Toelichting bij COM(2020)832 - Standpunt EU in het Gemengd Comité opgericht bij art. 164 van het Akkoord inzake terugtrekking van het VK uit de EU mbt wijziging van het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

De Commissie stelt voor dat de Raad het standpunt vaststelt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het terugtrekkingsakkoord” genoemd) inzake een besluit van het Gemengd Comité tot wijziging van dat akkoord.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Het terugtrekkingsakkoord bevat de regelingen voor de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie en Euratom. Het terugtrekkingsakkoord is op 1 februari 2020 in werking getreden.

2.2.Het Gemengd Comité

Het krachtens artikel 164, lid 1, van het terugtrekkingsakkoord ingestelde Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en het Verenigd Koninkrijk. Het wordt gezamenlijk voorgezeten door de Unie en het Verenigd Koninkrijk. In bijlage VIII bij het terugtrekkingsakkoord is het reglement van orde van het Gemengd Comité vastgelegd. Het Gemengd Comité komt bijeen op verzoek van de Unie of het Verenigd Koninkrijk en komt ten minste eenmaal per jaar bijeen. Het Gemengd Comité stelt zijn vergaderrooster en -agenda vast in onderlinge overeenstemming.

De taken van het Gemengd Comité zijn vastgelegd in artikel 164 van het terugtrekkingsakkoord en bestaan hoofdzakelijk uit:

·toezicht houden op de uitvoering en toepassing van het akkoord, hetzij rechtstreeks, hetzij via de werkzaamheden van de gespecialiseerde comités die aan het Gemengd Comité verslag uitbrengen;

·besluiten nemen en aanbevelingen doen, met inbegrip van wijzigingen van het akkoord vaststellen in de gevallen waarin het akkoord daarin voorziet;

·problemen voorkomen en geschillen oplossen die zich kunnen voordoen in verband met de uitlegging en toepassing van het akkoord.

2.3.Het beoogde besluit van het Gemengd Comité

Krachtens artikel 164, lid 5, punt d), van het akkoord kan het Gemengd Comité een besluit tot wijziging van het terugtrekkingsakkoord vaststellen, om fouten te corrigeren, omissies of andere tekortkomingen te verhelpen, of op te treden in verband met situaties die niet waren voorzien toen het terugtrekkingsakkoord werd ondertekend, mits dergelijke besluiten geen wijzigingen inhouden van de essentiële elementen van het akkoord.

Het beoogde besluit heeft tot doel fouten te corrigeren die geen wijzigingen van de essentiële elementen van het terugtrekkingsakkoord inhouden.

Het beoogde besluit zal overeenkomstig artikel 166, lid 2, van het terugtrekkingsakkoord voor Partijen bindend zijn. Overeenkomstig artikel 9 van het reglement van orde vermelden besluiten van het Gemengd Comité de datum waarop zij van kracht worden.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Correctie van bijlage 2 bij het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland

Het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland beoogt een oplossing voor de unieke omstandigheden op het eiland Ierland te bieden in het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. Het voorziet in regelingen om een harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland te voorkomen en bepaalt dat Noord-Ierland een beperkt aantal regels blijft volgen die verband houden met de interne markt voor goederen van de Unie. In bijlage 2 bij het protocol is een lijst opgenomen van de in artikel 5, lid 4, van het protocol bedoelde bepalingen van het recht van de Unie die in dit kader op Noord-Ierland van toepassing zijn. Twee handelingen die fabrikanten van nieuwe lichte voertuigen verplichten de gemiddelde specifieke CO2-emissies van in de Unie geregistreerde nieuwe voertuigen geleidelijk te beperken, zijn eveneens abusievelijk in deze bijlage opgenomen, ook al hebben zij geen betrekking op het op de markt brengen van goederen in de Unie.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het door het Gemengd Comité vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 166, lid 2, van het akkoord bindend zijn voor Partijen.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van het akkoord.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

De beoogde handeling strekt er uitsluitend toe, enerzijds, het akkoord te wijzigen om een aantal omissies en tekortkomingen te verhelpen zonder essentiële elementen ervan te veranderen en, anderzijds, het akkoord te wijzigen in een geval waarin specifiek is voorzien.

Het akkoord is gesloten op grond van artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Bijgevolg, overeenkomstig het basisbeginsel dat een handeling enkel kan worden gewijzigd bij een handeling van dezelfde aard, is artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie de materiële rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

Met het besluit over “correcties” wordt uitvoering gegeven aan het NI-protocol, dat is gesloten op basis van artikel 50. Aangezien het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland een handelsovereenkomst tussen de EU en het VK met betrekking tot Noord-Ierland is, is de rechtsgrondslag ook artikel 207 VWEU.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit wordt derhalve gevormd door artikel 50 VWEU en artikel 207 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit wordt gevormd door artikel 50 VEU en artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien het besluit van het Gemengd Comité strekt tot wijziging van het terugtrekkingsakkoord, is het passend die handeling na de vaststelling ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken.