Toelichting bij COM(2020)325 - Derde verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de vrijstelling van de visumplicht

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 10.7.2020


COM(2020) 325 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

DERDE VERSLAG IN HET KADER VAN HET OPSCHORTINGSMECHANISME VOOR DE VRIJSTELLING VAN DE VISUMPLICHT


{SWD(2020) 132 final}


I. Inleiding


Visumliberalisering blijft een aanleiding vormen om belangrijke hervormingen op het gebied van migratie, veiligheid en justitie door te voeren en vergemakkelijkt contacten tussen mensen doordat onderdanen van derde landen zijn vrijgesteld van de visumplicht bij een verblijf van maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen. De visumvrijstelling brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee. Derde landen moeten te allen tijde voldoen aan de voorwaarden voor visumliberalisering en zorgen dat aan de voorwaarden voor goed beheerde migratie en veiligheid wordt voldaan. Dit is in overeenstemming met de holistische aanpak van de Europese Commissie waarin alle aspecten van migratie en veiligheid worden meegenomen.


Dit derde verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling komt voort uit de taak van de Commissie om erop toe te zien dat derde landen die visumvrije toegang hebben verkregen voortdurend aan de voorwaarden voor visumliberalisering voldoen, en om ten minste eenmaal per jaar verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad 1 . Wat de geografische draagwijdte betreft, heeft het verslag opnieuw betrekking op de landen die een dialoog over visumliberalisering met succes hebben afgerond. De statistische gegevens in het verslag zijn gebaseerd op de gegevens van Eurostat voor 2019. De verschillen tussen 2018-2019 krijgen bijzondere aandacht. De beschrijving van de beleidsontwikkelingen in de onderzochte landen bestrijkt, waar mogelijk, de periode tot de publicatie van dit verslag in juli 2020. Net als in het tweede verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling 2 van 17 december 2018 (hierna “het tweede verslag” genoemd), wordt in dit verslag gefocust op specifieke gebieden 3 waar verdere maatregelen noodzakelijk zijn om de duurzaamheid van de geboekte vooruitgang te waarborgen. Het gaat hierbij onder meer om irreguliere migratie, asielverzoeken, overname, openbare orde en veiligheid (met inbegrip van georganiseerde misdaad, corruptiebestrijding, rechtshandhaving en bestrijding van witwaspraktijken). Daarom wordt in dit verslag niet ingegaan op benchmarks waarvoor de uitvoering stabiel is.


Na de invoering van COVID-19-gerelateerde beperkingen door de meeste lidstaten en partnerlanden van de EU medio maart zijn de bewegingen in de Westelijke Balkan en in het Oostelijk Partnerschap aanzienlijk afgenomen. De meeste beperkende maatregelen in de partnerlanden zijn later ingetrokken. Op 11 juni 2020 heeft de Commissie een mededeling aangenomen waarin de toepassing van de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU wordt beoordeeld 4 . Wat de buurlanden van de EU betreft, heeft de Commissie zich bereid verklaard de regio van de Westelijke Balkan nauw te betrekken bij de uitvoering van haar gezamenlijk Europees stappenplan voor de opheffing van de inperkingsmaatregelen in verband met COVID-19 5 .Vervolgens heeft de Raad op 30 juni 2020 een aanbeveling inzake de geleidelijke opheffing van de reisbeperkingen voor niet-essentiële reizen naar de EU goedgekeurd, met de eerste lijst van 15 landen (waaronder Georgië, Montenegro en Servië). De aanbeveling is een eerste stap in de richting van de opheffing van de beperkingen en volgt de geleidelijke aanpak die de Commissie voorstelt.


2.

Het verslag gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie, waarin meer gedetailleerde achtergrondinformatie wordt verstrekt over de ontwikkelingen.


II. Beoordeling van specifieke gebieden op basis van de benchmarks voor visumliberalisering

II.1 Westelijke Balkan


3.

Albanië



Irreguliere migratie, asielverzoeken, overname


Tussen 2018 en 2019 daalde het aantal Albanese onderdanen wie toegang tot het Schengen+-gebied werd geweigerd, met 9 % (van 21 515 tot 19 670), terwijl het aantal Albanese onderdanen die illegaal op het grondgebied bleken te verblijven, met 6 % toenam (van 32 355 naar 34 410). De irreguliere migratie van Albanese onderdanen blijft de hoogste van alle landen van de Westelijke Balkan die in het kader van dit verslag zijn onderzocht. Het aantal Albanese onderdanen die werden aangetroffen met frauduleuze documenten, waaronder EU-paspoorten, nam tussen 2018 en 2019 met 64 % toe.


Het aantal asielverzoeken dat door Albanese onderdanen in het Schengen+-gebied werd ingediend, daalde voor het vierde jaar op rij (18 555 aanvragen in 2019 en 19 615 in 2018). Dit komt neer op een daling met 5 %. Ondanks de neerwaartse trend had Albanië in 2019, in vergelijking met de andere visumvrije landen in de Westelijke Balkan, het grootste aantal asielverzoeken. Het percentage ingewilligde asielverzoeken 6 daalde naar 5,6 % in 2019 (tegen 7,6 % in 2018). In het eerste kwartaal van 2020 werden 2 895 asielverzoeken gemeld – 44 % minder dan in dezelfde periode in 2019.


Wat de samenwerking op het gebied van overname betreft, blijkt dat het terugkeerpercentage is gedaald. Het terugkeerpercentage daalde in 2019 naar 50 % (tegenover 66 % 7 in 2018); 15 370 Albanese onderdanen zijn daadwerkelijk teruggekeerd. De medewerking van de eigen onderdanen en de onderdanen van derde landen is volgens de EU-lidstaten echter goed. Wellicht moet de oorzaak van de daling gezocht worden in de behandeling van uitzonderlijk grote aantallen beslissingen, een achterstand die in eerdere jaren is opgelopen en mogelijk secundaire bewegingen.


Het probleem van de ongegronde asielverzoeken die door Albanese onderdanen in de EU-lidstaten en de geassocieerde Schengenlanden worden ingediend, blijft permanente en aanzienlijke inspanningen van de Albanese autoriteiten vergen. Albanië legt nog steeds maatregelen ten uitvoer om het probleem van het indienen van ongegronde asielverzoeken door zijn onderdanen aan te pakken. De Albanese autoriteiten hebben hun inspanningen opgevoerd om de bevolking te informeren over de rechten en plichten die aan de visumvrije regeling zijn verbonden, en hebben sancties op het niet-nakomen van deze plichten ingesteld. Zij zijn doorgegaan met het organiseren van voorlichtingsprojecten en -campagnes en hebben regelmatig relevante informatie op websites van de overheid en sociale media geplaatst.


De Albanese autoriteiten hebben ook de operationele samenwerking met de EU-lidstaten die het meeste met irreguliere migratie en ongegronde asielverzoeken te maken krijgen, geïntensiveerd en de controles van Albanese onderdanen – ook minderjarigen – die naar het buitenland reizen, aangescherpt door grondigere vraaggesprekken te voeren met reizigers die het land verlaten. In december 2019 heeft Albanië aanvullende maatregelen genomen om mensenhandel te voorkomen.


Albanië is het eerste land van de Westelijke Balkan dat een statusovereenkomst met de EU inzake de Europese Grens- en kustwacht (Frontex) 8 heeft ondertekend en in werking heeft gesteld. Na de inwerkingtreding van de overeenkomst op 1 mei 2019 zijn gezamenlijke Frontex-teams op 21 mei 2019 aan het werk gegaan aan de grens van Albanië met Griekenland. Hiermee is een nieuwe fase ingeluid in de samenwerking aan de grenzen tussen de EU en de landen van de Westelijke Balkan. Ondanks de beperkingen in verband met de uitbraak van COVID-19 blijft de operatie goede resultaten opleveren. Tegen juni 2020 namen 20 EU-lidstaten aan deze gezamenlijke operatie deel en zijn meer dan 12 000 irreguliere migranten aangehouden.


Als gevolg van de COVID-19-pandemie heeft Albanië zijn grenzen op 16 maart 2020 gesloten en op 24 maart de noodtoestand uitgeroepen. De noodtoestand werd op 23 juni opgeheven. Met ingang van 22 maart werden alle commerciële vluchten geannuleerd. Op 1 juni heeft Albanië alle landgrenzen met zijn buurlanden weer opengesteld. Tijdens die periode hebben de Albanese autoriteiten ongeveer 2 500 burgers uit het buitenland (voornamelijk uit de EU) met charters gerepatrieerd. Met ingang van 15 juni is een aantal commerciële vluchten (Wenen, Belgrado en Athene) hervat.


4.

Openbare orde en veiligheid



Albanees sprekende misdaadorganisaties hebben een polycrimineel karakter en zijn bijzonder actief in een breed scala van criminele activiteiten in de EU, al kunnen zij niet alleen aan Albanië of Albanese onderdanen worden gekoppeld. Volgens Europol behoren met name Albanese onderdanen tot de verdachten van buiten de EU die het vaakst voorkomen in de statistieken over ernstige strafbare feiten. Zij behoren tot de groep die het meest gebruikmaakt van vervalste documenten bij vluchten binnen het Schengengebied.


Albanië heeft zijn staat van dienst en de doeltreffendheid van zijn rechtshandhavingsinspanningen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad verder weten te consolideren. Een groter aantal grote politieacties heeft geleid tot arrestaties in geruchtmakende zaken en belangrijke aanklachten en vervolgingen, mede als gevolg van een nauwere politiesamenwerking met de EU-lidstaten. De Albanese autoriteiten hebben zich consequent vastbesloten getoond de productie van en handel in cannabis te bestrijden. Albanië is het enige land in de regio dat een mechanisme van ingrijpende monitoring door een derde land toestaat (waarbij de Italiaanse Guardia di Finanza, medegefinancierd door de EU, luchtfoto’s maakt om cannabisplantages in Albanië op te sporen). Er is echter een grote kloof tussen het aantal nieuwe aanhangig gemaakte zaken en het aantal definitieve veroordelingen.


In februari 2019 heeft Albanië een nieuwe nationale strategie voor handvuurwapens en lichte wapens voor de periode 2019-2024 aangenomen. In april 2019 werd een contactpunt voor vuurwapens opgericht, maar om volledig operationeel te worden, moet dit nog steeds volledig in de politiestructuur worden geïntegreerd.


In 2018 en 2019 nam Albanië een aantal wetgevende maatregelen om het rechtskader op het gebied van corruptie te verbeteren. De algehele positieve trend bij de staat van dienst van onderzoeken, vervolgingen en veroordelingen in de strijd tegen corruptie zette zich voort, al worden hoge ambtenaren nog altijd zelden definitief veroordeeld.


In januari 2020 heeft de Albanese regering een wetgevingspakket aangenomen tot invoering van preventieve maatregelen om de strijd tegen corruptie, georganiseerde misdaad en terrorisme op te voeren. Het pakket is vooral gericht op de inbeslagneming en confiscatie van criminele vermogensbestanddelen en stelt een reeks nieuwe recherchemiddelen ter beschikking van het speciale parket binnen de nieuw opgezette speciale structuur voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde criminaliteit .


