Toelichting bij COM(2020)332 - Machtiging van Frankrijk een verlaagd tarief van bepaalde belastingen toe te passen op in Guadeloupe, Frans Guyana, Martinique en Réunion vervaardigde “traditionele” rum

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Voor traditionele rum uit de Franse ultraperifere gebieden geldt sinds 1923 een specifiek accijnsregime op de markt in continentaal Frankrijk. Na de instelling van de interne markt en de harmonisatie van de accijnzen in Europa is dit specifieke accijnsregime met instemming van de Europese Unie voortgezet.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het voorstel betreft een besluit van de Raad ter vervanging van het huidige Besluit nr. 189/2014/EU van de Raad van 20 februari 2014 1 , dat op basis van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is vastgesteld. Krachtens dit artikel worden specifieke maatregelen aangenomen voor de ultraperifere gebieden, aangezien blijvende en cumulatieve factoren de ontwikkeling van deze gebieden ernstig schaden en op hun economische en sociale situatie van invloed zijn. Deze maatregelen zijn toegestaan, zij het zonder afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de rechtsorde van de Unie, met inbegrip van de interne markt en het gemeenschappelijk beleid. Krachtens het huidige besluit mag Frankrijk een verlaagd tarief van bepaalde indirecte belastingen 2 toepassen op in de ultraperifere gebieden Guadeloupe, Frans Guyana, Martinique en Réunion vervaardigde traditionele rum die naar continentaal Frankrijk wordt vervoerd en daar wordt verbruikt. De verlaging van de indirecte belastingen mag niet meer dan 50% lager zijn dan de normale Franse accijns op alcohol en is beperkt tot een jaarlijks contingent van 144 000 hectoliter zuivere alcohol. De afwijking loopt af op 31 december 2020.

Het doel van deze regeling is de hogere productiekosten van traditionele rum in de Franse ultraperifere te compenseren en de toegang tot de markt in continentaal Frankrijk, het voornaamste afzetgebied voor hun rum, te waarborgen. Het concurrentienadeel van de marktdeelnemers vloeit voort uit de grote afstand van de Franse ultraperifere gebieden, het insulaire karakter, de kleine oppervlakte, een moeilijk reliëf en klimaat en de economische afhankelijkheid van enkele producten, met name de waardeketen riet-suiker-rum, welke factoren de ontwikkeling van deze gebieden ernstig schaden.

Op basis van het analytische document bij dit voorstel, waarin de huidige regeling en de mogelijke effecten van de opties voor de periode na 2020 worden onderzocht, stelt de Commissie voor de regeling tot en met 2027 te verlengen met een verhoogd jaarlijks contingent van 153 000 hectoliter zuivere alcohol (hza). Het maximale verlagingspercentage wordt gehandhaafd op 50 %. De verhoging van het jaarlijkse contingent tot 153 000 hza is in overeenstemming met de historische verhogingen van het contingent om productiegroei mogelijk te maken, en is voldoende om de noodzaak van verdere wijzigingen tijdens van de zeven jaar van het nieuwe besluit te beperken. Dit is een oplossing voor het geconstateerde probleem van het vaste contingent, waardoor het contingent periodiek moest worden aangepast door middel van wijzigingen van de besluiten van de Raad, die doorgaans met terugwerkende kracht werden toegepast. Dit had een negatief effect op het vermogen van de producenten om hun productie, en in sommige gevallen hun langetermijninvesteringen, te plannen. De kleine stijging van het contingent zorgt bovendien voor samenhang met het volksgezondheids- en mededingingsbeleid.


Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

In de mededeling “Een strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU” 3 uit 2017 werd opgemerkt dat de ultraperifere gebieden nog steeds voor serieuze uitdagingen staan, waarvan vele blijvend van aard zijn. Deze mededeling beschrijft de benadering van de Commissie ter ondersteuning van deze gebieden om hun unieke troeven uit te spelen en nieuwe vectoren van groei en werkgelegenheid te vinden.

In dit verband is dit voorstel bedoeld om de Franse ultraperifere gebieden te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun troeven om lokale groei en werkgelegenheid in de suikerriet- en rumsector mogelijk te maken. Dit voorstel vormt een aanvulling op het Programma van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (Posei) 4 , dat op de ondersteuning van de primaire sector en de productie van grondstoffen is gericht.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel is verenigbaar met de strategie voor de eengemaakte markt van 2015 5 , waarin de Commissie uiteenzet hoe ze wil komen tot een verdiepte en eerlijkere eengemaakte markt die alle belanghebbenden ten goede zal komen. Een van de doelstellingen van de voorgestelde maatregel is het beperken van de extra kosten voor ondernemingen in de ultraperifere gebieden, waardoor ze niet volledig aan de eengemaakte markt kunnen deelnemen. Vanwege de beperkte volumes (het volume van de betrokken rum vertegenwoordigt minder dan 1,5 % van de consumptie van alcoholische dranken in Frankrijk), worden geen negatieve gevolgen voor de goede werking van de interne markt voorzien.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is artikel 349 VWEU. Krachtens deze bepaling is de Raad bevoegd specifieke bepalingen aan te nemen om de voorwaarden voor de toepassing van de Verdragen op de ultraperifere gebieden van de EU aan te passen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Alleen de Raad is gemachtigd om op basis van artikel 349 VWEU specifieke maatregelen aan te nemen om de voorwaarden voor de toepassing van de Verdragen, met inbegrip van gemeenschappelijk beleid, op de ultraperifere gebieden van de EU aan te passen, vanwege de blijvende belemmeringen die op de economische en sociale situatie van die gebieden van invloed zijn. Datzelfde geldt voor de goedkeuring van afwijkingen in de zin van artikel 110 VWEU. Het voorstel voor een besluit van de Raad is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheid

Dit voorstel is in overeenstemming met het beginsel van evenredigheid zoals neergelegd in artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De voorgestelde wijzigingen gaan niet verder dan nodig om de problemen in kwestie aan te pakken, zodat de verdragsdoelstellingen om te zorgen voor een goede en doeltreffende werking van de interne markt, worden verwezenlijkt.

