Toelichting bij COM(2020)807 - Activiteiten van de IFRS-stichting, de EFRAG en de PIOB in 2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 14.12.2020


COM(2020) 807 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de activiteiten van de IFRS-stichting, de EFRAG en de PIOB
in 2019


1. Doel en reikwijdte van het verslag

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 258/2014 1 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/827 2 , verstrekt de Europese Unie medefinanciering aan drie organisaties die actief zijn op het gebied van financiële verslaglegging en controle van jaarrekeningen: de International Financial Reporting Standards Foundation (IFRS-stichting), de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) en de Public Interest Oversight Board (PIOB). Het medefinancieringsprogramma neemt de vorm aan van exploitatiesubsidies.

Dit verslag, dat vereist is op grond van artikel 9, lid 3, van de verordening, is bedoeld om verslag uit te brengen over de meest recente ontwikkelingen met betrekking tot de activiteiten van deze drie organen in 2019 3 . Wanneer dit nuttig wordt geacht voor het doel van dit verslag, worden echter ook gebeurtenissen genoemd die in 2020 hebben plaatsgevonden (bv. nieuwe uitdagingen die zijn gerezen in het kader van het nieuwe Europese actieplan “Duurzame groei financieren” (2018) of in de context van de mondiale COVID-19-pandemie).

Als follow-up bij het verslag-Stolojan 4 en overeenkomstig overweging 9 van de verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 258/2014 bevat dit verslag ook een evaluatie door de Commissie van het beheer van die drie organen, met name op het gebied van de preventie van belangenconflicten, transparantie, de diversiteit van de deskundigen, de diversificatie van de financiering, publieke verantwoording en toegang van het publiek tot documenten.

1.1.Structuur van het verslag

Het verslag is gestructureerd als volgt:

·Afdeling 2: International Financial Reporting Standards Foundation — bevat een overzicht van de werkzaamheden van de IFRS-stichting en het beheer ervan in 2019;

·Afdeling 3: European Financial Reporting Advisory Group — bevat een overzicht van de werkzaamheden van de EFRAG en het beheer ervan in 2019;

·Afdeling 4: Public Interest Oversight Board — bevat een overzicht van de werkzaamheden van PIOB en het beheer ervan in 2019;

·Afdeling 5: Conclusies over de relevantie van het financieringsprogramma.

2. International Financial Reporting Standards Foundation

2.1.Overzicht van IFRS-activiteiten

2.1.1.Vaststelling van standaarden

In september 2019 heeft de International Accounting Standards Board (IASB) fase 1 van het project “Hervorming IBOR en gevolgen daarvan voor de financiële verslaglegging” voltooid met de publicatie van wijzigingen in internationale standaarden voor financiële verslaglegging (International Financial Reporting Standards, IFRS) 9 “Financiële instrumenten” en de voorganger daarvan, internationale standaard voor jaarrekeningen (International Accounting Standards, IAS) 39 “Financiële instrumenten: opname en waardering”. Daarbij was het vooral de bedoeling om in te gaan op de gevolgen voor de boekhoudkundige behandeling van bestaande afdekkingsrelaties alvorens de referentierentevoeten daadwerkelijk te vervangen. Vervolgens heeft de IASB in augustus 2020 fase 2 van het project gelanceerd. IBOR fase 2 heeft tot doel te voorkomen dat IFRS tot ongewenste boekhoudkundige gevolgen zouden leiden bij de daadwerkelijke vervanging van de referentierentevoeten, in het bijzonder voor hedge accounting.

In 2019 heeft de IASB wijzigingen in IFRS 17 “Verzekeringscontracten” voorbereid, die in juni 2020 zijn aangenomen. Die wijzigingen zijn erop gericht de uitvoeringskosten te drukken en het voor ondernemingen gemakkelijker te maken om de resultaten van de toepassing van IFRS 17 uit te leggen aan beleggers en aan anderen. In die context heeft de IASB het besluit genomen om de uiterste datum voor de toepassing van IFRS 17 te verschuiven van 1 januari 2021 naar 1 januari 2023 en de regeling voor de verzekeringssector die in de mogelijkheid van uitstel van de toepassing van IFRS 9 “Financieringsinstrumenten” voorziet, te verlengen.

Sinds maart 2020 heeft de mondiale COVID-19-pandemie tot een volksgezondheidscrisis geleid en tot een bijbehorende sluiting van heel wat delen van de mondiale economie. De IASB en zijn medewerkers zijn daarom ondersteuning beginnen te bieden aan belanghebbenden door COVID-19-gerelateerde vragen over de toepassing van IFRS-standaarden te beantwoorden, specifieke boekhoudkundige verlichting te bieden en het werkprogramma van de IASB aan te passen, onder meer door minder kritieke raadplegingen uit te stellen. Zo werd IFRS 16 “Leaseovereenkomsten” gewijzigd om de boekhouding door entiteiten voor COVID-19-gerelateerde tegemoetkomingen voor leases, zoals huurverlof en tijdelijke huurvermindering, te vergemakkelijken.

Een volledig overzicht van de werkzaamheden van de International Accounting Standards Board (IASB) op het gebied van vaststelling van standaarden, met inbegrip van het werk van het IFRS Interpretations Committee (IFRIC), en lopende goedkeuringsprocedures is te vinden in aanhangsel 1 bij dit verslag.

Tot slot heeft de IFRS-stichting de IFRS-taxonomie bijgewerkt om rekening te houden met de nieuwe standaarden en de wijzigingen 5 .

2.1.2.Onderzoeksprojecten

Het werkprogramma 2017-2021 van de IASB is gericht op het verbeteren en ondersteunen van de bestaande standaarden, het bevorderen van een betere communicatie en het ondersteunen van de implementatie. In 2019 heeft de IASB in het kader van zijn project over “Betere communicatie” zijn technische discussies afgerond en in december zijn voorontwerp “Algemene presentatie en toelichting” gepubliceerd, waarin verbeteringen voor de opbouw en inhoud van de financiële basisoverzichten werden voorgesteld, waarbij de nadruk werd gelegd op de staat van de financiële resultaten.

De IASB heeft ook het onderzoeksproject met betrekking tot winningsactiviteiten voortgezet, met het oog op een mogelijke vervanging van IFRS 6 “Exploratie en evaluatie van minerale hulpbronnen”.

In het kader van zijn follow-up bij de postimplementatiecontrole van IFRS 3 “Bedrijfscombinaties” heeft de IASB de mogelijkheden verkend voor een vereenvoudiging van de boekhoudkundige verwerking van goodwill en een doelgerichte verbetering van de waardeverminderingstest (“impairment test”) en heeft hij in het eerste kwartaal van 2020 een discussienota opgesteld.

De IASB ging in 2019 van start met de postimplementatiecontrole van IFRS 10 “Geconsolideerde jaarrekening”, IFRS 11 “Gezamenlijke overeenkomsten” en IFRS 12 “Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten”.

2.1.3.Uitgebreide evaluatie van de “IFRS voor kmo’s

In 2019 is de IASB met de tweede uitgebreide evaluatie van de “IFRS voor kmo’s” gestart om de “IFRS voor kmo’s” volledig in overeenstemming te brengen met de IFRS-normen, zonder onnodige kosten en inspanningen te veroorzaken voor kmo’s. In januari 2020 heeft de IASB een verzoek om informatie gepubliceerd.

2.2.Algemene beginselen die aan de ontwikkeling van nieuwe standaarden ten grondslag liggen

2.2.1.Algemene beginselen

De beginselen inzake de vaststelling van standaarden (het “due process”) zijn beschreven in het handboek voor de vaststelling van standaarden (het “Due Process Handbook”). Op de toepassing daarvan wordt toegezien door een speciale commissie van toezicht onder de naam Due Process Oversight Committee (DPOC). In 2019 heeft het DPOC zijn evaluatie van het Due Process Handbook voortgezet teneinde de standaarden doeltreffender te maken. Het gewijzigde handboek is in 2020 gepubliceerd. Een van de nieuwe beginselen is dat de IASB in de toekomst voorlichtingsmateriaal moet publiceren om reeds voor de toepassingsdatum vragen rond de toepassing van een nieuwe standaard te beantwoorden.

