Toelichting bij COM(2021)177 - Machtiging tot het openen van onderhandelingen over een samenwerkingsovereenkomst met de Internationale Criminele Politieorganisatie (ICPO-Interpol)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN DE AANBEVELING

Terrorisme en zware en georganiseerde criminaliteit vormen tegenwoordig in toenemende mate een dynamisch, mondiaal en complex verschijnsel, dat een robuuste en gecoördineerde respons van de rechtshandhavingsinstanties van de Europese Unie vereist. Bovendien wordt het mobiele, transnationale en grensoverschrijdende karakter van terrorisme en zware criminaliteit steeds geprononceerder. Deze ontwikkelingen vragen om nauwere en effectievere samenwerking met internationale organen, zoals Interpol, die een brug kunnen slaan tussen de EU en de internationale rechtshandhavingsinstanties.

1.

Context van de huidige samenwerking tussen de EU en Interpol


De Internationale Criminele Politieorganisatie (Interpol) 1 is met 194 lidstaten de grootste intergouvernementele organisatie van criminele politie ter wereld. Interpol faciliteert de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, bijvoorbeeld door het delen van rechtshandhavingsgegevens en de toegang ertoe mogelijk te maken. Interpol heeft meerdere samenwerkingsovereenkomsten gesloten met een reeks internationale organisaties, op gebieden van wederzijds belang. Alle lidstaten van de EU zijn lid van Interpol.

Nadat in 1983 door Interpol voor het eerst regels betreffende de verwerking van politie-informatie werden vastgesteld, heeft Interpol zijn procedures in de loop der jaren geactualiseerd, waarbij het beginsel geldt dat eerbiediging van de privacy van personen essentieel is bij het delen van informatie in het kader van de rechtshandhaving. De huidige Interpol-regels inzake de verwerking van persoonsgegevens zijn niet lang geleden geactualiseerd, namelijk in 2019 2 .

De EU en Interpol werken al geruime tijd intensief samen op een aantal gebieden die verband houden met rechtshandhaving. Interpol is voor de EU een belangrijke partner op het gebied van interne en externe veiligheid, met inbegrip van de bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad, alsook op het gebied van geïntegreerd grensbeheer.

Zo worden in Gemeenschappelijk Standpunt 2005/69/JBZ van de Raad 3 de lidstaten opgeroepen de nodige maatregelen te nemen om de samenwerking tussen hun bevoegde rechtshandhavingsautoriteiten en tussen deze autoriteiten en dergelijke autoriteiten in derde landen te verbeteren door de uitwisseling van paspoortgegevens 4 met Interpol, met het oog op de preventie en de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit, waaronder terrorisme.

Interpol neemt ook actief deel aan de operationele uitvoering van de EU-beleidscyclus/Empact 5 , door de operationele acties van de lidstaten te ondersteunen in samenwerking met de EU-agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken 6 . Deze laatste werken nauw met Interpol samen op basis van een aantal overeenkomsten/regelingen 7 . Toen in 2017 het Europees Openbaar Ministerie (EOM) 8 werd opgericht, ontstond er een nieuw EU-orgaan op het gebied van grensoverschrijdende onderzoeken en vervolgingen. De samenwerking tussen het EOM en Interpol moet tot stand worden gebracht en worden gereguleerd, nu het EOM binnenkort operationeel zal worden.

Tot slot is de EU een van de grootste geldverschaffers van Interpol. De middelen worden toegewezen aan projecten die door Interpol worden uitgevoerd of waarbij Interpol een projectpartner is. Zij zijn met name bestemd voor informatie-uitwisseling, rechtshandhaving, met inbegrip van samenwerking op het gebied van grensbeheer en activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw, en projecten en programma’s die gericht zijn op een aantal onderwerpen op het gebied van terrorisme en zware criminaliteit, waarbij de regionale focus vooral op Afrika, Azië en Latijns-Amerika ligt.

2.

Noodzaak van een samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Interpol


In het kader van de EU-strategie voor een Veiligheidsunie van 2020 9 wordt er bij de lidstaten op aangedrongen de samenwerking tussen de EU en Interpol te intensiveren, aangezien dat essentieel is voor verbetering van die samenwerking en van de informatie-uitwisseling. In de strategie wordt erkend dat Interpol, een van de grootste intergouvernementele criminele politieorganisaties, in dit verband een belangrijke rol moet spelen. De Commissie gaat daarom na hoe de samenwerking met Europol kan worden opgevoerd, waarbij ook de mogelijke toegang tot de gegevensbanken van Interpol en de versterking van de operationele en strategische samenwerking aanbod zullen komen. Verder wordt in de EU-agenda inzake terrorismebestrijding 10 van 2020 erkend dat Interpol een belangrijke partner op het gebied van terrorismebestrijding is, bijvoorbeeld vanwege de deskundigheid van de organisatie op het gebied van buitenlandse terroristische strijders, dat op bepaalde gebieden samenwerking moet worden geïnitieerd of geïntensiveerd en dat het voor verscheidene EU-organen operationeel noodzakelijk is toegang te krijgen tot de gegevensbanken van Interpol, willen zij hun taken kunnen uitvoeren.

Hoewel er al met Interpol wordt samengewerkt, zijn er gebieden waar de samenwerking kan en moet worden opgevoerd, of op sommige gebieden moet worden geïnitieerd, om te kunnen voorzien in een reeks onontbeerlijke operationele behoeften en om bestaande rechtshandelingen te kunnen uitvoeren. Doel daarvan is de lidstaten beter te ondersteunen bij het voorkomen en bestrijden van terrorisme en georganiseerde criminaliteit. Voor deze operationele behoeften met een samenwerkingsovereenkomst met Interpol worden gesloten.

In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op deze behoeften.

