Toelichting bij COM(2021)282 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Volgens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten de lidstaten hun economisch beleid en de bevordering van de werkgelegenheid beschouwen als aangelegenheden van gemeenschappelijk belang en hun maatregelen op deze gebieden in het kader van de Raad coördineren. In het Verdrag is bepaald dat de Raad richtsnoeren inzake werkgelegenheid (artikel 148) moet opstellen; daarbij wordt erop gewezen dat deze verenigbaar moeten zijn met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (artikel 121).

De globale richtsnoeren voor het economisch beleid blijven langere tijd geldig, maar de richtsnoeren inzake werkgelegenheid moeten jaarlijks worden opgesteld. De richtsnoeren zijn in 2010 voor het eerst gezamenlijk opgesteld (“geïntegreerd pakket”) als basis voor de Europa 2020‑strategie. De geïntegreerde richtsnoeren zijn tot 2014 stabiel gebleven. In 2015 zijn herziene geïntegreerde richtsnoeren aangenomen. De werkgelegenheidsrichtsnoeren zijn in 2018 afgestemd op de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten, die in november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is afgekondigd om hervormingen op nationaal niveau te stimuleren en om als kompas te dienen voor een hernieuwd convergentieproces in heel Europa. De richtsnoeren zijn in 2019 ongewijzigd gebleven. In 2020 zijn ze aangepast om elementen te integreren die verband houden met de gevolgen van de COVID‑19-crisis, de groene en de digitale transitie en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de VN.

Samen met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid worden de werkgelegenheidsrichtsnoeren gepresenteerd als een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (deel II van de geïntegreerde richtsnoeren); ze vormen de basis voor landspecifieke aanbevelingen op de betrokken gebieden.

De algemene doelstellingen en prioriteiten van de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid blijven geldig. Krachtens artikel 148, lid 2, VWEU dient de geldigheid van de werkgelegenheidsrichtsnoeren voor 2021 — na raadpleging van het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en het Comité voor de werkgelegenheid — bij een besluit van de Raad te worden bevestigd.

De “werkgelegenheidsrichtsnoeren” luiden als volgt:

Richtsnoer 5: De vraag naar arbeid stimuleren

Richtsnoer 6: Het arbeidsaanbod vergroten en de toegang tot de arbeidsmarkt, vaardigheden en competenties verbeteren

Richtsnoer 7: De werking van de arbeidsmarkten en de doeltreffendheid van de sociale dialoog verbeteren

Richtsnoer 8: Gelijke kansen voor iedereen bevorderen, sociale inclusie stimuleren en armoede bestrijden