuis, alsook het bieden van accommodatie in Luxemburg voor gezondheidswerkers die over de grens werken en hun gezinnen.

Het gezondheidsstelsel zal in de toekomst naar verwachting met steeds grotere uitdagingen worden geconfronteerd, naast het feit dat het aantal openstaande vacatures voor gezondheidswerkers sinds enkele jaren toeneemt. Naar verwachting zal de vergrijzende bevolking namelijk steeds vaker een beroep doen op de gezondheidszorg en zal in de komende 15 jaar 59 % tot 69 % van het medisch personeel met pensioen gaan. Vernieuwingen in de vaardighedenmix en de ontwikkeling van beroepstaken, taakverdeling en vervanging zullen belangrijk zijn om ervoor te zorgen dat het aantrekkelijk blijft om in de gezondheidssector te werken. Meer in het algemeen is het bestuur van het gezondheidsstelsel voor verbetering vatbaar, onder meer op het gebied van samenwerking met de buurlanden, en de regering heeft net een ingrijpende hervorming in gang gezet. Hoewel de digitale infrastructuur in Luxemburg al op een hoog peil staat, wordt er nog steeds gewerkt aan e-gezondheidsoplossingen, zoals het langs digitale weg vergoeden van aanbieders. Luxemburg heeft zich sterk gericht op digitale technologieën, zoals supercomputing, artificiële intelligentie, blockchain en big data, en heeft het potentieel om deze kennis in te zetten bij de samenwerking op Unieniveau om een belangrijke bijdrage te leveren aan het onderzoek naar het neutraliseren van het virus en het terugdringen van het aantal besmettingen. Luxemburg heeft ook een nieuwe steunregeling opgezet voor investeringsprojecten voor onderzoek naar en ontwikkeling van producten ter bestrijding van COVID-19. Hierbij gaat het om de producten die nodig zijn om de huidige uitbraak efficiënt aan te pakken, zoals doeltreffende behandelingen en vaccins.

Volgens de prognoses van de Commissie zal de werkloosheid stijgen tot 6,4 % in 2020 en zich herstellen tot 6,1 % in 2021. Luxemburg heeft een aantal maatregelen genomen om de werkgelegenheid op peil te houden, met name inzake “chômage partiel” (gedeeltelijke werkloosheid). Kwetsbaardere groepen, zoals oudere en laaggeschoolde werknemers, verdienen echter bijzondere aandacht in een context waarin de nieuwe minimuminkomensregeling (REVIS, “revenu d'inclusion sociale”) al heeft geleid tot een toename van het aantal bij de openbare dienst voor arbeidsvoorziening geregistreerde werklozen nu de registratie van de begunstigden sinds januari 2019 verplicht is. Die kwetsbaardere groepen zouden het meest te lijden hebben onder de toegenomen concurrentie op de arbeidsmarkt als gevolg van de COVID-19-crisis. Andere kwetsbare mensen die onder de crisis te lijden kunnen hebben, zijn tijdelijke werknemers en laaggeschoolde werknemers in het algemeen. De lage arbeidsparticipatie van oudere werknemers in Luxemburg blijft een structureel probleem dat ook gevolgen heeft voor de houdbaarheid van het pensioenstelsel op lange termijn. Dit is al aan bod gekomen in aanbevelingen die in voorgaande jaren tot Luxemburg zijn gericht. In de huidige situatie lopen oudere werknemers meer risico om te worden ontslagen als gevolg van de crisis; het is nu belangrijker dan ooit hun aanpassingsvermogen voor andere banen en sectoren te vergroten, onder meer door bij- en omscholing. De prestaties van Luxemburg inzake sociale inclusie liggen dicht bij het EU-gemiddelde, maar de indicatoren voor ongelijkheid en armoede onder werkenden zijn de afgelopen jaren verzwakt, en de kansen voor studenten blijven sterk afhankelijk van hun sociaal-economische achtergrond. In deze context moeten met name kwetsbaardere groepen worden ondersteund om de sociale gevolgen van de crisis op te vangen.

Om bedrijven – met name kleine en middelgrote bedrijven, zelfstandigen en micro-ondernemingen – door de COVID-19-crisis heen te helpen, heeft Luxemburg een aantal maatregelen opgenomen in zijn stabiliseringsplan. De detailhandel is een van de meest getroffen sectoren, vanwege de instorting van de vraag en door de huidige maatregelen die ervoor zorgden dat veel bedrijven in het geheel niet of slechts in beperkte mate konden functioneren. Flexibiliteit in de regelgeving zou de detailhandel helpen om zich na de crisis te herstellen. Voorts zou het nuttig zijn kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen bij de invoering van digitale technologieën die de bedrijfscontinuïteit garanderen, zoals e-handel. Gedurende de gehele herstelperiode moeten passende maatregelen worden gehandhaafd, waarbij een geleidelijke en flexibele uitfasering plaatsvindt en de meest getroffen sectoren worden geïdentificeerd, zodat specifieke ondersteuningsplannen kunnen worden ontwikkeld waarmee zij in de herstelfase een inhaalslag kunnen maken. Bij het uitvoeren van deze maatregelen moet rekening worden gehouden met de veerkracht van de banksector. Na de meest acute fase van de crisis kan, om de transitie en de oprichting van nieuwe kleine en middelgrote bedrijven in groeibevorderende sectoren te ondersteunen, een hervorming van het Luxemburgse insolventiekader helpen bedrijven een tweede kans te geven als zij buiten hun schuld failliet gaan.

