Toelichting bij COM(2020)658 - Wijziging van Beschikking 98/683/EG inzake wisselkoers­aangelegenheden met betrekking tot de CFA-frank en de Comoren-frank

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

In 2019 hebben Frankrijk en de staten van de Economische en Monetaire Unie van West-Afrika (Uemoa) besprekingen gevoerd over de hervorming van hun samenwerking op het gebied van wisselkoersen. Momenteel is hun samenwerking gebaseerd op een samenwerkingsovereenkomst van 4 december 1973 en een daarmee verband houdende garantieovereenkomst, die in 1973 werd ondertekend en die in 2005 en 2014 werd gewijzigd. Het doel van de onderhavige hervorming is om de Uemoa te helpen moderniseren en de geleidelijke uitbreiding ervan naar andere staten van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Cedeao) te vergemakkelijken.

De besprekingen tussen Frankrijk en de staten van de Uemoa over hun bestaande samenwerking hebben geleid tot een gezamenlijk voorstel voor de hervorming van het functioneren van de Uemoa. De hervorming is gebaseerd op vier pijlers. Allereerst zal de naam CFA-frank in de loop van 2020 worden vervangen door “ECO”. De tweede doelstelling is de afschaffing van de verplichting voor de staten van de Uemoa om hun buitenlandse reserves te centraliseren op een rekening van de Franse schatkist. De derde doelstelling is de terugtrekking door Frankrijk uit de besluitvormingsorganen van de Uemoa-autoriteiten. De vierde doelstelling is de totstandbrenging van een dialoog tussen de verschillende autoriteiten en, parallel daaraan, de introductie van mechanismen voor risicobewaking.

Om deze hervorming concreet gestalte te geven, heeft Frankrijk op 22 december 2019 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met zijn partners van de Uemoa ondertekend die, zodra deze in werking treedt, de bestaande overeenkomst van 4 december 1973 vervangt. Deze nieuwe overeenkomst zal vergezeld gaan van een met de Centrale Bank van de West-Afrikaanse staten (BCEAO) te sluiten garantieovereenkomst. Een belangrijk punt is dat de hervorming de essentiële kenmerken van de bestaande samenwerking op het gebied van wisselkoersen tussen Frankrijk en de staten van de Uemoa onverlet laat. Het betreft met name de handhaving van de converteerbaarheid tussen de euro en de CFA-frank met een vaste pariteit, ondersteund door een onbeperkte en onvoorwaardelijke begrotingsgarantie van Frankrijk.

De bestaande en toekomstige samenwerkingsovereenkomst tussen Frankrijk en de staten van de Uemoa kan niet los worden gezien van het Unierecht. Sinds de invoering van de euro is de Unie exclusief bevoegd voor aangelegenheden inzake monetair beleid en wisselkoersen voor de lidstaten die de euro als munt hebben. Frankrijk is sinds 1 januari 1999 een lidstaat die de euro als munt heeft. Overeenkomstig artikel 2 VWEU kan, wanneer bij de Verdragen op een bepaald gebied een exclusieve bevoegdheid aan de Unie wordt toegedeeld, alleen de Unie wetgevend optreden en juridisch bindende handelingen vaststellen. De lidstaten kunnen dit alleen zelf doen als zij daartoe door de Unie gemachtigd zijn. Overeenkomstig artikel 109, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap heeft de Raad Frankrijk bij Beschikking 98/683/EG van 23 november 1998 gemachtigd zijn bestaande overeenkomsten betreffende wisselkoersaangelegenheden met de Uemoa, de Cemac en de Comoren voort te zetten, na de vervanging van de Franse frank door de euro. Hoewel Frankrijk toestemming had gekregen om zijn bestaande overeenkomsten voort te zetten, was het niet bevoegd om dergelijke overeenkomsten door nieuwe overeenkomsten te vervangen. Dit is zelfs het geval indien het voornaamste doel en de wettelijke regeling voor de samenwerking op het gebied van wisselkoersen tussen Frankrijk en zijn partners van de Uemoa, de Cemac en de Comoren vergelijkbaar zouden zijn, namelijk het waarborgen van de converteerbaarheid tussen de valuta’s van die entiteiten en de euro, ondersteund door een begrotingsgarantie van de Franse staat.

