Toelichting bij COM(2020)355 - AIEM-belastingregeling die van toepassing is op de Canarische Eilanden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat van toepassing is op de ultraperifere gebieden van de Unie, waartoe ook de Canarische Eilanden behoren, staat in beginsel geen verschillen toe tussen belastingen die worden geheven op lokale producten en op producten uit Spanje of andere lidstaten. Krachtens artikel 349 VWEU mogen specifieke maatregelen worden aangenomen voor de ultraperifere gebieden van de EU, aangezien blijvende en cumulatieve factoren de ontwikkeling van deze gebieden ernstig schaden en op hun economische en sociale situatie van invloed zijn.

Het voorstel betreft een besluit van de Raad ter vervanging van het huidige Besluit nr. 377/2014/EU van de Raad van 12 juni 2014 1 . Krachtens dat op basis van artikel 349 VWEU aangenomen besluit mag Spanje tot 31 december 2020 bepaalde producten die lokaal worden geproduceerd op de Canarische Eilanden, vrijstellen van de 'Arbitrio sobre Importaciones y Entregas de Mercancías en las islas Canarias' (hierna de “AIEM-belasting” genoemd) dan wel deze belasting verminderen.

De AIEM-belasting is een indirecte staatsbelasting die in één enkel stadium wordt geheven, namelijk bij de levering van goederen op de Canarische Eilanden. Met de specifieke maatregelen van Besluit nr. 377/2014/EU wordt een vorm van gedifferentieerde belastingheffing ingesteld die ten goede komt van de lokale productie van sommige producten. Dit belastingvoordeel is een vorm van staatssteun die momenteel door de Spaanse autoriteiten wordt toegepast in het kader van het deel regionale steun van de algemene groepsvrijstellingsverordening 2 .

Het doel van deze maatregel is de producenten op de Canarische Eilanden te compenseren voor de permanente belemmeringen als gevolg van de geïsoleerde ligging, de afhankelijkheid van grondstoffen en energie, de noodzaak om voorraden aan te leggen, de beperkte omvang van de lokale markt en de geringe exportactiviteit. Al deze belemmeringen samen leiden tot hogere productiekosten en zo tot een hogere kostprijs van lokaal vervaardigde producten, waardoor lokale producenten – indien er geen specifieke maatregelen zouden worden genomen – minder concurrerend zouden zijn dan producenten op het Europese vasteland, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de kosten voor het vervoer van goederen naar de Canarische Eilanden. Het behoud van de lokale productie zou daardoor worden bemoeilijkt. De specifieke maatregelen zijn bedoeld om de lokale industrie te versterken door producenten te compenseren voor de extra kosten en zo een gelijk speelveld te creëren.

Op 24 april 2019 heeft Spanje de Commissie verzocht de toepassingsduur van Besluit nr. 377/2014/EU te verlengen.

De Europese Commissie heeft met betrekking tot het verzoek om verlenging van de toepassingsduur van Besluit nr. 377/2014/EU opdracht gegeven voor een externe studie om de huidige regeling en de mogelijke effecten van de verschillende opties voor de periode na 2020 te beoordelen, inclusief de optie waarop het voorliggende voorstel is gebaseerd. Op basis van die studie is de Commissie van mening dat het gerechtvaardigd is de gevraagde verlenging toe te staan, mits de bestaande regeling op enkele punten wordt gewijzigd.

Dit voorstel houdt derhalve in dat het rechtskader voor de AIEM-belasting wordt vastgesteld voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2027, met herzieningen van de huidige regelingen om de regeling flexibeler en transparanter te maken.

1.

Ten opzichte van de huidige regeling worden de volgende wijzigingen voorgesteld:


(a)Herziening van de criteria voor de aanwijzing van in aanmerking komende producten.

In de herziene regeling wordt een nieuwe methode voorgesteld voor de aanwijzing van de producten die worden ondersteund met de bijzondere belastingregeling. In plaats van de huidige aanpak waarbij elk specifiek product expliciet wordt genoemd in het besluit (op basis van een codering van GN4 tot TARIC10), worden in het voorgestelde besluit alleen de in aanmerking komende productcategorieën (GN4) vermeld, terwijl specifieke producten (GN8 of hoger) door de nationale autoriteiten in hun wettelijke en administratieve kaders worden beschreven.

De Spaanse autoriteiten hebben verzocht om 99 productcategorieën van de posten van het geharmoniseerde systeem (GS) 3 , overeenkomstig de vier cijfers van de gecombineerde nomenclatuur, van deze maatregel te laten profiteren. De Commissie stemt in met de lijst in bijlage I, aangezien deze productcategorieën voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen.

2.

De producten worden geselecteerd op basis van de volgende criteria:


–er is lokale productie en deze heeft een aandeel van ten minste 5 % op de lokale markt;

–er is sprake van aanzienlijke invoer van goederen (ook van het Spaanse vasteland en van andere lidstaten) die de voortzetting van de lokale productie in gevaar zou kunnen brengen, en deze invoer is goed voor een aandeel van ten minste 10 % op de lokale markt; en

–er zijn extra kosten waardoor de kostprijs van de lokale productie hoger is dan die van producten die elders worden geproduceerd, waardoor het concurrentievermogen van de lokaal vervaardigde producten in het gedrang komt.

