Toelichting bij COM(2021)605 - Besluit (EU) 2021/1941 van de Raad van 9 november 2021 betreffende de financiële bijdragen van de partijen aan het Europees Ontwikkelingsfonds, voor de financiering van dat fonds inclusief het maximum voor 2023, het jaarlijkse bedrag voor 2022, de eerste tranche voor 2022 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2024 en 2025

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het voorstel heeft betrekking op:

– het maximumbedrag van de bijdragen voor 2023;

– het jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2022;

– het bedrag van de eerste tranche van de bijdrage voor 2022;

– de niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bijdragen voor de jaren 2024 en 2025.

Voor het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en de andere EOF’s die nog lopen (het 9e en 10e EOF) geldt de volgende regelgeving: de huidige partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (hierna de “ACS-EU-partnerschapsovereenkomst” genoemd), zoals laatstelijk gewijzigd 1 :

(a)

(b)Besluit nr. 2/2020 2 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 4 december 2020 tot wijziging van Besluit nr. 3/2019 3 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs tot vaststelling van overgangsmaatregelen op grond van artikel 95, lid 4, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst tot verdere verlenging van de toepassing van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst tot en met 30 november 2021 of, indien dit eerder is, tot de inwerkingtreding van een nieuwe ACS-EU-overeenkomst (hierna “de nieuwe overeenkomst” genoemd) of de voorlopige toepassing daarvan tussen de Unie en de ACS-staten;

(c)Besluit (EU) 2020/2233 van de Raad betreffende de vastlegging van de middelen die afkomstig zijn van gelden die terugvloeien in het kader van de ACS-investeringsfaciliteit van operaties uit hoofde van het 9e, 10e en 11e Europees Ontwikkelingsfonds 4 ;

(d)Het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn 5 (hierna “het Intern Akkoord van het 11e EOF” genoemd);

(e)Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds 6 (hierna het “Financieel Reglement van het 11e EOF” genoemd).

In de in de punten a) tot en met e) vermelde documenten staan meerjarige verbintenissen van de partijen om de thesaurie van het EOF te financieren. Het Financieel Reglement van het 11e EOF zorgt ervoor dat de partijen op regelmatige basis bijdragen aan de thesaurie van het EOF overeenkomstig vooraf vastgestelde financiële verbintenissen. Regelmatige bijdragen komen er op basis van technische besluiten van de Raad betreffende de uitvoering van eerder besloten financiële vastleggingen.

Een aantal onderdelen van de toelichting zijn daarom niet van toepassing op oproepen voor regelmatige bijdragen zoals deze.

2

1.

Rechtsgrondslag


, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID


Rechtsgrondslag

Overeenkomstig artikel 19, lid 2, van het Financieel Reglement van het 11e EOF neemt de Raad uiterlijk op 15 november 2021 een besluit over dit voorstel 7 .