Albanië bevindt zich middenin een grondige en uitgebreide hervorming van zijn justitiële apparaat, die als doel heeft om alle inspanningen in de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad op te voeren. Deze hervorming omvat onder meer de voorlopige herbeoordeling van alle rechters en aanklagers (het screeningproces), die gestaag vordert en tastbare resultaten oplevert. Deze doorlichting is voortgezet ondanks de impact van de COVID-19-pandemie. De hoorzittingen werden als gevolg van de lockdown weliswaar tijdelijk opgeschort, maar het onderzoek in het kader van de doorlichtingsdossiers werd voortgezet via communicatie op afstand. De hoorzittingen voor de doorlichting werden op 3 juni 2020 hervat. In totaal heeft 64 % van de tot dusver behandelde doorlichtingsdossiers geleid tot ontslag of vrijwillig ontslag van de betrokken persoon. Het doorlichtingsproces en de resultaten ervan blijven van cruciaal belang om het vertrouwen van het publiek in de rechterlijke macht en de openbare rechtshandhavingsinstanties te herstellen.


In juni 2019 werd een Europol-verbindingsofficier naar Albanië gedetacheerd, en in juli vond de officiële opening plaats van het Europol-verbindingsbureau in Tirana, het eerste in de Westelijke Balkan. Dit heeft de samenwerking tussen de politiebeambten van de EU-lidstaten en Albanië in de strijd tegen de georganiseerde misdaad verder versterkt en heeft bijgedragen tot het coördineren van de inspanningen om grensoverschrijdende bedreigingen en criminele netwerken gezamenlijk aan te pakken.


De werkregeling tussen Albanië en het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, de eerste in de Westelijke Balkan, is in maart 2019 ondertekend. Dankzij deze regeling kan er cruciale deskundigheid worden verleend aan de Albanese autoriteiten en kunnen de drugswetgeving en het drugsbeleid van Albanië worden aangepast aan die van de EU.


Daarnaast is de samenwerkingsovereenkomst tussen Eurojust en Albanië op 1 november 2019 in werking getreden. De overeenkomst zal de justitiële samenwerking tussen de EU en Albanese beroepsbeoefenaars verder vergemakkelijken en de strijd tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad opvoeren.


Albanië heeft als een van de eerste landen van de Westelijke Balkan op 9 oktober 2019 een bilaterale uitvoeringsovereenkomst inzake terrorismebestrijding met de Commissie ondertekend naar aanleiding van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding EU-Westelijke Balkan 9 . Albanië heeft in juni 2020 zijn eerste verslag over de uitvoering van de regeling ingediend.

Het aantal veroordelingen voor witwassen geld blijft laag en er wordt nog steeds te weinig systematisch parallel onderzoek gedaan naar terrorismefinanciering. Na de goedkeuring van het “Moneyval-pakket” door het Albanese parlement in juni 2019 concludeerde Moneyval dat Albanië in het algemeen vooruitgang heeft geboekt bij de uitvoering van de aanbevelingen van 2018, maar dat er nog lacunes zijn 10 . Op 21 februari 2020 heeft de financiële actiegroep (FATF) Albanië op de lijst van rechtsgebieden met strategische tekortkomingen op het gebied van bestrijding van witwaspraktijken/terrorismefinanciering gezet en een actieplan voorgesteld dat de ernstigste tekortkomingen moet aanpakken. Dit plan omvat acties die Albanië uiterlijk tegen oktober 2021 moet uitvoeren, wil het van de “grijze lijst” van de FATF worden verwijderd. Albanië heeft op hoog niveau de politieke toezegging gedaan het actieplan van de FATF uit te voeren. De uitvoering is ondanks de COVID-19-crisis begonnen, met name met een risicoanalyse van bankproducten en -diensten en het misbruik van juridische entiteiten. Het Albanese parlement zal naar verwachting een wetsontwerp inzake burgerschap behandelen dat, indien het wordt aangenomen, een rechtsgrondslag kan vormen voor het opzetten van een regeling inzake burgerschap voor investeringen. De Commissie heeft de Albanese autoriteiten in oktober 2019 een brief gestuurd waarin zij verzocht om een toelichting op dit punt en de Albanese autoriteiten waarschuwde voor de inherente risico’s en mogelijke gevolgen van de invoering van een dergelijke regeling. De Commissie ziet nauwlettend toe op deze kwestie en de risico’s die voortvloeien uit de eventuele invoering van een regeling inzake burgerschap voor investeringen, met name op het gebied van veiligheid, witwassen, belastingontduiking, terrorismefinanciering, corruptie of infiltratie door de georganiseerde misdaad.

Nederland deelde de Commissie in het kader van Verordening (EU) 2018/1806 11 op 2 juni 2019 mee dat het geconfronteerd werd met omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven tot de inwerkingtreding van het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling voor Albanië. De in de kennisgeving geuite zorgen hadden met name betrekking op openbare orde en veiligheid, maar ook op irreguliere migratie en door Albanese onderdanen ingediende ongegronde asielverzoeken. Na zorgvuldig onderzoek van de inhoud van de kennisgeving en op basis van de beschikbare informatie en relevante gegevens was de Commissie van mening dat de omstandigheden niet dusdanig waren dat het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling voor Albanië in werking zou treden.


Op basis van bovenstaande analyse heeft Albanië maatregelen genomen die in het tweede verslag zijn aangegeven en zijn de benchmarks voor visumliberalisering nog steeds vervuld. Er is goede vooruitgang geboekt bij de tenuitvoerlegging van acties om uitdagingen op het gebied van irreguliere migratie aan te pakken, waaronder aangescherpte grenscontroles. Ondanks de daling van het terugkeerpercentage is de goede samenwerking op het gebied van overname voortgezet en moet deze worden gehandhaafd, evenals de samenwerking met de EU en de lidstaten op het gebied van migratie en veiligheid. Tegelijkertijd zijn er verdere inspanningen nodig om de verbetering en de duurzaamheid van resultaten, met name wat betreft ongegronde asielverzoeken en de strijd tegen georganiseerde misdaad, te waarborgen.

Op de volgende gebieden is verdere actie vereist:


·intensivering van maatregelen om het probleem van irreguliere migratie en ongegronde asielverzoeken van Albanese onderdanen aan te pakken, onder meer door de onderliggende redenen te achterhalen en aan te pakken en door meer voorlichtingscampagnes over de rechten en plichten bij visumvrij reizen te organiseren.

·voortzetting en intensivering van proactieve operationele samenwerking met de EU-agentschappen en met de EU-lidstaten die te maken hebben met migratiedruk uit Albanië en met bedreigingen voor de openbare orde en veiligheid door de betrokkenheid van Albanese onderdanen bij misdaadorganisaties.

·verbetering van de doeltreffendheid van inspanningen op het gebied van vervolging en rechtshandhaving ter bestrijding van corruptie op hoog niveau en georganiseerde misdaad.

·verbetering van de staat van dienst op het gebied van bestrijding van witwaspraktijken/terrorismefinanciering, en volledige benutting van de steun van de Commissie om de capaciteit voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering te versterken.


5.

Bosnië en Herzegovina


Irreguliere migratie, asielverzoeken, overname


Tussen 2018 en 2019 daalde het aantal onderdanen van Bosnië en Herzegovina wie toegang tot het Schengen+-gebied werd geweigerd, met 20 % (van 5 320 naar 4 270 in 2019), terwijl het aantal onderdanen van Bosnië en Herzegovina die illegaal op het grondgebied bleken te verblijven, met 10 % toenam (van 3 915 tot 4 290).


Het aantal asielaanvragen dat door onderdanen van Bosnië en Herzegovina werd ingediend, daalde met 17 %, van 2 280 in 2018 naar 1 895 in 2019. Het percentage ingewilligde asielverzoeken daalde naar 7,2 % in 2019 (tegen 10,6 % in 2018). In het eerste kwartaal van 2020 werden 390 asielverzoeken gemeld – 26 % minder dan in dezelfde periode in 2019.


Wat de samenwerking op het gebied van overname betreft, blijkt dat het terugkeerpercentage is gedaald. Het terugkeerpercentage daalde in 2019 naar 40 % (tegenover 54 % in 2018); 1 495 onderdanen van Bosnië en Herzegovina zijn daadwerkelijk teruggekeerd. De medewerking van de eigen onderdanen en de onderdanen van derde landen is volgens de EU-lidstaten echter goed. Wellicht moet de oorzaak van de daling gezocht worden in de behandeling van grote aantallen beslissingen, een achterstand die in opeenvolgende jaren is opgelopen en mogelijk secundaire bewegingen.


Het land heeft aanzienlijke inspanningen geleverd op het gebied van grenscontrole en bewustmaking van de bevolking door gerichte voorlichtingscampagnes te organiseren over de negatieve effecten van het misbruik van de visumvrije regeling, zoals blijkt uit het afnemende aantal ongegronde asielzoekers uit Bosnië en Herzegovina in het Schengen+-gebied.


De statusovereenkomst met de EU inzake de Europese grens- en kustwacht (Frontex) is in januari 2019 geparafeerd en dient nog te worden geratificeerd. Na de inwerkingtreding van de nieuwe verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht werkt de Commissie samen met Bosnië en Herzegovina met het oog op de ratificatie en inwerkingtreding van de statusovereenkomst.


Bosnië en Herzegovina bleef de uitdagingen van irreguliere migratie aanpakken, zoals de stroom onderdanen van derde landen door het land richting het Schengen+-gebied. Als reactie op de toegenomen instroom van vluchtelingen en migranten in 2018 en 2019 hebben de autoriteiten grenswachten die beschikbaar waren, ingezet waar ze nodig waren. Het grens- en migratiebeheer moet echter worden verbeterd, ook qua opvangcapaciteit en coördinatie tussen instellingen op de verschillende overheidsniveaus. Het coördinatieorgaan binnen het ministerie van Veiligheid, dat verantwoordelijk is voor het monitoren van de migratietrends en fungeert als operationeel hoofdkwartier in geval van crises, functioneert niet doeltreffend, met name wat betreft de toewijzing van geschikte locaties voor opvangcentra en de overplaatsing van asielzoekers en migranten naar beschikbare accommodatie. De zeer beperkte personele middelen en operationele capaciteit blijven ernstige belemmeringen voor een doeltreffende toegang tot de asielprocedures.


Als gevolg van de COVID-19-crisis riep Bosnië en Herzegovina op 18 maart de noodtoestand uit en legde het binnenlandse en grensoverschrijdende vrije verkeer van personen aan banden. In de entiteit Republika Srpska was de noodtoestand van kracht van 28 maart tot en met 20 mei. Met ingang van 30 maart werden alle commerciële vluchten geannuleerd tot 1 juni, toen de vluchten werden hervat.


6.

Openbare orde en veiligheid



Het land beschikt over verschillende strategieën, met name op het gebied van georganiseerde misdaad, mensenhandel en geïntegreerd grensbeheer. Het rechtskader moet echter voor het hele land worden geharmoniseerd en moet verder worden afgestemd op het EU-acquis. Er zijn systemische tekortkomingen bij de operationele samenwerking van rechtshandhavingsinstanties als gevolg van het gebrek aan harmonisatie van de strafwetgeving – met de zwakke institutionele coördinatie als extra complicerende factor – en een zeer beperkte uitwisseling van inlichtingen. Criminele organisaties die in het land actief zijn, maken gebruik van lacunes op wettelijk en bestuursrechtelijk vlak. Financiële onderzoeken en inbeslagneming van vermogensbestanddelen zijn grotendeels ondoeltreffend.


Een rigoureus en geloofwaardig systeem voor de controle van vermogensverklaringen van gerechtsambtenaren ontbreekt. De strijd tegen witwassen moet worden opgevoerd. Definitieve veroordelingen in prominente corruptiezaken komen slechts heel weinig voor en boeten hebben onvoldoende afschrikwekkende werking. Onlangs zijn gevallen van corruptie in de sport ontdekt. Een proactieve benadering blijft van fundamenteel belang voor de bestrijding van criminele infiltratie in het politieke, juridische en economische bestel.