Ten eerste moet er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst komen tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) 11 en Interpol. Er bestaat al een samenwerkingsovereenkomst met Interpol die voorziet in de uitwisseling van persoonsgegevens. Deze werd in 2001 gesloten 12 , ruim voordat op 1 mei 2017 de Europol-verordening in werking trad. Deze overeenkomst verleent Europol echter geen directe of indirecte toegang tot informatie en tot de gegevensbanken van Interpol, met name de databank van kennisgevingen met informatie over terroristen 13 . Bovendien verloopt de informatie-uitwisseling van Europol met Interpol en de raadpleging van de gegevensbanken van Interpol ten behoeve van de uitvoering van de taken van Europol uitsluitend via de verbindingsofficier van Interpol bij Europol of de verbindingsofficier van Europol bij Interpol. Een nieuwe overeenkomst 14 inzake de betrekkingen tussen Europol en Interpol is daarom noodzakelijk, zowel om rekening te houden met de jongste ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende en transnationale zware georganiseerde criminaliteit, als om de huidige operationele behoeften, het mandaat van Europol 15 en het meest recente stelsel voor gegevensbescherming 16 van de EU in aanmerking te nemen.

Ten tweede moet de interoperabiliteit worden gewaarborgd. De EU en Interpol hebben verkennende besprekingen gevoerd over de vraag of een samenwerkingsovereenkomst noodzakelijk is, nu de verordeningen 17 betreffende de interoperabiliteit van de EU-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa, politiële en justitiële samenwerking en asiel en migratie, en de verordening betreffende het Europees reisinformatie- en ‑autorisatiesysteem (Etias) 18 zijn vastgesteld.

Zowel de verordening betreffende interoperabiliteit als de verordening betreffende het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem voorziet voor EU-lidstaten en -agentschappen in gecontroleerde toegang, via het Europees zoekportaal (ESP), tot twee databanken van Interpol 19 . Deze twee databanken van Interpol zijn de databank voor gestolen of verloren reisdocumenten (SLTD) en de databank voor reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen (TDAWN). Deze databanken bevatten een groot aantal gegevens over reisdocumenten van onderdanen van derde landen. Het gebruik van de databanken kan informatielacunes tot een minimum beperken, positieve matches maximaliseren en er daardoor voor zorgen dat het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem betere operationele resultaten oplevert.

In de twee bovengenoemde verordeningen is bepaald dat zoekopdrachten in de Interpol-databanken zodanig moeten worden uitgevoerd dat er geen informatie wordt onthuld aan de eigenaar van de Interpol-signalering. Een samenwerkingsovereenkomst met Interpol biedt de vereiste rechtsgrondslag en de nodige garanties op het gebied van gegevensbescherming, en maakt het mogelijk dat het Europees zoekportaal verbinding maakt met de Interpol-databanken. Een samenwerkingsovereenkomst zal ook de mogelijkheid bieden om een beveiligde verbinding tot stand te brengen tussen het Europees zoekportaal en het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem en de IT-infrastructuur van Interpol, waardoor de toegang tot de databanken van Interpol mogelijk wordt. Het doel ervan is terroristische misdrijven te helpen voorkomen en onderzoeken.

In hetzelfde verband heeft de Commissie in 2018 een voorstel 20 ingediend tot herziening van de verordening betreffende het Visuminformatiesysteem 21 , die het – net als het Europees reisinformatie- en autorisatiesysteem – mogelijk moet maken automatische zoekopdrachten uit te voeren in EU-systemen voor grensbeheer en grensbeveiliging en Interpol-databanken. In december 2020 bereikten het Europees Parlement en de Raad een politiek akkoord over dit voorstel, dat de komende maanden zal worden goedgekeurd. Het politiek akkoord bevat een bepaling die vergelijkbaar is met die in de verordening betreffende het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem. Daarom moet bij de onderhandelingen met Interpol over de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst ook rekening worden gehouden met de herziening van de verordening betreffende het Visuminformatiesysteem. Dat draagt ook bij tot het voorkomen en onderzoeken van terroristische misdrijven.

Ten derde hebben rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten actuele informatie over criminelen en misdrijven nodig. Interpol beheert een breed scala aan databanken met dergelijke informatie op mondiale schaal, die wordt geleverd door de 194 lidstaten van Interpol. De 18 databanken 22 van Interpol bevatten meer dan 100 miljoen records op rechtshandhavingsgebied met informatie over personen, zoals namen en vingerafdrukken, en gestolen goederen, zoals paspoorten, voertuigen, wapens en vuurwapens.

Deze informatie is voor Europol, Frontex 23 , Eurojust en het EOM van waarde voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig hun mandaat. De informatie maakt hun optreden doeltreffender door de operationele meerwaarde die zij biedt, met name doordat zij de lidstaten ondersteunt bij het opsporen, voorkomen en bestrijden van terrorisme en andere zware criminaliteit. Deze informatiebronnen stellen de agentschappen en het EOM in staat de accuratesse en de kwaliteit van de informatie waarover zij reeds beschikken, te verbeteren, verbanden en andere connecties tussen informatie vast te stellen, informatielacunes op te vullen en zo de lidstaten holistische en uniforme inlichtingen te bieden. Hoewel de databanken voor de EU-lidstaten rechtstreeks toegankelijk zijn, doordat zij lid zijn van Interpol, hebben Frontex, Eurojust en het EOM momenteel geen toegang op een wijze die overeenstemt met hun mandaat (hetzij rechtstreekse toegang, hetzij toegang op “hit/no hit”-basis), doordat er geen overeenkomst met Interpol is 24 .

Voor de agentschappen specifieke kwesties worden hieronder nader toegelicht.

3.

Europol


Om zijn taken uit te voeren, wisselt Europol momenteel informatie uit met Interpol en raadpleegt het Interpol-databanken via de verbindingsofficier van Interpol bij Europol of de verbindingsofficier van Europol bij Interpol, op grond van de thans geldende samenwerkingsovereenkomst tussen Europol en Interpol 25 . In de praktijk is echter gebleken dat deze procedure moet worden verbeterd, versneld en gestroomlijnd om snelle toegang tot deze informatie te vergemakkelijken, waarbij het met name gaat om de informatie in Interpol-databanken die betrekking heeft op terrorismebestrijding, in het bijzonder de kennisgevingen met informatie over terroristen. Daardoor zou bij de operationele steun van Europol aan de lidstaten – met name wat betreft zijn analytische vermogen – gebruik kunnen worden gemaakt van de informatie waarover Interpol beschikt. Directe of indirecte toegang tot de Interpol-databanken zou derhalve de operationele samenwerking verbeteren, waarbij de beperkingen die door de eigenaar van de gegevens worden opgelegd, in acht moeten worden genomen.

