Toelichting bij COM(2020)570 - Standpunt EU in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de algemene vergadering van de OIV op 27 november 2020 met betrekking tot de voorgenomen goedkeuring van OIV-resoluties die rechtsgevolgen kunnen hebben voor het recht van de Unie.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.Bijzondere status van de EU binnen de OIV

Momenteel zijn 47 landen lid van de OIV, waaronder 20 lidstaten van de Unie. De EU is geen lid van de OIV. Sinds 20 oktober 2017 heeft de OIV de Unie echter de bijzondere status verleend waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet, waardoor zij kan interveniëren in de werkzaamheden van de commissies, subcommissies en deskundigengroepen, en de bijeenkomsten van de algemene vergadering en van het uitvoerend comité kan bijwonen.

2.2.De OIV

De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV – Organisation internationale de la vigne et du vin) is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, krenten en rozijnen en andere wijnbouwproducten. De doelstellingen van de OIV zijn (i) voorlichting geven over maatregelen waarbij rekening kan worden gehouden met de bezorgdheid van producenten, consumenten en andere spelers in de sector wijnbouwproducten, (ii) andere internationale organisaties die bij standaardiseringsactiviteiten betrokken zijn, bijstaan en (iii) bijdragen aan de internationale harmonisatie van bestaande praktijken en normen.

2.3.Beoogde handeling van de OIV

De volgende algemene vergadering van de OIV vindt plaats op 27 november 2020 in Parijs. In die context en in het licht van de besprekingen die zijn gevoerd in de deskundigengroep tijdens de videovergadering van juni 2020, kan worden verwacht dat de onderstaande resoluties, die gevolgen hebben voor het recht van de Unie, ter goedkeuring op de agenda van de algemene vergadering zullen staan:

–ontwerpresolutie OENO-TECHNO 19-659, waarbij de desbetreffende oenologische procedés worden geactualiseerd, en de ontwerpresoluties OENO-TECHNO 17-614A, 17-614B en 18-634, waarbij nieuwe oenologische procedés worden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 1 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben voor het recht van de Unie;

–ontwerpresolutie OENO-MICRO 16-594B, waarbij een nieuw oenologisch procedé wordt vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zal deze resolutie rechtsgevolgen hebben voor het recht van de Unie;

–ontwerpresolutie OENO-SPECIF 18-643, waarbij een monografie wordt vastgesteld ter bepaling van de specificaties voor de identificatie van absorberende styreen-divinylbenzeenkorrels; ontwerpresolutie OENO-SPECIF 18-644, waarbij de specificaties voor de identificatie van calciumsulfaat worden vastgesteld, en ontwerpresolutie OENO-SPECIF 18-645, waarbij de methode voor de bepaling van de gemiddelde moleculaire massa van kaliumpolyaspartaat wordt vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie 2 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben voor het recht van de Unie;

–de ontwerpresoluties OENO-SCMA 17-618 en 17-620 waarbij nieuwe analysemethoden worden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 80, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties rechtsgevolgen hebben voor het recht van de Unie.

Net als in het verleden kan worden verwacht dat de agenda van de algemene vergadering van de OIV nog zal worden aangepast en dat daaraan nog andere resoluties zullen worden toegevoegd die gevolgen hebben voor het recht van de Unie. Om de efficiëntie van de werkzaamheden van de algemene vergadering te garanderen en tegelijk de bepalingen van de Verdragen na te leven, zal de Commissie dit voorstel tijdig aanvullen of wijzigen om de Raad in staat te stellen ook ten aanzien van die resoluties te bepalen welk standpunt moet worden ingenomen.


3. Namens de Unie in te nemen standpunt

De ontwerpresoluties die ter stemming worden voorgelegd op de volgende algemene vergadering van de OIV, zijn uitvoerig besproken door wetenschappelijke en technische deskundigen uit de wijnsector. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten zij worden gesteund.


4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Artikel 218, lid 9, VWEU is van toepassing ongeacht of de Unie lid is van het lichaam of partij is bij de overeenkomst 3 .

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een “beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 4 .


4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV – Organisation internationale de la vigne et du vin) is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, krenten en rozijnen en andere wijnbouwproducten. Momenteel zijn 47 landen lid van de OIV, waaronder 20 lidstaten van de Unie. De EU is geen lid van de OIV. Sinds 20 oktober 2017 heeft de OIV de Unie echter de bijzondere status verleend waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet, waardoor zij kan interveniëren in de werkzaamheden van de commissies, subcommissies en deskundigengroepen, en de bijeenkomsten van de algemene vergadering en van het uitvoerend comité kan bijwonen.

Bepaalde door de OIV vastgestelde en gepubliceerde resoluties hebben krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie rechtsgevolgen voor het recht van de Unie. Het standpunt van de Unie met betrekking tot die resoluties ten aanzien van aangelegenheden die tot haar bevoegdheid behoren, moet derhalve door de Raad worden vastgesteld en tijdens de vergaderingen van de OIV door de lidstaten die lid zijn van de OIV, worden uitgedragen, waarbij zij gezamenlijk in het belang van de Unie handelen.

Derhalve is de procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De hoofddoelstelling van de beoogde ontwerpresoluties is de harmonisatie van de wijnnormen en bijgevolg de uitvoering van een gemeenschappelijk landbouwbeleid. De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 43 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 43 VWEU in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Niet van toepassing.