Toelichting bij COM(2020)485 - Globaliseringsfonds aanvraag van Spanje - EGF/2020/001 ES/Galicia aanverwante sectoren van de scheepsbouw

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014‑2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 (“de EFG-verordening”).

2. Op 13 mei 2020 heeft Spanje aanvraag EGF/2020/001 ES/Galicia aanverwante sectoren van de scheepsbouw ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 in de economische sectoren die zijn ingedeeld in de NACE Rev. 2-afdelingen 24 (Vervaardiging van metalen in primaire vorm), 25 (Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten), 30 (Vervaardiging van andere transportmiddelen), 32 (Overige industrie), 33 (Reparatie en installatie van machines en apparaten) en 43 (Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden) in de regio van NUTS-niveau 2 Galicië (ES11) in Spanje. Deze sectoren worden hierna “de aanverwante sectoren van de scheepsbouw” genoemd.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2020/001 ES/Galicia aanverwante sectoren van de scheepsbouw
LidstaatSpanje
Betrokken regio(’s) (NUTS-niveau 2 3 )Galicia (ES11)
Datum van indiening van de aanvraag13 mei 2020
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag13 mei 2020
Datum van het verzoek om aanvullende informatie27 mei 2020
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende informatie8 juli 2020
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling30 september 2020
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 2, van de EFG-verordening

Aantal betrokken ondernemingen
38

Sectoren van economische activiteit

(NACE Rev. 2-afdeling) 4
Afdeling 24 (Vervaardiging van metalen in primaire vorm),

afdeling 25 (Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten),

afdeling 30 (Vervaardiging van andere transportmiddelen),

afdeling 32 (Overige industrie),

afdeling 33 (Reparatie en installatie van machines en apparaten), en

afdeling 43 (Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden)
Referentieperiode (negen maanden):23 mei 2019 – 23 februari 2020
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode960
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt960
Totaal aantal beoogde begunstigden500
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)3 274 000
Budget voor de implementatie van het EFG 5 (EUR)0 150 000
Totaal budget (EUR)3 424 000
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)2 054 400

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. Spanje heeft aanvraag EGF/2020/001 ES/Galicia aanverwante sectoren van de scheepsbouw ingediend op 13 mei 2020, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag nog op dezelfde dag bevestigd, en heeft Spanje op 27 mei 2020 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd verstrekt binnen zes weken na het verzoek. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 30 september 2020 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


5. De aanvraag heeft betrekking op 960 werknemers die zijn ontslagen in de aanverwante sectoren van de scheepsbouw in ondernemingen in de NUTS 2-regio Galicië (ES11).

3.

Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode


Afdeling 24Vervaardiging van metalen in primaire vormAfdeling 33Reparatie en installatie van machines en apparaten
PIPEWORKS, S.L.15AISLAMIENTOS SOAMAR, S.L.2
Afdeling 25Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparatenBULBO6
ELABORADOS METALICOS EMESA, S.L.U.33CALSOMATU SL8
INDUSTRIAL DE ACABADOS, S.A. (INDASA)15CANCELAS NAVAL SL1
IRIS SOCIEDAD COOP. GALLEGA DE TRABAJO ASOCIADO22COGALSO FERROLTERRA, S.C.G.T.5
MONTAJES ROTELU, S.L.7EXACTA SERVICIOS NAVALES E INDUSTRIALES, S.L.54
MONTAJES TUBACER, S.L.128GABADI, S.L.18
NAVALIBER, S.L.88INSTALACIONES Y MANTENIMIENTOS IMAFER, S.L.5
TALLERES DIZMAR, S.L.7J.J. NAVAL HISPANOGALAICA, S.L.29
TALLERES MECANICOS GALICIA, S.L.4M. BLANCO, S.L.
13
WELDMAIN SERVICIOS CALDERIA, TUBERIA Y SOLDADURA, S.L.31MONTAJES CANCELAS, S.L.20
Afdeling 30Vervaardiging van andere transportmiddelenMONTAJES HERMANOS RAMALLO, S.L.2
AZZERO MORRAZO 12MONTAJES HERMANOS RODRIGUEZ RAMALLO, S.L.6
DOMAYO METAL SL15SERFRIMEC, S.L.11
FACTORIAS VULCANO, S.A.69TALLERES NAVALES RUIZ, S.L.3
INDUSTRIAS NAVALES A XUNQUEIRA, S.L.3TUBERIA NAVAL FERRADAS, S.L.22
TUYCALDE, S.L.8Afdeling 43Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden
VIGUESA DE CARPINTERIA Y POLIURETANO, S.L. (VICARPO)37ELINCO CONSTRUCCIONES ELECTRICAS SL92
Afdeling 32Overige industrieMONTAXES AGORPA, S.L.L.62
CYSTERCLEAN SA57NORINVER MONTAJES E INGENIERIA, S.L.22
PROTECNAVI, S.L.4
URKIRA OX, S.L.24


