Toelichting bij COM(2020)507 - Hervormingsprogramma 2020 en stabiliteitsprogramma 2020 van Ierland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 20.5.2020


COM(2020) 507 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Ierland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Ierland


2.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Ierland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Ierland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden 2 , en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 17 december 2019 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse strategie voor duurzame groei en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2020 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarbij is terdege rekening gehouden met de op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geproclameerde Europese pijler van sociale rechten. Op 17 december 2019 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Ierland heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen.

Op 26 februari 2020 is het landverslag 2020 voor Ierland 3 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Ierland bij de tenuitvoerlegging van de op 9 juli 2019 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen 4 heeft gemaakt, alsmede het gevolg dat is gegeven aan de aanbevelingen die in de jaren voordien werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Ierland in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt. Het landverslag besteedde ook aandacht aan de op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 uitgevoerde diepgaande evaluatie, waarvan de uitkomsten eveneens op 26 februari 2020 zijn bekendgemaakt. Op basis van haar analyse concludeert de Commissie dat Ierland met macro-economische onevenwichtigheden wordt geconfronteerd. Onevenwichtigheden hebben met name betrekking op de aanzienlijke omvang van de publieke en de private schuld en externe nettoverplichtingen.

Op 11 maart 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de uitbraak van COVID-19 officieel uitgeroepen tot een wereldwijde pandemie. Deze pandemie vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en treft burgers, bedrijven en economieën. Zij zet de nationale gezondheidsstelsels onder zware druk, verstoort de mondiale toeleveringsketens, veroorzaakt volatiliteit op de financiële markten en sterke schommelingen in de consumentenvraag, en heeft negatieve gevolgen voor meerdere sectoren. Zij vormt een bedreiging voor de banen en het inkomen van mensen en voor ondernemingen. De pandemie heeft geleid tot een grote economische schok die nu al ernstige gevolgen heeft in de Europese Unie. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling 5 aangenomen waarin wordt opgeroepen tot een gecoördineerde economische aanpak van de crisis door alle actoren op nationaal en Unieniveau.

Meerdere lidstaten hebben een noodtoestand uitgeroepen of noodmaatregelen getroffen. Elke noodmaatregel moet strikt proportioneel, noodzakelijk en beperkt in de tijd zijn, en moet overeenstemmen met de Europese en internationale normen. Ze moeten onderworpen zijn aan democratisch toezicht en onafhankelijke rechterlijke controle.

Op 20 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling aangenomen over de activering van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact 6 . De clausule, die in artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 3, artikel 9, lid 1, en artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 en artikel 3, lid 5, en artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 is neergelegd, vergemakkelijkt de coördinatie van het begrotingsbeleid in tijden van ernstige economische neergang. In haar mededeling heeft de Commissie de Raad haar standpunt meegedeeld dat, gezien de verwachte ernstige economische neergang ten gevolge van de COVID-19-uitbraak, de huidige omstandigheden de activering van de clausule toelaten. Op 23 maart 2020 stemden de ministers van Financiën van de lidstaten in met de beoordeling van de Commissie. De activering van de algemene ontsnappingsclausule maakt het mogelijk tijdelijk af te wijken van het aanpassingstraject in de richting van de begrotingsdoelstelling op middellange termijn, op voorwaarde dat daardoor de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn niet in gevaar komt. Voor het correctieve deel kan de Raad, op aanbeveling van de Commissie, ook besluiten een herzien begrotingstraject vast te stellen. De algemene ontsnappingsclausule schorst de procedures van het stabiliteits- en groeipact niet. De clausule staat lidstaten toe af te wijken van de budgettaire verplichtingen die normaliter van toepassing zijn en stelt de Commissie en de Raad in staat om de nodige maatregelen op het gebied van beleidscoördinatie binnen het kader van het pact te nemen.

Er is voortdurende actie nodig om de verspreiding van de pandemie te beperken en te beheersen, om de veerkracht van de nationale gezondheidsstelsels te versterken, om de sociaal-economische gevolgen te verzachten door middel van ondersteunende maatregelen voor bedrijven en huishoudens en om te zorgen voor adequate gezondheids- en veiligheidsomstandigheden op de werkplek met het oog op de hervatting van de economische activiteit. De Unie moet ten volle gebruik maken van de verschillende instrumenten waarover zij beschikt om de lidstaten op deze gebieden te ondersteunen. Tegelijkertijd moeten de lidstaten en de Unie samenwerken om de maatregelen voor te bereiden die nodig zijn voor een terugkeer naar een normale werking van onze samenlevingen en economieën en naar duurzame groei, waarin zij onder meer de groene transitie en de digitale transformatie moeten integreren, net als de lessen die uit de crisis worden getrokken.