Er kan in naar behoren gemotiveerde omstandigheden worden afgeweken van de marktaandeeldrempels, onder andere als de productie arbeidsintensief is, als de productie anderszins van strategisch belang is voor de lokale ontwikkeling, als de productie onderhevig is aan periodieke schommelingen, als de productie gebeurt in bijzonder achtergestelde gebieden, als het de productie van medische producten en persoonlijke beschermingsmiddelen betreft die nodig zijn voor de aanpak van gezondheidscrises.

(b)Herziening van de mechanismen voor de vaststelling van het maximaal toegestane verschil.

De herziening is bedoeld om de regelingen voor de vaststelling van het belastingverschil te vereenvoudigen door de huidige vier verschillende productlijsten te vervangen door één enkele lijst met één enkele maximaal toegestaan belastingverschil van 15 % voor alle in bijlage I bij het nieuwe besluit vermelde producten.

De Spaanse autoriteiten beslissen voor elk product wat het passende percentage is en verstrekken deze informatie aan de Commissie vóór de inwerkingtreding van het nieuwe besluit van de Raad. Niettemin moet het kwantitatieve maximum van 150 miljoen EUR aan gederfde inkomsten per jaar van toepassing zijn, behalve in naar behoren gerechtvaardigde gevallen.

Met deze lijst van producten en het maximaal toegelaten belastingverschil wordt aangesloten bij de doelstelling van artikel 349 VWEU, namelijk het nemen van specifieke maatregelen om rekening te houden met de bijzondere kenmerken van de Canarische Eilanden als ultraperifeer gebied van de EU, zonder dat de mededinging wordt verstoord op een wijze die afbreuk kan doen aan de interne markt.

(c)Herziene monitoringregelingen.

Met dit voorstel wordt ook getracht de last van frequente herbeoordelingen te verkleinen en het nut en de doeltreffendheid van monitoring- en evaluatieactiviteiten te vergroten. Daarom wordt een gestandaardiseerde rapportagestructuur voorgesteld op basis van een geharmoniseerde reeks indicatoren die gemeenschappelijk zijn voor alle ultraperifere gebieden van de EU die profiteren van een speciale belastingregeling.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

In de mededeling van 2017 over “Een nieuw en sterker strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU” 4 werd opgemerkt dat de ultraperifere gebieden nog steeds voor serieuze uitdagingen staan, waarvan vele blijvend van aard zijn. Deze mededeling beschrijft de benadering van de Commissie ter ondersteuning van deze gebieden om hun unieke troeven uit te spelen en nieuwe sectoren van groei en werkgelegenheid te vinden.

Het is in deze context de bedoeling om met dit voorstel deze Spaanse ultraperifere regio te helpen zijn troeven te gebruiken om plaatselijke groei en werkgelegenheid te creëren. Dit voorstel vormt een aanvulling op het Programma van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (Posei) 5 , waarmee de primaire sector en de productie van grondstoffen worden ondersteund, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) 6 en financiering uit de specifieke aanvullende toewijzing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) 7 .

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel is verenigbaar met de strategie voor de eengemaakte markt van 2015 8 , waarin de Commissie uiteenzet hoe ze wil komen tot een verdiepte en eerlijkere eengemaakte markt die alle belanghebbenden ten goede komt. Een van de doelstellingen van de voorgestelde maatregel is het beperken van de extra kosten voor ondernemingen in de ultraperifere gebieden, waardoor ze niet volledig aan de eengemaakte markt kunnen deelnemen. Vanwege de beperkte omvang van de desbetreffende productie en het beperkte toepassingsgebied van de AIEM-belasting op de Canarische Eilanden, worden geen negatieve gevolgen voor de goede werking van de eengemaakte markt verwacht.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is artikel 349 VWEU. Krachtens deze bepaling is de Raad bevoegd specifieke bepalingen aan te nemen om de voorwaarden voor de toepassing van de Verdragen op de ultraperifere gebieden van de EU aan te passen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Alleen de Raad is gemachtigd om op basis van artikel 349 VWEU specifieke maatregelen aan te nemen om de voorwaarden voor de toepassing van de Verdragen, met inbegrip van gemeenschappelijk beleid, op de ultraperifere gebieden van de EU aan te passen, vanwege de blijvende belemmeringen die op de economische en sociale situatie van die gebieden van invloed zijn. Datzelfde geldt voor de goedkeuring van afwijkingen in de zin van artikel 110 VWEU. Het voorstel voor een besluit van de Raad is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheid

Dit voorstel is in overeenstemming met het beginsel van evenredigheid zoals neergelegd in artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De voorgestelde wijzigingen gaan niet verder dan nodig om de problemen in kwestie aan te pakken, zodat de verdragsdoelstellingen om te zorgen voor een goede en doeltreffende werking van de interne markt, worden verwezenlijkt.