4.

Frontex


Frontex moet op grond van zijn mandaat zorgen voor een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen van de EU, met het oog op een efficiënt beheer van die grenzen, met volledige eerbiediging van de grondrechten 26 . Grenstoezicht, een van de onderdelen van het Europees geïntegreerd grensbeheer, omvat maatregelen om legale grensoverschrijdingen te vergemakkelijken en, waar passend, maatregelen op het gebied van het voorkomen en opsporen van grensoverschrijdende criminaliteit aan de buitengrenzen, met name het smokkelen van migranten, mensenhandel en terrorisme 27 . In dit verband is er een operationele noodzaak dat personeelsleden van categorie 1 (statutair personeel 28 ) van het permanente korps van Frontex, om hun taken uit te voeren, toegang krijgen tot de Interpol-databanken. Meer in het bijzonder wordt in artikel 82, lid 1, van Verordening (EU) nr. 2019/1896 bepaald dat de ingezette teamleden van categorie 1 in staat moeten zijn taken te verrichten en bevoegdheden uit te oefenen die nodig zijn voor grenstoezicht 29 , zoals bedoeld in Verordening (EU) 2016/399 30 (Schengengrenscode). Dit omvat de controle van onderdanen van derde landen aan de buitengrenzen aan de hand van Interpol-databanken (met name de databank van gestolen of verloren reisdocumenten), overeenkomstig artikel 8, lid 3, punt a), i) 31 , artikel 8, lid 3), punt a), ii) 32 , en artikel 6, lid 1, punt e) 33 , van de Schengengrenscode. Dit ondersteunt de preventie en het onderzoek van terroristische misdrijven, met name bij grenscontroles aan de buitengrenzen van de EU.

5.

Eurojust


Er is voor het uitvoeren van de taken 34 van Eurojust een essentiële operationele noodzaak om de samenwerking met Interpol te intensiveren 35 en een rechtsgrondslag te krijgen voor de uitwisseling van persoonsgegevens. Meer in het bijzonder is het noodzakelijk dat Interpol gestructureerd en structureel wordt betrokken bij zaken van Eurojust, onder meer in het kader van coördinatievergaderingen, coördinatiecentra en gemeenschappelijke onderzoeksteams 36 . Met name wanneer Eurojust om ondersteuning wordt verzocht met het oog op de coördinatie van de uitvoering van gerechtelijke maatregelen en personen in derde landen moeten worden aangehouden, zou de betrokkenheid van Interpol een toegevoegde waarde hebben, het gerechtelijk proces versnellen en het werk van Eurojust vergemakkelijken 37 . Eurojust moet ook informatie uitwisselen met Interpol over vermoedelijke buitenlandse terroristische strijders 38 , waarbij met name rekening moet worden gehouden met het register voor terrorismebestrijding 39 bij Eurojust. Interpol-kanalen worden reeds gebruikt voor de verzending van uitleveringsverzoeken 40 en kunnen binnenkort beschikbaar zijn voor de verzending van verzoeken om wederzijdse rechtshulp 41 .

6.

EOM


Het EOM is een onafhankelijk EU-orgaan dat bevoegd is voor het opsporen, vervolgen en voor de rechter brengen van daders van en medeplichtigen aan strafbare feiten die de financiële belangen van de Europese Unie schaden. Het is bevoegd om onderzoeken in te stellen, vervolgingsbevelen uit te voeren en de functie van openbaar aanklager uit te oefenen bij de bevoegde rechtbanken van de lidstaten. In dit verband heeft het EOM, wat betreft de samenwerking met Interpol, dezelfde operationele behoeften als nationale onderzoeks- en vervolgingsinstanties in de lidstaten, waarbij het onder meer gaat om toegang tot informatie in de Interpol-databanken 42 , en uitwisseling van informatie met Interpol en met derde landen, via Interpol. Deze behoefte is nog toegenomen als gevolg van het grensoverschrijdende karakter van de misdrijven waarvoor het EOM bevoegd is en de noodzaak om met derde landen samen te werken. Bovendien zal het EOM naar verwachting bijstand van Interpol nodig hebben om de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken, met name op het gebied van wederzijdse rechtshulp. De samenwerking tussen het EOM en Interpol moet nog worden opgezet en geregeld met inachtneming van hetgeen in het mandaat van het EOM is bepaald inzake samenwerking met internationale organisaties, voor zover dit nodig is voor de uitvoering van zijn taken 43 .

De noodzaak van een samenwerkingsovereenkomst wordt ook erkend en bevestigd door Interpol en zijn leden. De 88e Algemene Vergadering van Interpol heeft in oktober 2019 resolutie 5 aangenomen waarbij het secretariaat-generaal van Interpol werd gemachtigd onderhandelingen te openen met de EU over de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst.

7.

Andere vormen van samenwerking


Tegelijkertijd moeten ook andere vormen van samenwerking met Interpol in aanmerking worden genomen, die de Commissie, in samenwerking met de hoge vertegenwoordiger, wat GBVB-aspecten betreft, namens de EU zal trachten te ondersteunen als onderdeel van een afzonderlijk instrument met Interpol op basis van artikel 220 VWEU. Die samenwerking zal in overeenstemming met artikel 220, lid 2, VWEU verlopen wat betreft de vaststelling van het algemene samenwerkingskader en de totstandbrenging van een kader voor gestructureerde dialoog tussen de EU en Interpol op hoog niveau en op technisch niveau. De samenwerking zal tevens de beveiligingsdiensten van de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden, de Raad en het Parlement toegang bieden tot specifieke Interpol-databanken, ten behoeve van antecedentenonderzoek, opsporing en intern onderzoek inzake onderdanen van derde landen, en het mogelijk maken dat de Commissie gecontroleerde kennisgevingen van verloren, gestolen en ingetrokken EU-laissez-passers voor gestolen en verloren reisdocumenten invoert in de Interpol-databank.

