Toelichting bij COM(2022)187 - Wijziging van Verordening 2018/1727, over het bij Eurojust verzamelen, bewaren en analyseren van bewijs i.v.m. genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Eurojust, het agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken, coördineert het onderzoek naar en de vervolging van ernstige grensoverschrijdende criminaliteit in Europa en daarbuiten. Eurojust vervult in de Europese Unie een spilfunctie op het gebied van de justitiële samenwerking in strafzaken en ondersteunt de nationale onderzoeks- en vervolgingsautoriteiten op het gebied van ernstige criminaliteit waarvoor Eurojust overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1727 (hierna “Eurojust-verordening” genoemd) bevoegd is. Onder meer genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden (gezamenlijk ook “ernstige internationale misdrijven” genoemd) zijn strafbare feiten waarvoor Eurojust bevoegd is.

Op 24 februari 2022 is Rusland begonnen met een militaire agressie tegen Oekraïne. Er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat er in Oekraïne oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid werden en worden gepleegd. Op 2 maart 2022 kondigde de aanklager van het Internationaal Strafhof aan dat hij een onderzoek had ingesteld naar de situatie in Oekraïne1. In verscheidene lidstaten en in Oekraïne hebben openbare aanklagers een onderzoek naar ernstige internationale misdrijven ingesteld. Deze onderzoeken worden door Eurojust ondersteund en gecoördineerd. Eurojust beschikt over de deskundigheid en ervaring om het onderzoek naar en de vervolging van ernstige internationale misdrijven te ondersteunen, onder meer door het faciliteren van de activiteiten van gemeenschappelijke onderzoeksteams, zoals sommige lidstaten en Oekraïne er een hebben opgezet in het kader van de huidige vijandelijkheden. Eurojust werkt ook samen met de aanklager van het Internationaal Strafhof.

De nationale autoriteiten verzamelen bewijsmateriaal over internationale misdrijven die mogelijk in Oekraïne zijn gepleegd. Als gevolg van de aanhoudende vijandelijkheden kan bewijsmateriaal niet veilig in Oekraïne worden opgeslagen, waardoor de Unie dringend moet zorgen voor een back-up/opslagplaats. Met het oog op de coördinatie van de inspanningen die momenteel door de lidstaten worden geleverd om bewijsmateriaal te verzamelen, is het derhalve noodzakelijk snel te voorzien in een centrale opslagplaats, waar bewijsmateriaal kan worden opgeslagen dat is verzameld door agentschappen en organen van de Unie en door nationale en internationale autoriteiten of derden, zoals maatschappelijke organisaties. De Eurojust-verordening bepaalt weliswaar dat Eurojust het optreden van de lidstaten bij het onderzoeken en vervolgen van ernstige misdrijven ondersteunt, maar biedt Eurojust niet uitdrukkelijk de mogelijkheid om dergelijk bewijsmateriaal in verband met dit doel te verzamelen, te bewaren en te analyseren.

Voor de uitvoering van zijn taken heeft Eurojust een casemanagementsysteem opgezet dat de in bijlage II bij de Eurojust-verordening genoemde persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens bevat. Het casemanagementsysteem is voornamelijk bedoeld ter ondersteuning van het beheer en de coördinatie van onderzoeken en vervolgingen waaraan Eurojust bijstand verleent. Door de Eurojust-verordening wordt de opzet van het casemanagementsysteem beperkt tot tijdelijke werkbestanden, die de follow-up van lopende zaken moeten ondersteunen, en een register2. Verwerking van persoonsgegevens buiten het casemanagementsysteem is verboden3. Bij het coördineren en ondersteunen van onderzoeken en vervolgingen kan Eurojust bewijsmateriaal tijdelijk opslaan en uitwisselen overeenkomstig de regels van de verordening.

De Commissie heeft reeds voorgesteld de huidige opzet van het casemanagementsysteem van Eurojust te verbeteren met betrekking tot de activiteiten van Eurojust op het gebied van onderzoek en vervolging van strafbare feiten van terroristische aard. Op 1 december 2021 heeft de Commissie een voorstel aangenomen ter verbetering van de werking van het Europees gerechtelijk register voor terrorismebestrijding bij Eurojust4. In het kader van dat voorstel wordt overwogen het casemanagementsysteem te moderniseren en de informatie-uitwisseling tussen de nationale bevoegde autoriteiten en Eurojust te digitaliseren.

