Toelichting bij COM(2020)439 - Toekenning van tijdelijke steun o.b.v. Verordening 2020/672 aan Roemenië om het risico op werkloosheid in een noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

In Verordening (EU) 2020/672 van de Raad (“SURE-verordening”) is het rechtskader vastgesteld waarbinnen de Unie aan een lidstaat die een ernstige economische verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden als gevolg van de COVID-19-uitbraak, financiële bijstand kan verlenen. Steun in het kader van SURE dient voor het financieren van hoofdzakelijk werktijdverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen ter bescherming van werknemers en zelfstandigen, en zodoende voor het verminderen van werkloosheid en inkomensverlies, alsook, in aanvulling daarop, voor de financiering van sommige maatregelen op gezondheidsgebied, met name op de werkplek.

Op 7 augustus 2020 heeft Roemenië de Unie om financiële bijstand op grond van de SURE-verordening verzocht. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de SURE-verordening heeft de Commissie de Roemeense autoriteiten geraadpleegd om de plotse en sterke stijging te verifiëren van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die een respons vormen op de COVID-19-pandemie en rechtstreeks verband houden met Roemeniës werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen alsmede de gezondheidsgerelateerde maatregelen. Met name gaat het om:

een uitkering voor werknemers van werkgevers die hun activiteit beperken of tijdelijk onderbreken ten gevolge van de COVID-19-uitbraak. De uitkering is beperkt tot 75 % van het basisloon (maar niet meer dan 75 % van het gemiddelde brutoloon in het bedrijfsleven) voor de duur van de noodtoestand.

een uitkering voor personen wier arbeidsovereenkomst tijdens de noodtoestand of de alarmfase gedurende ten minste 15 dagen is opgeschort, op voorwaarde dat hun arbeidsverhouding wordt gehandhaafd tot en met 31 december 2020. De uitkering bedraagt 41,5 % van hun brutobasisloon (maar niet meer dan 41,5 % van het gemiddelde brutoloon in het bedrijfsleven).

een regeling voor werktijdverkorting waarbij de werkgever in geval van een tijdelijke inkrimping van de bedrijfsactiviteit ten gevolge van de noodtoestand of de alarmfase de mogelijkheid heeft de arbeidstijd van de werknemers te verkorten met maximaal 50 %. Tijdens de periode van arbeidstijdverkorting zouden de getroffen werknemers een uitkering ontvangen van 75 % van het verschil tussen het brutoloon voor de normale arbeidstijd en hun werkelijke loon.

twee maatregelen voor zelfstandigen en vrije beroepen: aan degenen die hun werkzaamheden volledig hebben stopgezet ten gevolge van de COVID-19-uitbraak, verleent de staat een uitkering van 75 % van het gemiddelde brutoloon. Aan degenen die hun arbeidstijd inkorten, verleent de staat een uitkering tot 41,5 % van het gemiddelde brutoloon.

een maatregel waarbij steun wordt verleend ten belope van 35 % van de vergoeding per werkdag, voor een maximale duur van 3 maanden, voor dagloners die hun arbeid stopzetten door de onderbreking van de bedrijfsactiviteit ten gevolge van de COVID-19-uitbraak.

een toeslag voor extra arbeid voor het personeel van de gespecialiseerde structuren van het nationaal instituut voor volksgezondheid en de provinciale directoraten volksgezondheid en/of het directoraat volksgezondheid van Boekarest, die zich toeleggen op de coördinatie en de uitvoering van preventieve en beperkende maatregelen bij gebeurtenissen die door de WHO als gevolg van besmettingen met COVID-19 tot mondiale noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid zijn verklaard. Met de maatregel wordt een uitkering van 75 % van het basisloon verleend voor de arbeidsuren die de normale werkuren overschrijden, en van 100 % van het basisloon voor de arbeidsuren in weekends, op wettelijke feestdagen en andere dagen die niet als werkdagen worden gerekend.

een toeslag voor kinderopvang voor werknemers van het nationale stelsel van defensie, penitentiaire instellingen, zorginstellingen en andere bij ministerieel besluit vastgestelde categorieën. De uitkering wordt verleend op voorwaarde er geen andere ouder is die aanspraak kan maken op andere rechten inzake vakantiedagen voor ouders voor het toezicht op kinderen in geval van tijdelijke sluiting van onderwijsinstellingen.

een toeslag voor bijzondere risicosituaties van maximaal 30 % van het loon voor medisch personeel dat deelneemt aan de sanitaire bestrijding van COVID-19.