2. DE BEOOGDE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

Met de beoogde samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Interpol worden de volgende doelstellingen nagestreefd:

–regelen van de samenwerking tussen Europol en Interpol, rekening houdend met de jongste ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van terrorisme, grensoverschrijdende en transnationale zware georganiseerde criminaliteit, met de huidige operationele behoeften, met het mandaat van Europol en met het meest recente stelsel voor gegevensbescherming van de EU;

–de nodige waarborgen en garanties bieden om de EU-lidstaten en EU-agentschappen via het Europees zoekportaal gecontroleerde toegang te verlenen tot de Interpol-databanken van gestolen en verloren reisdocumenten (SLTD) en reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen (TDAWN), voor zover die toegang noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taken, zulks in overeenstemming met hun toegangsrechten en met het EU-recht of het nationale recht betreffende die toegang, en met volledige inachtneming van de EU-vereisten inzake gegevensbescherming en de grondrechten;

–de nodige waarborgen en garanties bieden om de EU-lidstaten en Frontex (de centrale eenheid van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem) via het Europees zoekportaal toegang te verlenen tot de Interpol-databanken, zulks in overeenstemming met de EU-vereisten inzake gegevensbescherming en de grondrechten;

–de nodige waarborgen en garanties bieden voor de uitvoering van een herziene verordening betreffende het Visuminformatiesysteem die de EU-lidstaten, ten behoeve van de behandeling van aanvragen van visa of verblijfsvergunningen, via het Europees zoekportaal toegang verleent tot de Interpol-databanken van gestolen en verloren reisdocumenten (SLTD) en reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen (TDAWN), met volledige inachtneming van de EU-vereisten inzake gegevensbescherming en de grondrechten;

–tot stand brengen en regelen van de samenwerking tussen het Europees Openbaar Ministerie (EOM), zoals opgericht bij Verordening (EU) 2017/1939, en Interpol, in overeenstemming met hun mandaten en met volledige inachtneming van de EU-vereisten inzake gegevensbescherming en de grondrechten;

–voorzien in de rechtsgrondslag die nodig is om Europol, Frontex-personeelsleden van categorie 1 (statutair personeel dat deel uitmaakt van het permanente korps) en het EOM toegang te verlenen tot de relevante Interpol-databanken 44 voor de uitvoering van hun taken, met volledige inachtneming van de EU-vereisten inzake gegevensbescherming en de grondrechten;

–voorzien in de rechtsgrondslag om Eurojust en het EOM te machtigen operationele informatie uit te wisselen met Interpol, met volledige inachtneming van de EU-vereisten inzake gegevensbescherming en de grondrechten.

Alle bovengenoemde doelstellingen moeten volledig in overeenstemming zijn met het EU-stelsel voor gegevensbescherming 45 .

3. BEVOEGDHEID VAN DE EU

In artikel 3, lid 2, VWEU, wordt bepaald dat de EU exclusief bevoegd is om “een internationale overeenkomst te sluiten […] wanneer die sluiting gemeenschappelijke regels kan aantasten of de strekking daarvan kan wijzigen.” Een internationale overeenkomst kan gemeenschappelijke regels aantasten of de strekking ervan wijzigen wanneer het toepassingsgebied van de overeenkomst gedeeltelijk samenvalt met dat van de EU-wetgeving of voor een groot deel door het EU-recht wordt geregeld. Met betrekking tot de aspecten die in de samenwerkingsovereenkomst aan bod moeten komen, heeft de Europese Unie gemeenschappelijke regels vastgesteld op basis van de artikelen 16, 77, 79, 85 en 86, artikel 87, leden 1 en 2, en artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Het huidige rechtskader van de Europese Unie omvat:

–de Verordeningen (EU) 2016/794, (EU) 2019/1896, (EU) 2018/1727 en (EU) 2017/1939 betreffende respectievelijk Europol, Frontex, Eurojust en het EOM, die bepalingen inzake de samenwerking met internationale organisaties zoals Interpol omvatten;

–de Verordeningen (EU) 2019/817, (EU) 2019/818 en (EU) 2018/1240, die voorzien in gecontroleerde toegang van EU-lidstaten of EU-agentschappen tot de Interpol-databanken van gestolen of verloren reisdocumenten en reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen;

–Verordening (EU) 2017/458 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 (Schengengrenscode), die tot doel heeft de controles aan de buitengrenzen aan de hand van relevante databanken te verscherpen en waarin de Interpol-databank van gestolen of verloren reisdocumenten als een van de te raadplegen databanken wordt genoemd.

Deze aanbeveling is in overeenstemming met de bepalingen van bovengenoemde rechtshandelingen.

4. RECHTSGRONDSLAG

Het doel van deze aanbeveling is dat de Raad de Commissie machtigt om namens de EU te onderhandelen over de te sluiten samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Interpol. Artikel 218, leden 3 en 4, VWEU is de rechtsgrondslag op basis waarvan de Raad machtiging verleent voor het openen van onderhandelingen.

5. DE ONDERHANDELINGEN

Overeenkomstig artikel 218 VWEU zal de Commissie worden aangewezen als onderhandelaar van de EU voor de samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Interpol.

De Commissie voert de onderhandelingen in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren die in de bijlage bij het besluit zijn opgenomen en in overleg met een door de Raad aan te wijzen speciaal comité.

De Commissie zal het Europees Parlement volledig en tijdig op de hoogte houden van het verloop van de onderhandelingen.