Om het economisch herstel te bevorderen, zal het van belang zijn om mature publieke investeringsprojecten te vervroegen en particuliere investeringen te bevorderen, onder meer door relevante hervormingen, met name in digitale en groene sectoren.. Luxemburg heeft al initiatieven ontplooid om digitalisering en innovatie te stimuleren, maar de technologische integratie in het bedrijfsleven en de particuliere investeringen, alsook de digitalisering van overheidsdiensten blijven laag in vergelijking met het veelbelovende klimaat en de ambitie van het land om de stap te zetten naar een datagestuurde economie. Investeringen in digitalisering, geavanceerde digitale vaardigheden en innovatie – inclusief de ontwikkeling van een geïntegreerde onderzoeks- en innovatiestrategie – zullen essentieel zijn om kleine en middelgrote bedrijven te ondersteunen en de productiviteit en het concurrentievermogen te stimuleren. Het herstel moet ook verder worden ondersteund door ambitieuze groene investeringen op korte termijn te bevorderen. Met name in de volgende belangrijke sectoren kan meer worden gedaan: duurzaam vervoer, waaronder vervoer over het spoor, duurzame bouw, vooral met betrekking tot de energie-efficiëntie van zowel bestaande als nieuwe gebouwen, en hernieuwbare energie. Dit zou bijdragen tot een krachtige groene stimulans en Luxemburg helpen de kloof naar zijn doelstellingen voor 2030 inzake broeikasgasemissievermindering, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie te dichten en de weg vrij te maken naar klimaatneutraliteit. Verdere inventarisatie van de investeringsbehoeften en -bronnen blijft noodzakelijk, ook in het licht van de gevolgen van de COVID-19-uitbraak voor de economie en de overheidsfinanciën. De programmering van het fonds voor een rechtvaardige transitie voor de periode 2021-2027 zou Luxemburg kunnen helpen bij een aantal uitdagingen van de transitie naar een klimaatneutrale economie, met name op de gebieden die in bijlage D bij het landverslag worden vermeld. Zo zou Luxemburg optimaal gebruik kunnen maken van dat fonds.

Luxemburg heeft te maken met aanzienlijke witwasrisico’s gezien de grote instroom van buitenlandse directe investeringen en de aanwezigheid van complexe juridische structuren waar buitenlandse geldschieters achter zitten. Deze risico’s worden weerspiegeld in de nationale risicobeoordeling, met name met betrekking tot beroepsbeoefenaren die zich bezighouden met het verlenen van diensten aan ondernemingen en trusts of beleggingsdiensten. Zwakke punten in de toepassing van het antiwitwaskader door die beroepsbeoefenaren leidt ertoe dat de risicoanalyses ontoereikend zijn en dat verdachte activiteiten niet vaak genoeg worden gemeld. Het toezicht op die beroepsbeoefenaren is niet intensief genoeg om deze tekortkomingen te verhelpen. Om de geheimhouding te beperken en de uiteindelijke begunstigden te identificeren is een nationaal register van uiteindelijk begunstigden opgezet. De kwaliteit van de verstrekte informatie en de doeltreffendheid van het register moeten in de loop van de tijd worden gemonitord.

Het aanpakken van agressieve fiscale planning blijft essentieel om de efficiëntie en de billijkheid van belastingstelsels te verbeteren, zoals wordt erkend in de aanbeveling van 2020 voor de eurozone. De overloopeffecten van de agressieve fiscale planningsstrategieën van belastingplichtigen tussen de lidstaten vereisen gecoördineerde nationale beleidsmaatregelen ter aanvulling van de Uniewetgeving. Luxemburg heeft stappen ondernomen om agressieve fiscale planning aan te pakken door eerder overeengekomen internationale en Europese initiatieven uit te voeren, maar de hoge dividend-, rente- en royaltybetalingen als percentage van het bbp wijzen erop dat bedrijven de nationale belastingregels gebruiken voor agressieve fiscale planning. Een groot deel van de buitenlandse directe investeringen wordt aangehouden door zogeheten “special purpose entities”. De inhoudingsvrijstelling op uitgaande (d.w.z. door inwoners van de EU aan inwoners van derde landen) betalingen van interesten en royalty's en de inhoudingsvrijstelling voor dividenduitkeringen kunnen er in bepaalde omstandigheden toe leiden dat over die betalingen in het geheel geen belasting wordt geheven indien daarover in de ontvangende jurisdictie evenmin belasting verschuldigd is. Luxemburg heeft een wetsontwerp ingediend tot afschaffing van de aftrekbaarheid van rente- en royaltybetalingen aan jurisdicties die zijn opgenomen in de EU-lijst van jurisdicties die niet coöperatief zijn op belastinggebied, overeenkomstig zijn toezegging om beschermende maatregelen te nemen ten aanzien van zulke jurisdicties.