In het gewijzigde Due Process Handbook staat dat de effectbeoordelingen door de IASB gericht moeten zijn op de verbetering van de financiële verslaglegging, waarbij rekening moet worden gehouden met de implementatiekosten en tevens moet worden onderzocht welke gevolgen grotere transparantie voor de financiële stabiliteit kan hebben. Ook wordt de effectbeoordeling in alle stadia van de procedure voor de vaststelling van standaarden geïntegreerd. Wat de bredere economische effecten van nieuwe verslagleggingsvereisten betreft, wordt in de wijzigingen benadrukt dat het over het algemeen niet mogelijk is deze te becijferen, maar dat de IASB waar nodig een beoordeling kan maken van specifieke economische effecten. De gewijzigde versie voldoet niet volledig aan de verwachtingen die de Europese Commissie als lid van de Monitoring Board kenbaar heeft gemaakt, aangezien het de kloof tussen de beperkte reikwijdte van de effectbeoordeling van de IASB enerzijds en de goedkeuringscriteria van het Europees openbaar belang als bedoeld in de IAS-verordening anderzijds mogelijk niet in voldoende mate kan overbruggen.

2.3.Bestuur, integriteit en verantwoordingsplicht

2.3.1.Overzicht

De IFRS-stichting is een organisatie zonder winstoogmerk in de zin van de General Corporation Law of the state of Delaware (Verenigde Staten) en ontplooit haar activiteiten als een overzees lichaam in het Verenigd Koninkrijk.

De IFRS-stichting wordt bestuurd door een raad van trustees bestaande uit 22 leden die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het algemeen toezicht op en de benoemingen binnen de IASB. De trustees zijn in 2019 driemaal bijeengekomen. De benoeming van trustees geschiedt volgens een zetelverdeling per geografische herkomst en is onderhevig aan de voorafgaande toestemming van de Monitoring Board. Dit is bedoeld om te voorzien in een koppeling met overheidsdiensten. De Europese Commissie heeft zitting in de Monitoring Board. De Monitoring Board is in 2019 twee keer bijeengekomen. De IASB bestaat uit 14 leden die door de trustees zijn benoemd met inachtneming van onder meer de vereisten ten aanzien van geografisch evenwicht. De IASB-leden worden benoemd voor vijf jaar en deze termijn kan één keer worden verlengd. De IASB is verantwoordelijk voor de vaststelling van de standaarden. In 2019 heeft de IASB 13 bestuursvergaderingen gehouden. De trustees benoemen tevens de 14 leden van het IFRIC. Dit comité houdt zich bezig met het interpreteren van de toepassing van de IFRS-standaarden en het bieden van begeleiding bij kwesties op het gebied van financiële verslaglegging. Daarnaast biedt de Advisory Council van de IFRS-stichting een forum voor deelneming door organisaties en personen. De leden daarvan worden eveneens benoemd door de raad van trustees en dienen door de raad te worden geraadpleegd in geval van beslissingen over grote projecten.

2.3.2.Transparantievoorschriften

Alle vergaderingen van de IASB en het IFRIC zijn in principe openbaar. De agenda’s van de vergaderingen worden openbaar gemaakt en de vergaderingen zelf kunnen via webcast worden bekeken.

Wat transparantieregisters betreft, heeft de IFRS-stichting in augustus 2019 een register met gegevens over de betrokken belanghebbenden gepubliceerd voor leden van de IASB. Dat register wordt elk kwartaal op haar website 6 gepubliceerd en bevat een lijst van alle vergaderingen met belanghebbenden. Het eerste verslag is gepubliceerd in december 2019.

2.3.3.Vertegenwoordiging van belanghebbenden

Volgens de evaluatie van de structuur en doeltreffendheid van de stichting die door de trustees in 2015 is uitgevoerd, dient de samenstelling van de raad van trustees een representatieve afspiegeling te zijn van de kapitaalmarkten van de wereld en onderworpen te zijn aan de vereisten ten aanzien van geografisch evenwicht met het oog op een gelijke vertegenwoordiging van Amerika, Azië-Oceanië en Europa.

In de statuten van de IFRS-stichting is bepaald dat zes trustees uit elk van deze drie regio’s en één trustee uit Afrika worden benoemd, alsmede drie trustees uit om het even welke regio, met inachtneming van het algehele geografische evenwicht. Evenzo geldt voor de benoeming van leden van de IASB dat vier leden uit elke regio, één lid uit Afrika en één lid uit een willekeurige regio worden aangewezen.

Op 1 januari 2019 zijn drie nieuwe trustees van de IFRS-stichting benoemd (Sarah J. Al Suhaimi [overig]; dr. Suresh Kana [Afrika] en Kazyyuki Masu [Azië-Oceanië]) en is één termijn verlengd (Guillermo Babatz [Amerika]).

Per 31 december 2019 bestond de Advisory Council van de IFRS-stichting uit 51 organisaties met 50 individuele leden. De Europese Commissie neemt deel als waarnemer. Daarnaast zijn ook de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) lid van de Advisory Council van de IFRS-stichting.

2.3.4.Verantwoording aan het Europees Parlement

Als onderdeel van Verordening (EU) 2017/827 7 moet er aan het Europees Parlement volledig verslag worden gedaan van de ontwikkeling van IFRS. De jaarlijkse gedachtewisseling tussen de Commissie economische en monetaire zaken (ECON) van het Europees Parlement en de heer Hoogervorst, voorzitter van de IASB, en de heer Liikanen, voorzitter van de raad van trustees van de IFRS-stichting, heeft op 26 februari 2019 en op 18 februari 2020 plaatsgevonden.

2.3.5.Preventie van belangenconflicten

De trustees van de IFRS-stichting worden benoemd voor een termijn van drie jaar die één keer kan worden verlengd en moeten zich verbinden tot handelen in het openbaar belang. Op verzoek van de Monitoring Board is in 2018 een gewijzigd beleid inzake belangenconflicten vastgesteld. Hierbij werd het beginsel geïntroduceerd dat een trustee niet in dienst mag zijn van een organisatie waarbij een lid van de Monitoring Board is aangesteld. De voorzitter van de raad van trustees is echter bevoegd om in uitzonderlijke omstandigheden af te wijken van dit beginsel.

Slechts één lid van de IASB mag deeltijdlid zijn. Voltijds leden zijn krachtens de statuten van de IFRS-stichting gehouden alle relaties met werknemers en andere banden die van invloed kunnen zijn op hun onafhankelijkheid, te verbreken. Noch detachering door een werkgever noch het recht tot herintreding bij de voormalige werkgever is toegestaan.

2.3.6.Verdeling van de financiering

In 2019 heeft de IFRS-stichting van de Europese Unie een subsidie ontvangen van 4,7 miljoen EUR. Dit is 20,7 % van de in totaal ontvangen financiering. Volgens de uitsplitsing van de IFRS-stichting leverde de EU de grootste bijdrage, gevolgd door de internationale accountantsbureaus, met 19,8 % in 2019.

De neerwaartse trend in de bijdragen aan de IFRS-stichting de afgelopen jaren heeft zich in 2019 doorgezet. De gerapporteerde bijdragen zijn in 2019 met 10,8 % gedaald (gecorrigeerd voor wisselkoerseffecten: 10,6 %). De sterkste dalingen in bijdragen werden opgetekend in Zuid-Afrika (-95 %), Spanje (-71 %), Hongkong (-67 %), Brazilië (-48 %), de Verenigde Staten 8 (-34 %), de internationale auditnetwerken (-30 %), Zwitserland (-19 %) en Duitsland (-9 %). Aanhangsel 2 bevat een overzicht van de financiering, uitgesplitst naar de voornaamste geografische gebieden. Daaruit blijkt duidelijk dat de EU en de VS weliswaar op gelijke voet zijn vertegenwoordigd in de raad van trustees (elk met zes trustees) en de IASB (elk met vier leden), maar dat het “Pan-Amerikaans” gebied slechts een aandeel van maximaal 5,1 % in de financiering van de stichting heeft, terwijl de EU en Azië-Oceanië 38,5 % respectievelijk 33,5 % van de totale bijdragen leveren. Het relatieve aandeel van de EU-begroting en de lidstaten is gestegen ten opzichte van 2018 (van 35,8 naar 38,5 %). De daling van de gerapporteerde bijdragen van internationale auditnetwerken werd gedeeltelijk opgevangen door een commerciële regeling, die tot hogere licentie-inkomsten heeft geleid.

De IFRS-stichting heeft een netto-overschot van 3,8 miljoen GBP gerapporteerd. De aangehouden reserve per 31 december 2019 bedroeg 38,1 miljoen GBP.