8.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Internationale Criminele Politieorganisatie (ICPO-Interpol)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst (hierna “de overeenkomst” genoemd) tussen de Unie en Interpol. De overeenkomst heeft tot doel een regeling te treffen voor de samenwerking tussen de Unie en Interpol op het gebied van rechtshandhaving overeenkomstig de artikelen 87 en 88 VWEU, op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken overeenkomstig de artikelen 82, 85 en 86 VWEU, en op het gebied van grensbeveiliging (als onderdeel van grensbeheer) overeenkomstig artikel 77 VWEU.

De overeenkomst dient de samenwerking tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en Interpol te regelen, rekening houdend met de jongste ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van terrorisme, grensoverschrijdende en transnationale zware en georganiseerde criminaliteit, met de huidige operationele behoeften en met het mandaat van Europol.

De overeenkomst moet de nodige waarborgen en garanties bieden om de lidstaten van de Unie en de agentschappen van de Unie via het Europees zoekportaal (ESP) gecontroleerde toegang te verlenen tot de Interpol-databanken van gestolen en verloren reisdocumenten (“SLTD”) en reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen (“TDAWN”), voor zover die toegang noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taken, zulks in overeenstemming met hun toegangsrechten en met het Unierecht of het nationale recht betreffende die toegang.

De overeenkomst moet de nodige waarborgen en garanties bieden om de lidstaten van de Unie en de centrale eenheid voor het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) van het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) via het Europees zoekportaal toegang te verlenen tot de Interpol-databanken van gestolen en verloren reisdocumenten en van reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen.

De overeenkomst moet de nodige waarborgen en garanties bieden voor de uitvoering van een herziene verordening betreffende het Visuminformatiesysteem die de lidstaten van de Unie ten behoeve van de behandeling van aanvragen van visa of verblijfsvergunningen via het Europees zoekportaal toegang verleent tot de Interpol-databanken.

De overeenkomst moet de totstandbrenging en regeling van de samenwerking tussen het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) en Interpol vergemakkelijken.

De overeenkomst moet voorzien in de rechtsgrondslag die nodig is om Europol, de statutaire personeelsleden van Frontex die deel uitmaken van het permanente korps (personeelsleden van categorie 1) en het Europees Openbaar Ministerie toegang te verlenen tot relevante Interpol-databanken voor de uitvoering van hun taken.

De overeenkomst moet voorzien in de rechtsgrondslag die nodig is om het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (“Eurojust”) en het Europees Openbaar Ministerie te machtigen om operationele informatie uit te wisselen met Interpol.

In artikel 23, leden 1, 2 en 5, van Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad 46 is voorzien in de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en internationale organisaties, voor zover dat nodig is voor de uitvoering van de taken van Europol als omschreven in artikel 4 van Verordening (EU) 2016/794.

Overeenkomstig artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlementen de Raad 47 , artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad 48 en artikel 12 van Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad 49 moeten zoekopdrachten in de Interpol-databanken zodanig worden uitgevoerd dat aan de eigenaar van de Interpol-signalering geen informatie wordt onthuld. Overeenkomstig artikel 65 van Verordening (EU) 2018/1240 mogen persoonsgegevens niet worden doorgegeven aan of ter beschikking gesteld van derde landen, internationale organisaties of particuliere partijen, met uitzondering van de doorgifte aan Interpol met het oog op geautomatiseerde controle aan de hand van de Interpol-databanken van gestolen en verloren reisdocumenten en reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen, en wordt bepaald dat deze doorgifte is onderworpen aan Verordening (EU) 2018/1725 50 .

In de artikelen 80, 99 en 104 van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad 51 worden met name de betrekkingen tussen het Europees Openbaar Ministerie en internationale organisaties geregeld en wordt voorzien in de uitwisseling van informatie tussen het EOM en die organisaties.

Gezien overweging 33 van Verordening (EU) 2016/794 en overweging 46 van Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement ende Raad 52 is het passend de samenwerking tussen Europol en Interpol, respectievelijk tussen Eurojust en Interpol, te versterken door de efficiënte uitwisseling van persoonsgegevens te bevorderen.

In artikel 68, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad 53 wordt voorzien in de mogelijkheid dat Frontex samenwerkt met internationale organisaties, waaronder met name Interpol. Overeenkomstig artikel 82, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1896 moeten de teamleden van het permanente korps van Frontex in staat zijn taken te verrichten en bevoegdheden uit te oefenen op het gebied van grenstoezicht overeenkomstig Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad 54 (Schengengrenscode). Overeenkomstig artikel 8, lid 3, punt a), i) 55 , artikel 8, lid 3, punt a), ii) 56 , en artikel 6, lid 1, punt e) 57 , van Verordening (EU) nr. 2016/399 omvat dit de controle van onderdanen van derde landen aan de hand van de Interpol-databanken (met name de Interpol-databank van gestolen en verloren reisdocumenten) aan de buitengrenzen van de lidstaten en van derde landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis met betrekking tot de controle van personen aan de buitengrenzen.

In artikel 47, lid 1, artikel 47, leden 5 en 6, artikel 52 en artikel 56 van Verordening (EU) 2018/1727 worden de betrekkingen tussen Eurojust en internationale organisaties geregeld en wordt voorzien in de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Eurojust en die organisaties.

Gezien overweging 96 van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad is het passend de samenwerking tussen de Unie en Interpol te versterken door een efficiënte uitwisseling van persoonsgegevens te bevorderen.

In artikel 94 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 58 worden de voorwaarden vastgesteld voor de doorgifte van operationele persoonsgegevens aan internationale organisaties.

De overeenkomst moet volledig in overeenstemming zijn met de bepalingen van de Europese Unie inzake gegevensbescherming die zijn opgenomen in Verordening (EU) 2016/679 59 , Verordening (EU) 2018/1725 en Richtlijn 2016/680 60 van het Europees Parlement en de Raad.

De overeenkomst moet volledig de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (“het Handvest”) zijn neergelegd, inzonderheid het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest. De overeenkomst moet worden toegepast in overeenstemming met alle rechten en beginselen die in het Handvest zijn vastgelegd.