De recente gebeurtenissen in verband met de Russische agressie tegen Oekraïne hebben verder aangetoond dat het dringend noodzakelijk is verder te gaan dan het bestaande casemanagementsysteem van Eurojust. Met zijn huidige architectuur voor gegevensverwerking is Eurojust niet in staat bewijsmateriaal te verzamelen, te bewaren en te analyseren met betrekking tot ernstige internationale misdrijven, waaronder misdrijven die waarschijnlijk in Oekraïne worden gepleegd, vanwege de omvang van de gebeurtenissen en de enorme hoeveelheid bewijsmateriaal die moet worden opgeslagen wanneer dergelijke misdrijven worden gepleegd.

Tegen deze achtergrond beoogt dit voorstel Eurojust in staat te stellen bewijsmateriaal in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten te verzamelen, te bewaren en te analyseren en, waar nodig en passend, de uitwisseling ervan mogelijk te maken of dat bewijsmateriaal anderszins ter beschikking te stellen van de nationale of internationale bevoegde justitiële autoriteiten. Het verzamelen van bewijsmateriaal betekent niet dat Eurojust een uitvoerende rol krijgt toebedeeld als onderzoeksautoriteit, wat niet onder het mandaat van Eurojust zou vallen, maar is bedoeld om ervoor te zorgen dat Eurojust bewijsmateriaal uit verschillende bronnen kan ontvangen en centraal kan opslaan. Op die manier kan Eurojust in het kader van nationale en internationale onderzoeken op doeltreffender wijze steun verlenen aan het onderbouwen van zaken en aanvullende ondersteuning bieden aan de bevoegde openbare aanklagers. Daartoe voorziet dit voorstel in de oprichting van een faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag buiten het casemanagementsysteem. Gezien het gevoelige karakter van de betrokken persoonsgegevens moet de verwerking ervan, met inbegrip van de verzameling, bewaring, analyse en uitwisseling, voldoen aan de hoogste normen op het gebied van gegevensbescherming en cyberveiligheid.

Cruciaal bewijsmateriaal over ernstige internationale misdrijven is gewoonlijk beschikbaar in de vorm van onder meer geluidsopnamen, video’s en foto’s. Ook satellietbeelden kunnen nuttig zijn om aan te tonen dat deze misdrijven zijn gepleegd. Daarom beoogt dit voorstel ook de categorieën gegevens die Eurojust wettelijk kan verwerken, uit te breiden tot video’s en geluidsopnamen, satellietbeelden en alle relevante foto’s. Om de nationale en internationale justitiële autoriteiten in staat te stellen te profiteren van de volwaardige steun die Eurojust kan verlenen bij de lopende onderzoeken naar ernstige internationale misdrijven in het kader van de agressie tegen Oekraïne, moeten de met dit voorstel beoogde wijzigingen van de Eurojust-verordening dringend worden vastgesteld.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstelling de burgers van de Unie een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen te bieden, waar passende maatregelen worden genomen om criminaliteit te voorkomen en te bestrijden.

Het voorstel werd aangenomen in de nasleep van de Russische agressie tegen Oekraïne, aangezien snel duidelijk werd dat het huidige rechtskader van Eurojust gerichte wijzigingen zou vergen om Eurojust in staat te stellen de doelstellingen inzake het ondersteunen en versterken van de coördinatie en samenwerking tussen nationale onderzoeks- en vervolgingsautoriteiten met betrekking tot de ernstige internationale misdrijven die door de partijen bij het conflict worden gepleegd, optimaal te verwezenlijken.

Het voorstel sluit aan op het voorstel tot wijziging van de Eurojust-verordening en Besluit 2005/671/JBZ van de Raad wat de digitale uitwisseling van informatie in terrorismezaken betreft, dat op 1 december 2021 is aangenomen. De beide voorstellen delen het doel Eurojust in staat te stellen de in de Eurojust-verordening vastgestelde sterkere rol te vervullen ter ondersteuning en versterking van de coördinatie en de samenwerking tussen de nationale autoriteiten die belast zijn met het onderzoek naar en de vervolging van ernstige criminaliteit.

