Toelichting bij COM(2021)11 - Standpunt EU in het Gemengd Comité EU-Zwitserland inzake vereenvoudiging van controles en formaliteiten bij het goederenvervoer en inzake douaneveiligheidsmaatregelen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité met betrekking tot de beoogde vaststelling van de wijzigingen van hoofdstuk III van en de bijlagen I en II bij de Overeenkomst van 25 juni 2009 tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de vereenvoudiging van de controles en formaliteiten bij het goederenvervoer en inzake douaneveiligheidsmaatregelen (“de overeenkomst”).

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De wijziging van de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de controles en formaliteiten bij het goederenvervoer en inzake douaneveiligheidsmaatregelen

De overeenkomst is op 1 juli 2009 in werking getreden en heeft gezorgd voor vlotte handelsstromen tussen Zwitserland en de EU en een hoog veiligheidsniveau in de toeleveringsketen. Ze is gebaseerd op het beginsel dat de EU en Zwitserland dezelfde veiligheidsmaatregelen invoeren en toepassen op het goederenvervoer van en naar derde landen, waardoor een gelijkwaardig veiligheidsniveau aan hun buitengrenzen wordt verzekerd. De overeenkomst ontheft handelaren van de verplichting om bij de douane een summiere aangifte bij binnenbrengen in te dienen vóór invoer en uitvoer in het kader van de bilaterale handel tussen de EU en Zwitserland. Intussen past Zwitserland in de handel met derde landen douaneveiligheidsmaatregelen toe die gelijkwaardig zijn aan die in de EU.

Momenteel beschikt elke partij over een eigen beheersysteem voor summiere aangiften bij binnenbrengen (in de EU is dat het invoercontrolesysteem (ICS)), maar beide systemen zijn niet gekoppeld.

Sinds 2016 voert de Commissie inleidende besprekingen over de actualisering van de wetgeving van de overeenkomst en de toekomstige deelname van Zwitserland aan het nieuwe EU-programma inzake veiligheid vóór aankomst bij de douane, het gecentraliseerde invoercontrolesysteem 2 (ICS2).

Voorts bevat het douanewetboek van de Unie maatregelen die zijn opgenomen in het nieuwe ICS2-project en die de voorafgaande douaneafhandeling van goederen die de EU binnenkomen en het algemeen gemeenschappelijk kader voor risicobeheer aanzienlijk zullen veranderen. Het nieuwe programma zal het huidige proces omvormen op juridisch vlak, op het gebied van IT, douanerisicobeheer en douanecontroles, en vanuit operationeel handelsperspectief. Het zal vóór aankomst gegevens verzamelen over alle goederen die de EU worden binnengebracht. Marktdeelnemers moeten veiligheidsgegevens in ICS2 verstrekken via de summiere aangifte bij binnenbrengen. Niet alle marktdeelnemers zullen dezelfde verplichtingen hebben voor het invullen van die aangifte. Dat zal afhangen van het soort diensten dat zij in het internationale goederenverkeer verlenen en van de drie releasedata van ICS2 (15 maart 2021, 1 maart 2023 en 1 maart 2024). Vroegtijdige informatie over ladingen en risicoanalyses zullen een snelle identificatie van bedreigingen mogelijk maken en de douaneautoriteiten helpen om op het meest geschikte punt in de toeleveringsketen in te grijpen.

ICS2 is daarom een essentieel douane-instrument van de EU om het beheer van veiligheidscontroles aan de grenzen bij binnenkomst te verbeteren en het EU-programma inzake veiligheid vóór aankomst bij de douane te ondersteunen. Om aan de buitengrenzen hetzelfde veiligheidsniveau te handhaven, heeft Zwitserland ermee ingestemd zich bij het ICS2-project aan te sluiten en operationeel te zijn tegen het begin van de eerste release van het ICS op 15 maart 2021. De bepalingen zullen van toepassing zijn op dezelfde wijze als de soortgelijke wijzigingen van de douaneveiligheidsovereenkomst tussen de EU en de EER, die alleen van toepassing is op Noorwegen.

De voorgestelde wijzigingen van de overeenkomst zijn het resultaat van onderhandelingen tussen de EU, Zwitserland en Noorwegen, die in november 2019 zijn begonnen en in oktober 2020 zijn afgerond. De wijzigingen van hoofdstuk III van de overeenkomst zijn bedoeld om ook rekening te houden met de ontwikkeling van de EU-wetgeving op het gebied van geautoriseerde marktdeelnemers en het kader voor risicobeheer en risicoanalyse. Dat zal een gelijkwaardig veiligheidsniveau aan de buitengrenzen waarborgen en zal de veiligheid in de gemeenschappelijke ruimte van veiligheid verbeteren.