Om de verenigbaarheid met een exclusieve bevoegdheid uit hoofde van het Unierecht te waarborgen en rechtszekerheid te bieden, moet de beschikking van de Raad van 23 november 1998 worden gewijzigd. Hierdoor wordt Frankrijk gemachtigd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst te sluiten, die in de plaats komt van de bestaande overeenkomst van 4 december 1973. Ook wordt er zo voor gezorgd dat de Franse Republiek nieuwe overeenkomsten met andere Afrikaanse partners kan sluiten ter vervanging van bestaande overeenkomsten. Bovendien moeten verscheidene andere bepalingen van die beschikking van de Raad betreffende de informatie- en goedkeuringsregeling worden geactualiseerd om de toepassing ervan uit te breiden tot nieuwe overeenkomsten met de Uemoa of andere partners, die de bestaande overeenkomsten vervangen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het is onwaarschijnlijk dat deze overeenkomsten wezenlijke gevolgen zullen hebben voor het voeren van één monetair en wisselkoersbeleid van de eurozone. De garantie van converteerbaarheid van de CFA-frank en de Comoren-frank wordt gegarandeerd door een budgettaire verplichting van de Franse Republiek. Hoewel dit voor Frankrijk een begrotingsrisico inhoudt ingeval de Uemoa de garantie zou activeren, wordt het onwaarschijnlijk geacht dat dit een wezenlijk effect zal hebben op de begrotingssituatie van Frankrijk.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor de vaststelling van deze aanbeveling is artikel 219, lid 3, VWEU (voorheen artikel 109, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap). Laatstgenoemd artikel werd gebruikt voor de vaststelling van Beschikking 98/683/EG van de Raad van 23 november 1998 inzake wisselkoersaangelegenheden met betrekking tot de CFA-frank en de Comoren-frank. In artikel 219, lid 3, VWEU is bepaald dat de Raad, op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van de ECB, besluiten neemt over de regelingen voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten inzake wisselkoersaangelegenheden met een of meer derde landen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing, aangezien deze kwestie betrekking heeft op de exclusieve bevoegdheid van de Unie op monetair en wisselkoersgebied.

Evenredigheid

Doel van de voorgestelde aanbeveling voor een besluit van de Raad is Frankrijk te machtigen een nieuwe samenwerkingsovereenkomst te sluiten, die in de plaats komt van de bestaande overeenkomst van 4 december 1973 met de Uemoa. Ook zou worden gewaarborgd dat de Franse Republiek nieuwe overeenkomsten met andere Afrikaanse partners kan sluiten ter vervanging van bestaande overeenkomsten. Bovendien worden verscheidene andere bepalingen van die beschikking van de Raad betreffende de informatie- en goedkeuringsregeling geactualiseerd om de toepassing ervan uit te breiden tot nieuwe overeenkomsten met de Uemoa of andere partners, die de bestaande overeenkomsten vervangen. Daartoe voorziet de aanbeveling in gerichte wijzigingen om Frankrijk een dergelijke bevoegdheid te verlenen, die niet verder gaan dan wat nodig is om bovengenoemde doelstelling te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

In artikel 219, lid 3, VWEU is bepaald dat wanneer onderhandelingen moeten worden gevoerd over overeenkomsten betreffende aangelegenheden in verband met het monetaire of wisselkoersregime, gebruik wordt gemaakt van een aanbeveling van de Commissie aan de Raad om passende regelingen voor de onderhandelingen over en de sluiting van dergelijke overeenkomsten vast te stellen.

Artikelsgewijze toelichting

De aanbeveling van de Commissie aan de Raad bevat twee artikelen.

Het eerste artikel voorziet in de wijziging van de titel en van de artikelen 3, 4 en 5 van de beschikking van de Raad van 23 november 1998.