Hoewel Bosnië en Herzegovina in mei 2017 een overeenkomst betreffende operationele samenwerking met Europol heeft ondertekend, heeft het land tot op heden geen nationaal aanspreekpunt aangesteld zoals voorzien in deze overeenkomst, wat een voorwaarde is voor de detachering van een verbindingsofficier naar Europol en van een verbindingsofficier van Europol naar Bosnië en Herzegovina.

Bosnië en Herzegovina heeft op 19 november 2019 de bilaterale uitvoeringsovereenkomst inzake terrorismebestrijding met de Commissie ondertekend naar aanleiding van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding EU-Westelijke Balkan.


Op basis van de bovenstaande analyse heeft Bosnië en Herzegovina maatregelen genomen die in het tweede verslag zijn aangegeven; de benchmarks voor visumliberalisering zijn nog steeds vervuld en er is vooruitgang geboekt bij de bestrijding van het misbruik van de visumvrije regeling. Ondanks de daling van het terugkeerpercentage is de goede samenwerking op het gebied van overname voortgezet en moet deze worden gehandhaafd. Er wordt echter een verdere verbetering verwacht, met name als het gaat om irreguliere migratie, adequate opvangvoorzieningen voor migranten en vluchtelingen, grenstoezicht en de proactieve preventie en bestrijding van georganiseerde criminaliteit.


Op de volgende gebieden is verdere actie vereist:


·verbeteren van de capaciteit voor crisisrespons en adequate noodplanning, om een beschermingsgevoelig beheer van migratiestromen te waarborgen en de werking van het asielstelsel te verzekeren. waarborgen van volledige verantwoordelijkheid voor het migratiebeheer, en aanzienlijk versterken van de mechanismen voor operationele coördinatie op alle niveaus.

·voortzetten van de organisatie van informatiecampagnes over de rechten en plichten bij visumvrij reizen.

·versterken van het grenstoezicht, met name de grensbewaking, met inbegrip van identificatie- en registratiemaatregelen, met volledige inachtneming van de grondrechten, en waarborgen van een doeltreffende operationele samenwerking met de EU-lidstaten en Frontex.

·voortzetten van de inspanningen om de statusovereenkomst inzake de Europese grens- en kustwacht (Frontex) met de EU te sluiten, en onverwijld aanwijzen van een nationaal contactpunt voor Europol;

·versterken van de preventie en bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, met inbegrip van witwassen en terrorisme, met name door wetgeving inzake belangenconflicten en de bescherming van klokkenluiders vast te stellen en uit te voeren. waarborgen van de doeltreffende werking en coördinatie van corruptiebestrijdingsinstanties. aantonen van de vooruitgang bij het tot stand brengen van een staat van dienst op het gebied van proactieve onderzoeken, bevestigde tenlasteleggingen, vervolgingen en definitieve veroordelingen in zaken in verband met georganiseerde criminaliteit en corruptie, ook op hoog niveau.

·intensiveren van de inspanningen om het kader voor de ontneming van vermogensbestanddelen te versterken door een breder rechtskader voor de confiscatie van opbrengsten van misdrijven vast te stellen en uit te voeren, en door de capaciteit van de bevoegde autoriteiten om doeltreffende en afschrikkende sancties op te leggen, te verbeteren.


7.

Montenegro


Irreguliere migratie, asielverzoeken, overname


Het aantal weigeringen van toegang tot het Schengen+-gebied en het aantal gevallen van illegaal verblijf van Montenegrijnse onderdanen bleven in 2019 laag. Tussen 2018 en 2019 daalde het aantal Montenegrijnse onderdanen wie toegang werd geweigerd, met 9 % (van 515 naar 470), terwijl het aantal Montenegrijnse onderdanen die illegaal op het grondgebied bleken te verblijven, met 10 % toenam (van 805 tot 885). In 2019 zijn geen illegale grensoverschrijdingen geconstateerd.


Het aantal door Montenegrijnse onderdanen in het Schengen+-gebied ingediende asielverzoeken nam verder af, van 640 in 2018 tot 410 in 2019 (het laagste aantal in tien jaar). Het percentage ingewilligde asielverzoeken steeg naar 4,9 % in 2019 (tegenover 4,1 % in 2018). In het eerste kwartaal van 2020 werden 110 asielverzoeken gemeld – 8 % minder dan in dezelfde periode in 2019.


Wat de samenwerking op het gebied van overname betreft, blijkt dat het terugkeerpercentage is gedaald. Het terugkeerpercentage daalde in 2019 naar 60 % (tegenover 73 % in 2018); 355 Montenegrijnse onderdanen zijn daadwerkelijk teruggekeerd. De medewerking van de eigen onderdanen en de onderdanen van derde landen is volgens de EU-lidstaten echter goed. Wellicht moet de oorzaak van de daling gezocht worden in de behandeling van uitzonderlijk grote aantallen beslissingen, een achterstand die in eerdere jaren is opgelopen en mogelijk secundaire bewegingen.


Gezien de bovengenoemde trends vond er in 2019 geen landelijke voorlichtingscampagne plaats over de rechten en plichten in verband met visumvrij reizen. Het Montenegrijnse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft wel een elektronische consulaire applicatie ontwikkeld die burgers van Montenegro die naar het buitenland reizen de nodige informatie verschaft en antwoord geeft op vragen van burgers over Schengenregels.


De afgelopen jaren zijn belangrijke wetten en initiatieven op het gebied van migratie en asiel geconsolideerd en verbeterd. Montenegro ondertekende op 7 oktober 2019 de statusovereenkomst met de EU inzake de Europese grens- en kustwacht (Frontex). De overeenkomst is op 1 juli 2020 in werking getreden en voorziet in gezamenlijke operaties. Het is het tweede land van de Westelijke Balkan waar een dergelijke overeenkomst in werking is getreden.


Als gevolg van de COVID-19-crisis heeft Montenegro zijn grenzen op 15 maart 2020 gesloten, zonder evenwel de noodtoestand uit te roepen. Met ingang van 6 maart werden alle commerciële vluchten geannuleerd tot 9 juni. In deze periode hebben de Montenegrijnse autoriteiten ongeveer 17 000 burgers uit het buitenland (en voornamelijk uit de EU) gerepatrieerd, onder meer met charters. Op 2 juni werd het einde van de COVID-19-epidemie in Montenegro officieel afgekondigd. Daarop werden de grenzen weer opengesteld voor landen met minder dan 25 actieve COVID-19-zaken per 100 000 burgers.


8.

Openbare orde en veiligheid



Drugssmokkel is de belangrijkste criminele activiteit van Montenegrijnse misdaadorganisaties en brengt andere veiligheidsuitdagingen met zich mee. Montenegrijnse misdaadorganisaties die zich bezighouden met drugssmokkel opereren grotendeels buiten de landsgrenzen. Montenegro wordt ook beschouwd als een platform voor sigarettensmokkel.


Montenegro heeft zijn internationale samenwerking in de strijd tegen georganiseerde misdaad geïntensiveerd, wat heeft geresulteerd in succesvolle operaties tegen Montenegrijnse misdaadorganisaties, zowel in eigen land als in het buitenland. In 2019 werden grote hoeveelheden drugs in beslag genomen en werden vooraanstaande leden van criminele groepen gearresteerd. Wat sigarettensmokkel betreft, is de samenwerking met de douaneautoriteiten van de EU-lidstaten en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verbeterd. Er hebben drie grootschalige onderzoeken naar tabakssmokkel plaatsgevonden, evenwel zonder veroordelingen in 2019. Ondanks de toenemende inspanningen op dit gebied is het aantal zaken nog steeds ontoereikend, gezien de geraamde omvang van de tabakssmokkel vanuit, naar en in Montenegro. Er is vastgesteld dat de samenwerking met Europol en Interpol goed verloopt en dat er via hun kanalen steeds meer informatie wordt uitgewisseld.


In het kader van de EU-beleidscyclus/Empact (Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging) is Montenegro in 2020 sterk betrokken bij de door Spanje aangestuurde activiteiten onder de prioriteit “illegale handel in vuurwapens”, met name als co-leider van de operationele acties. Montenegro is een van de eerste partners van de Westelijke Balkan die als co-leider van een operationele actie in het kader van een Empact-prioriteit optreedt. Montenegro neemt ook deel aan verschillende operationele acties in het kader van andere Empact-prioriteiten op het gebied van de bestrijding van drugshandel, seksuele uitbuiting van kinderen, het faciliteren van illegale immigratie en georganiseerde vermogenscriminaliteit.


Corruptie is een punt van zorg. Financiële onderzoeken worden nu in een eerdere fase van strafrechtelijke onderzoeken uitgevoerd dan voorheen, maar ze vinden nog altijd niet systematisch in alle corruptiezaken plaats. Er bestaan nog steeds zorgen over het lage aantal veroordelingen en het wijdverbreide gebruik van strafvermindering in ruil voor een schuldbekentenis, waardoor lichte straffen worden opgelegd.


Begin 2019 is een bureau voor de ontneming van vermogensbestanddelen opgericht als onderdeel van de afdeling van de politie die bevoegd is voor internationale politiesamenwerking. Hoewel er enige vooruitgang is geboekt, moet de staat van dienst op het gebied van de bevriezing en confiscatie van vermogensbestanddelen worden versterkt.


De tenuitvoerlegging van de strategie voor het beheersen en verminderen van handvuurwapens, lichte wapens en munitie voor 2019-2024 en het actieplan inzake illegale vuurwapenhandel tussen de EU en Zuidoost-Europa voor de periode 2015-2019 werd voortgezet. Er is een contactpunt voor vuurwapens opgericht, dat operationeel is.


Voor het tweede achtereenvolgende jaar heeft Montenegro in december 2019 zijn wet ter preventie van witwaspraktijken en terrorismefinanciering gewijzigd naar aanleiding van de wijzigingen in de institutionele structuur van de eenheid financiële inlichtingen (Financial Intelligence Unit, FIU). Deze wijzigingen waren bedoeld om te voldoen aan de FATF-aanbevelingen, met name door de onafhankelijkheid en operationele autonomie van de FIU te waarborgen, al vormt de FIU nu administratief gezien een afdeling van de politie. In mei 2020 heeft Moneyval Montenegro formeel uit het follow-upproces verwijderd, aangezien het land volgens Moneyval voldoende maatregelen had genomen om tekortkomingen te verhelpen die in 2015 waren vastgesteld. De wet inzake internationale beperkende maatregelen moet nog worden aangepast om te voldoen aan het EU-acquis. Na de eerste resultaten op het gebied van witwaspraktijken is verdere vooruitgang geboekt, waarbij meer aandacht ging naar uitbreiding van de capaciteit van de betrokken rechtshandhavingsinstanties. Het aantal witwaszaken waarin een definitieve veroordeling wordt uitgesproken en vermogensbestanddelen worden geconfisceerd, blijft echter laag. Systemische tekortkomingen in het strafrechtsysteem, onder meer in de manier waarop inbreuken op het gebied van witwassen worden behandeld door de rechtbanken, moeten nog worden aangepakt.


De Montenegrijnse autoriteiten hebben op 19 november 2019 een bilaterale uitvoeringsovereenkomst met de Commissie ondertekend naar aanleiding van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding EU-Westelijke Balkan.


Montenegro heeft sinds 1 januari 2019 een regeling inzake burgerschap voor investeringen. Tot dusver zijn er 24 aanvragen ingediend en werden vijf positieve definitieve beslissingen vastgesteld, maar er zijn nog geen paspoorten afgegeven. De Commissie houdt de mogelijke migratie- en veiligheidsrisico’s van deze regeling nauwlettend in de gaten, met name op het gebied van witwassen, belastingontduiking, terrorismefinanciering, corruptie of infiltratie door de georganiseerde misdaad, en heeft de kwestie keer op keer bij de Montenegrijnse autoriteiten onder de aandacht gebracht. Er moet de nodige zorgvuldigheid aan de dag worden gelegd en er moeten veiligheidscontroles worden uitgevoerd.