3. European Financial Reporting Advisory Group

3.1.Overzicht van de activiteiten van de EFRAG

De werkzaamheden van de EFRAG zijn onder te verdelen in drie grote categorieën:

-De voornaamste taak van de EFRAG blijft het verlenen van advies aan de Europese Commissie met betrekking tot de vraag of nieuwe dan wel herziene standaarden voldoen aan de goedkeuringscriteria die zijn vastgesteld in de IAS-verordening betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen. Deze criteria omvatten onder meer de naleving van de vereisten van een “getrouw beeld” en het Europees openbaar belang. Praktijktests, effectbeoordelingen en outreachactiviteiten vormen belangrijke onderdelen van het werk in verband met de goedkeuringsadviezen van de EFRAG.


-De tweede belangrijke activiteit van de EFRAG zijn de IFRS-gerelateerde werkzaamheden, waaronder onderzoekswerkzaamheden en -activiteiten die bijdragen aan de vaststelling van standaarden door de IASB om ervoor te zorgen dat de Europese standpunten inzake de ontwikkeling van financiële verslaglegging duidelijk tot uiting komen in de procedure voor de vaststelling van de standaarden van de IASB.


-In 2019 werd de reikwijdte van de EFRAG-werkzaamheden in het kader van het actieplan “Duurzame groei financieren” (2018) van de Commissie uitgebreid met de oprichting van een European Corporate Reporting Lab (het “Lab”), dat in februari 2019 operationeel is geworden, toen de projecttaskforce inzake klimaatrapportage van het Lab zijn werkzaamheden is begonnen.

3.1.1.Goedkeuringsactiviteiten

Ook in 2019 werd het werkprogramma van de EFRAG in grote mate bepaald door het besluit voor de vaststelling van standaarden van de IASB om IFRS 17 “Verzekeringscontracten” te wijzigen. De EFRAG heeft in september 2019 opmerkingen gemaakt over de voorgestelde wijzigingen in IFRS 17. De IASB heeft de herziene wijzigingen in IFRS 17 in juni 2020 gepubliceerd. Om snel na de publicatie van de gewijzigde standaard een ontwerp van goedkeuringsadvies te kunnen publiceren, is de EFRAG blijven werken aan het ontwerp van zijn goedkeuringsadvies.

In de tweede helft van 2019 zijn de voorbereidende werkzaamheden van de EFRAG voor het ontwerp van goedkeuringsadvies geïntensiveerd, met een voortdurende dialoog en contacten met Europese verzekeringsdeskundigen uit verschillende groepen belanghebbenden die vertegenwoordigd zijn in de EFRAG-werkgroep voor de jaarrekening van verzekeringsondernemingen (EFRAG IAWG). Daarnaast zijn bepaalde onderwerpen behandeld via specifieke enquêtes bij bredere groepen. De Technical Expert Group van de EFRAG (EFRAG TEG) en het bestuur van de EFRAG waren betrokken bij elke stap.

De EFRAG heeft ook de opdracht gegeven voor bijwerking van zijn economische studie van 2018 naar thema’s zoals de trends in de sector, de potentiële gevolgen voor de concurrentie om kapitaal en voor klanten, en het potentiële effect op het aanbod van verzekeringsproducten en diensten van verzekeraars.

De EFRAG heeft bijgedragen aan het versnelde goedkeuringsproces van IBOR-hervorming fase 1 om ervoor te zorgen dat de wijzigingen in IAS 39 en IFRS 9 inzake financieringsinstrumenten tijdig waren doorgevoerd voor de jaarrekeningen van ondernemingen van 2019, zodat potentiële verstoringen in de boekhouding te gevolge van de IBOR-hervorming konden worden vermijden.

Het EFRAG-secretariaat heeft in 2018 in het kader van een verkennend onderzoek een oriënterende analyse gemaakt van de discussienota van de IASB over financiële instrumenten met de kenmerken van eigen vermogen (Financial Instruments with Characteristics of Equity, hierna “FICE” genoemd) op basis van het door de EFRAG bepleite beginsel dat effectbeoordelingen tijdens de gehele procedure voor het vaststellen van de standaarden, en niet alleen bij de afronding daarvan, dienen te worden verricht. Het EFRAG-secretariaat heeft eind februari 2019 een werkdocument gepubliceerd over zijn oriënterende analyse. De EFRAG heeft ook een oriënterende analyse gemaakt ter voorbereiding van de ontwerpversies van zijn schriftelijke opmerkingen voor het voorontwerp van de IASB “Algemene presentatie en toelichting” (voorheen de “financiële basisoverzichten” genoemd) dat in december 2019 is gepubliceerd. De resultaten van de oriënterende analyse gaven inzicht in de praktische gevolgen die de nieuwe voorstellen van de IASB volgens de Europese belanghebbenden zouden hebben voor hun financiële verslaglegging.

In de loop van 2019 heeft de EFRAG aan de raadplegingsprocedure van de IASB deelgenomen. Bij elke openbare raadpleging over IASB-uitspraken heeft de EFRAG schriftelijke opmerkingen ingediend (consultatiedocumenten en discussienota’s). Andere aandachtsgebieden zijn de IASB-projecten op het gebied van “Aan tariefregulering onderworpen activiteiten”, “Financiële basisoverzichten”, “Toelichting van de directie”, “Bedrijfscombinatie onder gemeenschappelijke leiding” en “Goodwill en bijzondere waardevermindering”.

3.1.2.Onderzoeksactiviteiten

Ook in 2019 vormden de onderzoekswerkzaamheden van de EFRAG een wezenlijk onderdeel van zijn activiteiten om invloed uit te oefenen op de IASB en het internationale debat te bevorderen door kennisleiderschap te tonen ten aanzien van kwesties die belangrijk zijn voor Europa.

Op basis van een openbare raadpleging uit 2018 over de prioriteiten van de Europese deelnemers, heeft de EFRAG in 2019 gewerkt aan “Betere informatie over immateriële activa”, “Cryptoactiva” en “Variabele en voorwaardelijke vergoedingen”. In januari 2020 heeft de EFRAG een wetenschappelijk literatuuronderzoek inzake immateriële activa gepubliceerd. De EFRAG heeft ook een discussienota gepubliceerd over de boekhoudregels voor pensioenregelingen met rendementstoezegging. Via zijn Academic Panel en haar Academic Network heeft de EFRAG zijn samenwerking met de academische wereld versterkt.

Tot slot heeft de EFRAG, naar aanleiding van een tweede verzoek van de Commissie inzake langetermijnvermogensinstrumenten om mogelijke boekhoudkundige alternatieven te verkennen voor de waardering tegen reële waarde voor langetermijnbeleggingsportefeuilles van eigenvermogensinstrumenten, in de zomer van 2019 een openbare raadpleging gelanceerd om de zienswijzen van de deelnemers te bundelen. De EFRAG heeft zijn technische bijstand over “mogelijke boekhoudkundige alternatieven voor de waardering tegen reële waarde via de winst-en-verliesrekening voor eigenvermogensinstrumenten en soortgelijke instrumenten in een langetermijnbeleggingsplan” gepubliceerd, samen met het feedbackdocument van de openbare raadpleging van de EFRAG in januari 2020.

3.1.3.Het European Lab en niet-financiële verslaglegging

Het European Lab is erop gericht innovatie op het gebied van financiële verslaglegging door ondernemingen te stimuleren door de uitwisseling van goede praktijken, hetgeen ook een aanvulling vormt op en bijdraagt aan de werkzaamheden van de EFRAG inzake financiële verslaglegging. Het European Lab bestaat uit een stuurgroep European Lab, die wordt voorgezeten door de bestuursvoorzitter van de EFRAG en het hoofd van de eenheid bedrijfsrapportage, audit en ratingbureaus (corporate reporting, audit and credit rating agencies unit) van de Commissie als ondervoorzitter, en projecttaskforces.

De stuurgroep European Lab legt rechtstreeks verantwoording af aan de algemene vergadering van de EFRAG. De stuurgroep European Lab is verantwoordelijk voor de agenda van het European Lab, de benoeming van de leden van de projecttaskforces, het toezicht op de projectuitvoering, het promoten van het European Lab en het mobiliseren van netwerken.

Nadat in december 2018 een openbare sollicitatieoproep was gedaan, is de eerste projecttaskforce inzake klimaatrapportage in het leven geroepen, waarmee het European Lab in februari 2019 volledig operationeel is geworden.