De overeenkomst zal ook een financieringsregeling bevatten (bijlage I, titel III), die de kosten dekt van de ontwikkeling en het operationele gebruik van ICS2 door Zwitserland, evenals de functionele details van ICS2, die aan bod komen in de technische regelingen (bijlage I, titel II).

Wat gegevensbescherming betreft, moeten de bescherming en de overdracht van gegevens voldoen aan de wetgeving van de overeenkomstsluitende partij die de gegevens doorstuurt; als dat vanuit de EU gebeurt, is dat dus de algemene verordening gegevensbescherming.

2.2.Het Gemengd Comité EU-Zwitserland

Het Gemengd Comité EU-Zwitserland is opgericht bij artikel 19 van de overeenkomst. Het handelt in onderlinge overeenstemming en vertegenwoordigt elke overeenkomstsluitende partij.

Het Gemengd Comité komt ten minste eenmaal per jaar bijeen en is verantwoordelijk voor het beheer van de overeenkomst en de goede uitvoering ervan. Daartoe kan het ook aanbevelingen opstellen en besluiten nemen, zoals een besluit tot wijziging van hoofdstuk III en de bijlagen, die vervolgens door de overeenkomstsluitende partijen in overeenstemming met hun eigen regels worden uitgevoerd.

2.3.De beoogde handeling van het Gemengd Comité

Op zijn volgende vergadering of bij briefwisseling moet het Gemengd Comité een besluit vaststellen betreffende de wijziging van de overeenkomst (“de beoogde handeling”).

Het doel van de beoogde handeling is de strengste normen op het gebied van veiligheid en controle te waarborgen voor goederen die de grenzen worden overgebracht en het douanegebied van de EU en Zwitserland binnenkomen.

De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 21 van de overeenkomst, waarin het volgende is bepaald: “1. Het Gemengd Comité is verantwoordelijk voor het beheer en de correcte uitvoering van deze overeenkomst. Te dien einde stelt het aanbevelingen op en neemt het besluiten. 2. Het Gemengd Comité kan hoofdstuk III en de bijlagen middels een besluit wijzigen.”

Volgens artikel 22, lid 4, van de overeenkomst worden, indien geen besluit kan worden genomen dat een gelijktijdige toepassing mogelijk maakt, de wijzigingen die zijn vervat in het ter goedkeuring aan de overeenkomstsluitende partijen voorgelegde ontwerpbesluit, voorlopig toegepast.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

3.1.Algemeen overzicht van de huidige overeenkomst

De overeenkomst van 2009 beklemtoont de bijzondere bilaterale handelsbetrekkingen tussen de EU en Zwitserland en het grote wederzijdse belang van gelijkwaardige douaneveiligheidsmaatregelen. De overeenkomst inzake douaneveiligheidsmaatregelen komt neer op een volledige wederzijdse erkenning tussen de EU en Zwitserland van douanecontroles en derhalve op een daadwerkelijke uitbreiding van het douaneveiligheidsgebied van de EU.

De overeenkomst is gebaseerd op Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie en de volgende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen:

–Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie, met inbegrip van de desbetreffende kolom in bijlage B;

–Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2089 van de Commissie, waarin de verantwoordelijkheden van de partijen met betrekking tot gegevensbescherming en de verantwoordelijkheid voor de verwerking van gegevens zijn opgenomen;

–Uitvoeringsbesluit van de Commissie over het werkprogramma;

–Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie, met inbegrip van de desbetreffende kolommen in bijlage B.

Om de veiligheid van de internationale handel in goederen te vergroten, heeft de EU in 2006 nieuwe maatregelen ingevoerd om strengere douanecontroles te waarborgen (IP/06/1821). Het gaat onder meer om regels en termijnen voor handelaren om informatie over goederen te verstrekken voordat zij in de EU worden ingevoerd of uit de EU worden uitgevoerd (elektronische aangiften bij binnenbrengen en uitgaan), een EU-systeem voor risicoanalyse en -beheer en een systeem om geautoriseerde marktdeelnemers in de EU te faciliteren.

De EU en Zwitserland zijn ook overeengekomen om aan een gemeenschappelijk kader voor risicobeheer te werken, indien nodig met uitwisseling van risicogerelateerde informatie.

De overeenkomst is gewijzigd in de context van de ontwikkeling van dat gemeenschappelijk kader voor betere douanecontroles en na de modernisering van de douane-unie en de bijbehorende wetgeving. Daardoor zouden de strengste veiligheids- en controlenormen gewaarborgd moeten zijn voor goederen die de grenzen worden overgebracht en het douanegebied van de EU en Zwitserland binnenkomen.