De COVID-19-crisis toont aan hoe flexibel de eengemaakte markt zich kan aanpassen aan buitengewone omstandigheden. Om een vlotte en soepele overgang naar de herstelfase en het vrije verkeer van goederen, diensten en werknemers te waarborgen, moeten uitzonderlijke maatregelen die de werking van de eengemaakte markt belemmeren, worden geschrapt zodra zij niet langer onmisbaar zijn. De huidige crisis toont aan dat er behoefte is aan crisisparaatheidsplannen in de gezondheidssector, met inbegrip van met name verbeterde aankoopstrategieën, gediversifieerde toeleveringsketens en strategische reserves van essentiële goederen Dat zijn cruciale elementen voor de ontwikkeling van uitgebreidere crisisparaatheidsplannen.

De wetgever van de Unie heeft de desbetreffende wetgevingskaders 7 reeds gewijzigd om de lidstaten in staat te stellen om alle ongebruikte middelen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen te benutten, zodat zij de uitzonderlijke gevolgen van de COVID-19-pandemie kunnen aanpakken. Deze wijzigingen leiden tot meer flexibiliteit en vereenvoudigde en gestroomlijnde procedures. Om de druk op de kasstroom te verlichten kunnen lidstaten in het boekjaar 2020-2021 ook gebruikmaken van een medefinancieringspercentage van 100 % uit de begroting van de Unie. Ierland wordt aangemoedigd ten volle gebruik te maken van deze mogelijkheden om bijstand te bieden aan de mensen en sectoren die het zwaarst door de problemen worden getroffen.

Als gevolg van de uiteenlopende specialisatiepatronen zullen de sociaal-economische gevolgen van de pandemie waarschijnlijk ongelijk verdeeld zijn over de regio’s. Dat brengt een aanzienlijk risico mee dat de regionale verschillen binnen Ierland groter worden. De huidige situatie gaat ook gepaard met het gevaar dat het convergentieproces tussen de lidstaten tijdelijk uiteenvalt, hetgeen gerichte beleidsacties noodzakelijk maakt.

Op 21 april 2020 heeft Ierland zijn nationale hervormingsprogramma 2020 en op 30 april 2020 zijn stabiliteitsprogramma 2020 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze samen geëvalueerd.

Ierland valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en is onderworpen aan de schuldregel.

In haar stabiliteitsprogramma 2020 voorziet de regering dat het overheidssaldo zal verslechteren van een overschot van 0,4 % van het bbp in 2019 tot een tekort van 7,4 % van het bbp in 2020. Verwacht wordt dat het tekort zal dalen tot 4,1 % van het bbp in 2021. Volgens het stabiliteitsprogramma 2020 zal de overheidsschuldquote na een daling tot 58,8 % van het bbp in 2019 in 2020 naar verwachting stijgen tot 69,1 %. De macro-economische en budgettaire vooruitzichten worden beïnvloed door de grote onzekerheid als gevolg van de COVID-19-pandemie.