Op basis van bovenstaande analyse heeft Montenegro maatregelen genomen die in het tweede verslag zijn aangegeven en zijn de benchmarks voor visumliberalisering nog steeds vervuld. Er is goede vooruitgang geboekt bij de tenuitvoerlegging van acties om uitdagingen op het gebied van migratie aan te pakken. Ondanks de daling van het terugkeerpercentage is de goede samenwerking op het gebied van overname voortgezet en moet deze worden gehandhaafd, evenals de samenwerking met de EU en de lidstaten op het gebied van migratie en veiligheid. Tegelijkertijd zijn er verdere inspanningen nodig om de verbetering en de duurzaamheid van resultaten in de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie te waarborgen.

Op de volgende gebieden is verdere actie vereist:

·organiseren van informatiecampagnes over de rechten en plichten bij visumvrij reizen.

·voorkomen en bestrijden van georganiseerde criminaliteit en corruptie op hoog niveau, onder meer door de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de bevriezing van tegoeden, en nemen van maatregelen om het gebruik van strafvermindering in ruil voor een schuldbekentenis te beperken tot uitzonderlijke gevallen.

·versterken van de capaciteit van de politie, het openbaar ministerie en de rechtbanken om witwaszaken te onderzoeken en de betrokkenen te vervolgen en berechten, in overeenstemming met de beste praktijken van de EU.


9.

Republiek Noord-Macedonië


Irreguliere migratie, asielverzoeken, overname


Tussen 2018 en 2019 daalde het aantal onderdanen uit Noord-Macedonië wie toegang tot het Schengen+-gebied werd geweigerd, met 12 % (van 3 185 naar 2 815), terwijl het aantal onderdanen uit Noord-Macedonië die illegaal op het grondgebied bleken te verblijven, met 16 % toenam (van 6 010 tot 7 000). Het aantal asielverzoeken dat in het Schengen+-gebied door onderdanen uit Noord-Macedonië werd ingediend, nam in 2019 met 16 % af (van 4 785 in 2018 tot 4 035 in 2019). Het percentage ingewilligde asielverzoeken daalde naar 1,4 % in 2019 (tegen 2,3 % in 2018). In het eerste kwartaal van 2020 werden 650 asielverzoeken gemeld – 59 % minder dan in dezelfde periode in 2019.


Wat de samenwerking op het gebied van overname betreft, blijkt dat het terugkeerpercentage is gedaald. Het terugkeerpercentage daalde in 2019 naar 78 % (tegenover 99 % in 2018); 3 005 onderdanen van Noord-Macedonië zijn daadwerkelijk teruggekeerd. De medewerking van de eigen onderdanen en de onderdanen van derde landen is volgens de EU-lidstaten echter goed. Wellicht moet de oorzaak van de daling gezocht worden in de behandeling van uitzonderlijk grote aantallen beslissingen, een achterstand die in opeenvolgende jaren is opgelopen en mogelijk secundaire bewegingen.


Noord-Macedonië is de problemen in verband met irreguliere migratie blijven aanpakken. Het wetgevingskader voor het beheer van buitengrenzen is grotendeels afgestemd op de EU-normen, en grenscontroles werden met eerbiediging van de mensenrechten uitgevoerd. De statusovereenkomst met de EU inzake de Europese grens- en kustwacht (Frontex) is in juli 2018 geparafeerd, maar is nog niet ondertekend. De autoriteiten werken nauw samen met Frontex, onder meer als waarnemers bij gezamenlijke operaties. Het nationale coördinatiecentrum voor geïntegreerd grensbeheer moet zijn institutionele en operationele capaciteit met inbegrip van IT- en technische deskundigheid versterken. Grenswachten, douane en andere organen hebben nog geen toegang tot elkaars databanken en er is geen regeling voor een geformaliseerde en beveiligde informatie-uitwisseling met de betreffende veiligheidsdiensten.


Noord-Macedonië heeft een aantal voorlichtingscampagnes georganiseerd over de rechten en plichten van de visumvrije regeling om zijn burgers goed te informeren en misbruik te voorkomen.


In december 2012 heeft Noord-Macedonië een wetswijziging doorgevoerd inzake het verwerven van het burgerschap vanwege bijzonder economisch belang. De Commissie zal nauwlettend toezien op deze kwestie en daarbij rekening houden met de potentiële risico’s van een volwaardige regeling inzake burgerschap voor investeringen, met name op het gebied van veiligheid, witwassen, belastingontduiking, terrorismefinanciering, corruptie of infiltratie door de georganiseerde misdaad.


Als gevolg van de COVID-19-crisis heeft Noord-Macedonië zijn grenzen op 16 maart gesloten. Op 18 maart heeft het land een tijdelijke noodtoestand afgekondigd, die het meermaals heeft verlengd. Op 22 juni werd de noodtoestand opgeheven. Met ingang van 18 maart werden alle commerciële vluchten tot nader order geannuleerd. Tijdens die periode hebben de autoriteiten van Noord-Macedonië 3 032 burgers uit het buitenland (voornamelijk uit de EU) met charters gerepatrieerd. Noord-Macedonië heeft zijn landgrenzen op 26 juni weer geopend.


10.

Openbare orde en veiligheid



Het wetgevingskader betreffende de strijd tegen georganiseerde misdaad is grotendeels in overeenstemming met Europese normen. Er is enige vooruitgang geboekt door de staat van dienst op het gebied van georganiseerde misdaad verder te verbeteren, de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving te intensiveren en de operationele capaciteit ter bestrijding van mensenhandel aanzienlijk uit te breiden. Sinds 1 januari 2020 werden zes onderzoeken geopend tegen 20 personen, vijf inzake illegale productie van en handel in verdovende middelen, psychotrope stoffen en precursoren en één inzake mensenhandel (met inbegrip van jongeren) en migrantensmokkel. Noord-Macedonië bleef werken aan het voorkomen en bestrijden van alle vormen van georganiseerde misdaad en corruptie. Ook op operationeel niveau werd vooruitgang geboekt door de doeltreffendheid van het nationale coördinatiecentrum voor de strijd tegen de georganiseerde misdaad te verbeteren en door deel te nemen aan gezamenlijke operaties met de EU-lidstaten en buurlanden. Het strafwetboek is grotendeels in overeenstemming met de Europese normen en stelt mensenhandel, online kinderpornografie, computercriminaliteit en drugshandel strafbaar.


Het aantal strafrechtelijke onderzoeken door het openbaar ministerie naar misdaadorganisaties is toegenomen. De meeste onderzoeken en rechtszaken betreffen drugs- en migrantensmokkel. Hoewel er enige vooruitgang werd geboekt, moeten rechtshandhavingsinstanties en het vervolgingsapparaat hun operationele capaciteit verder uitbouwen, met inbegrip van het systematisch uitvoeren van financiële onderzoeken. De coördinatie en systemische gegevensuitwisseling moeten nog verder verbeteren. De instrumenten die het land inzet om criminele vermogensbestanddelen te bevriezen, beheren en confisqueren, zijn nog steeds niet doeltreffend genoeg. Er is behoefte aan een meer geïntegreerde operationele aanpak om vermogensbestanddelen ook daadwerkelijk te kunnen ontnemen.


Naar aanleiding van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding EU-Westelijke Balkan 12 heeft Noord-Macedonië op 9 oktober 2019 een bilaterale uitvoeringsregeling met de Commissie ondertekend op het gebied van terrorismebestrijding.


De bovenstaande analyse wijst erop dat Noord-Macedonië actie heeft ondernomen overeenkomstig de in het tweede verslag behandelde maatregelen, en dat de benchmarks voor visumliberalisering nog steeds vervuld zijn. Er is goede vooruitgang geboekt, met name wat betreft voorlichtingscampagnes over de rechten en plichten van de visumvrije regeling en op het gebied van preventie- en rechtshandhavingsinspanningen ter bestrijding van zware en georganiseerde misdaad. Ondanks de daling van het terugkeerpercentage is de goede samenwerking op het gebied van overname voortgezet en moet deze worden gehandhaafd. Er wordt van het land verwacht dat het de uitvoering verder verbetert.

Op de volgende gebieden is verdere actie vereist:


·aanscherping van grenscontroles, met volledige eerbiediging van de grondrechten.

·voortzetten van de organisatie van informatiecampagnes over de rechten en plichten bij visumvrij reizen.

·verbeteren van de doeltreffendheid van rechtshandhavingsinspanningen ter bestrijding van misdaadnetwerken die met name betrokken zijn bij drugshandel.

·blijven zorgen voor een geloofwaardige staat van dienst op het gebied van onderzoeken, vervolgingen en veroordelingen.

·verder versterken van de strijd tegen corruptie.

·intensiveren van het onderzoek naar en de vervolging van misdaadorganisaties, met inbegrip van die welke zich bezighouden met migrantensmokkel, witwassen en financiële misdrijven.

11.

Servië


Irreguliere migratie, asielverzoeken, overname


Tussen 2018 en 2019 daalde het aantal Servische onderdanen wie toegang tot het Schengen+-gebied werd geweigerd, met 8 % (van 9 035 naar 8 300), terwijl het aantal Servische onderdanen die illegaal op het grondgebied bleken te verblijven, met 4 % toenam (van 13 090 tot 13 635). Het aantal door Servische onderdanen in het Schengen+-gebied ingediende asielverzoeken nam met 5 % af, van 6 425 in 2018 tot 6 075 in 2019. Het percentage ingewilligde asielverzoeken daalde naar 4,8 % in 2019 (tegen 7,0 % in 2018). In het eerste kwartaal van 2020 werden 1 015 asielverzoeken gemeld – 53 % minder dan in dezelfde periode in 2019.


Wat de samenwerking op het gebied van overname betreft, blijkt dat het terugkeerpercentage is gedaald. Het terugkeerpercentage daalde in 2019 naar 60 % (tegenover 77 % in 2018); 5 250 Servische onderdanen zijn daadwerkelijk teruggekeerd. De medewerking van de eigen onderdanen en de onderdanen van derde landen is volgens de EU-lidstaten echter goed. Wellicht moet de oorzaak van de schommelingen gezocht worden in de behandeling van uitzonderlijk grote aantallen beslissingen, een achterstand die in opeenvolgende jaren is opgelopen en mogelijk secundaire bewegingen.


Servië heeft de statusovereenkomst met de EU inzake de Europese Grens- en kustwacht (Frontex) op 19 november 2019 ondertekend. Aangezien de EU haar ratificatieprocedure heeft afgerond, zal de overeenkomst in werking treden zodra Servië deze ratificeert. Na de inwerkingtreding moet de overeenkomst zo spoedig mogelijk operationeel worden gemaakt, onder meer door de inzet van gezamenlijke Frontex-teams.


Wat het visumbeleid betreft, blijft het feit dat Servië andere landen 13 die op de EU-lijst van visumplichtige landen staan, van de visumplicht vrijstelt, een punt van bezorgdheid vanwege mogelijke migratie- en veiligheidsrisico’s, en wordt deze situatie daarom nauwlettend in de gaten gehouden.


Er worden voortdurend voorlichtingscampagnes georganiseerd die erop gericht zijn Servische onderdanen bewuster te maken van de rechten en plichten van de visumvrije regeling.


Als gevolg van de COVID-19-crisis heeft Servië zijn grenzen op 15 maart gesloten en op dezelfde dag de noodtoestand uitgeroepen. Op 6 mei werd de noodtoestand opgeheven. Met ingang van 19 maart werden alle commerciële vluchten geannuleerd tot 21 mei. In de periode tot 22 mei hebben de Servische autoriteiten 5 637 burgers uit het buitenland (voornamelijk uit de EU) met charters gerepatrieerd.


Openbare orde en veiligheid


De georganiseerde misdaad, met name de Servische, blijft een belangrijke rol spelen in de smokkel en distributie van cocaïne in de EU. De resterende wapenvoorraden in Servië houden een risico in op het gebied van illegale handel in vuurwapens.


De werkregeling tussen de Servische dienst voor drugsbestrijding en het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving zal naar verwachting in de nabije toekomst worden ondertekend. Servië neemt actief deel aan de EU-beleidscyclus voor zware internationale en georganiseerde criminaliteit (2018-2021/Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging, Empact). In 2020 neemt Servië deel aan 15 operationele acties binnen Empact (van de in totaal 249 acties). Sinds maart 2017 is er een Servische verbindingsfunctionaris bij Europol gedetacheerd. De inzet van een verbindingsfunctionaris van Europol in Servië is nog hangende, hoewel in november 2019 een overeenkomst over deze inzet is geratificeerd.


Wat de confiscatie van criminele vermogensbestanddelen betreft, heeft Servië de afdeling financieel onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken aangewezen om de taak van bureau voor de ontneming van vermogensbestanddelen op zich te nemen, maar deze afdeling is nog niet volledig operationeel. Servië legt de wet inzake de organisatie en jurisdictie van overheidsinstanties bij de bestrijding van georganiseerde misdaad, terrorisme en corruptie ten uitvoer; de rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten moeten echter nog steeds een overtuigende staat van dienst opbouwen op het gebied van onderzoek, vervolging en veroordelingen in zaken in verband met zware en georganiseerde misdaad. De oprichting van de speciale corruptiebestrijdingsdiensten bij het openbaar ministerie twee jaar geleden begint resultaten op te leveren en het aantal veroordelingen in eerste aanleg, na vervolging door deze diensten, neemt toe.

Servië heeft de organisatiestructuur van de politie gewijzigd om te voldoen aan de behoeften van een inlichtingengestuurd politiemodel. In juni 2019 heeft Servië een strategie inzake handvuurwapens en lichte wapens voor de periode 2019-2024 met bijbehorend actieplan aangenomen, die momenteel ten uitvoer worden gelegd. Er is een team opgericht voor het toezicht op en de uitwisseling van alle operationele gegevens over wapens. Servië en Eurojust ondertekenden op 12 november een samenwerkingsovereenkomst, die in december 2019 van kracht werd. De Servische autoriteiten hebben op 19 november 2019 een bilaterale overeenkomst met de Commissie ondertekend betreffende de uitvoering van het gezamenlijke actieplan ter bestrijding van terrorisme van de EU en de Westelijke Balkan.

Op basis van bovenstaande analyse heeft Servië maatregelen genomen die in het tweede verslag zijn aangegeven en zijn de benchmarks voor visumliberalisering nog steeds vervuld. Er is goede vooruitgang geboekt bij de tenuitvoerlegging van acties om de uitdagingen op het gebied van irreguliere migratie aan te pakken. Ondanks de daling van het terugkeerpercentage is de goede samenwerking op het gebied van overname voortgezet en moet deze worden gehandhaafd, evenals de samenwerking met de EU en de lidstaten op het gebied van migratie en veiligheid. Desondanks zijn er bijkomende inspanningen nodig om de verbetering en de duurzaamheid van resultaten te waarborgen, met name wat betreft de afstemming met het visumbeleid van de EU.


Op de volgende gebieden is verdere actie vereist:


·afstemming op het EU-visumbeleid, wat een onderliggende voorwaarde is voor de duurzame inachtneming van de migratiebeheerbenchmark.

·voortzetten van de organisatie van informatiecampagnes over de rechten en plichten bij visumvrij reizen.

·verdere versterking van het grenscontroleproces, met name de grensbewaking, waaronder identificatie- en registratiemaatregelen, met volledige eerbiediging van de grondrechten.

·waarborgen dat de Europol-verbindingsofficier tijdig wordt geaccrediteerd en ingezet.

·opbouwen van een overtuigende staat van dienst op het gebied van onderzoek, vervolging en veroordelingen in zaken in verband met georganiseerde misdaad, waaronder drugs en witwassen, op basis van proactieve onderzoeken (met inbegrip van het systematisch volgen van geldstromen en de confiscatie ervan alsmede het doeltreffend gebruik van bijzondere opsporingsmaatregelen om relevant bewijsmateriaal te verzamelen).

II.2 Oostelijk Partnerschap


12.

Georgië


Irreguliere migratie, asielverzoeken, overname


Tussen 2018 en 2019 nam het aantal Georgische onderdanen wie toegang tot het Schengen-gebied werd geweigerd, toe (met 17 %, van 3 805 naar 4 435), net als het aantal Georgische onderdanen die illegaal op het grondgebied bleken te verblijven (met 26 %, van 9 400 naar 11 845). Het aantal door Georgische onderdanen in het Schengen+-gebied ingediende asielverzoeken nam met 9 % toe, van 19 730 in 2018 tot 21 570 in 2019. In de groep visumvrije landen in het Oostelijk Partnerschap was Georgië voor het derde achtereenvolgende jaar het land waar het grootste aantal verzoekers vandaan kwam. Het percentage ingewilligde asielverzoeken daalde naar 4,1 % in 2019 (tegen 4,7 % in 2018). In het eerste kwartaal van 2020 werden 3 795 asielverzoeken gemeld – 42 % minder dan in dezelfde periode in 2019.


Wat de samenwerking op het gebied van overname betreft, blijkt dat het terugkeerpercentage is gedaald. Het terugkeerpercentage daalde in 2019 naar 52 % (tegenover 65 % in 2018); 8 520 Georgische onderdanen zijn daadwerkelijk teruggekeerd. Volgens de EU-lidstaten verloopt de samenwerking op het gebied van overname van eigen onderdanen en onderdanen van derde landen echter goed. De dalende terugkeerpercentages kunnen dan ook niet worden toegeschreven aan ondermaatse prestaties of veranderingen in de samenwerking.

Met steun van de EU heeft Georgië een elektronisch beheersysteem voor overnamedossiers ontwikkeld dat momenteel door 17 lidstaten wordt toegepast; zij hebben meermaals hun tevredenheid hierover tot uiting hebben gebracht en zijn bijzonder te spreken over de tijdige behandeling van aanvragen door Georgië. Voor 98 % van de overnameverzoeken was het antwoord positief. Het systeem dient vaak als voorbeeld voor goede praktijken en technologie voor andere derde landen.


Het probleem van de ongegronde asielverzoeken die door Georgische onderdanen in de EU-lidstaten en de geassocieerde Schengenlanden worden ingediend, blijft permanente en aanzienlijke inspanningen van de Georgische autoriteiten vergen. Asielverzoeken worden vaak misbruikt om toegang te krijgen tot medische zorg in de EU. De Georgische autoriteiten zetten hun inspanningen om dit probleem aan te pakken voort en werken samen met de Commissie, de EU-agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken en de EU-lidstaten aan een reeks operationele maatregelen om problemen op het gebied van irreguliere migratie en criminaliteit te beperken. Om misbruik van de visumvrije regeling tegen te gaan heeft Georgië wijzigingen doorgevoerd in zijn wetboek van strafrecht; het is nu strafbaar om Georgische onderdanen te helpen illegaal in het buitenland te verblijven en om hulp te bieden bij het verstrekken van onjuiste informatie met het oog op het verkrijgen van internationale bescherming (bv. asiel). Georgië heeft zich ertoe verbonden de procedure voor het veranderen van de achternaam aan te scherpen (bovenop de beperkingen die in 2018 zijn ingevoerd) en heeft in november 2019 de wet inzake de procedure voor tenuitvoerlegging van niet-vrijheidsbenemende en voorwaardelijke straffen gewijzigd: er gelden nu strengere voorschriften en duidelijkere criteria om te bepalen of een veroordeelde persoon het land mag verlaten.


Op het gebied van het grensbeheer hebben de Georgische autoriteiten hun samenwerking met Frontex geïntensiveerd. Om de stroom irreguliere Georgische migranten die op EU-luchthavens aankomen, te beperken, heeft Frontex samen met de Georgische autoriteiten en de EU-lidstaten in het voorjaar van 2019 een gezamenlijke activiteit gelanceerd. In dit verband zijn deskundigen van Frontex ingezet om de Georgische patrouillepolitie op de internationale luchthaven Kutaisi te assisteren en functionarissen van de Georgische patrouillepolitie te adviseren over de vraag of vertrekkende Georgische passagiers toegang hebben tot het Schengen+-gebied. Parallel daaraan en als aanvulling daarop zijn in 2019 en in het begin van 2020 maandelijks vier functionarissen van de Georgische patrouillepolitie naar geselecteerde luchthavens van EU-lidstaten gedetacheerd om de grensautoriteiten ter plaatse bij te staan als waarnemers bij tweedelijnsactiviteiten. De operatie is momenteel opgeschort als gevolg van de COVID-19-pandemie.


In juni 2020 heeft de Commissie een nieuwe werkregeling tussen Frontex en Georgië goedgekeurd die erop gericht is om, met het oog op het tegengaan van irreguliere migratie en grensoverschrijdende criminaliteit, beste praktijken op het gebied van grensbeheer, met inbegrip van terugkeer, uit te wisselen, onder meer door middel van een gezamenlijke risicoanalyse.


In 2019 en 2020 werden via het instrument voor informatie-uitwisseling en technische bijstand (TAIEX) van de Europese Commissie EU-deskundigen ingezet om de Georgische autoriteiten te adviseren over verbeteringen aan het wetgevingskader met het oog op het uitvoeren van controles vóór vertrek aan de grenzen.


De Georgische regering heeft drie ronden van voorlichtingscampagnes gehouden om de bevolking bewuster te maken van de regels inzake visumvrij reizen naar de EU. De derde ronde was specifiek gericht op potentiële asielzoekers; zij werden gewezen op de verantwoordelijkheid van iedere Georgische onderdaan om aan de regels van de visumvrije regeling te voldoen.


Als gevolg van de COVID-19-crisis heeft Georgië zijn grenzen op 18 maart gesloten en op 21 maart de noodtoestand uitgeroepen. Op 22 mei werd de noodtoestand opgeheven. Met ingang van 21 maart werden alle commerciële vluchten geannuleerd tot 30 juni. Tijdens die periode heeft het Georgische ministerie van Buitenlandse Zaken meer dan 13 000 burgers uit het buitenland (voornamelijk uit de EU) met charters gerepatrieerd.


13.

Openbare orde en veiligheid



Uit de statistieken komt naar voren dat misdaadorganisaties uit Georgië nog steeds zeer actief zijn in het Schengen+-gebied en een grote rol spelen in georganiseerde vermogensdelicten. In verschillende EU-lidstaten zijn Georgische misdaadorganisaties overgestapt van woninginbraak naar georganiseerde winkeldiefstal. Sommige hebben hun activiteiten verlegd naar andere landen. Dit is waarschijnlijk tot op zekere hoogte het gevolg van de toegenomen inspanningen die een groot aantal EU-lidstaten de afgelopen jaren heeft geleverd om de georganiseerde misdaad aan te pakken. Sinds de inwerkingtreding van de visumvrije regeling hebben verscheidene EU-lidstaten bovendien gemeld dat het aandeel Georgische asielzoekers in de groep aangehouden criminelen toeneemt.