3.2.Voorgestelde wijzigingen van de overeenkomst in het kader van de deelname van Zwitserland aan ICS2

ICS2 is de eerste verdedigingslinie voor de bescherming van de interne markt en de EU-burgers. Door betere gegevensgestuurde douaneveiligheidsprocedures ondersteunt het programma doeltreffende, risicogebaseerde douanecontroles en bevordert het vrije verkeer van legitieme handel over de buitengrenzen van de EU.

Het zal bijdragen tot een geïntegreerde EU-aanpak voor de versterking van het kader voor douanerisicobeheer. Dat is een kernpunt van het douanewetboek van de Unie en de strategie voor douanerisicobeheer, overeenkomstig het actieplan dat in 2014 door de Raad is aangenomen en de doelstellingen van de Commissie-Von der Leyen om de douane-unie naar een volgend niveau te tillen.

Als systeem voor vroegtijdige informatie over ladingen zal ICS2 vóór aankomst gegevens verzamelen over alle goederen die de EU binnenkomen. Marktdeelnemers moeten veiligheidsgegevens in ICS2 aangeven via een zogenaamde summiere aangifte bij binnenbrengen. Niet alle marktdeelnemers zullen dezelfde verplichtingen hebben voor het invullen van die aangifte. Dat zal afhangen van het soort diensten dat zij in het internationale goederenverkeer verlenen en van de drie releasedata van ICS2 (15 maart 2021, 1 maart 2023 en 1 maart 2024).

Op 10 september 2019 heeft Zwitserland bevestigd dat het aan het invoercontrolesysteem 2 (ICS2) deelneemt. Die bevestiging was de aanleiding voor formele besprekingen tussen de EU en Zwitserland, waardoor het partnerland kan deelnemen aan het gemeenschappelijk kader van ICS2, dat op 15 maart 2021 van start zal gaan.

De toetreding tot het ICS2-programma brengt technische en financiële aanpassingen van de overeenkomst met zich mee, met name wijzigingen die de modernisering van de douane-unie en haar wetgeving weerspiegelen.

3.3.Voorgestelde wetswijzigingen van de overeenkomst in het kader van de modernisering van het douanewetboek van de Unie

De belangrijkste wijzigingen in het ontwerp van de gewijzigde overeenkomst zijn gebaseerd op Verordening (EU) nr. 952/2013 inzake het douanewetboek van de Unie en de bijbehorende gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen (Verordening (EU) 2015/2446 en Verordening (EU) 2015/2447). Die wijzigingen stemmen de gewijzigde overeenkomst af op de recentste EU-wetgeving met betrekking tot douaneveiligheidsmaatregelen, summiere aangiften bij binnenbrengen en uitgaan (ENS en EXS), de ontwikkeling en uitrol van de relevante elektronische systemen, geautoriseerde marktdeelnemers, een gemeenschappelijk risicoanalyseproces en een kader voor risicobeheer in overeenstemming met de recentste wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens.

De belangrijkste wijzigingen van de overeenkomst zijn gebaseerd op de volgende wetteksten:

–Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie:

·artikel 46 betreffende risicobeheer en douanecontroles;

·artikel 127 betreffende de relevante bepalingen voor de indiening van een summiere aangifte bij binnenbrengen: vorm en inhoud, gebruik van elektronische systemen, indiening en ontheffingen, termijnen, registratie, indiening door andere personen, risicoanalyse voor veiligheidsdoeleinden, meervoudige indiening;

·artikel 128 betreffende risicoanalyse;

·artikel 6, lid 1, de artikelen 12, 16, 46 en 47, en de artikelen 127 tot en met 133 vormen de rechtsgrondslag voor de ontwikkeling en de uitrol van ICS2;

–Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie van 13 december 2019 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet;

–Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (zoals van toepassing sinds 16 juli 2020):

·de artikelen 104, 106, 112, 113 en 113 bis betreffende de summiere aangifte bij binnenbrengen;

·bijlage B inzake gegevensvereisten;

–Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (zoals van toepassing sinds 20 juli 2020):

·artikel 24 betreffende de naleving door geautoriseerde marktdeelnemers, ter vervanging van het huidige artikel 2 van bijlage II bij de overeenkomst;

·de artikelen 182, 183, 184, 185, 186, 188 en 189 betreffende de summiere aangifte bij binnenbrengen;

·bijlage B over gegevensstructuur en –formaat.

