Toelichting bij COM(2020)783 - Ondertekening van de Overeenkomst met Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van Kaapverdië en van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Kaapverdië en de EU hebben al meer dan 35 jaar een nauwe en zeer constructieve relatie, die met name is gebaseerd op aanzienlijke en voortdurende ontwikkelingssamenwerking. Sinds november 2007 worden de betrekkingen tussen de EU en Kaapverdië geregeld door het speciaal partnerschap tussen de EU en Kaapverdië, dat een ambitieus instrument is voor de versterking van de bilaterale betrekkingen en een uniek geval binnen de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS). Een van de doelstellingen van het speciaal partnerschap is de mobiliteit en de intermenselijke contacten tussen de burgers van de EU en Kaapverdië te verbeteren en de samenwerking bij de bestrijding van irreguliere immigratie te intensiveren. In het kader van dit partnerschap heeft Kaapverdië in 2008 als eerste Afrikaans land een mobiliteitspartnerschap met de EU gesloten en vervolgens een overeenkomst inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie 1 , die tegelijk is aangenomen met een overeenkomst inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven 2 . Beide overeenkomsten zijn op 1 december 2014 in werking getreden.

Deze overeenkomsten worden inmiddels al bijna vijf jaar uitgevoerd. Het krachtens de bestaande overeenkomst opgerichte Gemengd Comité heeft daarom onderzocht, in het licht van de ingrijpende wijzigingen van zowel de interne visumwetgeving van de EU als die van Kaapverdië, namelijk de herziening van de Visumcode van de EU 3 en het besluit van Kaapverdië om EU-burgers vrij te stellen van de visumplicht voor een verblijf van maximaal 30 dagen 4 , of het nodig is bepaalde daarin vastgestelde regels te wijzigen teneinde deze aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden.

Op basis daarvan heeft de Commissie op 13 september 2019 bij de Raad een aanbeveling 5 ingediend met het oog op het verkrijgen van richtsnoeren voor onderhandelingen over een overeenkomst tot wijziging van de bestaande visumversoepelingsovereenkomst met de Republiek Kaapverdië.

Nadat de Raad op 29 oktober 2019 machtiging had verleend 6 , werden op 28 november 2019 in Brussel de onderhandelingen met de Republiek Kaapverdië officieel geopend. Op 30 januari 2020 vond nog een onderhandelingsronde plaats in Praia, waar de hoofdonderhandelaars tot een beginselakkoord over de ontwerptekst kwamen. Op 24 juli 2020 werd de tekst van de overeenkomst door de hoofdonderhandelaars geparafeerd door uitwisseling van e-mails.

De lidstaten zijn in alle fasen van de onderhandelingen regelmatig op de hoogte gehouden en geraadpleegd in de desbetreffende werkgroepen van de Raad. De definitieve ontwerptekst van de overeenkomst is voorgelegd aan de Werkgroep Visa en op 27 maart 2020 via een stilzwijgende procedure algemeen goedgekeurd.

Bijgaand voorstel betreft het rechtsinstrument voor de ondertekening van de overeenkomst. De Raad zal met gekwalificeerde meerderheid een besluit nemen.

2. DOEL EN INHOUD VAN DE OVEREENKOMST

De overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie, hierna “de overeenkomst” genoemd, heeft als doel om op basis van wederkerigheid de afgifte van visa voor voorgenomen verblijven van ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen te versoepelen.

De Commissie is van oordeel dat de door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn bereikt en dat de ontwerpovereenkomst aanvaardbaar is voor de Unie.

1.

De uiteindelijke inhoud ervan kan als volgt worden samengevat:


– de leges voor de behandeling van visumaanvragen worden verlaagd tot 75 % van het overeenkomstig de toepasselijke nationale wetgeving in rekening te brengen bedrag (d.w.z. 60 EUR voor Kaapverdische burgers). Deze leges gelden voor alle visumaanvragers. Echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen) die jonger zijn dan 21 jaar of ten laste komen van de aanvrager, en ouders van burgers van Kaapverdië die legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven of van burgers van de Unie die verblijven in de lidstaat waarvan zij de nationaliteit hebben, worden bovendien volledig van deze verplichting vrijgesteld. Verder worden voor kinderen van 12 jaar of ouder (maar jonger dan 18 jaar) de leges verder verlaagd met 50 % van het algemeen toepasselijke bedrag (d.w.z. 30 EUR voor Kaapverdische burgers);

– voor de volgende categorieën aanvragers geldt een vereenvoudiging ten aanzien van de over te leggen documenten betreffende het doel van de reis: leden van officiële delegaties; zakenlieden; echtgenoten, kinderen en ouders van burgers van de Unie of Kaapverdische burgers die legaal in de EU verblijven; scholieren, studenten en postdoctoraalstudenten; deelnemers aan wetenschappelijke, culturele, sportieve en religieuze evenementen; journalisten en hun begeleiders; personen die om medische redenen reizen. Deze categorieën personen hoeven om het doel van hun reis te staven alleen over de in de overeenkomst genoemde documenten te beschikken; aanvragers die rechtmatig gebruik hebben gemaakt van een eerder afgegeven meervoudig visum met een geldigheidsduur van ten minste één jaar, hoeven geen bewijs van logies over te leggen.