Tijdens de onderhandelingen over de overeenkomst of in ieder geval voordat de overeenkomst wordt gesloten, dient de Commissie de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming te raadplegen.

De Commissie dient te worden aangewezen als onderhandelaar van de Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

9.

Artikel 1


De Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Unie te onderhandelen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Internationale Criminele Politieorganisatie inzake samenwerking en coördinatie bij het voorkomen en bestrijden van terrorisme en zware criminaliteit en het waarborgen van een Europees geïntegreerd grensbeheer aan de buitengrenzen van de lidstaten en derde landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis met betrekking tot het toezicht op personen aan de buitengrenzen, met inbegrip van de nodige waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens.

10.

Artikel 2


De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

11.

Artikel 3


De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met het [name of the special committee to be inserted by the Council].

12.

Artikel 4


Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

13.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) Statuut van ICPO-Interpol [I/CONS/GA/1956 (2017)].
(2) Interpol-regels inzake gegevensverwerking [III/IRPD/GA/2011 (2019)].
(3) Gemeenschappelijk Standpunt 2005/69/JBZ van de Raad van 24 januari 2005 over de uitwisseling van bepaalde gegevens met Interpol (PB L 27 van 29.1.2005, blz. 61).
(4) Met het oog op de opname in een specifiek informatiesysteem geformatteerde gegevens over afgegeven en blanco paspoorten die zijn gestolen, verloren of verduisterd. De in de Interpolgegevensbank ingevoerd paspoortgegevens omvatten alleen het paspoortnummer, het land van afgifte en het documenttype [artikel 2, lid 1, van Gemeenschappelijk Standpunt 2005/69/JBZ van de Raad].
(5) De meerjarige EU-beleidscyclus is erop gericht de belangrijkste bedreigingen voor de EU die het gevolg zijn van georganiseerde en zware internationale criminaliteit op coherente en systematische wijze aan te pakken door verbetering en versterking van de samenwerking tussen de betrokken diensten van de lidstaten, de EU-instellingen en EU-agentschappen en derde landen en organisaties, met inbegrip van de particuliere sector.
(6) Agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken (JBZ-agentschappen) zijn EU-agentschappen die zijn opgericht op grond van titel V van het VWEU inzake de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol), het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex), het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EMCDDA), het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) zijn JBZ-agentschappen.
(7) De samenwerkingsovereenkomst tussen Interpol en Europol werd ondertekend op 5.11.2001. Het memorandum van overeenstemming over de samenwerking tussen Eurojust en Interpol werd ondertekend op 15.7.2013. De werkafspraak tussen Interpol en Frontex werd ondertekend op 27.5.2009. De werkafspraak tussen Cepol en het secretariaat-generaal van Interpol werd ondertekend op 6.12.2017. De samenwerkingsovereenkomst tussen Interpol en EMCDDA werd ondertekend op 25.9.2001.
(8) Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).
(9) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s betreffende de EU-strategie voor de veiligheidsunie, Brussel, 24 juli 2020 (COM(2020) 605 final).
(10) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Een agenda inzake terrorismebestrijding voor de EU: anticiperen, voorkomen, beschermen en reageren, Brussel, 9.12.2020 (COM(2020) 795 final).
(11) Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).
(12) De overeenkomst is later aangevuld met een aantal door de organisaties overeengekomen of gesloten samenwerkingsdocumenten, bijvoorbeeld betreffende de samenwerking via verbindingsfunctionarissen en de totstandbrenging, uitvoering en werking van een beveiligde communicatielijn voor de uitwisseling van informatie.
(13) Kennisgevingen van Interpol zijn internationale verzoeken om samenwerking of signaleringen die rechtshandhavingsinstanties in staat stellen kritieke informatie over criminaliteit, waaronder informatie over terrorisme, te delen. De kennisgevingen bevatten waarschuwingen over de criminele activiteiten van personen (indien die personen als een potentiële bedreiging voor de openbare veiligheid worden beschouwd), en over gebeurtenissen, personen, voorwerpen of processen die een ernstige en onmiddellijke bedreiging voor de openbare veiligheid vormen, alsmede informatie over door criminelen toegepaste werkwijzen en gebruikte voorwerpen, apparaten en verbergingsmethoden.
(14) Overeenkomstig artikel 25 van de Europolverordening moet de Commissie de bepalingen beoordelen die zijn opgenomen in samenwerkingsovereenkomsten die vóór de inwerkingtreding van de Europolverordening zijn gesloten, zoals de overeenkomst met Interpol. De Commissie moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van het resultaat van die beoordeling en kan in voorkomend geval bij de Raad een aanbeveling indienen voor een besluit houdende machtiging tot het opstarten van onderhandelingen voor het sluiten van internationale overeenkomsten op grond van artikel 218 VWEU waarin passende waarborgen zijn opgenomen ter bescherming van de privacy en de fundamentele rechten en vrijheden van burgers.
(15) Sinds de sluiting van de samenwerkingsovereenkomst tussen Europol en Interpol is het mandaat van Europol tweemaal gewijzigd, in 2009 en in 2017 (bij Besluit 2009/371/JBZ van de Raad respectievelijk Verordening (EU) 2016/794). Op 9 december 2020 heeft de Commissie voorgesteld het mandaat van Europol te verlengen [COM(2020) 796 final, Brussel, 9.12.2020].
(16) Sinds de inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst van 2001 tussen Europol en Interpol is het EU-stelsel voor gegevensbescherming ingrijpend gewijzigd: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1), Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39) en Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89) (richtlijn gegevensbescherming bij rechtshandhaving). De bepalingen inzake gegevensbescherming die deel uitmaken van het mandaat van Europol zijn geactualiseerd sinds de inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst tussen Europol en Interpol van 2001.
(17) Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27) en Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22 mei 2019, blz. 85).