De recentste wijzigingen van bijlage B bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie en bijlage B bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie moeten nog formeel worden vastgesteld. Als zodanig is in de voorgestelde wijziging van de overeenkomst ruimte gelaten om de voetnoten bij te werken zodra de wijzigingen zijn bekendgemaakt (zie bijlage I, artikel 2, van de gewijzigde overeenkomst).

De wijziging van artikel 24 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie is op 28 september 2020 door het Comité douanewetboek van de Europese Commissie vastgesteld. De datum van bekendmaking van de wijziging is nog niet vastgesteld.

Overeenkomstig Besluit 1/2014 van het Gemengd Comité 1 en de luchtvervoersovereenkomst van 21 juni 1999 2 , die met name de veiligheid en beveiliging van de luchtvaart tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat regelt, is in het dispositief van de gewijzigde overeenkomst (bijlage I, artikel 20) een uitzondering voor het luchtvervoer voorgesteld wat betreft de indiening van summiere aangiften bij uitgaan.

3.4.Voorgestelde structurele wijzigingen van de overeenkomst

Wat de structuur van de overeenkomst betreft, moeten de afdelingen betreffende binnenkomst (titel I) en uitgang (titel IV) van goederen in bijlage I betreffende summiere aangiften bij binnenbrengen en bij uitgaan in twee verschillende titels worden opgesplitst, voornamelijk als gevolg van de gedetailleerdere bepalingen betreffende summiere aangiften bij uitgaan en ICS2.

In overeenstemming met de redenering achter die structurele herziening van bijlage I zijn twee nieuwe titels gecreëerd die betrekking hebben op:

–titel II: de technische regelingen voor het invoercontrolesysteem 2;

–titel III: de financiële regelingen voor het invoercontrolesysteem 2.

3.5.Door de Unie in te nemen standpunt

Het Gemengd Comité dat is opgericht bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, dient een besluit vast te stellen waarbij wordt ingestemd met de wijziging van hoofdstuk III van en de bijlagen bij de overeenkomst. Dat gebeurt tijdens een vergadering van het Gemengd Comité waarin de EU een vertegenwoordigde partij is, of door briefwisseling.

Het door de EU in het Gemengd Comité in te nemen standpunt moet worden vastgesteld bij besluit van de Raad op basis van het voorstel van de Commissie. In onderling overleg wordt de gewijzigde overeenkomst vervolgens door de overeenkomstsluitende partijen uitgevoerd.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

1.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

2.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


Het Gemengd Comité EU-Zwitserland is een orgaan dat is ingesteld bij een overeenkomst, namelijk de Overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de controles en formaliteiten bij het goederenvervoer en inzake douaneveiligheidsmaatregelen.

De door het Gemengd Comité vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

3.

4.2.1.Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Als de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval


De hoofddoelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben betrekking op de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207, lid 4, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Gevolgen voor de begroting

De voorgestelde wijzigingen betreffende de wijziging van de overeenkomst inzake douaneveiligheidsmaatregelen zijn gebaseerd op het beginsel dat Zwitserland tot het ICS2-programma zal toetreden vanaf de eerste release ervan op 15 maart 2021. Latere releases zullen plaatsvinden in 2023 en 2024.

Dat heeft gevolgen voor de begroting van Zwitserland. De uitsplitsing van de kosten is opgenomen in artikel 17 van bijlage I en is verder aan Zwitserland meegedeeld via een non-paper.

Zwitserland zal aan elke release van ICS2 bijdragen en dus een vaste vergoeding betalen voor de ontwikkelingskosten van de Europese Commissie. Voor release 1 bedragen die kosten 520 000 EUR, voor release 2 550 000 EUR en voor release 3 550 000 EUR, op basis van een verdeelsleutel van 4 %.

Zwitserland zal ook bijdragen aan de operationele kosten van de Europese Commissie ter dekking van de jaarlijkse kosten voor conformiteitstests, onderhoud van de infrastructuur (hardware, software, hosting, licenties enz.), de centrale componenten van ICS2 en de bijbehorende toepassingen en diensten die nodig zijn voor de werking en interconnectie ervan (kwaliteitsborging, helpdesk en IT-servicebeheer). Die operationele kosten zijn gebaseerd op de verdeelsleutel van 4 %, maar zijn geen vast jaarlijks percentage. Als zodanig zijn de maximale operationele kosten beperkt tot 450 000 EUR per jaar.

6. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien de handeling van het Gemengd Comité EU-Zwitserland de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de vereenvoudiging van de controles en formaliteiten bij het goederenvervoer en inzake douaneveiligheidsmaatregelen zal wijzigen, is het passend ze na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.