Het contingent van 153 000 hza stemt overeen met de historische jaarlijkse groei van 2 % van de rumproductie.

Keuze van het instrument

Er wordt een besluit van de Raad voorgesteld ter vervanging van Besluit nr. 189/2014/EU van de Raad.


3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

De externe studie bevestigde het belang van de regeling, aangezien de producenten van de ultraperifere gebieden nog steeds hogere productiekosten hebben dan hun tegenhangers op het vasteland, welke kosten momenteel door de accijnsverlaging worden gecompenseerd.

Door de toename van de rumproductie steeg de vraag naar suikerriet, en in de studie werd geraamd dat 53 000 ton suikerriet met de regeling verbonden was, hetgeen resulteerde in 400 banen in de waardeketen riet-suiker-rum. Uit de studie bleek dat in financieel opzicht de kosten boven het voordeel van de regeling uitstegen. Rum speelt een belangrijke rol in de economie van de Franse ultraperifere gebieden, wat bij het bepalen van de algemene doeltreffendheid van de regeling in aanmerking moet worden genomen.

Ondanks een daling van het marktaandeel van de traditionele rum uit de Franse ultraperifere gebieden, bleek uit de studie dat de regeling in het algemeen doeltreffend was om de toegang tot de Franse continentale markt in absolute zin te handhaven.

De algemene doeltreffendheid van de regeling wordt echter beperkt door de contingentenregeling. In de studie wordt verder opgemerkt dat met een beter monitoringkader de algemene efficiëntie kan worden verhoogd.

Ten slotte bleek uit de studie dat de regeling in overeenstemming met andere EU-beleidsmaatregelen blijft.

Raadpleging van belanghebbenden

Een onderdeel van de externe studie ter ondersteuning van de analyse van de huidige regeling bestond uit antwoorden via vragenlijsten, interviews en discussies, afkomstig van alle belanghebbenden. Via de openbare raadpleging kon een bredere kring belanghebbenden reageren, zij het dat de deelname beperkt bleef (tien in totaal) tot vijf reacties van EU-burgers, twee van marktdeelnemers, een van een niet-gouvernementele organisatie, een van een vakbondsorganisatie en een van een brancheorganisatie.

Effectbeoordeling

Dit initiatief wordt back-to-back voorbereid: een evaluatie achteraf van de huidige regeling, in nauwe combinatie met een toekomstgerichte beoordeling. Deze beoordeling van de mogelijke gevolgen van een voortzetting of een wijziging van de bestaande regeling is in een analytisch stuk opgenomen, inclusief een bijlage bij de evaluatie. Dit stuk is gebaseerd op een externe studie en de door de lidstaat verstrekte informatie.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie, aangezien de ontvangsten uit de accijnzen volledig naar de lidstaten vloeien.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De controle op de uitvoering en de werking van de afwijking zal worden uitgeoefend door de Franse autoriteiten en de Commissie, zoals tot nu toe is gebeurd.

1.

Frankrijk zal worden verzocht uiterlijk op 30 september 2025 een verslag voor de periode 2109 tot en met 2024 in te dienen. Dit verslag omvat:


·inlichtingen over de extra kosten van de productie;

·economische verstoringen en markteffecten;

·inlichtingen voor de evaluatie van de doeltreffendheid, de efficiëntie en de samenhang met ander EU-beleid;

·inlichtingen over de blijvende relevantie en de EU-meerwaarde van de nieuwe wetgeving.

Bij de rapportage moet ook worden getracht input van alle belanghebbenden te verkrijgen inzake het niveau en de ontwikkeling van hun extra productiekosten en nalevingskosten, en gevallen van marktverstoring.

De Commissie zal specifieke richtsnoeren inzake de vereiste informatie opstellen zodat de door de Franse autoriteiten verzamelde informatie zeker alle gegevens bevat die de Commissie nodig heeft om in de toekomst met kennis van zaken te kunnen beslissen over de geldigheid en de levensvatbaarheid van de regeling. Deze richtsnoeren zullen zoveel mogelijk overeenstemmen met vergelijkbare regelingen voor de ultraperifere gebieden van de EU die onder soortgelijke wetgeving vallen.

Op grond hiervan kan de Commissie beoordelen of de redenen voor de afwijking nog steeds bestaan, of het door Frankrijk verleende belastingvoordeel nog steeds evenredig is en of andere maatregelen dan een stelsel van belastingafwijking mogelijk zijn, met inachtneming van de internationale dimensie daarvan.

De voor het verslag vereiste structuur en gegevens zijn bij het voorstel in bijlage 1 bijgevoegd.