Toelichting bij COM(2020)810 - Evaluatie van de belangrijkste bevindingen van de pilotstudies inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en het indexcijfer van de huizenprijzen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

2.

Brussel, 14.12.2020


COM(2020) 810 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot evaluatie van de belangrijkste bevindingen van de pilotstudies die zijn ingesteld op grond van Verordening (EU) 2016/792 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en het indexcijfer van de huizenprijzen


Inhoudsopgave

1.

Achtergrond



Verordening (EU) 2016/792 van het Europees Parlement en de Raad betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en van de huizenprijzen is in mei 2016 goedgekeurd 1 . Bij deze verordening is een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (HICP), het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen tegen constante belastingtarieven (HICP-CT), het indexcijfer van de prijzen van door de eigenaar bewoonde woningen (OOHPI), en het indexcijfer van de huizenprijzen (HPI). Deze vier indexcijfers worden gezamenlijk aangeduid als de “geharmoniseerde indexcijfers”.

Op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2016/792 kan de Commissie het initiatief tot proefstudies nemen — die op vrijwillige basis door de lidstaten worden uitgevoerd — wanneer er betere basisgegevens nodig zijn voor de samenstelling van de geharmoniseerde indexcijfers of wanneer de noodzaak van een betere vergelijkbaarheid van de geharmoniseerde indexcijfers wordt vastgesteld.

Deze proefstudies worden in voorkomend geval medegefinancierd uit de algemene begroting van de Unie.

In deze studies wordt nagegaan of het haalbaar is om betere basisinformatie te verkrijgen dan wel of nieuwe methodologische benaderingen moeten worden vastgesteld.

De resultaten van de proefstudies worden geëvalueerd door de Commissie (Eurostat) in nauwe samenwerking met de lidstaten en de voornaamste gebruikers van de geharmoniseerde indicatoren, waarbij rekening wordt gehouden met de voordelen van betere basisinformatie of nieuwe methodologische benaderingen ten opzichte van de extra kosten van de productie van geharmoniseerde indexcijfers.

Uiterlijk op 31 december 2020 en daarna om de vijf jaar dient de Commissie een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad waarin in voorkomend geval de belangrijkste resultaten van de proefstudies worden geëvalueerd. Die verplichting wordt met dit verslag vervuld.

3.

2.Krachtens Verordening (EU) 2016/792 uitgevoerde proefstudies


Sinds de vaststelling van Verordening (EU) 2016/792 zijn twee reeksen proefstudies voltooid, ondersteund met subsidies uit de algemene begroting van de Unie voor de jaren 2016 en 2017. In de daaropvolgende jaren zijn nog meer reeksen in gang gezet, maar de in het kader van die reeksen gefinancierde studies lopen nog en kunnen nog niet worden geëvalueerd.

2.1. Proefstudies die op de begroting voor 2016 berusten

In 2016 werd een oproep tot het indienen van voorstellen 2 gedaan die betrekking had op de onderstaande doelstellingen:

Doelstelling A: automatisch koppelen van GTIN-codes 3 /winkelspecifieke codes aan ECOICOP 4

4.

Doelstelling B: benutten van scannergegevens van supermarkten of andere detailhandelaars


Doelstelling C: ontwikkelen van nieuwe methoden voor het verwerken van scannergegevens of andere transactiegegevens

Doelstelling D: scrapen als een bron voor de HICP

Doelstelling E: verbeteren van de samenstelling van bestedingsgewichten van de HICP, met inbegrip van gewichten van internetaankopen

De bedoeling van de eerste drie doelstellingen was het bestuderen van diverse technische aspecten omtrent het gebruik van betere basisinformatie afkomstig uit scannergegevens van supermarkten en andere detailhandelaars. Gegevens die automatisch van het internet worden verzameld (“scrapen”), vormen een andere nieuwe bron van betere basisinformatie (behorend bij de vierde doelstelling). Deze doelstellingen dienen ook ter ondersteuning van methodologische studies die de vergelijkbaarheid van de geharmoniseerde indexcijfers vergroten wat betreft de verwerking van deze nieuwe gegevensbronnen. De vijfde doelstelling beoogt betere vergelijkbaarheid tussen landen alsook toegang tot betere basisinformatie over de samenstelling van bestedingsgewichten, in het bijzonder gezien het groeiend aandeel internetaankopen in veel lidstaten.