Na een outreach naar belanghebbenden met bijna 50 deelnemers heeft de projecttaskforce begin februari 2020 zijn eerste interactieve praktische en actiegerichte verslag gepubliceerd. In dat verslag worden goede verslagleggingspraktijken aangestipt, evenals mogelijke manieren om de huidige verslagleggingspraktijken te verbeteren met twee aanvullingen inzake de openbaarmaking van klimaatgerelateerde informatie en de verslaglegging over scenario-analyses. Het verslag werd tijdig gepubliceerd opdat ondernemingen en financiële instellingen het zouden kunnen gebruiken voor hun bedrijfsrapportage voor 2019.

De stuurgroep European Lab heeft in het derde kwartaal van 2019 een openbare raadpleging gehouden over de toekomstige agenda van het European Lab. Op basis van de resultaten heeft de stuurgroep besloten tot een tweede project van het European Lab, waarin zou worden ingegaan op de verslaglegging over niet-financiële risico’s en kansen en koppelingen met het bedrijfsmodel. Het project is in het tweede kwartaal van 2020 operationeel geworden.

De Europese Commissie steunt dit nieuwe project en heeft een www.efrag.org/Assets/Download?assetUrl=/sites%20EVP%20annexNFRD%20%20technical%20mandate%202020.pdf">verzoek om technische bijstand ingediend waarin de EFRAG werd opgedragen om in juni 2020 aanvang te maken met de voorbereidende werkzaamheden voor mogelijke Europese standaarden voor niet-financiële verslaglegging. De voorbereidende werkzaamheden zouden de basis vormen voor de ontwikkeling van Europese standaarden voor niet-financiële verslaglegging, indien de medewetgevers op basis van de herziening van de richtlijn betreffende de openbaarmaking van niet-financiële informatie zouden beslissen dat dergelijke standaarden nodig zijn. Die werkzaamheden zullen worden verricht door een projecttaskforce die in september 2020 door het European Lab is opgericht na de sollicitatieoproep. Als voorzitter van de projecttaskforce heeft de stuurgroep European Lab Patrick de Cambourg benoemd, die momenteel voorzitter is van de “Autorité des Normes Comptables”.

3.2.Bestuur, transparantie en publieke verantwoording

3.2.1.Bestuur van de EFRAG volgens de in het verslag-Maystadt gedane aanbevelingen

De bestuurshervorming van de EFRAG, die op 31 oktober 2014 is doorgevoerd, heeft tot een grotere legitimiteit en representativiteit van de organisatie geleid en resulteerde in een samenhangender proces voor de deelneming van de EU aan de procedure voor de vaststelling van standaarden. De bestuurshervorming is in juli 2016 afgerond met de officiële aanstelling door de algemene vergadering van de EFRAG van Jean-Paul Gauzès, voormalig lid van het Europees Parlement, als bestuursvoorzitter van de EFRAG, zulks op voordracht van de Commissie 9 en zoals bekrachtigd door het Europees Parlement en de Raad. Zijn mandaat is met nog eens drie jaar verlengd en loopt af op 30 juni 2022.

De Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s) en de ECB hebben ervoor gekozen zitting te nemen in het bestuur van de EFRAG als officiële waarnemers met het recht het woord te voeren in plaats van volwaardig lid te worden. Zij hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de effectbeoordelingen die door de EFRAG worden uitgevoerd, in het bijzonder op het gebied van financiële stabiliteit.

Alle conclusies van het bestuur van de EFRAG in 2019 zijn bereikt op basis van volledige consensus, zonder dat tot hoofdelijke stemming diende te worden overgegaan. In de geest van het verslag-Maystadt 10 is in 2017 binnen het bestuur voorzien in een waarnemerszetel voor Europese organisaties die particuliere beleggers (“eindgebruikers”) vertegenwoordigen.

Het bestuur van de EFRAG verricht jaarlijks een beoordeling van de prestaties en doeltreffendheid van zijn leden, onder toezicht van de algemene vergadering van de EFRAG. Uit de beoordeling van 2019, die op een mix van strategische, bestuurlijke en operationele kwesties betrekking had, is gebleken dat de bestuursstructuur al met al goed heeft gefunctioneerd, wat in een grotere geloofwaardigheid van de organisatie heeft geresulteerd. Er is rekening gehouden met een aantal aanbevelingen die in de toekomst tot een grotere doelmatigheid van de EFRAG-werkzaamheden moeten leiden. De tenuitvoerlegging van de communicatiestrategie van de EFRAG, en een communicatieteam onder leiding van de bestuursvoorzitter van de EFRAG, hebben gezorgd voor verdere verbetering van de zichtbaarheid en geloofwaardigheid van de EFRAG.

Er waren geen problemen met potentiële belangenconflicten. Het reglement van orde van de EFRAG bevat vereisten met betrekking tot belangenconflicten, en het bestuur van de EFRAG hanteert voor bestuursleden een www.efrag.org/About/Legal">beleid voor belangenconflicten dat is gepubliceerd op de website van de EFRAG. Het beleid is bedoeld om de geloofwaardigheid van de EFRAG als een organisatie die het Europees openbaar belang dient, te waarborgen. Het beleid is erop gericht situaties te voorkomen waarin zich belangenconflicten of vermeende belangenconflicten zouden kunnen voordoen die: in de weg zouden staan aan een open discussie; zouden resulteren in besluiten of maatregelen die niet in het belang van het Europese publiek of de EFRAG zijn; de indruk zouden wekken dat de EFRAG onjuist heeft gehandeld. De bestuursleden en het personeel van de EFRAG bevestigen jaarlijks hun onafhankelijkheid in de vorm van een schriftelijke verklaring.

3.2.2.Transparantievoorschriften

Uit in de loop van 2019 verzameld bewijsmateriaal blijkt dat de geijkte procedure van de EFRAG nog steeds grotendeels aansluit bij de behoeften van de belanghebbenden. De procedure wordt gekenmerkt door transparante informatiestromen tussen alle betrokken partijen. De EFRAG blijft aantonen bereid te zijn om zich in samenwerking met de Commissie in te spannen om een nog grotere mate van transparantie te bereiken dan tot dusver. Dit is van essentieel belang om te waarborgen dat nieuwe IFRS-standaarden tegemoet komen aan de behoeften van Europa.

In de transparante procedure die in de loop der tijd door de EFRAG is ontwikkeld, kunnen alle Europese deelnemers hun mening ter overweging aan de EFRAG voorleggen. De procedure waarborgt dat de diversiteit aan Europese verslagleggings- en economische modellen en de meningen daarover worden meegewogen bij de standpuntbepaling van de EFRAG.

Als onderdeel van de geijkte procedure gaat de EFRAG bovendien over tot de bekendmaking van ontwerpstandpunten met het oog op het houden van een openbare raadpleging, de uitvoering van praktijktests en van andere vormen van effectbeoordelingen, de organisatie van outreachactiviteiten (waarvan sommige specifiek op gebruikers zijn gericht), het houden van speciale enquêtes, de publicatie van de resultaten daarvan in de vorm van feedbackdocumenten, en de openbaarmaking van definitieve standpunten. De EFRAG draagt bij aan de op feiten gebaseerde vaststelling van standaarden middels de uitvoering van kwantitatieve onderzoeken die input leveren voor de discussie over de schriftelijke opmerkingen en goedkeuringsadviezen van de EFRAG. Kwantitatieve onderzoeken vormen een steeds belangrijker onderdeel van de onderzoeksactiviteiten van de EFRAG.

De vergaderingen van het bestuur van de EFRAG en het Consultative Forum of Standard Setters van de EFRAG (EFRAG CFSS) zijn openbaar en de agenda’s en de samenvattingen van de vergaderingen worden op de website van de EFRAG gepubliceerd. Ook zijn de ondersteunende agendastukken voor de vergaderingen van het bestuur van de EFRAG, de EFRAG TEG en het EFRAG CFSS voor het publiek beschikbaar. Sinds maart 2018 zijn deze openbare vergaderingen via webcasting beschikbaar, zodat belanghebbenden de besprekingen niet alleen in realtime maar ook na afloop van de vergaderingen kunnen volgen. De besprekingen van EFRAG TEG worden ondersteund door de input van EFRAG CFSS en de gespecialiseerde werkgroepen en adviespanels van de EFRAG.

De input van het gebruikerspanel van de EFRAG is van essentieel belang voor haar werkzaamheden. De diverse samenstelling van deze groepen en van de raad en de TEG van de EFRAG, zowel wat geografische herkomst als professionele achtergrond betreft, zorgt er in aanvulling op de transparante, openbare geijkte procedure voor dat de EFRAG naar behoren met alle verschillende zienswijzen rekening houdt.