De wijziging van de titel en van artikel 3 van die beschikking weerspiegelt de mogelijke ontwikkeling in de toekomst, als de CFA-frank en de Comoren-frank worden hernoemd. Referenties aan de CFA-frank worden derhalve vervangen door de algemene term “valuta van” de respectieve monetaire unies. Hetzelfde geldt voor referenties aan de Comoren-frank, die worden vervangen door de algemene term “valuta van de Comoren”.

De wijzigingen van de artikelen 4 en 5 van die beschikking machtigen Frankrijk om zijn bestaande overeenkomsten met de Uemoa, de Cemac en de Comoren te vervangen door nieuwe overeenkomsten op het gebied van wisselkoersaangelegenheden en onderwerpen alle nieuwe overeenkomsten aan dezelfde regels inzake de betrokkenheid van de bevoegde organen van de Unie als de bestaande, teneinde de continuïteit te waarborgen van de toepasselijke informatie- en goedkeuringsregeling die de Raad in 1998 heeft vastgesteld.

Het tweede artikel zorgt ervoor dat het tot Frankrijk gerichte besluit van toepassing is met ingang van de dag waarop het besluit van de Raad ter kennis van de Franse autoriteiten wordt gebracht.


1.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

tot wijziging van Beschikking 98/683/EG van de Raad van 23 november 1998 inzake wisselkoersaangelegenheden met betrekking tot de CFA-frank en de Comoren-frank

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 219, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank( 1 ),

Overwegende hetgeen volgt:

De Unie is exclusief bevoegd voor monetaire en wisselkoersaangelegenheden in de lidstaten die de euro als munt hebben. In de gevallen waarin bij de Verdragen op een bepaald gebied een exclusieve bevoegdheid aan de Unie wordt toegedeeld, kan alleen de Unie wetgevend optreden en juridisch bindende handelingen vaststellen, en kunnen de lidstaten zulks slechts zelf doen als zij daartoe door de Unie gemachtigd zijn.

Overeenkomstig artikel 219, lid 3, van het Verdrag moet de Raad beslissen over de passende regelingen voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten inzake aangelegenheden betreffende het monetaire of wisselkoersregime.

Vóór de introductie van de euro heeft Frankrijk verschillende overeenkomsten gesloten met de Uemoa (Economische en Monetaire Unie van West-Afrika), de Cemac (Economische en Monetaire Gemeenschap van Centraal-Afrika) en de Comoren, waarmee werd beoogd de converteerbaarheid van de CFA-frank en de Comoren-frank tegen de Franse frank met een vaste pariteit te garanderen( 2 ). Na de vervanging van de Franse frank door de euro op 1 januari 1999 heeft de Raad Frankrijk gemachtigd dergelijke bestaande overeenkomsten (hierna “de bestaande overeenkomsten” genoemd) betreffende wisselkoersaangelegenheden met de Uemoa, de Cemac en de Comoren voort te zetten overeenkomstig het kader dat is vastgesteld in Beschikking 98/683/EG van de Raad van 23 november 1998( 3 ).

Overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Beschikking 98/683/EG van de Raad kan Frankrijk onderhandelingen voeren over en besluiten over wijzigingen van de bestaande overeenkomsten die de aard of het toepassingsgebied van de bestaande overeenkomsten handhaven of wijzigen.

Frankrijk en de staten van de Uemoa zijn bezig hun bestaande overeenkomst van 4 december 1973 te vervangen door een nieuwe samenwerkingsovereenkomst inzake wisselkoersaangelegenheden. Die overeenkomst is op 21 december 2019 ondertekend. Deze overeenkomst gaat vergezeld van een nieuwe, met de Centrale Bank van de staten van de Uemoa te sluiten garantieovereenkomst. Op 22 mei 2020 diende de Franse regering bij de Nationale Vergadering een wet in om de nieuwe samenwerkingsovereenkomst te ratificeren.