Totaal aantal ondernemingen: 38
Totaal aantal ontslagen: 960
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt:960

4.

Criteria voor steunverlening


6. Spanje heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, in afwijking van de criteria van artikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening, dat bepaalt dat binnen een referentieperiode van negen maanden ten minste 500 werknemers gedwongen moeten zijn ontslagen in ondernemingen die actief zijn in dezelfde NACE Rev. 2-afdeling en gelegen zijn in één of twee aan elkaar grenzende regio’s van NUTS-niveau 2 in een lidstaat. In de regio van NUTS-niveau 2 Galicia (ES11) zijn 960 ontslagen gevallen in de aanverwante sectoren van de scheepsbouw. Aangezien de ontslagen echter niet in dezelfde economische sector hebben plaatsgevonden (zie punt 2), wordt de afwijking van artikel 4, lid 1, onder b), waarin is voorzien in artikel 4, lid 2, toegepast (zie de punten 17 tot en met 22 voor meer details over de uitzonderlijke omstandigheden op grond waarvan de aanvraag voor steun in aanmerking komt).

7. De referentieperiode van negen maanden loopt van 23 mei 2019 tot en met 23 februari 2020.

5.

Berekening van de gedwongen ontslagen en beëindiging van de werkzaamheden


8. De 960 ontslagen die tijdens de referentieperiode zijn gevallen, werden berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

6.

Begunstigden


9. In totaal komen 960 werknemers in aanmerking.

7.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


10. Spanje legt het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering, met het argument dat de scheepvaartsector de laatste twintig jaar wereldwijd zeer sterk is veranderd. Door de explosieve groei van het orderboek in de periode 2002 tot en met 2008 (van 48,9 miljoen gecompenseerd brutotonnage (GBT) 6 tot 194,2 miljoen) 7 werden nieuwe scheepswerven gebouwd, en dit vooral in Azië. Door de wereldwijde economische en financiële crisis zijn de orders echter reeds gehalveerd tussen 2008 en 2012. De dalende trend is sindsdien voortgezet. Van 2012 tot eind 2019 zijn de bestellingen met 13,6 % gedaald (van 92,3 miljoen GBT tot 79,7 miljoen GBT) 8 . Ingevolge het geslonken orderboek en de aanzienlijke expansie van de scheepsbouw in Azië lijdt de sector onder een wereldwijde overcapaciteit, met een harde wereldwijde concurrentie als gevolg.

11. Het feit dat een nieuw oceaanschip zijn eerste vracht onafhankelijk van de bouwplaats kan laden, vergroot de flexibiliteit van kopers bij de aankoop van schepen, waardoor de concurrentie van scheepswerven over de hele wereld toeneemt 9 .