Het bestuur van de EFRAG ontvangt regelmatige verslagen van alle bijeenkomsten tussen EFRAG-personeelsleden en andere partijen (behalve routinematige administratieve vergaderingen). Deze verslagen worden samengevat in de definitieve subsidieverslagen die de EFRAG indient bij de Commissie.

De EFRAG publiceert elk jaar een jaarverslag dat transparantie biedt met betrekking tot zijn bestuur, zijn financiële structuur en zijn hoofdactiviteiten in het jaar in kwestie. Het jaarverslag van 2019 is gepubliceerd op 19 mei 2020 11 .

Tot slot heeft het bestuur van de EFRAG op 9 juli 2019 een openbaar transparantieregister goedgekeurd met daarin alle vergaderingen en bijeenkomsten van de bestuursvoorzitter, de voorzitter van EFRAG TEG en de CEO van de EFRAG.

3.2.3.Brede vertegenwoordiging en publieke verantwoording van de bestuursstructuur van de EFRAG

In 2019 was de feedback van de lidorganisaties van de EFRAG over de benadering waarin de bestuursstructuur van de EFRAG voorziet voor het bevorderen van een brede vertegenwoordiging van belangen en publieke verantwoording over het algemeen positief. De EFRAG blijft waakzaam om de neutraliteit en objectiviteit van het besluitvormingsproces te waarborgen.

De EFRAG streeft naar een goede geografische spreiding, een passende verdeling van professionele achtergronden en gelijkheid tussen mannen en vrouwen in zijn bestuur, de Technical Expert Group, alsook in zijn werkgroepen en adviespanels en in de stuurgroep van het European Lab en zijn projecttaskforces. Het reglement van orde van de EFRAG bevat vereisten inzake het maximale aantal leden met dezelfde nationaliteit dat zitting kan hebben in het bestuur van de EFRAG en in EFRAG TEG. Deze vereisten zijn ook toegepast op de stuurgroep European Lab. Daarnaast bestaan er voorschriften voor een passende verdeling van professionele achtergronden en gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

De bestuursleden van de EFRAG worden benoemd door de lidorganisaties van de EFRAG op basis van een systeem dat is ingesteld in overeenstemming met de aanbevelingen van het verslag-Maystadt. Voor EFRAG TEG, de werkgroepen en adviespanels van de EFRAG, de stuurgroep van het European Lab en de projecttaskforces worden openbare sollicitatieoproepen gedaan.

Het aantal sollicitaties loopt sterk uiteen. Er bestaat vooral een tekort aan vrouwelijke kandidaten en kandidaten uit Midden- en Oost-Europa, maar de situatie gaat erop vooruit. Zo heeft de EFRAG in het kader van het rouleringsproces van de EFRAG TEG van 2020 een lid van de EFRAG TEG uit Tsjechië benoemd, met ingang van 1 april 2020. Het bestuursteam bestaat volledig uit vrouwen. aan te trekken voor de stuurgroep van het European Lab en zijn projecttaskforce (zie aanhangsel 4 voor een gedetailleerd overzicht van de stand van zaken per 31 december 2019).

Hoewel de totaalresultaten hiervan positief waren, blijft er enige bezorgdheid bestaan over een aantal problemen die de afgelopen jaren zijn geconstateerd en die verder moeten worden verbeterd, zoals de ondervertegenwoordiging van gebruikers, opstellers en beleggers. De EFRAG zou zich proactief moeten blijven opstellen om feedback te verkrijgen van belanghebbenden die minder nauw betrokken zijn bij de werkzaamheden van de EFRAG, en zou zichzelf moeten beschermen tegen vooroordelen jegens de sector en andere belangen.

3.2.4.Vroegtijdige betrokkenheid van het Europees Parlement en de Raad

De EFRAG is voldoende bekend bij de kern van belanghebbenden die rechtstreeks belang hebben bij IFRS. De zichtbaarheid van de EFRAG leek in 2019 echter af te nemen bij de beleidsmakers, zoals het Europees Parlement.

De EFRAG zou het oprichten van het permanente ECON-IFRS-team in het Europees Parlement toejuichen om van gedachten te wisselen en significante problemen aan te kaarten. In tegenstelling tot het voorgaande jaar heeft er in 2019 geen gedachtewisseling met de ECON-commissie plaatsgevonden in een openbare vergadering. De EFRAG heeft bij zijn werkzaamheden rond het goedkeuringsadvies van IFRS 17 rekening gehouden met de resolutie van het Europees Parlement van 3 oktober 2018 over IFRS 17.

De EFRAG woont gewoonlijk alle vergaderingen van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging (Accounting Regulatory Committee, hierna “ARC” genoemd) bij en geeft tijdens die vergaderingen op verzoek van de Commissie presentaties over lopende werkzaamheden en bepaalde onderwerpen. Op deze manier kan het ARC overleggen met de EFRAG en al in een vroeg stadium input aanleveren. Het ARC bespreekt de verzoeken om goedkeuringsadviezen voordat zij worden voorgelegd aan de EFRAG, om te verzekeren dat rekening wordt gehouden met alle relevante kwesties.

Dankzij de in een vroeg stadium ontvangen input van het Parlement en het ARC is de EFRAG in staat om de aangekaarte kwesties in zijn openbare raadplegingen over ontwerpversies van schriftelijke opmerkingen en goedkeuringsadviezen op te nemen.

3.3.Diversificatie en evenwicht met betrekking tot de financieringsstructuur van de EFRAG

De EFRAG is een met publieke en private middelen financierde organisatie die zich inzet om het Europees belang te dienen. De EFRAG is een naar Belgisch recht opgerichte internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW). In 2019 kwam de financiering voor de EFRAG van acht Europese belanghebbendenorganisaties en negen nationale organisaties, plus de Europese Commissie. De specificatie van de financiële bijdragen van de aangesloten organisaties is te vinden in aanhangsel 3.

Naast geldelijke bijdragen ontvangt de EFRAG bijdragen in natura van de onbetaalde leden van EFRAG TEG, het bestuur van de EFRAG, de werkgroepen en adviespanels, en bijdragen in de vorm van kosteloze detacheringen aan het secretariaat van de EFRAG.

De financiële structuur van de EFRAG heeft in 2019 geen specifieke problemen opgeworpen. De totale uitgaven en personele middelen lagen onder het budget en de personeelsbezetting bleef stabiel. Het lijkt evenwel belangrijk dat de EFRAG zijn financieringsstructuur op de langere termijn veiligstelt en aanvullende financieringsbronnen vindt, niet alleen naar aanleiding van de verlaging van de bijdrage van de beroepsorganisatie in 2020 en de financiële gevolgen van de Brexit, maar ook gelet op de mogelijke negatieve effecten van het coronavirus op de bijdragen van sommige organisaties.

De EFRAG is zich bewust van het probleem en streeft er reeds naar zijn ledenbasis te verruimen. Voorzitter Jean-Paul Gauzès heeft in 2019 een taskforce opgezet om na te denken over de financieringsstructuur van de EFRAG op de lange termijn. De ledenbasis van de EFRAG zou idealiter alle EU-lidstaten moeten bestrijken. Steun van alle EU-instellingen en de lidstaten om nationale organisaties aan te moedigen om lid te worden, zou een grote hulp zijn.

1.Public Interest Oversight Board

4.1.Overzicht van de activiteiten van de PIOB

De mondiale structuur voor de vaststelling van de standaarden voor de controle van jaarrekeningen, waarborgen, gedragscodes en opleidingen omvat drie lagen, nl. raden belast met de vaststelling van standaarden, die worden ondersteund door de Internationale Federatie van Accountants (International Federation of Accountants, hierna “IFAC” genoemd), onafhankelijk toezicht (PIOB) en publieke verantwoording ten overstaan van een openbaar toezichthoudend orgaan van overheidsinstanties ( www.iosco.org/about/?subsection=monitoring_group">Monitoring Group ).

