Toelichting bij COM(2021)150 - Standpunt EU in het ACS‐EU-Comité inzake een wijziging in het besluit aangaande het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (COB)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel heeft betrekking op het besluit tot vaststelling van het namens de Unie in het ACS-EU-Comité van ambassadeurs in te nemen standpunt over de geplande vaststelling van een besluit tot wijziging van Besluit nr. 3/2016 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs, teneinde de curator in staat te stellen de uitvoering van de passieve fase van het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven (COB) in goede banen te leiden tot het ogenblik dat het COB aan al zijn verplichtingen heeft voldaan en al zijn vermogen te gelde heeft gemaakt.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De partnerschapsovereenkomst van Cotonou

Sinds 2000 vormt de partnerschapsovereenkomst van Cotonou 1 het kader voor de betrekkingen van de EU met 79 ACS-landen. De overeenkomst werd gesloten voor een periode van 20 jaar, van 1 maart 2000 tot en met 29 februari 2020, en werd vervolgens in 2005 en 2010 herzien.

Op 4 december 2020 werd de toepassing van de partnerschapsovereenkomst van Cotonou voor de tweede keer door middel van een besluit van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs over overgangsmaatregelen verlengd tot en met 30 november 2021 of tot de inwerkingtreding of voorlopige toepassing van de nieuwe partnerschapsovereenkomst tussen de Unie en de ACS-landen, als dat eerder is 2 .

2.2.Het ACS-EU-Comité van ambassadeurs

Het Comité van ambassadeurs is ingesteld bij artikel 16 van de partnerschapsovereenkomst van Cotonou. Het bestaat uit de permanente vertegenwoordigers van alle EU-lidstaten en een vertegenwoordiger van de Commissie enerzijds, en het hoofd van de missie bij de Europese Unie van elke ACS-staat anderzijds.

Het Comité van ambassadeurs staat de Raad van Ministers bij in de vervulling van zijn taken en voert alle opdrachten uit waarmee het door de Raad van Ministers is belast (artikel 16, lid 2, van de partnerschapsovereenkomst van Cotonou). De Raad van Ministers kan in dit verband bevoegdheden delegeren aan het Comité van ambassadeurs (artikel 15, lid 4, van de partnerschapsovereenkomst van Cotonou). Het Comité ziet tevens toe op de toepassing van de overeenkomst en de vooruitgang die bij de verwezenlijking van de daarin omschreven doelstellingen wordt geboekt.

Overeenkomstig artikel 1 van zijn reglement van orde 3 komt het Comité van ambassadeurs regelmatig bijeen, met name om de zittingen van de Raad voor te bereiden, en bij elke andere noodzakelijk geachte gelegenheid, op verzoek van een van de partijen. Artikel 5 van het reglement van orde voorziet ook in een schriftelijke procedure.

2.3.Het beoogde besluit van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs

Op zijn 39ste zitting, die op 19 en 20 juni 2014 in Nairobi is gehouden, is de ACS-EU-Raad van Ministers in een gezamenlijke verklaring overeengekomen om over te gaan tot de ordelijke sluiting van het COB, een gemeenschappelijk technisch orgaan van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, dat is opgericht bij bijlage III bij die overeenkomst. In deze gezamenlijke verklaring heeft de Raad van Ministers overeenkomstig artikel 15, lid 4, van de partnerschapsovereenkomst van Cotonou aan het ACS-EU-Comité van ambassadeurs de bevoegdheid gedelegeerd om de nodige besluiten te nemen, “met inbegrip van de desbetreffende wijziging van bijlage III bij de Overeenkomst van Cotonou” 4 .

Het ACS-EU-Comité van ambassadeurs machtigde de raad van bestuur van het COB bij Besluit nr. 4/2014 5 alle passende maatregelen voor de voorbereiding van de sluiting van het COB te nemen. Daarop ondertekende de raad van bestuur van het COB een contract met een curator dat liep tot en met 31 december 2016.

Overeenkomstig Besluit nr. 3/2016 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs (hierna “Besluit nr. 3/2016” genoemd) 6 werd de afsluitingsfase gevolgd door een “passieve fase” waarin het COB uitsluitend bestaat met het oog op de liquidatie ervan.