12. In 15 jaar (van 2004 tot en met 2019) heeft Europa zijn scheepsbouwactiviteiten (d.w.z. de bouw van tankschepen, schepen voor bulktransport en containerschepen) aan Oost-Azië verloren. Gezien de felle concurrentie van de Oost-Aziatische landen hebben de Europese scheepswerven hun scheepsbouwactiviteiten geheroriënteerd op nieuwe markten en hebben ze de niche-markten van de bouw van complexe schepen, zoals passagiersschepen en andere schepen die niet voor het vervoer van goederen bestemd zijn (ONCCV), betreden 10 . In 2019 waren passagiersschepen, ONCCV en offshorevaartuigen samen goed voor 95 % van de Europese orders 11 .

13. Geconfronteerd met een ernstige overcapaciteit in de bouw van koopvaardijschepen in de laatste jaren hebben landen als China, Zuid-Korea en Japan echter onlangs eveneens besloten de Europese markt voor hightech-/complexe scheepstypen te betreden. Bovendien hebben deze landen nieuwe sectorale strategieën en beleidsmaatregelen ingevoerd alsook een instrumentarium aan maatregelen, waaronder staatssteun en andere financiële stimulansen, om de binnenlandse vraag te stimuleren. Daarnaast hebben deze landen ook nieuwe of aanvullende handelsmaatregelen ingevoerd ter ondersteuning van hun plaatselijke scheepswerven en bedrijven op het vlak van maritieme uitrusting 12 .

14. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke verschuiving in de wereldwijde productie van Europa naar Azië. Uitgedrukt in productievolume waren in 2002 de mondiale marktleiders in de scheepsbouw Zuid-Korea en Japan (elk 30 %), gevolgd door Europa (22,5 %). China vertegenwoordigde slechts 7 % van de wereldwijde scheepsbouw. In 2018 is China (35,5 %) de leider geworden, gevolgd door Japan (23,4 %) en Zuid-Korea (22,7 %), terwijl het marktaandeel van Europa was gedaald tot slechts 6,8 % 13 . Wat het orderboek betreft, was het aandeel van Europa in 2019 14,7 % (vijf procentpunt minder dan in 2002) en had China, als marktleider, een aandeel van 34 %, Zuid-Korea 26 % en Japan 15 % 14 .

15. Europa heeft het dus in grote mate moeten afleggen tegen Aziatische landen met lagere loonkosten en een fiscale voorkeursbehandeling 15 .

16. Tot op heden werden voor de scheepsbouw in ruimere zin zeven EFG-aanvragen 16 ingediend, waarvan er twee gebaseerd waren op handelsgerelateerde globalisering en de overige vijf op de wereldwijde financiële en economische crisis. Vier van deze aanvragen betreffen machines en uitrusting voor schepen en drie andere betreffen scheepswerven.

8.

De uitzonderlijke omstandigheden op grond waarvan de aanvraag voor steun in aanmerking komt


17. Krachtens artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening kan een collectieve aanvraag door in één regio gelegen kmo’s betrekking hebben op kmo’s die actief zijn in verschillende NACE Rev. 2-afdelingen, op voorwaarde dat de kmo’s de belangrijkste of de enige soort bedrijven in die regio zijn.

18. Volgens het Galicische Instituut voor de statistiek waren in 2018 247 631 ondernemingen geregistreerd in Galicië, waarvan er 247 478 (99,94 %) minder dan 250 werknemers hadden 17 . Kmo’s vormen derhalve de ruggengraat van de economie van deze regio.

19. Bovendien zijn alle 38 ondernemingen waarop deze aanvraag betrekking heeft, kmo’s.

20. De Europese scheepsbouw bestaat voornamelijk uit kleine en middelgrote scheepswerven (schepen van 60‑150 ton), met een geraamde uitbesteding van 80 % van de waarde 18 en 89 % van de werkgelegenheid 19 . De scheepsbouw in Galicië vertoont hetzelfde patroon van onderaanneming. De onderaannemers zijn sterk gespecialiseerd en hangen dus in hoge mate af van de hoofdscheepswerf. Wanneer de hoofdscheepswerf economische moeilijkheden ondervindt, wordt de aanverwante scheepsbouwindustrie zwaar getroffen. De onderlinge afhankelijkheid en de gevolgen voor de werkgelegenheid in de aanverwante scheepsbouwindustrie zijn dan ook dezelfde als wanneer de ondernemingen deel uitmaken van één NACE-afdeling.