De PIOB is een onafhankelijk extern orgaan dat, met inbegrip van de voorzitter, uit tien leden bestaat (waarvan twee door de Commissie benoemde EU-leden) en toezicht houdt op de vaststelling van standaarden inzake de controle van jaarrekeningen, gedragscodes en opleidingen voor accountants. De standaarden in kwestie zijn de internationale standaarden voor accountantscontrole (ISA), de ethische standaarden voor accountants en de internationale opleidingsrichtsnoeren (IES). De structuur voor de vaststelling van standaarden vloeit voort uit de IFAC-hervormingen van 2003 12 , die een reactie vormden op het faillissement van een reeks grote ondernemingen en tekortkomingen op het gebied van financiële verslaglegging en controle van jaarrekeningen in een aantal landen. Een belangrijke hervorming was de oprichting van de PIOB, die erop gericht was het vertrouwen van beleggers en anderen te verhogen door erop toe te zien dat de met de vaststelling van standaarden belaste raden bij hun werkzaamheden op het gebied van audits naar behoren rekening houden met het openbaar belang.

De overkoepelende taak van de PIOB bestaat erin ervoor te zorgen dat de geijkte procedure, het toezicht en de transparantie in acht worden genomen en dat het openbaar belang tijdens de procedure wordt gewaarborgd, d.w.z. bij de opstelling van voorstellen voor en de ontwikkeling en goedkeuring van internationale standaarden voor auditors.

De PIOB hecht tevens zijn goedkeuring aan de benoemingen van de leden van de raden belast met de vaststelling van standaarden, accordeert hun strategieën en werkprogramma’s, houdt toezicht op de ontwikkeling van de standaarden en verifieert of er rekening wordt gehouden met alle onderdelen die in de openbare raadplegingen worden genoemd. Zo nodig beveelt de PIOB stappen aan om te waarborgen dat de standaarden afdoende aansluiten bij het openbaar belang.

Zoals uitgelegd in zijn 15e openbare verslag, dat in mei 2020 werd gepubliceerd 13 , heeft de PIOB in 2019 regelmatig contact onderhouden met de onder zijn toezicht staande raden die zijn belast met de vaststelling van standaarden (International Auditing and Assurance Standards Board, IAASB); de International Accounting Education Standards Board (IAESB) en de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA), hun drie Consultative Advisory Groups, het Compliance Advisory Panel en het Nominating Committee en het IFAC-management.

Overeenkomstig het advies van de PIOB heeft de IAASB in zijn strategie voor de komende vier jaar activiteiten opgenomen voor het verzamelen van informatie met betrekking tot zowel “going concern” als de rol van de auditor in het opsporen van fraude.

De IAASB heeft de internationale controlenorm (ISA) 315 (herzien) aangenomen. Met IAS 315 werden stringentere vereisten en gedetailleerde richtsnoeren vastgesteld inzake het identificeren en beoordelen van risico’s en het benadrukken van een professioneel-kritische houding en gegevensanalyses, zaken die door de PIOB zijn aangemerkt als voorname kwesties van algemeen belang.

De PIOB heeft ook opmerkingen gemaakt over de nieuwe voorgestelde standaarden voor kwaliteitsborging die momenteel door de IAASB worden ontwikkeld om controles van betere kwaliteit te verzekeren en het belang van een professioneel-kritische houding te versterken.

De door de IESBA gepubliceerde International Code of Ethics for Professional Accountants is een essentieel hulpmiddel waarin fundamentele beginselen en regels worden gecombineerd die professionele accountants en hun bureaus in de richting sturen van een bedrijfsmodel dat potentiële ethische conflicten en bedreigingen voor de onafhankelijkheid identificeert en vermijdt. Over de huidige praktijk om audit- en adviesdiensten gelijktijdig te verlenen, woedt een uitvoerig debat. De PIOB heeft de IESBA er daarom toe aangemoedigd de werkingssfeer van een project inzake toegelaten en verboden niet-assuranceopdrachten te verruimen. In 2019 heeft de IESBA een openbare raadpleging gehouden over een bijgewerkte standaard die het aanbieden van niet-assuranceopdrachten beperkt tot gecontroleerde bedrijven, samen met nog een project voor een nieuwe standaard die van auditors zou vereisen dat zij door tariefkwesties ontstane bedreigingen voor de onafhankelijkheid van auditors aanpakken (het tariefproject).

De PIOB heeft ook actief deelgenomen aan de discussies van de Monitoring Group over de hervorming van het bestaande bestuurs- en toezichtsmodel van internationale standaarden met betrekking tot accountantscontroles. Tevens heeft hij bijgedragen aan de ontwikkeling van een “kader voor openbaar belang” dat ten doel heeft een beter mechanisme te bieden voor de beoordeling van de wijze waarop het openbaar belang wordt behartigd in de gehele procedure voor het vaststellen van de standaarden. De Monitoring Group heeft op 14 juli 2020 zijn aanbevelingen gepubliceerd om het internationale stelsel voor de vaststelling van standaarden voor controles en gedragscodes te versterken ( “Strengthen the International Audit and Ethics Standard-Setting System”) 14 .

4.2.Bestuur en verantwoordingsplicht

De leden van de PIOB worden benoemd door de Monitoring Group, die eindverantwoordelijk is voor de algemene bestuursregelingen op het gebied van internationale controlestandaarden, waarborgen, gedragscodes en opleidingen.

De Monitoring Group, waarvan de Europese Commissie een van de leden is, controleert hoe de PIOB invulling geeft aan zijn rol op het gebied van het openbaar belang, met name wat betreft het toezicht van de PIOB op de procedure voor het vaststellen van de standaarden.

Om situaties te voorkomen waarin zich mogelijk belangenconflicten kunnen voordoen, dienen leden en personeelsleden van de PIOB de PIOB-gedragscode in acht te nemen. Het eerste beginsel van de PIOB-gedragscode luidt dat leden en personeelsleden van de PIOB geen zaken mogen behandelen waarbij hun oordeelsvermogen kan worden beïnvloed door een belangenconflict. Jaarlijks moet elk lid van de PIOB een verklaring betreffende de afwezigheid van belangenconflicten ondertekenen. In 2019 is geen melding gemaakt van gevallen van belangenconflicten van leden van de PIOB.

4.3.Ontwikkelingen in de diversificatie van financieringsbronnen in 2019

De financiering van de PIOB is erop gericht om zowel in theorie als praktijk zijn onafhankelijkheid te behouden. Om de doelstelling op het gebied van openbaar belang te verwezenlijken, zou een passende diversificatie van stabiele financieringsbronnen helpen, niet alleen om de continuïteit te handhaven maar ook om zijn onafhankelijkheid te waarborgen. Het belang van diversificatie van de financiering is reeds onderkend in de hervorming van de IFAC (Internationale Federatie van Accountants) van 2003, die de aanleiding was voor het huidige stelsel voor het opstellen van internationale standaarden, inclusief de PIOB.

Afgezien van een bijdrage in natura door Spanje (namelijk huur van het kantoor in Madrid), is de PIOB sinds zijn oprichting in 2005 tot en met 2010, toen het bij Besluit 716/2009/EG vastgestelde communautaire financieringsprogramma in werking trad, uitsluitend door de IFAC gefinancierd.

De middelen die de IFAC in een bepaald jaar beschikbaar stelt, vormen een maximale gegarandeerde bijdrage. De bijdragen die niet van de IFAC afkomstig zijn, zijn een vervanging en dus vermindering van de IFAC-bijdrage voor dat bepaalde jaar. Idealiter zou het percentage van de totale jaarlijkse kosten van de PIOB dat door de IFAC wordt gefinancierd, minder dan 50 % van het totaal moeten bedragen. Het is echter een stevige uitdaging gebleken om andere publieke financiers te vinden. De EU is al jaren de op een na grootste donor van de PIOB. In 2019 beliepen de ontvangsten van de PIOB (geldelijke bijdragen en bijdragen in natura) in totaal 1 858 346 EUR, waarvan 338 000 EUR (18,18 %) afkomstig was van de EU. De IFAC leverde een bijdrage van 1 201 028 EUR (64,62 %).

In artikel 9, lid 5, van de verordening is bepaald dat de Commissie, indien de financiering door de IFAC in een bepaald jaar meer dan twee derde van de totale jaarlijkse financiering van de PIOB bereikt, moet voorstellen om haar jaarlijkse bijdrage te beperken tot maximaal 300 000 EUR voor dat jaar. Dat is tot nu toe nog niet gebeurd. Omdat de financiering door de IFAC de kritieke drempel zoals bepaald in de verordening (66,66 %) niet heeft bereikt, hoeft de Commissie haar bijdrage aan de PIOB voor 2019 niet te herzien.