Georgische cybercriminelen waren betrokken bij het internationale criminele netwerk GozNym, dat in mei 2019 werd ontmanteld in het kader van een internationale, door Europol ondersteunde rechtshandhavingsoperatie 14 .


Georgië werkt op het gebied van internationale rechtshandhaving nu nauwer samen met Europol en heeft het netwerk van Georgische politieattachés in de EU versterkt. In het kader van het onlangs aangenomen actieplan (2019-2020) van de nationale strategie voor de bestrijding van georganiseerde misdaad (2017-2020) heeft Georgië zijn strijd tegen de georganiseerde misdaad opgevoerd en blijft het zijn moderne mechanismen voor criminaliteitsanalyse verbeteren door de geleidelijke invoering van inlichtingengestuurd politiewerk.


Georgië blijft hervormingen doorvoeren in zijn corruptiebestrijding via zijn strategie voor corruptiebestrijding en actieplan voor 2019-2020, waarin prioriteiten voor corruptiebestrijding in verschillende sectoren zijn opgenomen (justitie, privésector, corruptie in de politiek, aanbestedingen enz.) en rekening is gehouden met de aanbevelingen van internationale actoren. De bezorgdheid over corruptie op hoog niveau is echter niet volledig weggenomen.


De bovenstaande analyse wijst erop dat Georgië actie heeft ondernomen overeenkomstig de in het tweede verslag behandelde maatregelen, en dat de benchmarks voor visumliberalisering nog steeds vervuld zijn. Ondanks de daling van het terugkeerpercentage is de goede samenwerking op het gebied van overname voortgezet en moet deze worden gehandhaafd. Hoewel er concrete maatregelen zijn getroffen om de uitdagingen op het gebied van irreguliere migratie en criminaliteit aan te pakken, is er onmiddellijke verdere actie nodig om deze uitdagingen aan te pakken, met name het toenemende aantal ongegronde asielverzoeken.


Op de volgende gebieden is verdere actie vereist:


·versterking van de operationele samenwerking om te komen tot een snelle en blijvende afname van het aantal ongegronde asielverzoeken die worden ingediend door Georgische onderdanen in het Schengen+-gebied, en met name met name het toepassen van een meer systematische aanpak van kwesties in verband met gezondheidszorg, die een van de pullfactoren is voor asielverzoeken in de EU.

·versterking van de controles vóór vertrek, met name bij goedkope vluchten vanaf internationale luchthavens, met volledige eerbiediging van de grondrechten en de vereisten op het gebied van gegevensbescherming.

·voortzetten van de organisatie van informatiecampagnes over de rechten en plichten bij visumvrij reizen.

·versterking van de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van rechtshandhaving in de strijd tegen Georgische misdaadorganisaties, en als onderdeel van dit proces, prioriteit geven aan de voltooiing van de hervorming van het inlichtingengestuurde politiewerk.

14.

De Republiek Moldavië



Irreguliere migratie, asielverzoeken, overname


Tussen 2018 en 2019 daalde het aantal Moldavische onderdanen wie toegang tot het Schengen+-gebied werd geweigerd, met 3 % (van 8 170 tot 7 940), terwijl het aantal Moldavische onderdanen die illegaal op het grondgebied bleken te verblijven, met 47 % toenam (van 11 280 tot 16 540). Het aantal door Moldavische onderdanen in het Schengen+-gebied ingediende asielverzoeken nam met 48 % toe, van 3 830 in 2018 tot 5 685 in 2019. Het percentage ingewilligde asielverzoeken daalde naar 0,8 % in 2019 (tegen 1,4 % in 2018). In het eerste kwartaal van 2020 werden 1 345 asielverzoeken gemeld – 7 % minder dan in dezelfde periode in 2019.


Wat de samenwerking op het gebied van overname betreft, blijkt dat het terugkeerpercentage is gedaald. Het terugkeerpercentage daalde in 2019 naar 63 % (tegenover 86 % in 2018); 4 720 Moldavische onderdanen zijn daadwerkelijk teruggekeerd. Volgens de EU-lidstaten verloopt de samenwerking op het gebied van overname van eigen onderdanen en onderdanen van derde landen echter goed. De dalende terugkeerpercentages kunnen dan ook niet worden toegeschreven aan ondermaatse prestaties of veranderingen in de samenwerking. Moldavië heeft voorlichtingscampagnes over visumvrij reizen opgezet, alsmede een aantal acties die met name gericht zijn op de integratie van kwetsbare gemeenschappen.


Als gevolg van de COVID-19-crisis heeft Moldavië de noodtoestand uitgeroepen en zijn grenzen gesloten op 17 maart. De reisbeperkingen werden verlengd tot en met 15 juli 2020. Aan het begin van de pandemie werden 200 000 à 250 000 Moldavische burgers gerepatrieerd uit de EU. Deze repatriëringen kunnen leiden tot hogere kosten voor het sociale stelsel en een daling van de ontvangsten uit geldovermakingen. Uit de statistieken van de Nationale Bank van Moldavië blijkt dat de overmakingen in maart 2020 met 12 % zijn gedaald ten opzichte van 2019.


15.

Openbare orde en veiligheid



De Moldavische georganiseerde misdaad bleef in de verslagperiode een ernstige criminaliteitsdreiging vormen. Zij waren in 2019 vaker betrokken bij accijnsfraude (voornamelijk tabak) en bleven betrokken bij corruptie in de sport. Moldavië is een belangrijk land van herkomst voor in de EU binnengesmokkelde nagemaakte alcoholische dranken en van gesmokkelde en nagemaakte sigaretten, evenals van op het gebied van tabak geschoold personeel dat werkzaam is in illegale sigarettenfabrieken in de EU. Moldavië is een doorvoerland voor de smokkel van illegale drugs, met name heroïne, naar de EU. Moldavische misdaadorganisaties zijn volgens de statistieken sterk betrokken bij de distributie van malware en ransomware met een financieel motief, en cybercriminelen speelden een sleutelrol in het internationale criminele malwarenetwerk GozNym dat in mei 2019 is opgerold 15 .


Moldavië heeft inspanningen geleverd op het gebied van corruptiebestrijding , onder meer via een verhoging van de jaarlijkse begrotingsmiddelen van corruptiebestrijdingsinstanties, zoals de nationale instantie voor integriteitsbewaking, het bureau voor de ontneming van criminele vermogensbestanddelen en de afdeling financieel onderzoek. In de periode juni-augustus 2019 keurde de regering onder leiding van voormalig premier Maia Sandu het activiteitenprogramma “Partnerschap voor de depolitisering van de staat” en het actieplan 2019-2020 goed. Dit bood een kader voor het onderzoek naar corruptie en spitste de activiteiten van het bureau voor corruptiebestrijding toe op zaken op hoog niveau. De wet op het openbaar ministerie werd gewijzigd om een nieuwe selectieprocedure voor de functie van procureur-generaal op te zetten. Vragen over de wervingsprocedure voor de procureur-generaal resulteerden op 12 november 2019 in een motie van wantrouwen tegen de regering van Moldavië. De nieuwe regering, die op 14 november 2019 werd beëdigd, presenteerde een programma dat tot het najaar van 2020 zal lopen en keurde op 11 december 2019 een actieplan voor 2020-2023 goed dat onder meer gericht is op corruptiebestrijding, justitiële hervorming en onderzoek naar bankfraude. Op 28 mei 2020 heeft Moldavië zich officieel aangesloten bij het actieplan voor corruptiebestrijding van het corruptiebestrijdingsnetwerk van de OESO. Moldavië heeft op 21 mei 2020 ook de wet inzake sancties voor witwassen vastgesteld.


In het kader van het initiatief voor justitiële hervormingen heeft de regering in december 2019 wijzigingen voorgesteld van de wet inzake de Hoge Raad voor de Magistratuur 16 , die is aangenomen en bekendgemaakt. De Commissie van Venetië had een dringend advies over het wetsontwerp in behandeling en heeft haar teleurstelling geuit over de naar haar mening overhaaste goedkeuring van de wijzigingen 17 . In het kader van deze wijzigingen werden in maart 2020 vier lekenmagistraten benoemd in de Hoge Raad voor de Magistratuur. Ontwerpwijzigingen van de grondwet voor de hervorming van het gerechtelijk apparaat, met name de Hoge Raad voor de Magistratuur, werden ingediend bij de Commissie van Venetië. Hoewel verschillende voorstellen als positief werden beschouwd, had de Commissie van Venetië kritiek op de benoemingen van maart 2020 en riep zij de regering op deze kwestie aan te pakken in het kader van de grondwetshervorming 18 . De ontwerpstrategie voor justitiële hervorming en het actieplan voor 2020-2023 zijn ter raadpleging voorgelegd aan de Raad van Europa.


Op 19 juli 2019 schortte Moldavië de regeling inzake “burgerschap voor investeringen” voor vier maanden op; in december 2019 werd deze periode met twee maanden verlengd. In de periode sinds de start van het programma tot aan de instelling van het moratorium hebben acht personen het staatsburgerschap van Moldavië verworven en waren er daarnaast nog 34 aanvragen in behandeling (ingediend voordat het eerste moratorium inging). Op 26 februari 2020 heeft de regering een nieuwe wet aangenomen waarbij een nieuw moratorium werd ingesteld tot 1 september 2020. De wet werd op 28 februari 2020 in twee lezingen goedgekeurd en het nieuwe moratorium is op 20 maart 2020 ingegaan. Op 18 juni 2020 heeft het Parlement een wet vastgesteld tot afschaffing van het programma “burgerschap voor investeringen” per 1 september 2020 (einde van het bestaande moratorium). Totdat het programma wordt ingetrokken, zullen alleen de bestaande aanvragen verder worden verwerkt. De Commissie ziet er zorgvuldig op toe dat er degelijke veiligheids- en achtergrondcontroles zijn voor de aanvragen die vóór het ingaan van het moratorium zijn ingediend en zullen worden verwerkt in afwachting van de intrekking van het programma op 1 september 2020.


Wat de COVID-19-crisis betreft, heeft het parlement op 17 maart 2020 een noodtoestand van 60 dagen uitgeroepen en de wet inzake de noodtoestand gewijzigd om het parlement in staat te stellen organieke wetten aan te nemen en om enige flexibiliteit te bieden aan de overheidsinstanties die de noodsituatie beheren, d.w.z. de Commissie voor noodsituaties – gecoördineerd door de premier, het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Inspectiedienst voor noodsituaties. De noodtoestand werd op dezelfde dag uitgeroepen in de regio Trans-Dnjestrië (aanvankelijk voor slechts 30 dagen, maar vervolgens verlengd tot 15 mei). Op 1 april heeft de regering de verantwoordelijkheid op zich genomen voor een sociaaleconomisch pakket om de gevolgen van de COVID-19-crisis aan te pakken. Het pakket werd op 9 april door het Grondwettelijk Hof opgeschort en op 13 april ongrondwettig verklaard. De Commissie voor noodsituaties heeft op 10 april de meeste in het pakket opgenomen maatregelen goedgekeurd. Op 23 april keurde het Parlement de bijbehorende begrotingsrectificatie goed en op 25 april werden de betrokken wetten door de premier bekendgemaakt en traden ze in werking.

Op basis van bovenstaande analyse heeft Moldavië maatregelen genomen die in het tweede verslag zijn aangegeven en zijn de benchmarks voor visumliberalisering nog steeds vervuld. Hoewel de vorige Moldavische regering onder leiding van toenmalig premier Maia Sandu belangrijke maatregelen heeft genomen wat betreft de benchmark voor corruptiebestrijding, moeten deze maatregelen volledig ten uitvoer worden gelegd en worden voortgezet door de nieuwe regering. Ondanks de daling van het terugkeerpercentage is de goede samenwerking op het gebied van overname voortgezet en moet deze worden gehandhaafd. Met betrekking tot irreguliere migratie moet Moldavië meer inzet tonen en actie ondernemen om de toename van ongegronde asielverzoeken aan te pakken.