Als reactie op de COVID-19-pandemie en als onderdeel van een gecoördineerde Unie-aanpak heeft Ierland begrotingsmaatregelen vastgesteld om de capaciteit van het gezondheidsstelsel te vergroten, de pandemie in te dammen en bijstand te verlenen aan personen en sectoren die bijzonder getroffen zijn. Volgens de stabiliteitsprogramma’s 2020 belopen deze begrotingsmaatregelen ongeveer 2,0 % van het bbp. Deze maatregelen omvatten werkgelegenheidsondersteuning en werkloosheidssteun gedurende twaalf weken (ongeveer 1,4 % van het bbp) en aanvullende uitgaven om de capaciteit en de toegankelijkheid van het gezondheidszorgstelsel te vergroten (ongeveer 0,6 % van het bbp). Daarnaast heeft Ierland maatregelen aangekondigd die, hoewel zij geen onmiddellijke gevolgen voor de begroting zullen hebben, zullen bijdragen tot de ondersteuning van de liquiditeit van ondernemingen en die in het stabiliteitsprogramma van 2020 worden geraamd op ongeveer 0,3 % van het bbp. Deze maatregelen omvatten kredietgaranties en diverse leningsregelingen, de opschorting van rente en boetes voor bepaalde late betalingen door werkgevers, de opschorting van schuldhandhaving en betalingsuitstel voor een periode tot drie maanden voor bedrijfsleningen. Op 2 mei 2020 heeft de regering een nieuw pakket maatregelen aangekondigd voor schuld- en aandelenfinanciering voor ondernemingen, ten belope van ongeveer 2 % van het bbp, die niet zijn opgenomen in het stabiliteitsprogramma 2020 noch in de prognoses van de Commissie. Over het algemeen zijn de door Ierland genomen maatregelen in overeenstemming met de richtsnoeren uit de mededeling van de Commissie over een gecoördineerde economische respons op de uitbraak van COVID-19. De volledige uitvoering van deze maatregelen, gevolgd door een heroriëntering van het begrotingsbeleid naar het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties als de economische omstandigheden dat toelaten, zal bijdragen tot het behoud van budgettaire houdbaarheid op middellange termijn.

Op basis van de voorjaarsprognoses 2020 van de Commissie bij ongewijzigd beleid wordt het overheidssaldo van Ierland geraamd op -5,6 % van het bbp in 2020 en -2,9 % in 2021. De overheidsschuldquote zal naar verwachting uitkomen op 66,4 % van het bbp in 2020 en 66,7 % in 2021.

Op 20 mei 2020 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag een verslag opgesteld wegens de verwachte overschrijding door Ierland van de tekortdrempel van 3 % van het bbp in 2020. Al met al blijkt uit de analyse dat het tekortcriterium in de zin van het Verdrag en van Verordening (EG) nr. 1467/1997 niet is vervuld.

De COVID-19-pandemie heeft Ierland zwaar getroffen in de eerste helft van 2020, waardoor de gezondheidszorg onder extreme druk kwam te staan. Ierland heeft dringend maatregelen genomen om het gezondheidszorgstelsel te versterken en beheersingsmaatregelen om de pandemie te verminderen, waardoor de economische activiteit in bepaalde sectoren aanzienlijk is ingeperkt. Daarnaast heeft de regering een breed scala van economische maatregelen getroffen om de gevolgen van de COVID-19-crisis zoveel mogelijk te beperken. Het betrof onder meer loonsubsidieregelingen om banen te beschermen, sociale uitkeringen, tijdelijk verbod op huurverhogingen en uithuiszettingen, en liquiditeits- en kredietondersteunende maatregelen voor ondernemingen. Hoewel deze maatregelen gericht zijn op het beperken van de economische schok van de pandemie blijft er een groot het risico op een aanzienlijk outputverlies, faillissementen en insolventies, toenemende werkloosheid en mensen die in armoede dreigen te vervallen.

Al voor de COVID-19-pandemie werkten de ziekenhuizen al op nagenoeg volledige capaciteit en behoorde de bezettingsgraad voor acutezorgbedden tot de hoogste in de OESO-landen. Dat had voornamelijk te maken met het gebrek aan universele toegang tot eerstelijnszorg en een aanzienlijke afhankelijkheid van ziekenhuiszorg. Problemen om personeel aan te werven en te behouden, hebben in bepaalde regio’s en ziekenhuizen geleid tot een tekort aan verplegend personeel. Er was niet alleen een tekort aan thuiszorg op lange termijn maar ook geen goed wettelijk kader, omdat het beleid de voorkeur geeft aan institutionele zorg. COVID-19 zette het gezondheidszorgstelsel onder druk zoals nooit eerder gebeurde. Tijdige noodmaatregelen werden getroffen om de ziekenhuiscapaciteit te vergroten en tijdelijke universele gezondheidszorgdiensten te kunnen bieden. Op de middellange termijn moet Ierland echter nog steeds iets doen aan de structureel beperkte efficiëntie, flexibiliteit, veerkracht en toegankelijkheid van zijn gezondheidszorgstelsel. De ambitieuze Sláintecare-hervorming moet leiden tot een universeel toegankelijk en duurzaam gezondheidsstelsel. De plannen voor de uitvoering ervan blijven echter vaag. Duidelijk bepaalde mijlpalen en termijnen en een solide monitoringkader kunnen bijdragen tot de tijdige tenuitvoerlegging van de universele dekking. Voor de tenuitvoerlegging van hervormingen van de langdurige zorg, met inbegrip van nieuwe manieren om in de gemeenschap te werken via ondersteuning van de thuiszorg en de reorganisatie van de middelen voor de verpleging, is misschien een inventarisatie van de bestaande faciliteiten nodig, net als een projectie van de toekomstige groei van de vraag en een overeenkomstige analyse van de tekorten, en vervolgens een plan van aanpak.