Terwijl de huidige aanbevelingen gericht zijn op het aanpakken van de sociaal-economische gevolgen van de pandemie en het bevorderen van het economisch herstel, hadden de landspecifieke aanbevelingen 2019 die de Raad op 9 juli 2019 heeft aangenomen, ook betrekking op hervormingen die essentieel zijn om uitdagingen op middellange tot lange termijn aan te pakken. Deze aanbevelingen zijn nog steeds relevant en zullen gedurende de jaarlijkse cyclus van het Europees semester gemonitord blijven worden. Dat geldt ook voor aanbevelingen betreffende investeringsgerelateerd economisch beleid. Met die aanbevelingen moet rekening worden gehouden bij de strategische programmering van de financiering van het cohesiebeleid na 2020, ook wat betreft de maatregelen ter verzachting van de huidige crisis en de exitstrategieën.

Het Europees semester biedt het kader voor de voortdurende coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid in de Unie, dat kan bijdragen tot een duurzame economie. De lidstaten hebben in hun nationale hervormingsprogramma’s 2020 de stand van zaken opgemaakt over de voortgang bij de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s). Door onderstaande aanbevelingen volledig uit te voeren zal Luxemburg bijdragen aan de vooruitgang in de richting van de SDG’s en aan de gemeenschappelijke inspanning om in de Unie te komen tot concurrerende duurzaamheid.

Nauwe coördinatie tussen de economieën van de economische en monetaire unie is essentieel voor een snel herstel van de economische impact van COVID-19. Luxemburg moet, als lidstaat die de euro als munt heeft, en rekening houdend met de politieke richtsnoeren van de Eurogroep, ervoor zorgen dat zijn beleid consistent blijft met de aanbevelingen voor de eurozone en gecoördineerd wordt met dat van de andere lidstaten van de eurozone.

In de context van het Europees Semester 2020 heeft de Commissie een brede analyse van het economisch beleid van Luxemburg verricht. Die analyse is gepubliceerd in het landverslag 2020. Voorts heeft de Commissie zowel het stabiliteitsprogramma 2020 als het nationale hervormingsprogramma 2020 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Luxemburg zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaaleconomisch beleid in Luxemburg, maar is zij ook nagegaan of de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2020 onderzocht en zijn advies daarover 7 is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven,


BEVEELT AAN dat Luxemburg in 2020 en 2021 de volgende actie onderneemt:

1. Overeenkomstig de algemene ontsnappingsclausule alle nodige maatregelen nemen om de pandemie doeltreffend aan te pakken, de economie te stimuleren en het daaropvolgende herstel te ondersteunen. Als de economische omstandigheden dit toelaten, begrotingsbeleid voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, daarbij de investeringen verhogend. De veerkracht van het gezondheidsstelsel verbeteren door te zorgen voor voldoende zorgpersoneel. Hervormingen ter verbetering van de governance van het gezondheidsstelsel en de e-gezondheid versnellen.

2. Het effect van de crisis op de werkgelegenheid verzachten, met speciale aandacht voor mensen die in een moeilijke arbeidsmarktpositie verkeren.

3. Zorgen voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van maatregelen om liquiditeit te verstrekken aan bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen en zelfstandigen. Mature publieke investeringsprojecten vervroegen en private investeringen aanmoedigen om het economisch herstel te bevorderen. De investeringen toespitsen op de groene en digitale transitie, met name op duurzaam vervoer en duurzame gebouwen, schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie, bijdragen tot een geleidelijke decarbonisatie van de economie. Innovatie en digitalisering bevorderen, vooral in het bedrijfsleven.

4. Zorgen voor doeltreffend toezicht op en handhaving van het antiwitwaskader ten aanzien van verleners van trust- en bedrijfsdiensten en beleggingsdiensten. Meer doen om de kenmerken van het belastingstelsel aan te pakken die agressieve fiscale planning, met name via uitgaande betalingen, in de hand werken.

Gedaan te Brussel,

3.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) SWD(2020) 515 final.
(3) PB C 301 van 5.9.2019, blz. 117.
(4) COM(2020) 112 final.
(5) COM(2020) 123 final.
(6)

Verordening (EU) 2020/460 van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 508/2014 wat betreft specifieke maatregelen om investeringen in de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten en in andere sectoren van hun economieën vrij te maken als antwoord op de COVID-19-uitbraak (Investeringsinitiatief Coronavirusrespons) (PB L 99 van 31.3.2020, blz. 5) en Verordening (EU) 2020/558 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1301/2013 en (EU) nr. 1303/2013 wat betreft specifieke maatregelen met het oog op uitzonderlijke flexibiliteit bij het gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen naar aanleiding van de uitbraak van Covid‐19 (P L 130 van 24.4.2020, blz. 1).

(7) Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.