21. De concentratie van alle commerciële scheepswerven (zeven 20 in 2019) in een klein gebied, de Ría de Vigo, verergert de negatieve gevolgen voor de regionale arbeidsmarkt. De ontslagen hebben dus ernstige gevolgen voor de regionale economie.

22. Zodoende zijn de voorwaarden van artikel 4, lid 2, dat toelaat een aanvraag uit hoofde van artikel 4, lid 1, onder b), als ontvankelijk aan te merken, ook al wordt niet volledig aan de criteria ervan voldaan, vervuld.

23. Daarom moet deze aanvraag wegens uitzonderlijke omstandigheden worden gelijkgesteld met een aanvraag uit hoofde van artikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening (combinatie van de ernstige gevolgen van de ontslagen voor de werkgelegenheid en de plaatselijke economie en het feit dat kmo’s het belangrijkste soort bedrijf in de regio zijn).

9.

Factoren die de ontslagen en stillegging van werkzaamheden hebben veroorzaakt


24. Op de scheepswerven in Galicië worden technologisch geavanceerde militaire schepen, olie-/chemicaliëntankers, offshorevaartuigen, vaartuigen voor oceanografisch en seismisch onderzoek, sleepboten en passagiersschepen (veerboten, cruiseschepen en plezierboten) gebouwd. De Galicische scheepswerven onderscheiden zich ook door de bouw van vissersvaartuigen 21 .

25. Het afnemende marktaandeel van de EU in de wereldwijde productie van schepen en de toegenomen wereldwijde concurrentie hebben ernstige gevolgen gehad voor de aanverwante scheepsbouwindustrie in Galicië. De vereffening en de sluiting van de scheepswerf Factorías Vulcano in juli 2019 en de aanvraag om surseance van betaling door de scheepswerf HJ Barreras in oktober 2019 zijn de belangrijkste gebeurtenissen die tot de ontslagen hebben geleid. De helft van de ontslagen waarop deze aanvraag betrekking heeft, gebeurde in ondernemingen die schuldeiser zijn van HJ Barreras.

10.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


26. De sector van de scheepsbouw (scheepswerven en aanverwante industrieën) in Galicië had een jaarlijkse omzet van ongeveer 2 000 miljoen EUR (3,3 % van het regionale bbp). In 2018 waren 10 000 banen rechtstreeks en 25 000 22 onrechtstreeks afhankelijk van de scheepsbouw. Volgens de Galicische vereniging van metaalbedrijven (ASIME) is de omzet van de sector als gevolg van moeilijkheden bij sommige Galicische scheepswerven met 11 % gedaald en is 20,8 % van de arbeidsplaatsen verloren gegaan in 2019 23 .

27. In 2019 bedroeg het werkloosheidspercentage in Vigo, een stad met ongeveer 295 000 inwoners, 16,3 % 24 , bijna 5 % meer dan het regionaal gemiddelde (11,7 % 25 ), en waren 21 247 werknemers als werkzoekende ingeschreven. Zoals reeds vermeld, bevinden alle commerciële scheepswerven van Galicië zich in Vigo. Door de concentratie van de scheepswerven in een klein gebied zijn de negatieve gevolgen van de dalende omzet en het banenverlies in de scheepsbouwsector nog veel groter, waardoor de gevolgen voor de regionale arbeidsmarkt ernstiger zijn dan wat de cijfers laten uitschijnen.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

11.