Bij Besluit nr. 3/2016 zijn de nodige wijzigingen aangebracht in bijlage III bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst. Dit besluit vormt het nieuwe rechtskader van het COB met ingang van 1 januari 2017 (artikel 3, lid 1, van Besluit nr. 3/2016).

In de passieve fase, die door een curator wordt geleid, worden administratieve taken afgehandeld, zoals het bijhouden van het archief van het COB, antwoorden op administratieve formaliteiten of het afhandelen van resterende gerechtelijke procedures die tijdens de sluitingsfase niet konden worden afgesloten. De passieve fase is ingegaan op de dag na de sluitingsfase, namelijk op 1 januari 2017. Volgens Besluit nr. 3/2016 diende de passieve fase te eindigen na een periode van vier jaar of, indien dat eerder is, wanneer het COB aan al zijn verplichtingen heeft voldaan en al zijn vermogen te gelde heeft gemaakt.

Overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Besluit nr. 3/2016 moest de Europese Commissie vóór het einde van de sluitingsfase, namelijk 31 december 2016, een curator aanstellen met het oog op de uitvoering van de passieve fase met ingang van 1 januari 2017 en voor een periode van vier jaar, of, indien dat eerder is, tot het ogenblik dat het COB aan al zijn verplichtingen heeft voldaan en al zijn vermogen te gelde heeft gemaakt. Vervolgens heeft de Commissie op 21 december 2016 een dienstencontract met de curator gesloten voor een eerste uitvoeringsperiode van vier jaar.

In de laatste maanden van 2020 bleek dat het COB op 31 december 2020 niet zou hebben voldaan aan alle verplichtingen.

Bijgevolg moet het ACS-EU-Comité van ambassadeurs een wijziging van artikel 2, lid 1, van Besluit nr. 3/2016 aannemen om de curator in staat te stellen de uitvoering van de passieve fase van het COB in goede banen te leiden totdat het COB aan al zijn verplichtingen heeft voldaan en al zijn vermogen te gelde heeft gemaakt. Op die manier kan de uitvoering van de passieve fase onder leiding van de curator naar behoren worden afgesloten. De leden van het Comité van ambassadeurs van de Organisatie van ACS-Staten hebben in januari 2021 ingestemd met deze wijziging.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

De Commissie stelt voor dat de Unie instemt met de beoogde wijziging van artikel 2, lid 1, van Besluit nr. 3/2016. Het voorgestelde standpunt van de Unie moet tijdens een vergadering van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs of, in voorkomend geval, via een schriftelijke procedure worden goedgekeurd.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

1.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van de “standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 7 .

2.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


Het ACS-EU-Comité van ambassadeurs is een orgaan dat is opgericht bij een overeenkomst, namelijk de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst.

De handeling die het ACS-EU-Comité van ambassadeurs dient vast te stellen, is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van de overeenkomst volkenrechtelijk bindend zijn. Krachtens artikel 15, lid 3, van de partnerschapsovereenkomst van Cotonou kan de Raad van Ministers besluiten nemen die bindend zijn voor de partijen bij de overeenkomst. Krachtens artikel 15, lid 4, van deze overeenkomst kan de Raad van Ministers bevoegdheden delegeren aan het Comité van ambassadeurs. Het Comité van ambassadeurs is ingesteld bij artikel 16 van de partnerschapsovereenkomst van Cotonou. Krachtens artikel 16, lid 2, van deze overeenkomst kan het Comité van ambassadeurs besluiten nemen of wijzigen die bindend zijn voor de partijen binnen het mandaat dat door de Raad van Ministers aan het Comité is gegeven.

De Europese Unie is samen met de lidstaten een overeenkomstsluitende partij bij de partnerschapsovereenkomst van Cotonou en zal daarom gebonden zijn aan het beoogde besluit van het Comité van ambassadeurs.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

3.

4.2.1.Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval


De materiële rechtsgrondslag van het besluit van de Raad moet dezelfde zijn als die voor de vaststelling van Besluit (EU) 2016/1098 van de Raad van 4 juli 2016 betreffende het namens de Europese Unie in het ACS-EU-Comité van ambassadeurs in te nemen standpunt met betrekking tot de herziening van bijlage III bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst 8 , namelijk artikel 209, lid 2, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 209, lid 2, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien het besluit van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs een wijziging inhoudt op Besluit nr. 3/2016, is het passend dat besluit na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.