Toelichting bij COM(2020)704 - Standpunt EU over een wijziging van bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst [het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen “ETS” - “SOGL”]

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER (in de bijlage bij het voorstel voor een besluit van de Raad) strekt ertoe een wijziging aan te brengen in bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst, teneinde Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie van 2 augustus 2017 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende het beheer van elektriciteitstransmissiesystemen 1 erin op te nemen.

In de netcodes en richtsnoeren op het gebied van elektriciteit, zoals vastgesteld op basis van het derde energiepakket, zijn technische regels opgenomen om de handel binnen de interne elektriciteitsmarkt van de EU te vergemakkelijken. Een volledig operationele en geïnterconnecteerde interne markt voor energie is van essentieel belang voor de energievoorzieningszekerheid, de versterking van het concurrentievermogen en redelijke energieprijzen voor de consumenten. Er zijn belangrijke elektriciteitsinterconnecties tot stand gebracht tussen Noorwegen, als EER-/EVA-staat, en de EU-lidstaten. Derhalve is het absoluut noodzakelijk dat de technische regels die van toepassing zijn op de handel binnen de interne elektriciteitsmarkt van de EU, worden uitgebreid tot de EER om te zorgen voor juridische homogeniteit als basis voor de handel in elektriciteit.

Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie stelt richtsnoeren vast inzake operationele veiligheid, coördinatie van gegevensuitwisseling, opleiding en certificering van werknemers, coördinatie in geval van uitval, planning in termen van systeembeheer en belasting-frequentieregeling en reserves. Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie is van toepassing op alle transmissiesystemen, distributiesystemen en interconnecties en regionale veiligheidscoördinatoren, met uitzondering van die op eilanden welke niet tot de relevante synchrone zones behoren.

De aanpassingen in het bijgaande ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER gaan verder dan wat als louter technische aanpassingen kan worden beschouwd in de zin van Verordening nr. 2894/94 van de Raad. Het standpunt van de Unie moet derhalve door de Raad worden vastgesteld.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Met het bijgaande ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER wordt het reeds bestaande EU-beleid uitgebreid tot de EER-/EVA-staten (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De uitbreiding van de EU-wetgeving tot de EER-/EVA-staten door de opname van deze wetgeving in de EER-overeenkomst geschiedt conform de doelstellingen en beginselen van deze overeenkomst, met het oog op een dynamische en homogene Europese Economische Ruimte, gebaseerd op gemeenschappelijke regels en gelijke concurrentievoorwaarden.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De wetgeving die in de EER-overeenkomst moet worden opgenomen, is gebaseerd op artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de EER-overeenkomst 2 stelt de Raad met betrekking tot dit soort besluiten op voorstel van de Commissie het standpunt van de Unie vast.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

De doelstelling van dit voorstel, namelijk te zorgen voor de homogeniteit van de interne markt, kan onvoldoende door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt en kan derhalve, gezien de gevolgen van de maatregelen, beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt.

Evenredigheid

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaat dit voorstel niet verder dan nodig is om de doelstelling te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst is voor een besluit van het Gemengd Comité van de EER gekozen. Het Gemengd Comité van de EER ziet toe op de doeltreffende uitvoering en werking van de EER-overeenkomst. Het neemt besluiten in de gevallen waarin deze overeenkomst voorziet.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Er worden geen gevolgen voor de begroting verwacht door de opname van de bovenvermelde verordening in de EER-overeenkomst.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Artikelsgewijze toelichting

Aanpassing a) - niet-toepasselijkheid op IJsland en Liechtenstein

Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie is van toepassing op alle transmissiesystemen, distributiesystemen en interconnecties en regionale veiligheidscoördinatoren, met uitzondering van die op eilanden welke niet tot de relevante synchrone zones behoren. Zij dient derhalve niet van toepassing te zijn op IJsland.

Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie dient niet van toepassing te zijn op Liechtenstein, aangezien Liechtenstein vanwege zijn geringe omvang en het beperkte aantal elektriciteitsafnemers geen eigen transmissienetwerk heeft.

Aanpassing b) en overweging 6) - gevoelige informatie over het elektriciteitssysteem

In Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie is bepaald dat informatie moet worden verstrekt aan het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (ENTSB-E) en het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER). Aanpassing b) maakt het mogelijk dat de respectieve transmissiesysteembeheerders (“TSB’s”) en regulators dergelijke informatie uitwisselen en beschermen.

Aanpassing c) en overweging 7) - verwijzing naar de medezeggenschapsrechten van de Noorse TSB, benoemde elektriciteitsmarktbeheerder (NEMO) en nationale regelgevende instantie (NRI) bij de ontwikkeling en goedkeuring van voorwaarden en methodologieën

Door de bovengenoemde aanpassing en overweging worden de relevante bepalingen van artikel 5 van Verordening (EU) 2017/1485 van de Commissie betreffende het recht op medezeggenschap van relevante entiteiten bij de ontwikkeling en goedkeuring van voorwaarden en methodologieën aangepast om Noorwegen daarin op te nemen.