Volgens de prognoses van de Commissie zal de werkloosheid naar verwachting toenemen tot 7,4 % in 2020, en lichtjes dalen tot 7 % in 2021. De regering heeft in ruime mate gebruikgemaakt van het beleid ter ondersteuning van inkomens en werkgelegenheid als reactie op de pandemie, met name de werktijdverkortingsregelingen, die nog steeds vlot moeten worden uitgevoerd en versterkt. Dat een vrij hoog aantal mensen in een huishouden met een lage arbeidsintensiteit leeft, maakt verdere inspanningen om geïndividualiseerde activeringsstrategieën te stimuleren, noodzakelijk. Ierland heeft te kampen met problemen op het gebied van armoede en de kwaliteit en de ondersteuning van werkgelegenheid, ook voor mensen met een handicap; deze problemen blijven bestaan en zullen door de pandemie nog prangender worden. In de huidige context wordt, in samenwerking met de sociale partners, opgeroepen tot verdere bijscholing en omscholing om tegemoet te komen aan de veranderende behoeften van de arbeidsmarkt en om het personeel voor te bereiden op de transitie inzake klimaat, energie, en circulaire economie. In de huisvestingssector zijn tekorten aan vaardigheden vastgesteld, maar naarmate de transitie vordert zullen naar verwachting ook andere tekorten blijken. In de context van de COVID-19-pandemie is het essentieel om te zorgen dat de digitalisering van het onderwijs en de arbeid niet leidt tot meer ongelijkheid in het onderwijs en in de samenleving.

De regering heeft diverse maatregelen genomen om het woningaanbod te ondersteunen, waardoor de afgelopen twee jaar, tot september 2019, jaarlijks 40 % meer woningen werden gebouwd. In combinatie met doeltreffende macroprudentiële instrumenten lijkt dit te hebben geholpen om de stijging van de huizenprijzen te beteugelen. Nochtans is het aanbod aan gebouwde woningen nog steeds lager dan de vraag. Betaalbare huisvesting is voor veel huishoudens een probleem en de inflatie in de huursector blijft hoog. Een betere infrastructuur is in combinatie met ruimtelijke ordening van cruciaal belang voor een beter woningaanbod. Daarnaast kan het oplossen van administratieve problemen met de heffing op onbebouwde percelen bijdragen tot beter betaalbare woningen op de middellange termijn. Tekort aan sociale huisvesting blijft een belangrijk probleem voor de bevordering van inclusie, ook van de meest kwetsbaren. Dankzij recente beleidsmaatregelen kon het aanbod aan sociale huisvesting sneller worden vergroot, maar toch stonden in Ierland in december 2019 naar schatting nog 68 700 huishoudens op wachtlijsten voor sociale huisvesting. Verdere inspanningen zijn nodig om aan de behoeften van de huishoudens die nog op de huidige wachtlijsten staan en van nieuwe aanvragers te voldoen. 3 500 van de ongeveer 10 000 in Ierland geregistreerde daklozen zijn kinderen. Dat is zorgwekkend gezien de mogelijke risico’s van toenemende ongelijkheid, blijvende armoede en sociale uitsluiting. Alleenstaande ouders met kinderen behoren tot de groepen die het zwaarst door dakloosheid worden getroffen. Er blijven aanzienlijke verschillen tussen regio’s en steden bestaan, met 69 % van alle dakloze volwassenen geconcentreerd in Dublin en omgeving.