(18) Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
(19) In de context van de verordening betreffende interoperabiliteit en die betreffende het Etias [artikel 4, punt 17, van de Verordeningen (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 en artikel 12 van Verordening (EU) 2018/1240] worden met “Interpol-databanken” alleen de Interpol-databank voor gestolen of verloren reisdocumenten (SLTD) en de Interpol-databank voor reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen (TDAWN) bedoeld.
(20) COM(2018) 302 final van 16.5.2018.
(21) Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
(22) Kennisgevingen (gegevens opgeslagen in het Interpol Criminal Information System – ICIS); Nominale gegevens; www.interpol.int/Crimes/Crimes-against-children">Internationale databank betreffende beelden van seksuele uitbuiting van kinderen ; Vingerafdrukken, DNA-profielen en gezichtsherkenning; Gestolen en verloren reisdocumenten (SLTD); Gestolen administratieve documenten (SAD); Valse documenten; Edison; Gestolen motorvoertuigen (SMV), Vaartuigen en kunstwerken (WOA), www.interpol.int/Crimes/Firearms-trafficking">Interpol-referentietabel voor vuurwapens , www.interpol.int/Crimes/Firearms-trafficking">Interpol-beheersysteem voor het registreren en traceren van illegale wapens (iARMS) , www.interpol.int/Crimes/Firearms-trafficking">Interpol-netwerk voor ballistische informatie (IBIN) , Netwerken voor georganiseerde criminaliteit en Maritieme piraterij.
(23) Frontex is het Europees Grens- en kustwachtagentschap, Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1).
(24) Op grond van artikel 6, lid 2, en artikel 27 van de Interpol-regels inzake gegevensverwerking [III/IRPD/GA/2011 (2019)] moeten internationale organisaties een overeenkomst met Interpol sluiten om toegang te krijgen tot het informatiesysteem van Interpol.
(25) Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de overeenkomst van 2001 tussen Interpol en Europol wordt in artikel 3 van het memorandum van overeenstemming van 2009 bepaald dat de verbindingsfunctionaris bij de andere partij verantwoordelijk is voor het faciliteren van de praktische uitwisseling van informatie.
(26) Artikel 1 van Verordening (EU) 2019/1896.
(27) Artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2019/1896.
(28) Overeenkomstig artikel 54 van Verordening (EU) 2019/1896 moet het permanente korps van de Europese grens- en kustwacht zijn samengesteld uit vier categorieën operationeel personeel. Categorie 1 omvat statutair personeel dat wordt ingezet als teamleden in operationele gebieden overeenkomstig artikel 55 van de verordening. Frontex moet leden van zijn statutair personeel (categorie 1) ter beschikking stellen van het permanente korps om te worden ingezet in operationele gebieden als teamleden met de in artikel 82 van de verordening bedoelde taken en bevoegdheden. Hun taken omvatten de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme.
(29) Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) 2016/399 moet het grensoverschrijdende verkeer aan de buitengrenzen worden gecontroleerd door grenswachters. De controle kan ook betrekking hebben op de vervoermiddelen en voorwerpen in het bezit van de personen die de grens overschrijden.
(30) Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1), geconsolideerde versie, zoals gewijzigd bij Verordeningen (EU) 2016/1624, (EU) 2017/458 en (EU) 2019/817.
(31) Bij inreis en uitreis worden onderdanen van derde landen aan grondige controles onderworpen, waaronder de verificatie van de identiteit en de nationaliteit van de onderdaan van een derde land en de echtheid en geldigheid van het reisdocument voor het overschrijden van de grens. De verificatie houdt in dat de relevante databanken worden geraadpleegd, met name (maar niet alleen) de SLTD-databank van Interpol.
(32) Deze verificatie houdt ook in dat wordt nagegaan of het reisdocument in voorkomend geval vergezeld gaat van het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning.
(33) De toegangsvoorwaarden voor onderdanen van derde landen houden onder meer in dat zij geen bedreiging mogen vormen voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid of de internationale betrekkingen van een van de lidstaten, met name wanneer er in de nationale databanken van de lidstaten geen signalering met het oog op weigering van toegang om diezelfde redenen is opgenomen.
(34) Overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EU) 2018/1727 moet Eurojust zorgen voor ondersteuning en versterking van de coördinatie en de samenwerking tussen de nationale autoriteiten die belast zijn met het onderzoek en de vervolging van zware criminaliteit waarvoor Eurojust bevoegd is en die twee of meer lidstaten schaadt of vervolging op gemeenschappelijke basis vereist, op basis van de door de autoriteiten van de lidstaten, door Europol, door het EOM en door OLAF uitgevoerde operaties en verstrekte informatie. Eurojust moet zijn taken uitoefenen op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of op eigen initiatief of op verzoek van het EOM binnen de grenzen van de bevoegdheid van het EOM.
(35) In overweging 46 van Verordening (EU) 2018/1727 wordt gesteld dat het zinvol is de samenwerking tussen de EU en Interpol te versterken door een efficiënte uitwisseling van persoonsgegevens te bevorderen, zulks met eerbiediging van de grondrechten en fundamentele vrijheden met betrekking tot de automatische verwerking van persoonsgegevens. Wanneer operationele persoonsgegevens worden doorgegeven van Eurojust aan Interpol, en aan landen die vertegenwoordigers naar Interpol hebben afgevaardigd, dient Verordening (EU) 2018/1727, met name de bepalingen daarvan inzake internationale doorgifte, van toepassing te zijn.
(36) Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1727 heeft Eurojust tot taak de bevoegde autoriteiten van de lidstaten bij te staan met het oog op een optimale coördinatie van de onderzoeken en vervolgingen, operationele en technische ondersteuning te bieden bij grensoverschrijdende operaties en onderzoeken van lidstaten, inclusief gemeenschappelijke onderzoeksteams, en het optreden te ondersteunen van de lidstaten bij de bestrijding van de vormen van zware criminaliteit waarvoor Eurojust bevoegd is.
(37) Overeenkomstig artikel 2, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2018/1727 moet Eurojust de tenuitvoerlegging van verzoeken om en besluiten inzake justitiële samenwerking vergemakkelijken, waaronder de verzoeken en besluiten die zijn gebaseerd op instrumenten waarmee uitvoering wordt gegeven aan het beginsel van wederzijdse erkenning.