Op de volgende gebieden is verdere actie vereist:


·versterking van de operationele samenwerking om te komen tot een snelle afname van het aantal ongegronde asielverzoeken die in het Schengen+-gebied worden ingediend door Moldavische onderdanen.

·voortzetten van de organisatie van informatiecampagnes over de rechten en plichten bij visumvrij reizen.

·voortzetten van doeltreffend overleg met het oog op de vaststelling van een strategisch concept en actieplan voor justitiële hervorming op basis van een uitgebreide diagnose, en hierbij zorgen voor een brede consensus onder belanghebbenden en strikte naleving van de grondwet en de Europese normen.

·ervoor zorgen dat vooruitgang wordt geboekt bij de aanneming van grondwetswijzigingen met betrekking tot het gerechtelijk apparaat, in overeenstemming met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië.

·aanzienlijke vermindering van het aantal achterstallige elektronische verklaringen door de nationale instantie voor de integriteitsbewaking en waarborging van de doeltreffende uitvoering van de strategie voor de ontneming van vermogensbestanddelen en het systeem voor vermogensverklaring met betrekking tot alle actoren op hoog niveau.

·opvoering van de inspanningen voor het onpartijdig en uitgebreid onderzoeken en vervolgen van de bankfraude van 2014, om alle verantwoordelijken onverwijld voor de rechter te brengen en de verduisterde bedragen terug te vorderen.


16.

Oekraïne



Irreguliere migratie, asielverzoeken, overname


Tussen 2018 en 2019 steeg het aantal Oekraïense onderdanen wie toegang tot het Schengen+-gebied werd geweigerd, met 25 % (van 53 185 tot 66 390) en nam het aantal Oekraïense onderdanen die illegaal op het grondgebied bleken te verblijven, met 11 % toe (van 37 410 tot 41 705).

Het aantal asielverzoeken dat in het Schengen+-gebied door Oekraïense onderdanen werd ingediend, nam met 5 % af, van 10 035 in 2018 tot 9 505 in 2019. Het percentage ingewilligde asielverzoeken daalde in 2019 naar 10,2 % (tegenover 17,3 % in 2018). In het eerste kwartaal van 2020 werden 1 570 asielverzoeken gemeld – 41 % minder dan in dezelfde periode in 2019.


Wat de samenwerking op het gebied van overname betreft, blijkt dat het terugkeerpercentage is gedaald. Het terugkeerpercentage daalde in 2019 naar 73 % (tegenover 85 % in 2018); 27 200 Oekraïense onderdanen zijn daadwerkelijk teruggekeerd. Volgens de EU-lidstaten verloopt de samenwerking op het gebied van overname van eigen onderdanen en onderdanen van derde landen echter goed. De dalende terugkeerpercentages kunnen dan ook niet worden toegeschreven aan ondermaatse prestaties of veranderingen in de samenwerking. In het kader van een door de EU gefinancierd project wordt gewerkt aan een elektronisch beheersysteem voor overnamedossiers dat de operationele samenwerking efficiënter moet maken.


Oekraïne bleef voorlichtingscampagnes organiseren om Oekraïense onderdanen te informeren over hun rechten en plichten wanneer zij vrijgesteld van de visumplicht naar de EU reizen.


Oekraïne voert zijn inspanningen op het gebied van grensbeheer op. In januari 2019 zette het kabinet van ministers een werkgroep van verschillende instanties op met als belangrijkste doel het operationele beleid op het gebied van grensbeheer te coördineren. Met ondersteuning van deskundigen uit de EU werd een nieuwe alomvattende strategie voor geïntegreerd grensbeheer 2020-2025 ontwikkeld, die in juli 2019 werd aangenomen. In november 2019 werd een bijbehorend actieplan aangenomen. Er vindt nog overleg plaats over de noodzaak de smokkel van alle goederen (en niet slechts accijnsgoederen) strafbaar te stellen als onmisbaar onderdeel van grensbeheer; tot dusver zijn van Oekraïense zijde nog geen duidelijke toezeggingen gedaan.


Als gevolg van de COVID-19-crisis heeft Oekraïne een reeks maatregelen genomen, waaronder een op 17 maart 2020 in werking getreden algemeen verbod op de binnenkomst van buitenlandse burgers (met uitzonderingen) en de opschorting van alle regulier, commercieel, internationaal vlieg-, trein- en busverkeer naar en uit Oekraïne. De noodmaatregelen werden met ingang van 25 maart 2020 in het hele land ingevoerd en omvatten onder meer versterkte maatregelen op het gebied van de openbare orde, verplicht medisch onderzoek van personen met symptomen van COVID-19 en gedwongen ziekenhuisopname of quarantaine van deze personen, alsmede betere communicatie met de burgers en sanitaire maatregelen, waaronder ontsmetting van openbare voorzieningen. Deze maatregelen zijn verlengd tot en met 31 juli 2020 en kunnen, afhankelijk van het verloop van de epidemiologische situatie, op regionaal niveau worden versoepeld.


Tijdens deze periode heeft Oekraïne duizenden burgers gerepatrieerd met honderden charters. De regering heeft per 15 juni 2020 de hervatting gelast van de diensten in verband met grensoverschrijdingen op de internationale luchthavens van Oekraïne. De commerciële vluchten zijn sindsdien geleidelijk hervat, onder meer op basis van de epidemiologische situatie, bilaterale overeenkomsten en maatregelen die in derde landen, waaronder de lidstaten van de EU, van kracht zijn.


17.

Openbare orde en veiligheid



Oekraïense misdaadorganisaties zijn steeds meer betrokken bij drugshandel, georganiseerde vermogenscriminaliteit, met name op het gebied van motorvoertuigen, investeringsfraude en corruptie in de sport. Zij werken vaak samen met misdaadorganisaties uit andere landen. Oekraïense cybercriminelen blijven betrokken bij verschillende soorten cybercriminaliteit, waaronder aanvallen op EU-burgers en -doelwitten. Als gevolg van het conflict in Oekraïne en het ontbreken van controles bij delen van de oostgrens van Oekraïne blijft bovendien het risico bestaan dat vuurwapens en andere goederen uit de regio naar de EU worden gesmokkeld en in criminele handen terechtkomen. Bovendien vormden Oekraïners de afgelopen jaren een van de grootste groepen slachtoffers van mensenhandel van buiten de EU.


Oekraïne heeft zijn internationale samenwerking, waaronder die met Europol, geïntensiveerd. Oekraïense rechtshandhavingsinstanties nemen deel aan gezamenlijke operaties in het kader van de EU-beleidscyclus/Empact. Oekraïne breidt de samenwerking op het gebied van internationale rechtshandhaving uit om de georganiseerde misdaad te bestrijden. De EU geeft actieve steun aan Oekraïense rechtshandhavingsinstanties ter versterking van hun capaciteit via het vlaggenschipsteunproject “PRAVO Police 19 ” en de EU-adviesmissie. Oekraïne beschikt nog niet over een overkoepelende strategie voor de reorganisatie van de sector rechtshandhaving, maar werkt wel aan de hervorming van de nationale politie. Onlangs is op basis van de methodologie van Europol een Security for Combating Organised Crime (Socta) onder leiding van Oekraïne opgesteld, een belangrijke stap in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en ter verbetering van de onderlinge samenwerking tussen rechtshandhavingsinstanties, maar deze is nog niet goedgekeurd.


In de strijd tegen corruptie heeft Oekraïne verdere vooruitgang geboekt bij het opzetten van een effectief institutioneel kader, dat onder meer bestaat uit een nieuwe gespecialiseerde rechtbank voor corruptiebestrijding (HACC), die sinds 5 september 2019 operationeel is. De HACC beschikt nog niet over een definitieve locatie, hetgeen essentieel is om de onafhankelijkheid te waarborgen en te kunnen blijven functioneren. Belangrijke stappen waren het afschaffen van de verplichting tot het indienen van elektronische verklaringen door anti-corruptieactivisten en buitenlandse leden van raden van toezicht van staatsbedrijven, het opnieuw strafbaar stellen van illegale verrijking en het invoeren van bepalingen inzake confiscatie zonder veroordeling. Er is vooruitgang geboekt bij de doeltreffende en automatische verificatie van elektronische vermogensverklaringen, met name door ervoor te zorgen dat het nationale agentschap voor de preventie van corruptie (NACP) volledige en automatische toegang heeft tot alle relevante registers en databanken.


In oktober 2019 is een wet aangenomen die voorziet in een geheel nieuwe start voor het NACP, dat nu onder leiding komt te staan van een enkele directeur in plaats van een college. In een transparant selectieproces, waarbij internationale deskundigen betrokken waren, werd een nieuw hoofd van het NACP geselecteerd, die in januari 2020 werd aangesteld.


Na jarenlange aanhoudende internationale druk kreeg het nationale bureau voor corruptiebestrijding (NABU) in oktober 2019 uiteindelijk een eigen afluisterbevoegdheid.


De zorgen ten aanzien van de onafhankelijkheid van het gespecialiseerde openbaar ministerie voor corruptiebestrijding (SAPO) die in 2018 ontstonden door beschuldigingen van ernstig wangedrag aan het adres van het hoofd van SAPO, zijn niet weggenomen. Ondanks de spanningen die deze beschuldigingen hebben veroorzaakt, zijn het NABU en het SAPO in 2019 actief blijven samenwerken – in het tweede halfjaar van 2019 met een groter aantal als corrupt ontmaskerde personen dan tijdens het hele jaar 2018. Begin februari 2020 zag het ernaar uit dat het hoofd van het NABU uit zijn functie zou worden ontheven, toen een petitie in het parlement waarin om zijn aftreden werd gevraagd meer dan 200 handtekeningen binnenhaalde, al was er geen enkele wettelijke grond voor zijn aftreden. Na de omstreden en sterk gepolitiseerde aanstelling van auditors voor de externe audit van het NABU in 2018 annuleerde het nieuwe bewind de eerdere benoemingen zonder nieuwe auditors aan te stellen. Een negatief auditresultaat is een reden voor het ontslag van het hoofd van het NABU.


In juni 2020 heeft het openbaar ministerie de procedure voor de selectie van een nieuw hoofd van het SAPO ingeleid door vier leden van de selectiecommissie te benoemen. Het parlement moet nog zeven leden benoemen. Het nieuwe hoofd van het SAPO zal naar verwachting in het najaar van 2020 aan het werk gaan.


In december 2019 werd een wet aangenomen tot oprichting van het nationale recherchebureau (SBI), dat verantwoordelijk is voor onderzoek naar wangedrag van overheidsfunctionarissen (met inbegrip van corruptiedelicten die buiten het mandaat van het NABU vallen) en werd een waarnemend directeur benoemd. De selectie van een permanent hoofd van het SBI is nog niet rond vanwege politieke onenigheid over de samenstelling van het selectiecomité.


Op basis van bovenstaande analyse heeft Oekraïne maatregelen genomen die in het tweede verslag zijn aangegeven en zijn de benchmarks voor visumliberalisering nog steeds vervuld. Ondanks de daling van het terugkeerpercentage is de goede samenwerking op het gebied van overname voortgezet en moet deze worden gehandhaafd, evenals de samenwerking met de EU en de lidstaten op het gebied van maatregelen om uitdagingen op het gebied van migratie aan te pakken en veiligheidsrisico’s te verminderen. Oekraïne heeft verdere inspanningen geleverd op het gebied van de rechtsstaat. Er zijn echter extra inspanningen nodig om de duurzaamheid van de resultaten te waarborgen, met name wat betreft de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad, alsmede de verdere verbetering van het systeem voor geïntegreerd grensbeheer (met inbegrip van de strafbaarstelling van de smokkel van alle goederen). Er moet ook onmiddellijk actie worden ondernomen om uitdagingen op het gebied van irreguliere migratie aan te pakken.