Roemenië heeft de Commissie de nodige informatie verschaft.

Rekening houdende met het beschikbare bewijsmateriaal stelt de Commissie de Raad voor om een uitvoeringsbesluit vast te stellen waarbij op grond van de SURE-verordening ten behoeve van de bovengenoemde maatregelen financiële bijstand aan Roemenië wordt verleend.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorliggende voorstel is volledig verenigbaar met Verordening (EU) 2020/672 van de Raad, op grond waarvan het voorstel wordt gedaan.

Dit voorstel vormt een aanvulling op een ander wetgevingsinstrument van de Unie om steun te verlenen aan lidstaten in noodsituaties, namelijk Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (“Verordening (EG) nr. 2012/2002”). Op 30 maart is Verordening (EU) 2020/461 van het Europees Parlement en de Raad vastgesteld; bij die verordening wordt het toepassingsgebied van het bovengenoemde instrument uitgebreid tot grote volksgezondheidscrises en wordt bepaald welke specifieke acties in aanmerking komen voor financiering.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel maakt deel uit van een reeks maatregelen die zijn genomen in respons op de huidige COVID-19-pandemie, zoals het corona-investeringsinitiatief, en vormt een aanvulling op andere instrumenten die de werkgelegenheid ondersteunen, zoals het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)/InvestEU. Aangezien dit instrument gebruik maakt van het opnemen en verstrekken van leningen om de lidstaten in dit specifieke geval van de COVID-19-uitbraak te ondersteunen, fungeert dit voorstel als tweede verdedigingslinie voor de financiering van regelingen voor werktijdverkorting en soortgelijke maatregelen, die banen en dus ook werknemers en zelfstandigen helpen te beschermen tegen het risico van werkloosheid.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor dit instrument is Verordening (EU) 2020/672 van de Raad.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel komt er na een verzoek van een lidstaat en is een blijk van Europese solidariteit, doordat financiële bijstand van de Unie in de vorm van tijdelijke leningen wordt verstrekt aan een lidstaat die zwaar door de COVID-19-uitbraak wordt getroffen. Deze financiële bijstand vormt een tweede verdedigingslinie voor een overheid die wordt geconfronteerd met een tijdelijke toename van de overheidsuitgaven voor werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen om banen te beschermen, en dus ook om werknemers en zelfstandigen te beschermen tegen het risico op werkloosheid en inkomstenverlies.

Deze steun helpt de getroffen bevolking en draagt bij tot het beperken van de directe maatschappelijke en economische gevolgen van de COVID-19-crisis.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Het gaat niet verder dan wat nodig is om de met het instrument beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Het voorstel moest dringend worden voorbereid zodat het tijdig kan worden aangenomen door de Raad. Daardoor kon geen raadpleging van de belanghebbenden worden uitgevoerd.

Effectbeoordeling

Gezien de urgentie van het voorstel heeft geen effectbeoordeling plaatsgevonden.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De Commissie moet leningen op de financiële markten kunnen aangaan en deze vervolgens kunnen gebruiken om zelf leningen te verstrekken aan de lidstaten die financiële bijstand vragen in het kader van het SURE-instrument.

Naast de garanties van de lidstaten worden ook andere waarborgen in het systeem ingebouwd om de financiële soliditeit van de regeling te garanderen:

·een strikte en conservatieve benadering van financieel beheer;

·een leningenportefeuille die zodanig is opgebouwd dat het concentratierisico, het jaarlijkse risico en de buitensporige blootstelling aan risico’s van individuele lidstaten beperkt blijven en die er tegelijkertijd voor zorgt dat voldoende middelen kunnen worden toegekend aan de meest behoeftige lidstaten; en

·de mogelijkheid om schulden door te rollen.