Er werden subsidies toegekend aan 15 proefstudies in tien lidstaten en één EVA-land. Van die 15 studies hadden er acht betrekking op scannergegevens (de doelstellingen A, B en C), zes op scrapen (doelstelling D) en één op bestedingsgewichten (doelstelling E). De totale begroting voor deze projecten bedroeg 1 180 835,04 EUR.

De oproep tot het indienen van voorstellen van 2016 bevatte ook doelstellingen met betrekking tot statistieken inzake onroerend goed. Deze studies hielden echter verband met onderwerpen die buiten het bestek van Verordening (EU) 2016/792 vielen (kwartaalindicatoren van woningverkopen, regionale indexcijfers van woningprijzen en indicatoren van zakelijk onroerend goed). De in het kader van deze doelstellingen gefinancierde projecten worden daarom niet beschouwd als proefstudies in de zin van artikel 8 van Verordening (EU) 2016/792.

2.2. Proefstudies die op de begroting voor 2017 berusten

In 2017 werd een nieuwe oproep tot het indienen van voorstellen 5 gedaan die betrekking had op de onderstaande doelstellingen:

5.

Doelstelling 1: benutten van transactiegegevens in procedures voor de samenstelling van de HICP


Doelstelling 2: de steekproef- en samenstellingsmethoden van de HICP afstemmen op de uitdagingen van de digitale economie

Doelstelling 3: betere methoden voor kwaliteitscorrecties voor de HICP

De eerste doelstelling was aanleiding voor nadere proefstudies naar het gebruik van scannergegevens van supermarkten of andere verkooppunten, met als doel betere basisinformatie en betere vergelijkbaarheid van de methoden die aan de HICP ten grondslag liggen 6 . De tweede en derde doelstelling dienden ertoe de vergelijkbaarheid van diverse aspecten van de HICP-methodiek te verbeteren, met name ten aanzien van de steekproeftrekking en kwaliteitscorrectie. De toenemende digitalisering van de samenleving en de economie levert problemen op voor de prijsbepaling, een onderwerp dat in het kader van deze doelstellingen kan worden bestudeerd.

Er werden subsidies toegekend aan 15 proefstudies in negen lidstaten en één EVA-land. Van die 15 studies hadden er vijf betrekking op scannergegevens (doelstelling 1), vijf op de digitale economie (doelstelling 2) en vijf op kwaliteitscorrecties (doelstelling 3). De totale begroting voor deze projecten bedroeg 1 081 642,46 EUR.

Evenals de oproep tot het indienen van voorstellen van 2016 bevatte de oproep van 2017 tevens doelstellingen met betrekking tot statistieken inzake onroerend goed die verband hielden met onderwerpen die buiten het bestek van Verordening (EU) 2016/792 vielen (kwartaalindicatoren van woningverkopen, regionale indexcijfers van woningprijzen en indicatoren van zakelijk onroerend goed). De in het kader van deze doelstellingen gefinancierde projecten worden daarom evenmin beschouwd als proefstudies in de zin van artikel 8 van Verordening (EU) 2016/792.

6.

3.Evaluatie van de proefstudies


Hoewel de Commissie als enige verantwoordelijk is voor de evaluatie en de goedkeuring van de eindverslagen over de proefstudies, worden de uitkomsten gedeeld met de nationale bureaus voor de statistiek van andere lidstaten en EVA-landen en met de Europese Centrale Bank, die de hoofdgebruiker van de HICP is. De proefstudies worden — zowel tijdens de uitvoering als na afronding ervan — in workshops gepresenteerd. De eindverslagen worden door middel van een online applicatie (CIRCABC, communicatie- en informatiedocumentatiecentrum voor overheden, bedrijven en burgers) onder de bovengenoemde instellingen verspreid.

Dankzij deze informatie-uitwisseling kunnen alle nationale bureaus voor de statistiek kennisnemen van en lering trekken uit de ervaringen van anderen. De uitkomsten van de proefstudies worden ook door collega-instellingen besproken, waardoor die beste praktijken in kaart kunnen brengen. Dit bevordert een gemeenschappelijke interpretatie en gemeenschappelijke benaderingen, wat essentieel is voor het continue verbeteren van de vergelijkbaarheid van de geharmoniseerde indexcijfers.