Het binnenlandse bankstelsel is een belangrijke bron van liquiditeit voor Ierse ondernemingen. Een tijdige toegang tot leningen kan een uitdaging vormen voor het midden- en kleinbedrijf en voor ondernemingen zonder onderpand of een bestaande relatie met een kredietgever. Daarnaast werd de toegang van het mkb tot bankleningen tot voor kort gehinderd door hoge rentetarieven. De Ierse autoriteiten en banken hebben een aantal maatregelen genomen om de financiële problemen van bedrijven en huishoudens te verlichten. Het is van belang dat deze maatregelen de nodige liquiditeit bieden en helpen te komen tot duurzame herstructureringsoplossingen voor kredietnemers van wie de financiële moeilijkheden strikt verband houden met de uitbraak, en die daarom naar verwachting na een overgangsperiode opnieuw levensvatbaar zullen zijn. Alleen een dergelijke evenwichtige aanpak kan bedrijven en huishoudens helpen de tijdelijke problemen te overwinnen zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de (al beperkte) winstgevendheid en de ontluikende vooruitgang die Ierland de afgelopen jaren heeft verwezenlijkt bij het verbeteren van de financiële stabiliteit van zijn banksector. Bij het ontwerpen en uitvoeren van deze maatregelen moet rekening worden gehouden met de veerkracht van de banksector.

Om het economisch herstel te bevorderen, zal het van belang zijn om mature publieke investeringsprojecten te vervroegen en particuliere investeringen te bevorderen, onder meer door relevante hervormingen. Voor de herstart van de economie moet Ierland vooruitgang boeken met zijn ambitieuze investeringen in milieu, klimaat, energie en infrastructuur. Tot nu toe loopt Ierland achterop bij de aanpak van de decarbonisatie. De uitstoot van broeikasgassen door het vervoer en gebouwen is hoog en vertoont een stijgende trend. Ierland zal de streefcijfers voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie voor 2020 niet halen. Ierland is afhankelijk van de invoer van energie en behoort tot de lidstaten met de hoogste elektriciteitsprijzen, wat negatieve gevolgen kan hebben voor zowel het milieu als het concurrentievermogen. De overgang van Ierland naar een klimaatneutrale economie zal gedurende een langere periode aanzienlijke particuliere en publieke investeringen vergen in onder meer hernieuwbare energie, elektriciteitsinfrastructuur, energie-efficiëntie en duurzaam vervoer. Het klimaatactieplan vormt een geloofwaardig initiatief om het emissietraject om te keren. Een effectieve en duurzame uitvoering van het beleid en de maatregelen uit dat plan zal nodig zijn om de ambitie om te zetten in concrete resultaten. De programmering van het fonds voor een rechtvaardige transitie voor de periode 2021-2027 zou Ierland kunnen helpen bij een aantal uitdagingen van de transitie naar een klimaatneutrale economie, met name op het gebied dat in bijlage D bij het landverslag wordt vermeld. Zo zou Ierland optimaal gebruik kunnen maken van dat fonds.

De inspanningen van Ierland om de productiviteitskloof tussen de buitenlandse en de binnenlandse sectoren te verkleinen, blijven moeizaam verlopen. Rechtstreekse steun via het Disruptive Technologies Innovation Fund voor samenwerking tussen bedrijven en overheidsonderzoekscentra, bijvoorbeeld door samenwerkingsprojecten tussen de industrie — met inbegrip van het mkb — en onderzoeksinstellingen is welkom. Hoewel Ierland een relatief hoog bedrag aan overheidssteun verstrekt aan bedrijven, wordt deze steun ten uitvoer gelegd door middel van een belastingkredietregeling voor onderzoek en ontwikkeling, waarmee deze steun voornamelijk terechtkomt bij grotere ondernemingen die in buitenlandse handen zijn en die een beperkt effect heeft op de verbetering van de productiviteit van lokale Ierse ondernemingen. Het “Future Jobs Ireland”-kader stelt belangrijke maatregelen vast om de zwakke punten van de binnenlandse economie aan te pakken, met name initiatieven ter versterking van de productiviteit van binnenlandse ondernemingen, meer specifiek het mkb. Het is van belang dat deze maatregelen doeltreffend ten uitvoer worden gelegd. De crisis heeft ook de digitaliseringsbehoeften van het mkb aangetoond, in het bijzonder op het gebied van oplossingen voor werken op afstand, de opleiding van werknemers en cyberbeveiliging. Digitale infrastructuur is essentieel om de productiviteit van het mkb te stimuleren en ondernemerschap te bevorderen. Ultrasnelle breedband is slechts beschikbaar voor 5 % van de afnemers op het platteland, dus ver onder het EU-gemiddelde van 29 %, en Ierland is ook een van de duurste landen van de EU voor vaste breedband. Nu het contract is ondertekend voor een grote publieke investering in het kader van het Nationale breedbandplan om de lacunes in de infrastructuur aan te pakken, moet daar nauwlettend op worden toegezien en moet gezorgd worden voor de tijdige uitrol van het door de overheid gesteunde ultrasnel breedbandnetwerk, met name in plattelandsgebieden.