Op de volgende gebieden is verdere actie vereist:


·versterking van de operationele samenwerking met lidstaten met het oog op een afname van irreguliere migratie van Oekraïense onderdanen naar het Schengen+-gebied.

·voortzetten van de organisatie van informatiecampagnes over de rechten en plichten bij visumvrij reizen.

·waarborgen van de onafhankelijkheid, doeltreffendheid en duurzaamheid van het institutionele kader voor corruptiebestrijding, en vermijden van de politisering van de werkzaamheden van alle rechtshandhavingsinstanties. Met name door de aanhoudende bezorgdheid over de onafhankelijkheid en integriteit van het SAPO weg te nemen, onder meer door te voorzien in een geloofwaardige selectieprocedure voor het volgende hoofd van het SAPO. ervoor zorgen dat zowel de benoeming als het ontslag van de leidinggevenden van alle rechtshandhavingsinstanties in strikte overeenstemming met de wet plaatsvindt. ervoor zorgen dat het nieuw opgestarte nationale agentschap voor de preventie van corruptie zijn mandaat op geloofwaardige wijze vervult, onder meer door een volledig functionerend en effectief systeem te blijven hanteren voor de verificatie van vermogensverklaringen.

·versterken van de capaciteiten van de nationale politie en verbeteren van de samenwerking en afbakening tussen rechtshandhavingsinstanties om georganiseerde misdaad beter aan te pakken.

III. Conclusies


De Commissie is van mening dat op basis van de in dit verslag gepresenteerde analyse en het bijbehorende werkdocument van de diensten nog steeds wordt voldaan aan de eisen voor visumliberalisering voor de beoordeelde landen. In dit verslag worden verdere acties – in een aantal gevallen onmiddellijke acties – aangegeven die door specifieke landen op specifieke gebieden moeten worden ondernomen om een voortdurende naleving van de benchmarks te waarborgen.

In het kader van een bredere reactie op de COVID-19-crisis geeft de Commissie de bijstand uit het instrument voor pretoetredingssteun en het Europees nabuurschapsinstrument voor de partners van respectievelijk de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap een andere oriëntatie, voor onmiddellijke behoeften en voor het aanpakken van de sociaaleconomische gevolgen. Sinds het begin van de pandemie hebben de partners van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap uiteenlopende maatregelen genomen en hun onderdanen gerepatrieerd, onder meer uit het Schengen+-gebied.

Het aantal ongegronde asielverzoeken, in het geval van Albanië en Georgië, blijft een bron van bezorgdheid. Sommige lidstaten melden dat er (met name door Georgiërs) asiel wordt aangevraagd om toegang te krijgen tot medische zorg in de EU. Er is een toegenomen irreguliere migratie uit Georgië, Oekraïne, Servië en Bosnië en Herzegovina waargenomen. De irreguliere migratie van Albanese onderdanen blijft hoog. De landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap hebben maatregelen genomen om deze problemen aan te pakken, maar er zijn meer inspanningen nodig om de verbetering en duurzaamheid van de resultaten te waarborgen.

De ontoereikende opvangcapaciteit in een aantal landen van de Westelijke Balkan (met name Bosnië en Herzegovina) geeft aanleiding tot zorg; de vraag is of de capaciteit voldoende is om de uitdagingen van irreguliere migratie aan te kunnen. Ondanks de daling van het terugkeerpercentage blijft de samenwerking op het gebied van overname en terugkeer voor alle landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap soepel verlopen. Dit neemt niet weg dat de gestage terugkeer en overname van eigen onderdanen op peil moeten blijven en dat de overname van onderdanen van derde landen, met name door de landen van de Westelijke Balkan, verder moet worden verbeterd.

De snelle afronding en uitvoering van de overige statusovereenkomsten inzake Frontex is van groot belang, omdat deze zullen bijdragen tot een beter beheer van irreguliere migratie, al blijft de hoofdverantwoordelijkheid voor het beheer van hun grenzen bij de landen van de Westelijke Balkan liggen.

Om te zorgen voor een goed beheerde migratie- en veiligheidsomgeving als de onderliggende voorwaarde voor de voortdurende naleving van de benchmark, dringt de Commissie er bij alle visumvrije landen op aan om te zorgen voor overeenstemming met het EU-visumbeleid.

De landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap zijn maatregelen blijven nemen om georganiseerde misdaad te voorkomen en bestrijden. De inspanningen moeten echter worden voortgezet en verder worden geïntensiveerd. Misdaadorganisaties uit deze landen blijven actief op het gebied van de smokkel van illegale vuurwapens en diverse illegale goederen (met name drugs en tabak), vermogenscriminaliteit, motorvoertuigencriminaliteit, witwaspraktijken, mensenhandel 20 , smokkel van migranten en cybercriminaliteit.

Corruptie op hoog niveau blijft een probleem in alle landen die in dit verslag worden behandeld. Net als in voorgaande jaren wordt in het verslag aangegeven dat Moldavië onmiddellijk en dringend maatregelen moet nemen om te zorgen dat aan de benchmark voor corruptiebestrijding wordt voldaan. De regering van voormalig premier Maia Sandu heeft een aantal belangrijke stappen gezet, maar de nieuwe Moldavische regering moet deze inspanningen ten uitvoer leggen en voortzetten. Het hervormingsproces in Oekraïne – met name op het gebied van corruptiebestrijding – is in volle gang en er wordt meer vooruitgang verwacht.

Het gezamenlijke actieplan EU/Westelijke Balkan ter bestrijding van terrorisme werd op 5 oktober 2018 goedgekeurd. Een jaar later werden na onderhandelingen met alle partners in de Westelijke Balkan bilaterale overeenkomsten gesloten. Deze bilaterale overeenkomsten vormen een belangrijke mijlpaal in de aanpak van prioritaire veiligheidsgebieden, met inbegrip van het voorkomen van alle vormen van radicalisering en gewelddadig extremisme, en uitdagingen die verbonden zijn aan de terugkeer van buitenlandse terroristische strijders en hun families. Deze overeenkomsten moeten nu actief ten uitvoer worden gelegd.

Om aan de benchmarks voor visumliberalisering te voldoen, zijn continue inspanningen nodig. Het nauwlettend toezicht wordt voorgezet, onder meer via bijeenkomsten van hoge ambtenaren, alsook via regelmatige vergaderingen van het subcomité Justitie, vrijheid en veiligheid en dialogen tussen de EU en visumvrije landen – en voor landen van de Westelijke Balken, via de reguliere verslagen over de uitbreiding, met inbegrip van, in voorkomend geval, onderhandelingen over toetreding tot de EU.

(1)

In overeenstemming met artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld, PB L 303, 28.11.2018, blz. 39.

(2)

COM (2018) 496 final.

(3)

De Commissie blijft toezicht houden op de bredere situatie op het gebied van binnenlandse zaken en justitie, die ook relevant is voor de tenuitvoerlegging van verbintenissen en benchmarks inzake visumliberalisering, in het kader van het EU-uitbreidingspakket voor de visumvrije landen van de Westelijke Balkan en in het kader van de uitvoering van de respectieve associatieovereenkomsten voor de landen van het Oostelijk Partnerschap.

(4)

18.

COM(2020) 399 final


(5)

Mededeling van de Commissie over de steun aan de Westelijke Balkan bij de aanpak van COVID-19 en het herstel na de pandemie (COM(2020) 315 final).

(6)

Voor de doeleinden van dit verslag wordt het percentage ingewilligde asielverzoeken berekend als het aandeel van alle positieve beslissingen in eerste aanleg (vluchtelingenstatus, subsidiaire bescherming, humanitaire bescherming krachtens het nationaal recht) in het totale aantal beslissingen in eerste aanleg.

(7)

Het terugkeerpercentage in een bepaald jaar wordt berekend als de verhouding tussen het aantal Albanese burgers dat in een bepaald jaar uit het Schengen+-gebied is teruggekeerd naar Albanië en het aantal Albanese burgers dat in hetzelfde jaar een beslissing houdende terugkeer heeft ontvangen.

(8)

Europees Grens- en kustwachtagentschap, doorgaans “Frontex” genoemd.

(9)

https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/news/docs/20181005_joint-action-plan-counter-terrorism-western-balkans.pdf

(10)

https://rm.coe.int/anti-money-laundering-and-counter-terrorist-financing-measures-albania/16809988c0

(11)

Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 39).

(12)

https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/news/docs/20181005_joint-action-plan-counter-terrorism-western-balkans.pdf

(13)

Het EU-acquis bepaalt dat onderdanen van Armenië, Azerbeidzjan, Bahrein, Belarus, Bolivia, Burundi, China, Cuba, Guinee-Bissau, India, Indonesië, Jamaica, Kazachstan, Kirgizië, Koeweit, Mongolië, Oman, Qatar, Rusland, Suriname, Turkije en Tunesië bij binnenkomst in de EU in het bezit moeten zijn van een visum, terwijl Servië deze onderdanen visumvrije toegang tot zijn grondgebied verleent.

(14)

Het criminele netwerk maakte gebruik van GozNym-malware in een poging om meer dan 41 000 slachtoffers (vooral bedrijven en hun financiële instellingen) naar schatting 100 miljoen dollar afhandig te maken.

(15)

Het criminele netwerk maakte gebruik van GozNym-malware om meer dan 41 000 slachtoffers geld afhandig te maken, met name bedrijven en hun financiële instellingen. Er werd gebruikgemaakt van zogenoemde “crypters” (waaronder één in Balti in Moldavië) om de malware te encrypteren zodat deze niet zou worden opgemerkt door antivirussoftware.

(16)

Wet nr. 193 van 20 december 2019 tot wijziging van de wet inzake de Hoge Raad voor de Magistratuur.

(17)

Advies van de Commissie van Venetië CDL-PI(2020)001.

(18)

Advies van de Commissie van Venetië CDL-AD(2020)001.

(19)

Een programma ter waarde van 36 miljoen EUR om ten bate van de Oekraïense bevolking een efficiënt wetshandhavingssysteem, met eerbiediging van de mensenrechten, tot stand te brengen door de nodige steun te verlenen aan de nationale politie van Oekraïne en andere Oekraïense autoriteiten die belast zijn met de rechtshandhaving (december 2017 – juni 2021).

(20)

Mensenhandel blijft een zeer lucratieve vorm van zware en georganiseerde misdaad, door de hoge winsten en een vraag die allerlei vormen van uitbuiting bevordert. De handel is niet noodzakelijkerwijs grensoverschrijdend: een groot aantal slachtoffers wordt binnen de landsgrenzen verhandeld, ook in de EU. Er zijn pogingen ondernomen om mensenhandel aan te pakken. Het blijft van cruciaal belang ervoor te zorgen dat alle slachtoffers, met inbegrip van degenen die binnen de landsgrenzen worden verhandeld, toegang hebben tot passende bijstand en ondersteuning, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat de meeste slachtoffers wereldwijd nog altijd vrouwen en meisjes zijn, die voornamelijk worden verhandeld met het oog op seksuele uitbuiting. Preventie moet centraal blijven staan bij alle maatregelen ter bestrijding van mensenhandel, waarbij vooral moet worden geprobeerd de cultuur van straffeloosheid voor alle daders te doorbreken, die deze misdaden bevordert.