(38) Buitenlandse terroristische strijders worden gedefinieerd als “personen die naar een andere staat dan hun lidstaat van verblijf of nationaliteit trekken met het oog op het plegen, plannen of voorbereiden van of het deelnemen aan terroristische daden, of het verstrekken of ontvangen van terroristische opleiding, onder meer in verband met gewapende conflicten” [Resolutie 2178(2014) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties].
(39) Het register voor terrorismebestrijding (CTR) is in 2019 bij Eurojust opgezet om in de lidstaten de justitiële respons op terroristische dreigingen te versterken en de veiligheid van de burgers te verbeteren. In het CTR wordt essentiële justitiële informatie centraal vastgelegd, zodat verbanden kunnen worden gelegd in het kader van procedures tegen verdachten van terroristische misdrijven. Het CTR wordt op 24 uursbasis door Eurojust in Den Haag beheerd en biedt proactieve ondersteuning aan de nationale justitiële autoriteiten. Deze gecentraliseerde informatie helpt aanklagers om specifieke zaken met mogelijke grensoverschrijdende gevolgen actiever te coördineren en om verdachten of netwerken die in die zaken worden onderzocht, te identificeren.
(40) De Algemene Vergadering van Interpol heeft tijdens haar 83e zitting (Monaco, 3-7 november 2014, resolutie AG-2014-RES-20) het rechtsinstrument voor het gebruik van het systeem van e-uitlevering (de regels voor e-uitlevering) aangenomen.
(41) Het e-MLA-initiatief is gericht op de ontwikkeling van een Interpol-instrument voor de veilige elektronische verzending van informatie op het gebied van wederzijdse rechtshulp (MLA). Bij resolutie GA-2018-87-RES-04 (Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, 18-21 november 2018) heeft het secretariaat-generaal de opdracht gekregen om, in overleg met de bij Interpol aangesloten landen, verslag uit te brengen over de technische ontwikkeling van het e-MLA-systeem en passende regels voor het gebruik van deze nieuwe Interpol-capaciteit ter goedkeuring voor te leggen aan de Algemene Vergadering tijdens een volgende zitting, indien passende financiering wordt gewaarborgd.
(42) Bijvoorbeeld kennisgevingen over personen, die met name relevant zijn in corruptie- en fraudezaken, de SLTD-databank, de Dial-Doc-databank, waarin nieuwe vormen van documentvervalsing worden gedeeld, en de verschillende databanken betreffende gestolen goederen ten behoeve van onderzoek en ontneming van vermogensbestanddelen.
(43) In artikel 99, lid 3, en artikel 104 van de EPPO-verordening (Verordening (EU) 2017/1939) wordt voorzien in samenwerking tussen het EOM en internationale organisaties, zoals Interpol, voor zover dat nodig is voor de uitvoering van de taken van het EOM. In overweging 96 van de EOM-verordening wordt gesteld: “Alle lidstaten van de Europese Unie zijn aangesloten bij de Internationale Politieorganisatie (Interpol). Om haar taak te kunnen uitvoeren, zorgt Interpol voor het ontvangen, opslaan en verspreiden van persoonsgegevens om bevoegde autoriteiten bij te staan in het voorkomen en bestrijden van internationale criminaliteit. Daarom is het zinvol de samenwerking tussen de Unie en Interpol te versterken door een efficiënte uitwisseling van persoonsgegevens te bevorderen, zulks met eerbiediging van de grondrechten en fundamentele vrijheden met betrekking tot de automatische verwerking van persoonsgegevens. Wanneer operationele persoonsgegevens worden doorgegeven van het EOM aan Interpol, en aan landen die vertegenwoordigers naar Interpol hebben afgevaardigd, dient deze verordening, met name de bepalingen inzake internationale doorgifte, van toepassing te zijn.” In overweging 97 van de EOM-verordening staat bovendien: “Wanneer het EOM op grond van een uit hoofde van artikel 218 VWEU, gesloten internationale overeenkomst operationele persoonsgegevens doorgeeft aan een instantie van een derde land, een internationale organisatie of Interpol, dienen de nodige waarborgen betreffende de naleving van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de fundamentele rechten en vrijheden van personen ervoor te zorgen dat de gegevensbeschermingsbepalingen van deze verordening in acht worden genomen.”
(44) Behalve over de toegang tot SLTD en TDAWN via het Europees zoekportaal zal de EU met Interpol onderhandelen over de toegang van Europol, Frontex, Eurojust en het EOM tot andere nog te bepalen Interpol-databanken, in overeenstemming met de respectieve mandaten van die organen en hun operationele behoeften.
(45) Verordening (EU) 2016/679, Verordening (EU) 2018/1725 en Verordening (EU) 2016/680.
(46) Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).
(47) Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27).
(48) Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22 mei 2019, blz. 85).
(49) Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
(50) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(51) Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1.).
(52) Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 138).
(53) Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1).
(54) Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1).
(55) Bij inreis en uitreis worden onderdanen van derde landen aan grondige controles onderworpen, waaronder de verificatie van de identiteit en de nationaliteit van de onderdaan van een derde land en de echtheid en geldigheid van het reisdocument voor het overschrijden van de grens. De verificatie houdt in dat de relevante databanken worden geraadpleegd, met name (maar niet alleen) de SLTD-databank van Interpol.
(56) Deze verificatie houdt ook in dat wordt nagegaan of het reisdocument in voorkomend geval vergezeld gaat van het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning.
(57) De toegangsvoorwaarden voor onderdanen van derde landen /houden onder meer in dat zij geen bedreiging mogen vormen voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid of de internationale betrekkingen van een van de lidstaten, met name wanneer er in de nationale databanken van de lidstaten geen signalering met het oog op weigering van toegang om diezelfde redenen is opgenomen.
(58) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(59) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(60) Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89) (richtlijn gegevensbescherming bij rechtshandhaving).