Agressieve fiscale planning aanpakken is essentieel voor efficiënte en eerlijke belastingstelsels, zoals is erkend in de aanbeveling van 2020 voor de eurozone. De overloopeffecten van de agressieve fiscale planningsstrategieën van belastingplichtigen tussen de lidstaten vereisen gecoördineerde nationale beleidsmaatregelen ter aanvulling van de Uniewetgeving. Ierland heeft maatregelen genomen tegen agressieve fiscale planning door internationaal en Europees overeengekomen initiatieven uit te voeren en een aantal aanvullende maatregelen te nemen op nationaal niveau. De hoge royalty- en dividendbetalingen, uitgedrukt als percentage van het bbp, wijzen er echter op dat bedrijven de Ierse belastingregels gebruiken voor agressieve fiscale planning en dat de doeltreffendheid van de nationale maatregelen moet worden geëvalueerd. Een verbreding van de belastinggrondslag zou de inkomsten beter bestand maken tegen economische fluctuaties en idiosyncratische schokken, en zou de werking van de automatische stabilisatoren versterken. De hoge concentratie van de vennootschapsbelasting, waarbij de tien grootste ondernemingen 45 % van de vennootschapsbelasting vertegenwoordigen, en de volatiliteit en het mogelijke overgangskarakter ervan, in combinatie met het toenemende aandeel in de totale belastinginkomsten (recordhoogte van 18,7 % in 2018), tonen aan dat het een risico is om al te zeer op deze ontvangsten te rekenen voor de financiering van de permanente lopende uitgaven.

Ondanks de inspanningen om zijn antiwitwaskader te versterken, loopt Ierland nog steeds risico’s als gevolg van zijn internationaal georiënteerde economie, met een aanzienlijke instroom van buitenlandse directe investeringen, en de aanwezigheid van complexe juridische structuren met buitenlandse geldschieters. De nationale risicobeoordeling wordt herzien om een beter beeld te geven van de werkelijke risicoblootstelling van beroepsbeoefenaars die betrokken zijn bij de dienstverlening aan ondernemingen en trusts. Een gebrek aan inzicht in de risicoblootstelling door deze professionals leidt ertoe dat een laag aantal verdachte transacties wordt gemeld. De intensiteit van het toezicht is ontoereikend om deze problemen op te lossen en is niet gegrond op een risicogebaseerde aanpak, waardoor de doeltreffendheid van het antiwitwaskader wordt belemmerd. Voor ondernemingen is een nationaal register van uiteindelijk begunstigden opgezet, om de geheimhouding te beperken en de uiteindelijke begunstigden te identificeren. Op de kwaliteit van de verstrekte informatie en de doeltreffendheid van het register moet in de loop van de tijd toezicht worden gehouden.

Terwijl de huidige aanbevelingen gericht zijn op het aanpakken van de sociaal-economische gevolgen van de pandemie en het bevorderen van het economisch herstel, hadden de landspecifieke aanbevelingen 2019 die de Raad op 9 juli 2019 heeft aangenomen, ook betrekking op hervormingen die essentieel zijn om uitdagingen op middellange tot lange termijn aan te pakken. Deze aanbevelingen zijn nog steeds relevant en zullen gedurende de jaarlijkse cyclus van het Europees semester gemonitord blijven worden. Dat geldt ook voor aanbevelingen betreffende investeringsgerelateerd economisch beleid. Met die aanbevelingen moet rekening worden gehouden bij de strategische programmering van de financiering van het cohesiebeleid na 2020, ook wat betreft de maatregelen ter verzachting van de huidige crisis en de exitstrategieën.

Het Europees semester biedt het kader voor de voortdurende coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid in de Unie, dat kan bijdragen tot een duurzame economie. De lidstaten hebben in hun nationale hervormingsprogramma’s 2020 de stand van zaken opgemaakt over de voortgang bij de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s). Door onderstaande aanbevelingen volledig uit te voeren zal Ierland bijdragen aan de vooruitgang in de richting van de duurzameontwikkelingsdoelen en aan de gemeenschappelijke inspanning om in de Unie te komen tot concurrerende duurzaamheid.