5. Conclusies en kwesties waarmee rekening moet worden gehouden

De huidige beoordeling van het financieringsprogramma door de Europese Commissie in 2019 bevestigt het belang en de meerwaarde van het financieringsprogramma van de EU. Zij bevestigt ook dat het programma de drie begunstigden (IFRS-stichting, EFRAG en PIOB) meer legitimiteit geeft om het Europese algemene belang te dienen door Europese standpunten op het gebied van financiële verslaglegging en controle van jaarrekeningen te ontwikkelen en bevorderen en ervoor te zorgen dat deze standpunten terdege worden meegenomen in de procedures voor de vaststelling van de standaarden van de IASB en de IFAC.


Wat de IFRS-stichting betreft, heeft de IASB maatregelen getroffen om de problemen aan te pakken die aan het licht zijn gekomen in de fase voorafgaand aan de invoering van IFRS 17. Daarbij werd de datum van inwerkingtreding met twee jaar uitgesteld, tot 1 januari 2023, en werden gerichte wijzigingen in IFRS 17 ingevoerd. In hoeverre rekening is gehouden met alle Europese zorgen, kan echter pas worden beoordeeld zodra de EFRAG zijn goedkeuringsadvies over de wijzigingen in IFRS 17 indient bij de Europese Commissie.


Bovendien blijkt uit de uitsplitsing van de financiering van de IFRS-stichting van 2019 dat de kloof tussen de financiële bijdragen en de vertegenwoordiging van de rechtsgebieden binnen de raad van trustees en de IASB verder is verbreed, nadat toch al sprake was van een onevenwichtige situatie. Het “Pan-Amerikaans” gebied heeft een bijzonder laag aandeel in de totale financiering (5 %) maar heeft hetzelfde aantal zetels als de EU, die 38 % van de totale financiering voor haar rekening neemt (Commissie en lidstaten), en heeft meer zetels dan Azië-Oceanië, dat 33 % van de financiering verstrekt.


Wat de EFRAG betreft, is de Commissie in het bijzonder ingenomen met de brede effectbeoordeling die de EFRAG heeft geïnitieerd ter onderbouwing van zijn toekomstige goedkeuringsadvies inzake IFRS 17 “Verzekeringscontracten” en de belangrijke invloed die hij heeft uitgeoefend in de technische bijstand aan de Commissie inzake mogelijke boekhoudkundige alternatieven voor eigenvermogensinstrumenten op de lange termijn, waarbij de EFRAG de Commissie heeft aanbevolen om de IASB te verzoeken om een “snelle” herziening van “non-recycling” van eigenvermogensinstrumenten in IFRS 9.


De PIOB heeft als taak onafhankelijk toezicht uit te oefenen om beleggers en anderen te verzekeren dat de standaarden met betrekking tot accountantscontroles zijn vastgesteld in het openbaar belang. De door de Monitoring Group gestarte hervorming moet de toezichthoudende rol van de PIOB versterken en zijn financieringsbasis vergroten.


Aanhangsel 1 — Samenvatting van IFRS-activiteiten in 2019

StandaardIASB-uitgiftedatumToepassingsdatumPublicatiedatum Publicatieblad
IFRS 17 – Verzekeringscontracten18.5.20171.1.2023
Wijziging in IAS 28 – Langetermijnbelangen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures12.10.20171.1.201911.2.2019
Jaarlijkse verbeteringen 2015-201712.12.20171.1.201915.3.2019
Wijzigingen in IAS 19 – Wijziging, inperking of afwikkeling van een programma7.2.20181.1.201914.3.2019
Wijzigingen van verwijzingen naar het conceptueel raamwerk in IFRS-standaarden29.3.20181.1.20206.12.2019
Wijzigingen in IFRS 3 – Definitie van “onderneming”22.10.20181.1.202022.4.2020
Wijzigingen in IAS 1 en IAS 8 – Definitie van “materieel”31.10.20181.1.202010.12.2019
Wijzigingen in IFRS 9, IAS 39 en IFRS 7 – Hervorming van de referentierentevoeten (fase 1)26.9.20191.1.202016.1.2020
Wijzigingen in IAS 1 – Presentatie van jaarrekeningen (Classificatie van de verplichting als kortlopend of langlopend)23.1.20201.1.2023
Wijziging in IFRS 16 – Leaseovereenkomsten28.5.20201.6.2020
Wijzigingen in IFRS 17, IFRS 9 en IFRS 4 – Mogelijkheid van uitstel25.6.20201.1.2023
Wijzigingen in IFRS 9, IAS 39 en IFRS 7 – Hervorming van de referentierentevoeten (fase 2)27.8.20201.1.2021

In subsidieaanvragen vermelde projecten201820192020Opmerkingen

Project gericht op betere communicatie
Financiële basisoverzichtenWerkprogrammaConsultatiedocument 17.12.2019WerkprogrammaDoelgerichte verbetering van de structuur en inhoud van financiële basisoverzichten. Feedback op consultatiedocument verwacht in Q4 2020.
Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing – OpenbaarmakingsbeginselenDiscussienota 30.3.2017Projectsamenvatting, gepubliceerd in maart 2019Project voltooid.
Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing – Gerichte evaluatie van openbaarmakingen per standaardWerkprogrammaWerkprogrammaWerkprogrammaProject gericht op toetsing van de openbaarmakingsvereisten van IFRS 13 “Waardering tegen reële waarde” en IAS 19 “Personeelsbeloningen” aan de nieuwe door de IASB vastgestelde leidende beginselen.

Consultatiedocument uitgesteld naar H1 2021.
Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing – WaarderingsregelsWerkprogrammaConsultatiedocument 1.8.2019WerkprogrammaProject gericht op verbetering van de informatieverschaffing over waarderingsregels door toepassing van het materialiteitsbeginsel. Feedback op consultatiedocument verwacht in Q4 2020
Toelichting van de directieWerkprogrammaWerkprogrammaConsultatiedocument verwacht in Q1 2021Project om praktijkhandreiking 1 inzake de toelichting van de directie te herzien en bij te werken als aanvullend en ondersteunend instrument bij de jaarrekeningen.
Onderzoeksprojecten
Bedrijfscombinatie onder gemeenschappelijke leidingWerkprogrammaWerkprogrammaDiscussienota verwacht in Q4 2020Gericht op het terugdringen van de diversiteit in de verslaglegging van bedrijfscombinaties onder gemeenschappelijke leiding.
DisconteringsvoetWerkprogrammaProjectsamenvatting, gepubliceerd in februari 2019Project voltooid.
Dynamisch risicobeheerWerkprogrammaWerkprogrammaWerkprogrammaOnderzoeksprogramma betreffende macro hedging (dekkingstransacties op portefeuilleniveau) dat gericht is op het ontwerpen van een verslagleggingsmodel voor het vastleggen van het effect van hedging en dynamisch risicobeheer. Outreach kernmodel verwacht in Q4 2020 alvorens een tweede discussienota wordt uitgewerkt.
Financiële instrumenten met de kenmerken van eigen vermogenWerkprogrammaDiscussienota juni 2018LopendVerduidelijking van de presentatie van financiële instrumenten met zowel een vreemdvermogenscomponent als een eigenvermogenscomponent. Bedoeld om de vereisten van IAS 32 “Presentatie van financieringsinstrumenten” te verduidelijken. Besluit inzake projectleiding verwacht in Q4 2020.
Goodwill en bijzondere waardeverminderingWerkprogrammaWerkprogrammaDiscussienota 19.3.2020Onderzoeksproject om te verzekeren dat bijzondere waardevermindering van goodwill tijdig wordt onderkend. Bedoeld om de vereisten van IAS 36 te verbeteren.
Activiteiten onderworpen aan tariefreguleringWerkprogrammaWerkprogrammaConsultatiedocument verwacht in Q4 2020Project gericht op het nagaan van de effecten van tariefregulering in gevallen waarin het prijsbeleid van ondernemingen aan regulering is onderworpen.
WinningsactiviteitenWerkprogrammaWerkprogrammaOnderzoeksproject met het oog op verbetering van IFRS 6 “Exploratie en evaluatie van minerale hulpbronnen”. Herziening onderzoek in H1 2021.
Op opbrengsten van activa berustende pensioenuitkeringen.WerkprogrammaWerkprogrammaOnderzoeksproject om voorstellen te ontwikkelen om beperkte wijzigingen in IAS 19 “Pensioenuitkeringen” door te voeren voor op opbrengsten van activa berustende pensioenuitkeringen.