Keuze van het instrument

Er wordt een besluit van de Raad voorgesteld ter vervanging van Besluit nr. 377/2014/EU van de Raad.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Het toepassingsgebied van de AIEM-regeling beantwoordt aan de behoeften van de betrokken marktdeelnemers. De grondgedachte van de speciale AIEM-regeling is lokale producten te steunen door de concurrentiekloof te verkleinen met goederen die buiten de eilanden worden geproduceerd. Die kloof is het gevolg van extra productiekosten door de blijvende beperkingen waarmee de Canarische Eilanden worden geconfronteerd. De AIEM-regeling compenseert slechts een deel van de geraamde extra kosten. Gemiddeld compenseert het verlaagde tarief ongeveer een kwart van de extra kosten, maar in monetaire termen is de totale compensatie – gemeten ten opzichte van de totale op invoer geheven belasting – slechts goed voor 14 % van de totale extra kosten. In die zin gaat de AIEM in de eerste plaats een daling van de lokale industrie op de Canarische Eilanden tegen in plaats van volledig te helpen bij de ontwikkeling en groei.

Uit de resultaten van de kwantitatieve gegevensanalyse van de externe studie blijkt dat de lokaleproductiesectoren aanzienlijk slechter zouden hebben gepresteerd zonder AIEM-steun. Ongeveer een derde van de waarde van de door AIEM ondersteunde producten (ongeveer 570 miljoen EUR) werd theoretisch mogelijk gemaakt door het mechanisme van het belastingverschil, met positieve gevolgen voor de werkgelegenheid — sinds 2014 werd een toename met bijna 2 000 eenheden in de AIEM-sectoren geregistreerd — en voor het aantal actieve ondernemingen, dat in dezelfde periode met ongeveer 300 eenheden is gegroeid. Niets wijst op voordelen voor de totale waarde van investeringen of voor de diversificatie van de productie. Vanuit het efficiëntieperspectief levert de bijzondere regeling over het algemeen positieve resultaten op, waarbij de “kosten” van de maatregel (de gederfde belastinginkomsten) en de extra lokale productie die wellicht mogelijk wordt gemaakt, zich verhouden als 1:3.

Raadpleging van belanghebbenden

In totaal werden 120 belanghebbenden geïnterviewd in het kader van de externe studie voor de analyse van de huidige regeling. Bij de vraaggesprekken waren de betrokken diensten van de Commissie en vertegenwoordigers van Spanje betrokken.

Er is gezorgd voor een voldoende brede en evenwichtige raadpleging van relevante belanghebbenden. Zowel vertegenwoordigers van de lokale productiesectoren – d.w.z. de begunstigden van de bijzondere regelingen – als de direct of indirect daaraan verbonden handels- en dienstensector werden geraadpleegd.

Effectbeoordeling

Dit initiatief wordt back-to-back voorbereid: een evaluatie achteraf van de huidige regeling, in nauwe combinatie met een toekomstgerichte beoordeling. Deze beoordeling van de mogelijke gevolgen van een voortzetting of een wijziging van de bestaande regeling, is in een analytisch stuk opgenomen, inclusief een bijlage bij de evaluatie. Dit stuk is gebaseerd op een externe studie en de door de lidstaat verstrekte informatie.


4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De controle op de uitvoering en de werking van de afwijking zal worden uitgeoefend door de Spaanse autoriteiten en de Commissie, zoals tot nu toe is gebeurd.

De Spaanse autoriteiten moeten uiterlijk op 30 september 2025 een verslag indienen voor de periode 2019-2024. Dit verslag moet de volgende elementen omvatten: informatie over extra kosten bij de productie; economische verstoringen en gevolgen voor de markt; informatie ten behoeve van de evaluatie van de doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang met ander EU-beleid; en inlichtingen over de blijvende relevantie en de EU-meerwaarde van de wetgeving.

Bij de rapportage moet ook worden getracht input van alle belanghebbenden te verkrijgen inzake het niveau en de ontwikkeling van hun extra productiekosten, nalevingskosten en gevallen van marktverstoring.

De Commissie zal specifieke richtsnoeren inzake de vereiste informatie opstellen zodat de door de Spaanse autoriteiten verzamelde informatie zeker alle gegevens bevat die de Commissie nodig heeft om in de toekomst met kennis van zaken te kunnen beslissen over de redelijkheid en de levensvatbaarheid van de regeling. Deze richtsnoeren zullen zoveel mogelijk overeenstemmen met vergelijkbare regelingen voor de ultraperifere gebieden van de EU, die onder soortgelijke wetgeving vallen.

Op grond hiervan kan de Commissie beoordelen of de redenen voor de afwijking nog steeds bestaan, of het door Spanje verleende belastingvoordeel nog steeds evenredig is en of andere maatregelen dan een stelsel van belastingafwijking mogelijk zijn, met inachtneming van de internationale dimensie daarvan.

De structuur en de gegevens die vereist zijn voor het monitoringverslag, staan in bijlage II bij het voorstel. Wanneer de Spaanse autoriteiten het monitoringverslag indienen, zal de Commissie de effecten van de gedifferentieerde tarieven evalueren en bekijken of aanpassingen vereist zijn.

Artikelsgewijze toelichting

Dit deel is niet van toepassing omdat de artikelen voor zich spreken.