– de regels voor de afgifte van meervoudige visa zijn gewijzigd: er wordt meer gelet op eerder rechtmatig gebruik van visa tijdens bepaalde referentieperioden dan op het door de aanvrager opgegeven doel van de reis: in de regel wordt een meervoudig visum van 1 jaar afgegeven aan aanvragers die in de voorafgaande 18 maanden rechtmatig gebruik hebben gemaakt van één visum; een meervoudig visum van 2 jaar wordt afgegeven aan aanvragers die in de voorafgaande 30 maanden rechtmatig gebruik hebben gemaakt van een meervoudig visum van 1 jaar; een meervoudig visum van 3 tot 5 jaar wordt afgegeven aan aanvragers die in de voorafgaande 42 maanden rechtmatig gebruik hebben gemaakt van een meervoudig visum van 2 jaar.

– houders van een geldig laissez-passer van de EU zijn vrijgesteld van de visumplicht voor kort verblijf.

– de slotbepalingen voorzien in de mogelijkheid voor de partijen om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te schorten om elke passend geachte reden. In een gemeenschappelijke verklaring over artikel 12, lid 5, van de overeenkomst betreffende de gronden voor de opschorting van de overeenkomst is een niet-limitatieve lijst van redenen van opschorting opgenomen, zoals in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de volksgezondheid, overwegingen inzake mensenrechten en democratie of niet-verlening van medewerking op het gebied van overname;

– de algemene bepaling van de overeenkomst wordt zodanig gewijzigd dat: de faciliteiten die aan burgers van Kaapverdië worden verleend, ook worden verleend aan burgers van de Unie indien hun opnieuw de visumplicht wordt opgelegd indien zij Kaapverdië willen bezoeken voor een verblijf van ten hoogste 30 dagen; ten minste dezelfde versoepelingen worden verleend aan burgers van de Unie wanneer zij een Kaapverdisch visum aanvragen voor een verblijf van meer dan 30 dagen, maar niet langer dan 90 dagen. Aan de overeenkomst is een gemeenschappelijke verklaring gehecht betreffende de regels voor de afgifte van Kaapverdische visa aan burgers van de Unie voor een verblijf van meer dan 30 maar niet meer dan 90 dagen, waarin is bepaald dat burgers van de Unie op het grondgebied van Kaapverdië bij de bevoegde autoriteiten een verzoek tot verlenging van hun verblijf kunnen indienen;

– de gezamenlijke verklaring over de samenwerking op het gebied van reisdocumenten en de regelmatige uitwisseling van informatie over de beveiliging van reisdocumenten wordt gewijzigd door er een verwijzing in op te nemen naar de interne wetgeving van Kaapverdië inzake de invoering van biometrische reisdocumenten;

– de specifieke situatie van Denemarken en Ierland wordt belicht in de preambule en in gemeenschappelijke verklaringen die aan de overeenkomst zijn gehecht.

3. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel wordt aan de Raad voorgelegd met het oog op de verlening van een machtiging tot ondertekening van de overeenkomst.

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 77, lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), in samenhang met artikel 218, lid 5.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Krachtens artikel 77, lid 2, onder a), VWEU vallen onderhandelingen over en sluiting van overeenkomsten waarvan de bepalingen van invloed zijn op de regels voor de afgifte van Schengenvisa voor kort verblijf onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie.

Evenredigheid

Het voorstel gaat niet verder dan nodig is om het doel ervan te verwezenlijken, namelijk de ondertekening van een internationale overeenkomst inzake de versoepeling van de afgifte van visa aan burgers van Kaapverdië en, op basis van wederkerigheid, de Unie.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel leidt niet tot extra kosten voor de EU-begroting.

5. CONCLUSIE

In het licht van bovengenoemde resultaten stelt de Commissie voor dat de Raad besluit de overeenkomst namens de Unie te laten ondertekenen en de voorzitter van de Raad te machtigen om de tot ondertekening namens de Unie bevoegde persoon of personen aan te wijzen.