Herziening onderzoek in Q4 2020.
Postimplementatiecontrole van IFRS 10, IFRS 11 en IFRS 12WerkprogrammaWerkprogrammaControle gericht op het vaststellen van de invloed van IFRS 10 “Geconsolideerde jaarrekening”, IFRS 11 “Gezamenlijke overeenkomsten” en IFRS 12 “Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten”. Verzoek om informatie verwacht in Q4 2020.
Onderhoudsprojecten – Reikwijdtebeperkende wijzigingen
Waarderingsregels en boekhoudkundige schattingen (Wijzigingen in IAS 8)WerkprogrammaWerkprogrammaWijziging verwacht in Q4 2020Verduidelijking van het verschil tussen waarderingsregels en boekhoudkundige schattingen.
Wijzigingen in waarderingsregels (Wijziging in IAS 8)WerkprogrammaConsultatiedocument 26.3.2018WerkprogrammaGericht op het verlagen van de onuitvoerbaarheidsdrempel bij toepassing met terugwerkende kracht van vrijwillige wijzigingen van waarderingsregels. Besluit inzake projectleiding verwacht in Q4 2020.
Beschikbaarheid van een terugbetaling (Wijzigingen in IFRIC 14)WerkprogrammaWerkprogrammaWerkprogrammaVerduidelijking van wanneer derden het recht hebben om bepaalde wijzigingen aan te brengen in de toegezegdpensioenregeling van een onderneming.
Tarieven in de 10-procenttest inzake posten die niet langer in de balans worden opgenomen (Wijziging in IFRS 9)WerkprogrammaWerkprogrammaWijziging gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Leasebonussen (wijziging in voorbeeld 13 bij IFRS 16)WerkprogrammaConsultatiedocument,

gepubliceerd in mei 2019
Wijziging gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Verbeteringen in IFRS 8 – Operationele segmentenConsultatiedocument 29.3.2017Projectsamenvatting, gepubliceerd in februari 2019Project beëindigd na feedback op het consultatiedocument.
Materiële vaste activa: Opbrengsten vóór beoogd gebruik

(Wijzigingen in IAS 16)
Consultatiedocument 20.6.2017WerkprogrammaWijzigingen gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Belasting bij waardering tegen reële waarde (wijzigingen in IAS 41)WerkprogrammaWijzigingen gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Hervorming IBOR en gevolgen daarvan voor de financiële verslagleggingFase 1 gepubliceerd op 26.9.2019Fase 2 gepubliceerd op 27.8.2020Project voltooid.
Verlieslatende overeenkomsten – Kosten verbonden aan het nakomen van de contractuele verplichtingen (wijziging in IAS 37)Consultatiedocument 13.12.2018Wijziging gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Dochteronderneming als eerste toepasser (wijzigingen in IFRS 1)WerkprogrammaWijzigingen gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Uitgebreide evaluatie van de IFRS voor kmo’s 2019WerkprogrammaWerkprogrammaTweede uitgebreide evaluatie van de IFRS voor kmo’s.
Uitgestelde belastingvorderingen die verband houden met activa en verplichtingen die resulteren uit één verrichting

(Wijzigingen in IAS 12)
Consultatiedocument 17.7.2010WerkprogrammaVerandering in de vereisten met betrekking tot de verslaglegging ter zake van uitgestelde belastingvorderingen wanneer een entiteit verrichtingen zoals leases of ontmantelingsverplichtingen boekt door zowel een activum als een passivum te onderscheiden. Besluit inzake projectleiding verwacht in november 2020.
Gebrek aan uitwisselbaarheid (wijziging in IAS 21)WerkprogrammaWerkprogrammaWijzigingen met betrekking tot de contante wisselkoers die een entiteit gebruikt wanneer twee valuta niet uitwisselbaar zijn. Consultatiedocument verwacht, maar nog geen datum vastgesteld.
Voorzieningen – Gerichte verbeteringenWerkprogrammaWerkprogrammaVoorstellen voor drie gerichte verbeteringen in IAS 37 “Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa”. Afstemming van de definitie van passiva en vereisten voor het identificeren van passiva met het conceptueel kader voor financiële verslaglegging; en verduidelijking van twee aspecten van de waarderingsvereisten. Besluit inzake projectleiding verwacht, maar nog geen datum vastgesteld.


Aanhangsel 2 — Specificatie van de financiering van de IFRS-stichting in 2019

Specificatie van de financiering van de IFRS-stichting
Herkomst van financiële bijdragenBijdrage 2019Bijdrage 2018Bijdrage 2017Aantal trusteesOntwikkeling tegen constante wisselkoers
2019/20182018/2017
Internationale accountantsbureaus19,8 %24,0 %34,7 %-29,7 %-31,8 %
Europese Commissie20,7 %18,5 %16,5 %0,5 %2,0 %
EU-lidstaten17,8 %17,2 %15,9 %6-6,5 %-4,0 %
Azië/Oceanië33,5 %30,8 %23,9 %6-0,8 %7,9 %
Noord- en Zuid-Amerika5,1 %6,1 %5,8 %6-21,4 %-10,8 %
Afrika0,0 %0,6 %0,5 %1-94,8 %0,0 %
Andere3,0 %2,7 %2,6 %3-2,5 %-5,4 %
Totaal22-10,6 %-9,7 %

Bron: IFRS-stichting

Aanhangsel 3 — Specificatie van financiering van de EFRAG in 2019

BIJDRAGEN 000 EUR
20192018
Europese belanghebbendenorganisaties
Accountancy Europe240300
BUSINESSEUROPE125125
INSURANCE EUROPE7575
EBF7575
ESBG7575
EACB7575
EFAA2525
EFFAS1515
Totaal705765
Nationale organisaties
Frankrijk350350
Duitsland350350
VK350350
Italië 15290290
Zweden100100
Denemarken5050
Nederland5050
Spanje5050
Luxemburg1010
Totaal16001600

Bron: EFRAG


Aanhangsel 4: Gegevens inzake gendergelijkheid bij de EFRAG per 31 december 2019

GroepPercentage manPercentage vrouwPercentage Midden- en Oost-EuropaAantal nationaliteiten
Bestuur EFRAG76 %24 %0 %9
EFRAG TEG81 %19 %0 % (sinds 1 april 2020 6 %)8 (sinds 1 april 2020: 9)
Werkgroepen en adviespanels van EFRAG TEG81 %19 %2 %Tussen 5 en 14
Stuurgroep European Lab59 %41 %12 %13
Projecttaskforce van European Lab52 %48 %13 %13
EFRAG-secretariaat

Beheer

Technisch medewerker

Ondersteunend personeel

0 %

50 %

0 %

100 %

50 %

100 %

0 %

14 %

0 %

3

10

3

Bron: EFRAG

(1)

PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1.

(2)

PB L 129 van 19.5.2017, blz. 24.

(3)

De laatste beoordeling van het verslag werd opgenomen als bijlage 3 bij het jaarverslag 2019 over de activiteiten van de IFRS-stichting, EFRAG en PIOB in 2018, 29.10.2019, COM/2019/549 final.

(4)

A8-0172/2016 Verslag inzake de evaluatie van de internationale standaard voor jaarrekeningen (IAS) en de werkzaamheden van de International Financial Reporting Standards (IFRS) Foundation, de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) en de Public Interest Oversight Board (PIOB).

(5)

De door de Europese Unie verstrekte financiering is ook bestemd voor een tijdige bijwerking van de IFRS-taxonomie, die op haar beurt dienst doet als input voor het Europees uniform verslagleggingsformaat (European Single Electronic Format, ESEF).

(6)

Zie de volgende link: www.ifrs.org/groups">https://www.ifrs.org/groups

(7)

Overweging 7.

(8)

Sinds 2015 levert de Securities and Exchange Commission geen bijdragen meer aan de financiering van de IFRS-stichting. De financiering uit de VS bestaat alleen in vrijwillige bijdragen van particuliere organisaties.

(9)

Zie Besluit van de Commissie van 22.5.2019, C(2019) 3760 final.

(10)

Should IFRS Standards be more “European”? Verslag van Philippe Maystadt, oktober 2013.

(11)

2.

Zie de volgende link:


https://efrag.org/About/AnnualReports


(12)

De IFAC is een particuliere organisatie die accountants en auditors wereldwijd vertegenwoordigt.

(13)

https://ipiob.org/wp-content/uploads/2020/11/PIOB-Fifteenth-Public-Report-2019-1.pdf


(14)

www.iosco.org/about/monitoring_group/pdf">https://www.iosco.org/about/monitoring_group/pdf

(15)

Gedurende een deel van 2018 detacheerde OIC een personeelslid naar EFRAG, met een jaarequivalent van 60 000 EUR