Toelichting bij COM(2020)737 - Wijziging verordening 1387/2013 houdende schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Om een toereikende en ononderbroken aanvoer te waarborgen van bepaalde landbouw- en industrieproducten die in de Unie in ontoereikende mate of helemaal niet worden vervaardigd, en te voorkomen dat de markt voor deze producten wordt verstoord, is bij Verordening (EU) nr. 1387/2013 (hierna “de verordening” genoemd) een aantal autonome rechten van het gemeenschappelijke douanetarief geheel of gedeeltelijk geschorst.

Deze verordening wordt om de zes maanden bijgewerkt om tegemoet te komen aan de behoeften van de EU-industrie. De Commissie heeft, daarin bijgestaan door de Groep economische tariefvraagstukken, alle verzoeken van de lidstaten betreffende autonome tariefschorsingen onderzocht.

Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het gerechtvaardigd is de rechten te schorsen voor een aantal nieuwe producten, die momenteel niet in de bijlage bij de verordening zijn vermeld. Voor een aantal andere producten moeten de voorwaarden worden gewijzigd wat betreft de productomschrijving, de indeling, de douanerechten, de voorgeschreven bijzondere bestemming of de geplande datum voor de verplichte evaluatie. Er wordt voorgesteld om producten waarvoor de schorsing van de rechten niet langer in het economische belang van de Unie is, te schrappen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor landen die een preferentiële handelsovereenkomst met de Unie hebben, of landen die in aanmerking komen of kunnen komen voor een preferentiële overeenkomst met de Unie (bv. het stelsel van algemene preferenties (SAP), de handelsregeling voor de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), of vrijhandelsovereenkomsten).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, handel, ondernemingen, ontwikkeling, milieu en buitenlandse betrekkingen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is daarom niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De beoogde maatregelen sluiten aan bij de beginselen voor de vereenvoudiging van de procedures voor de deelnemers aan het buitenlandse handelsverkeer, zoals beschreven in de mededeling van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten 1 . Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Krachtens artikel 31 VWEU worden de “rechten van het gemeenschappelijk douanetarief [...] door de Raad vastgesteld op voorstel van de Commissie”. Daarom is een verordening van de Raad het passende instrument.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In 2013 is een studie verricht waarin het systeem van autonome schorsingen aan een evaluatie werd onderworpen. De studie concludeerde dat de achterliggende gedachte voor het systeem nog altijd actueel is. Europese bedrijven die goederen invoeren in het kader van dit systeem, kunnen aanzienlijke kosten besparen. Deze besparingen kunnen dan weer tot ruimere voordelen leiden (zoals een grotere concurrentiekracht, efficiëntere productiemethoden, het creëren of behouden van werkgelegenheid in de Unie), afhankelijk van het product, het bedrijf of de sector in kwestie. Nadere informatie over de besparingen die deze verordening oplevert, is opgenomen in het bijgevoegde financieel memorandum.

Raadpleging van belanghebbenden

De Commissie heeft dit voorstel opgesteld met de hulp van de Groep economische tariefvraagstukken, die bestaat uit delegaties van alle lidstaten en Turkije. De Groep is driemaal bijeengekomen voordat overeenstemming werd bereikt over de in dit voorstel vastgestelde wijzigingen.

Elk verzoek (nieuw, wijziging of schrapping) is door de Groep zorgvuldig geëvalueerd, waarbij per geval met name aandacht is besteed aan het voorkomen van schade voor EU-producenten en aan het versterken en consolideren van het concurrentievermogen van de EU-productie. Deze evaluatie is verricht door middel van besprekingen binnen de Groep en raadpleging van de betrokken sectoren, verenigingen, kamers van koophandel en andere betrokken partijen door de lidstaten.

Alle in de lijst vermelde tariefschorsingen zijn in overeenstemming met het in de Groep bereikte akkoord of compromis. Er is niet gewezen op mogelijk ernstige risico’s met onomkeerbare gevolgen.

Effectbeoordeling

De voorgestelde wijziging is louter technisch van aard en betreft uitsluitend het toepassingsgebied van in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1387/2013 opgenomen schorsingen. Daarom is voor dit voorstel geen effectbeoordeling verricht.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, met een derving van douanerechten voor een bedrag aan schorsingen van circa 47,6 miljoen EUR per jaar. Voor de traditionele eigen middelen van de begroting komt dit neer op minderontvangsten ten belope van 38,1 miljoen EUR per jaar (dat wil zeggen 80 % van het totale bedrag). Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van het voorstel voor de begroting.

De derving van traditionele eigen middelen moet worden gecompenseerd door de eigenmiddelenbijdragen op basis van het bruto nationaal inkomen (bni) van de lidstaten.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De voorgestelde maatregelen worden beheerd in het kader van het Geïntegreerd Tarief van de Europese Unie (Taric) en toegepast door de douanediensten van de lidstaten.