De in 2016 en 2017 in gang gezette proefstudies hebben ertoe geleid dat een groter aantal landen voor de HICP gebruikmaakt van scannergegevens en/of scrapen als gegevensbronnen. Ook neemt het aantal productgroepen waarop deze nieuwe gegevensbronnen betrekking hebben gestaag toe.

Op dit moment maken tien lidstaten en alle drie de EVA-landen voor hun HICP tot op zekere hoogte gebruik van scannergegevens als gegevensbron. Daarnaast bleek uit een begin 2020 onder nationale bureaus voor de statistiek gehouden enquête dat momenteel 15 lidstaten en twee EVA-landen voor het opstellen van hun HICP in wisselende mate gebruikmaken van scrapen.

De voornaamste voordelen van de nieuwe gegevensbronnen zijn de grotere dekking en representativiteit van steekproeven die kan worden behaald ten opzichte van de traditionele, “handmatige” verzameling van prijzen in winkels, wat betrouwbaardere metingen van prijsveranderingen oplevert. Tegelijkertijd zijn de nieuwe gegevensbronnen over het algemeen minder kostbaar dan de traditionele methoden voor het verzamelen van prijzen.

Het toegenomen gebruik van nieuwe gegevensbronnen is niet alleen aan de door de EU gefinancierde proefstudies te danken, want veel landen hebben de benodigde proef- en ontwikkelingsactiviteiten uit de eigen begroting bekostigd. Niettemin hebben de proefstudies een belangrijke rol gespeeld bij de voortgang inzake het gebruik van nieuwe gegevensbronnen voor de HICP.

Het is minder eenvoudig om de bijdrage van de projecten aan de betere vergelijkbaarheid vast te stellen (doelstelling E in 2016 en de doelstellingen 2 en 3 in 2017). De resultaten van de meeste projecten (bv. betere procedures voor steekproeftrekking en kwaliteitscorrectie) zijn of zullen evenwel in de HICP worden verwerkt en zodoende zorgen voor een hogere kwaliteit van de HICP in de desbetreffende landen. De projecten hebben daarnaast bijgedragen aan de gemeenschappelijke kennis- en ervaringspool over steekproeftrekking en kwaliteitscorrecties en zijn dus in algemene zin een stimulans voor harmonisatie. De uitkomsten zullen bijvoorbeeld worden gebruikt voor het ontwikkelen van betere richtsnoeren en aanbevelingen over deze procedures, inclusief actualiseringen van de “Methodological Manual” 7 voor de HICP, en kunnen op den duur resulteren in uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Verordening (EU) 2016/792.

7.

4.Conclusies


Uit de in dit verslag gepresenteerde evaluatie van de uitkomsten van de proefstudies die vanuit de begroting van de Unie voor 2016 en 2017 zijn gefinancierd, blijkt dat de proefstudies een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe gegevensbronnen voor de HICP. Daarnaast hebben diverse lidstaten en EVA-landen hun methodologische benadering kunnen verbeteren en hebben zij zo bijgedragen aan het gemeenschappelijke kennisbestand over deze onderwerpen. Bovenal geldt dat het gebruik van nieuwe gegevensbronnen de kwaliteit van de HICP zal doen stijgen terwijl de kosten die met de samenstelling ervan zijn gemoeid, zullen dalen.

De Commissie beschouwt de proefstudies als een belangrijk instrument voor de permanente verbetering van de geharmoniseerde indexcijfers en is derhalve voornemens de financiering ervan te handhaven.


(1)

PB L 135 van 24.5.2016, blz. 11.

(2)

Beperkt tot de nationale statistische diensten van de lidstaten en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA).

(3)

Global Trade Item Number.

(4)

European Classification of Individual Consumption According to Purpose (Europese classificatie van individuele consumptie naar doel).

(5)

Eveneens beperkt tot de nationale statistische diensten van de lidstaten en de EVA-landen.

(6)

Aangezien de HICP tegen constante belastingtarieven (HICP-CT) wordt verkregen uit de HICP, zijn alle verbeteringen ten aanzien van de HICP evenzeer op de HICP-CT van toepassing. In de rest van dit verslag omvat de “HICP” tevens de HICP-CT.

(7)

Zie https://ec.europa.eu/eurostat/documents/3859598/9479325/KS-GQ-17-015-EN-N.pdf/d5e63427-c588-479f-9b19-f4b4d698f2a2