De vervanging van de bestaande overeenkomsten inzake wisselkoersaangelegenheden tussen Frankrijk, de Uemoa, de Cemac en de Comoren, zoals Frankrijk en de Uemoa momenteel voornemens zijn tot stand te brengen, valt niet onder de artikelen 4 en 5 van Beschikking 98/683/EG. Dit is zelfs het geval indien de aard en het toepassingsgebied van dergelijke nieuwe samenwerkingsovereenkomsten ongewijzigd blijven, namelijk om te zorgen voor een converteerbaarheid tussen de euro en de valuta’s van de Uemoa, de Cemac en de Comoren met een vaste pariteit, ondersteund door een budgettaire verplichting van Frankrijk.

Frankrijk moet de bevoegdheid krijgen om de geldende overeenkomsten met de Uemoa, de Cemac en de Comoren te vervangen. Overeenkomstig Beschikking 98/683/EG van de Raad moeten de verschillende bestaande procedures van toepassing blijven, afhankelijk van de vraag of de vervanging al dan niet van invloed is op de aard of het toepassingsgebied van deze overeenkomsten. In beide gevallen moeten de bevoegde organen van de Unie bij het proces worden betrokken overeenkomstig de bestaande regeling voor informatie-uitwisseling en goedkeuring, al naargelang het geval, voordat de overeenkomsten door latere overeenkomsten worden vervangen.

Beschikking 98/683/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

2.

Artikel 1


Beschikking 98/683/EG wordt als volgt gewijzigd:


De titel wordt vervangen door: “Beschikking van de Raad van 23 november 1998 inzake wisselkoersaangelegenheden met betrekking tot de valuta’s van de Uemoa, de Cemac en de Comoren”.


De artikelen 3, 4 en 5 worden vervangen door:

“Artikel 3

De bevoegde Franse autoriteiten stellen de Commissie, de Europese Centrale Bank en het Economisch en Financieel Comité regelmatig in kennis van de uitvoering van de overeenkomsten. De Franse autoriteiten stellen het Economisch en Financieel Comité vooraf in kennis van eventuele wijzigingen in de pariteit tussen de euro en de valuta’s van de Uemoa, de Cemac of de Comoren.


3.

Artikel 4


Frankrijk mag onderhandelingen voeren en besluiten over wijzigingen van de bestaande overeenkomsten, of deze vervangen, voor zover deze wijzigingen de aard of het toepassingsgebied van de overeenkomsten niet veranderen. Het deelt de Commissie, de Europese Centrale Bank en het Economisch en Financieel Comité dergelijke wijzigingen van tevoren mee.


4.

Artikel 5


Eventuele voornemens om de aard of het toepassingsgebied van deze overeenkomsten te wijzigen, hetzij door wijziging van deze overeenkomsten hetzij door vervanging ervan, worden door Frankrijk aan de Commissie, de Europese Centrale Bank en het Economisch en Financieel Comité voorgelegd. Voor dergelijke voornemens is de goedkeuring van de Raad vereist op basis van een aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank.”.

5.

Artikel 2


Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel,

6.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) […], PB C XX/XX, D.M.J.
(2) Convention de coopération monétaire du 23 novembre 1972 entre les États membres de la Banque des États de l'Afrique centrale (BEAC) et la République française, zoals gewijzigd; Convention de compted'opérations du 13 mars 1973 entre le ministre de l'Économie et des Finances de la République Française et le Président du Conseil de l'administration de la Banque des États de l'Afrique Centrale, zoals gewijzigd;Accord de coopération du 4 décembre 1973 entre la République française et les Républiques membres de l'union monétaire ouest-africaine, zoals gewijzigd; Convention de compte d'opérations du 4 décembre 1973 entre le ministre de l'Économie et des Finances de la République Française et le Président du conseil des ministres de l'Union monétaire ouest-africaine, zoals gewijzigd; Accord de coopération monétaire du 23 novembre 1979 entre la République française et la République fédérale islamique des Comores, zoals gewijzigd; Convention de compte d'opérations du 23 novembre 1979 entre le ministre de l'Économie et des Finances de la République Française et le ministre des Finances, de l'Économie et du Plan de la République fédérale des Comores, zoals gewijzigd.
(3) PB L 320 van 28.11.1998, blz. 58.