Beoogde begunstigden


28. Naar verwachting zullen 500 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

CategorieAantal beoogde begunstigden
Geslacht:Mannen:470(94,0 %)
Vrouwen 26 :30(6,0 %)
Nationaliteit:EU-burgers:487(97,4 %)
Niet-EU-burgers:13(2,6 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar:17(3,4 %)
25-29 jaar:36(7,2 %)
30-54 jaar:391(78,2 %)
55-64 jaar:56(11,2 %)
Ouder dan 64 jaar:0(0,0 %)

12.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde acties


29. De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers zal worden verstrekt, bestaat uit de volgende acties:

–Informatiebijeenkomsten en voorbereidende workshops: de eerste maatregel zal bestaan uit informatiebijeenkomsten voor alle werknemers waarvoor steun wordt aangevraagd; daarin zal algemene informatie worden verstrekt over beschikbare advies- en opleidingsprogramma’s en over toelagen en premies. De deelnemers zullen ook worden geprofileerd. Tijdens voorbereidende workshops zal meer gedetailleerde informatie worden verstrekt over herschikking, sectoren waarvoor vergunningen of certificaten van vakbekwaamheid nodig zijn, certificering van op het werk verworven bekwaamheden en zachte vaardigheden, en over hoe verplicht onderwijs kan worden voltooid. Er worden ook workshops over ondernemerschap gepland.

–Loopbaanbegeleiding met het oog op werk in loondienst of als zelfstandige zal tijdens de volledige implementatieperiode worden verstrekt.

–Opleiding: dit omvat 1) opleiding over sleutelcompetenties en horizontale vaardigheden; 2) voorbereiding voor tests voor de erkenning van vaardigheden die door werkervaring zijn verworven (erkenning van verworven competenties); 3) bijscholing in beroepsopleiding, zoals onderhoud van gebouwen en stadsuitrusting, magazijnbeheer, magazijnlogistiek, Scrum Master enz.; en 4) nascholing in beroepsopleiding, met name betreffende composietmateriaal in de scheepsbouw, HSLA-staal 27 voor scheepsconstructies, virtuele en toegevoegde realiteit in de scheepsbouw, CAD/CAM-oplossingen 28 voor de scheepsbouw, 3D-controletechnologieën voor de scheepsbouw (rechttrekken en vormgeven van stukken), lastechnieken met FSW 29 en hybride laser/MAG-technieken 30 , systemen voor gemonitord elektrisch booglassen, en additieve productie in de scheepsbouw. Er zal worden voorzien in opleiding in ondernemerschap voor degenen die als zelfstandige willen werken.

–Intensieve hulp bij het zoeken naar werk, waaronder een actief onderzoek van de plaatselijke en regionale arbeidskansen (ook voor zelfstandigen) en het op elkaar afstemmen van vraag naar en aanbod van werk.

–Begeleiding door een mentor na herintreding: de werknemers die opnieuw aan de slag gaan zullen tijdens de eerste maanden worden begeleid om mogelijke problemen met de nieuwe baan te voorkomen.

–Stimuleringsmaatregelen: er zal een waaier aan stimuleringsmaatregelen worden aangeboden: 1) stimulering van deelname: de werknemers die deelnemen aan de maatregelen en het vastgestelde traject voor re-integratie volgen, zullen maximaal 400 EUR ontvangen (één uitbetaling of in tranches); 2) bijdrage in de reiskosten (0,19 EUR/kilometer plus extra kosten zoals tolheffingen en parkeerkosten, indien nodig, en reiskostenvergoeding voor het openbaar vervoer); 3) bijdrage in de uitgaven voor verzorgers van afhankelijke personen: werknemers met zorgverantwoordelijkheden (voor kinderen, ouderen of personen met een beperking) krijgen tot 20 EUR per dag dat zij deelnemen aan de maatregelen. Deze maatregel is bedoeld om tegemoet te komen aan de extra kosten die de deelnemers met zorgtaken moeten maken wanneer zij aan opleiding of andere maatregelen deelnemen; 4) stimulerende maatregelen ten behoeve van outplacement: personen die als werknemers in loondienst of als zelfstandige terugkeren naar de arbeidsmarkt, zullen voor een periode van maximaal zes maanden 200 EUR per maand ontvangen. Deze stimuleringsmaatregel is bedoeld om werknemers, met name oudere werknemers, te stimuleren om op de arbeidsmarkt te blijven en hen aan te moedigen snel weer aan het werk te gaan.

30. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die vallen onder de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze acties komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

31. Spanje heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

13.

Geraamd budget


32. De totale kosten worden op 3 424 000 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 3 274 000 EUR voor individuele dienstverlening en van 150 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

33. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 2 054 400 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(EUR) 31
Geraamde totale kosten

(EUR) 32
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Informatiebijeenkomsten en voorbereidende workshops
(Acogida y diagnóstico inicial, medidas de sensibilización)
500541270 500
Loopbaanbegeleiding
(Orientación laboral)
500500250 000
Opleiding
(Formación)
3504 8711 705 000
Intensieve hulp bij het zoeken naar werk
(Prospección laboral)
3001 300390 000
Begeleiding door een mentor na herintreding
(Seguimiento en el empleo)
25025062 500
Subtotaal a):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
2 678 000
(81,80 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Stimuleringsmaatregelen
(Programa de incentivos)
4001 490 33596 000
Subtotaal b):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening:
596 000
(18,20 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereidende activiteiten
0
2. Beheer
100 000
3. Voorlichting en publiciteit
32 000
4. Controle en rapportage
18 000
Subtotaal c):

Percentage van de totale kosten:
150 000
(4,38 %)
Totale kosten (a + b + c):3 424 000
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)2 054 400

34. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. Spanje heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

14.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


35. Spanje begint op 13 augustus 2020 met het verstrekken van individuele dienstverlening aan de beoogde begunstigden. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 13 augustus 2020 tot en met 13 augustus 2022 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

36. Op 8 juni 2020 heeft Spanje de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage zullen bijgevolg van 8 juni 2020 tot en met 13 februari 2023 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

15.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


37. De bron van nationale voorfinanciering of medefinanciering zijn middelen van de Consellería de Economía, Emprego e Industria de la Xunta de Galicia.

38. Spanje heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

16.

Procedures voor overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers, de sociale partners of plaatselijke en regionale autoriteiten


39. Spanje heeft erop gewezen dat de ASIME en de vakbonden CCOO 34 en UGT 35 , de sociale partners die deelnemen aan de sociale dialoog in Galicië, bij de voorbereiding van de aanvraag de Xunta de Galicia hebben ondersteund door gedetailleerde informatie te verstrekken over de scheepsbouwsector en de daaraan gerelateerde arbeidsmarkt. Het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening is opgesteld in overleg met de sociale partners en besproken tijdens twee vergaderingen op 4 november 2019 en 19 februari 2020. Via een samenwerkingsovereenkomst zullen de sociale partners ook worden betrokken bij de uitvoering van de dienstverlening.

Beheers- en controlesystemen

40. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen, waarin de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties zijn vastgesteld. Spanje heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die ook het ESF beheren en controleren. De Xunta de Galicia 36 zal fungeren als de intermediaire instantie voor de beheersautoriteit.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

41. Spanje heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

–bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

–aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

–de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen en die hun activiteiten hebben voortgezet, zijn hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben voor hun werknemers de nodige maatregelen getroffen;

–de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

42. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014‑2020 37 , mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

43. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 2 054 400 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenkomt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren in het kader van de aanvraag.

44. Het totaalbedrag van de bijdragen in uitzonderlijke omstandigheden is overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening in het lopende jaar niet hoger dan 15 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG.

45. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 38 zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

46. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 2 054 400 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

47. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.