Nauwe coördinatie tussen de economieën van de economische en monetaire unie is essentieel voor een snel herstel van de economische impact van COVID-19. Ierland moet, als lidstaat die de euro als munt heeft, en rekening houdend met de politieke richtsnoeren van de Eurogroep, ervoor zorgen dat zijn beleid consistent blijft met de aanbevelingen voor de eurozone en gecoördineerd wordt met dat van de andere lidstaten van de eurozone.

In de context van het Europees Semester 2020 heeft de Commissie een brede analyse van het economisch beleid van Ierland verricht. De analyse is gepubliceerd in het landverslag 2020. Voorts heeft de Commissie zowel het stabiliteitsprogramma 2020 als het nationale hervormingsprogramma 2020 doorgelicht en onderzocht in hoeverre gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Ierland zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaaleconomisch beleid in Ierland, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2020 onderzocht en zijn advies 8 daarover is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

In het licht van de diepgaande evaluatie door de Commissie en van deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma 2020 en het stabiliteitsprogramma 2020 onderzocht. In de huidige aanbevelingen wordt rekening gehouden met de noodzaak om de pandemie aan te pakken en het economisch herstel te vergemakkelijken als eerste noodzakelijke stap om een aanpassing van de onevenwichtigheden mogelijk te maken. Aanbevelingen die rechtstreeks betrekking hebben op de aanpak van de macro-economische onevenwichtigheden die de Commissie in het kader van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 heeft vastgesteld, worden weergegeven in de aanbevelingen 1, 2 en 4,

BEVEELT AAN dat Ierland in 2020 en 2021 de volgende actie onderneemt:

1. Overeenkomstig de algemene ontsnappingsclausule alle nodige maatregelen nemen om de pandemie doeltreffend aan te pakken, de economie te stimuleren en het daaropvolgende herstel te ondersteunen. Als de economische omstandigheden dit toelaten, begrotingsbeleid voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, daarbij de investeringen verhogend. De toegankelijkheid van het gezondheidsstelsel verbeteren en de veerkracht ervan versterken, onder meer door in te spelen op de behoeften van de gezondheidswerkers en te zorgen voor een universele dekking van de eerstelijnszorg.

2. De werkgelegenheid ondersteunen door het ontwikkelen van vaardigheden. Het risico van een digitale kloof aanpakken, onder meer in de onderwijssector. Het aanbod aan sociale en betaalbare huisvesting verhogen.

3. Steun blijven verlenen aan bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, in het bijzonder via maatregelen om hun liquiditeit te waarborgen. Mature publieke investeringsprojecten vervroegen en private investeringen aanmoedigen om het economisch herstel te bevorderen. Investeringen toespitsen op de groene en digitale transitie, met name op het gebied van schone en efficiënte productie en gebruik van energie, duurzaam openbaar vervoer, watervoorziening en -zuivering, onderzoek en innovatie en digitale infrastructuur.

4. De belastinggrondslag verbreden. Meer actie ondernemen voor de aanpak van de kenmerken van het belastingstelsel die agressieve fiscale planning mogelijk maken, ook voor uitgaande betalingen. Zorgen voor effectief toezicht op en handhaving van het antiwitwaskader met betrekking tot professionele aanbieders van trust- en bedrijfsdiensten.

Gedaan te Brussel,

3.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.
(3) SWD(2020) 506 final.
(4) PB C 301 van 5.9.2019, blz. 117.
(5) COM(2020) 112 final.
(6) COM(2020) 123 final.
(7)

Verordening (EU) 2020/460 van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 508/2014 wat betreft specifieke maatregelen om investeringen in de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten en in andere sectoren van hun economieën vrij te maken als antwoord op de COVID-19-uitbraak (Investeringsinitiatief Coronavirusrespons) (PB L 99 van 31.3.2020, blz. 5) en Verordening (EU) 2020/558 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1301/2013 en (EU) nr. 1303/2013 wat betreft specifieke maatregelen met het oog op uitzonderlijke flexibiliteit bij het gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen naar aanleiding van de uitbraak van Covid‐19 (P L 130 van 24.4.2020, blz. 1).

(8) Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.