Toelichting bij COM(2020)331 - Wijzigen machtiging voor Roemenië om af te wijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 1 (hierna “de btw-richtlijn” genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 13 maart 2020, heeft Roemenië verzocht om verlenging van de derogatie waarbij het in afwijking van artikel 168 van de btw-richtlijn het recht op aftrek van voorbelasting ter zake van uitgaven in verband met motorvoertuigen mag beperken. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 2 april 2020 van het verzoek van Roemenië in kennis gesteld. Bij brief van 3 april 2020 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Overeenkomstig artikel 168 van de btw-richtlijn mag een belastingplichtige de btw op de goederen en diensten die hij voor zijn belaste handelingen aanschaft, in mindering brengen. Overeenkomstig artikel 26, lid 1, onder a), van deze richtlijn wordt het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor privédoeleinden gelijkgesteld met een dienst verricht onder bezwarende titel wanneer voor dit goed recht op aftrek van de btw is ontstaan. Op deze manier kan initieel afgetrokken btw worden teruggenomen voor het gedeelte privégebruik.

Bij personenauto's is dit mechanisme moeilijk toe te passen, met name omdat het lastig is het privé- en het zakelijk gebruik op te splitsen. Het bijhouden en controleren van een rittenregistratie vormt zowel voor de bedrijven als voor de belastingdienst een extra last.

Op grond van Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU 2 van de Raad mag Roemenië momenteel het recht op aftrek van de btw op de aankoop, intracommunautaire verwerving, invoer, huur of leasing van gemotoriseerde wegvoertuigen en op daarmee samenhangende uitgaven tot 50 % beperken. Bepaalde categorieën van voertuigen werden uitdrukkelijk van deze beperking uitgesloten, zoals voertuigen die uitsluitend worden gebruikt voor hulpverlening, beveiliging en koeriersdiensten, voertuigen die worden gebruikt door vertegenwoordigers en taxi's, voertuigen die worden gebruikt voor rijonderricht door autorijscholen, voor verhuur of leasing, of als handelsgoederen. Tegelijkertijd werd aan bedrijven een ontheffing verleend van de verplichting om de btw over het privégebruik aan te geven. Bij Uitvoeringsbesluit 2015/156/EU 3 van de Raad werd Roemenië gemachtigd om de bijzondere maatregel te blijven toepassen tot en met 31 december 2017. Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2012 4 van de Raad van 7 november 2017 werd de geldigheid van dit besluit verlengd tot en met 31 december 2020.

Roemenië heeft verzocht om de beperking van de initiële aftrek tot een vast percentage te mogen blijven toepassen en bedrijven in ruil daarvoor ontheffing van aangifte voor het privégebruik te mogen toestaan. Roemenië heeft de Commissie meegedeeld dat de redenen voor de verlenging van de maatregel grotendeels dezelfde zijn als de redenen die in het oorspronkelijke verzoek werden aangevoerd. In overeenstemming met artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU van de Raad heeft Roemenië de Commissie een verslag over de door Roemenië toegepaste aftrekbeperking voorgelegd. Daarin wordt gesteld dat de maatregel zijn taak heeft vervuld en dat het zeer waarschijnlijk is dat de belastingontduiking die op dit gebied vóór de invoering van de maatregel plaatsvond, zich opnieuw zal voordoen als deze niet wordt verlengd. Volgens de verstrekte gegevens telt Roemenië veel kleine ondernemingen: 99,7 % van alle ondernemingen die in 2017 actief waren in de industrie-, bouw- of dienstensector, waren klein of middelgroot; en de actieve bedrijven met maximaal negen werknemers vertegenwoordigden 89,4 % van alle economische en sociale actoren in deze vier sectoren. Volgens Roemenië worden voertuigen van dergelijke ondernemingen in de praktijk vaak voor zowel bedrijfsactiviteiten als persoonlijke doeleinden gebruikt.

Uit de door Roemenië verstrekte informatie blijkt ook dat de beperking van 50 % nog altijd overeenstemt met het globale zakelijke en privégebruik van voertuigen door belastingplichtigen in het land en dat deze beperking dus nog altijd als passend moet worden aangemerkt.

De derogatie moet in de tijd worden beperkt, namelijk tot 31 december 2023, om te kunnen evalueren of de beperking tot 50 % nog altijd een juiste weerspiegeling is van de globale opsplitsing tussen het zakelijke en het privégebruik. Een verzoek om verlenging moet uiterlijk 31 maart 2023 aan de Commissie worden toegezonden en vergezeld gaan van een verslag waarin onder meer het toegepaste percentage is geëvalueerd.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Aan andere lidstaten zijn soortgelijke derogaties met betrekking tot het recht op aftrek verleend.

Krachtens artikel 176 van de btw-richtlijn zal de Raad bepalen voor welke uitgaven geen recht op aftrek van de btw bestaat. In afwachting daarvan mogen de lidstaten de uitsluitingen die op 1 januari 1979 van toepassing waren, handhaven. Er bestaat derhalve een reeks standstillbepalingen die het recht op aftrek van de btw ter zake van personenauto's beperken.

Er zijn in het verleden initiatieven genomen om regels vast te stellen voor de uitgavencategorieën die aan een beperking van het recht op aftrek van de btw kunnen worden onderworpen 5 ; de onderhavige derogatie is evenwel een passende maatregel in afwachting van de harmonisatie van deze regels op EU-niveau.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 395 van de btw-richtlijn.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Gelet op de bepaling in de btw-richtlijn die de grondslag voor het voorstel vormt, valt dit onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel, namelijk bepaalde vormen van belastingontduiking of ‑ontwijking voorkomen. Aangezien bedrijven een te laag privégebruik kunnen opgeven en de belastingautoriteiten de administratie van de gereden kilometers maar moeilijk kunnen controleren, zou de beperking tot 50 % met name de inning van de btw in een specifieke sector vereenvoudigen.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: uitvoeringsbesluit van de Raad.

Overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken indien de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een uitvoeringsbesluit van de Raad is het aangewezen instrument, omdat het tot een individuele lidstaat kan worden gericht.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING


Raadplegingen van belanghebbenden

Dit voorstel is gebaseerd op een verzoek van Roemenië en heeft uitsluitend betrekking op deze lidstaat.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling

Het voorstel strekt ertoe btw-ontduiking tegen te gaan en de belastinginning te vereenvoudigen, en kan aldus een positief effect hebben voor de bedrijven en de belastingdiensten. De maatregel wordt door Roemenië als passend beschouwd en is met andere vroegere en huidige derogaties te vergelijken.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel zal geen negatieve gevolgen voor de EU-begroting hebben.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Het voorstel bevat een vervalbepaling - de derogatie loopt automatisch af op 31 december 2023.

Indien Roemenië een verdere verlenging van de derogatiemaatregel na 2023 alsnog noodzakelijk acht, moet het de Commissie uiterlijk 31 maart 2023 een verslag voorleggen met daarin ook een evaluatie van het toegepaste percentage, samen met het verzoek om verlenging.