De twee voorstellen vullen elkaar aan, aangezien zij betrekking hebben op verschillende vormen van criminaliteit (ernstige internationale misdrijven en strafbare feiten van terroristische aard) en voorzien in verschillende wijzigingen van de gegevensverwerkingsarchitectuur van Eurojust. Het voorstel betreffende het register voor terrorismebestrijding heeft tot doel dat register beter te integreren in het juridisch en technisch kader van Eurojust, zodat Eurojust kan vaststellen of er verbanden zijn tussen gelijktijdig lopende onderzoeken en vervolgingen in verband met strafbare feiten van terroristische aard. Dit voorstel is bedoeld om Eurojust in staat te stellen bewijsmateriaal over ernstige internationale misdrijven te verzamelen, te bewaren, te analyseren en, indien nodig en passend, uit te wisselen door te voorzien in de oprichting van een faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag buiten het casemanagementsysteem. De onderhandelingen en de tekst van het voorstel betreffende het register voor terrorismebestrijding zullen moeten worden afgestemd op dit voorstel.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De reactie van de Unie op de Russische invasie van Oekraïne heeft betrekking op verschillende beleidsterreinen van de Unie. Zo heeft de Unie snel een omvangrijk en robuust pakket beperkende maatregelen aangenomen. Zij behandelt Rusland niet langer als meest begunstigde natie in het kader van de Wereldhandelsorganisatie en heeft een noodpakket van bijna 550 miljoen euro aangekondigd om de humanitaire gevolgen van de invasie op te vangen. Al deze acties en dit voorstel zijn erop gericht ervoor te zorgen dat de Unie over passende instrumenten beschikt om, met volledige eerbiediging van de rechtsstaat en de grondrechten, de gevolgen van de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne aan te pakken (met inbegrip van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige internationale misdrijven die in het kader van het conflict worden gepleegd). Het uiteindelijke doel van al deze acties is het herstel van de vrede, waarvan de bevordering de eerste doelstelling van de Unie is.

Het voorstel is in overeenstemming met de complementaire rollen van Europol en Eurojust. Europol ondersteunt en versterkt het optreden van de bevoegde rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten en hun onderlinge samenwerking bij het voorkomen en bestrijden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden, terwijl Eurojust een soortgelijke rol speelt ten aanzien van justitiële autoriteiten. Europol heeft ook het “Analysis Project Core International Crimes” (analyseproject ernstige internationale misdrijven) opgezet. Met dit analyseproject wil Europol de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, derde partijen en organisaties ondersteunen bij het voorkomen en bestrijden van internationale misdrijven zoals genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden, bijvoorbeeld door informatie en inlichtingen over dergelijke misdrijven te analyseren. Eurojust en Europol zullen hun activiteiten coördineren en samenwerken in het kader van hun respectieve mandaten, onder meer door de operationele overeenkomst die zij in 2010 hebben ondertekend, bij te werken teneinde hun doeltreffendheid bij de bestrijding van ernstige criminaliteit, die onder hun respectieve bevoegdheden valt, te vergroten, dubbel werk en een overlapping van middelen te voorkomen.

In het voorstel wordt ook het acquis van de Unie inzake gegevensbescherming in aanmerking genomen en volledig in acht genomen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 85 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Artikel 85 VWEU is de rechtsgrondslag voor de Eurojust-verordening, die met dit voorstel wordt gewijzigd. Artikel 85 VWEU bepaalt dat nadere regelingen over Eurojust bij verordening worden vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure. De Eurojust-verordening bevat de regels voor het opzetten en de werking van het casemanagementsysteem van Eurojust.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, in het kader waarvan dit voorstel wordt vastgesteld, is een gebied van gedeelde bevoegdheid tussen de Unie en de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 2, VWEU. Derhalve mag, overeenkomstig het in artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, slechts op het niveau van de Unie worden opgetreden wanneer de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt.

Ernstige internationale misdrijven hebben verstrekkende gevolgen voor de Europese en mondiale veiligheid en stabiliteit, zelfs wanneer zij slechts in één land en buiten de Unie worden gepleegd. Overeenkomstig het complementariteitsbeginsel kan het Internationaal Strafhof, wanneer een staat ondanks zijn bevoegdheid ter zake niet bereid of werkelijk niet in staat is tot opsporing of vervolging van dergelijke misdrijven over te gaan, deze misdrijven onderzoeken en vervolgen, mits het daartoe bevoegd is.

Optreden op nationaal niveau alleen kan dus niet garanderen dat ernstige internationale misdrijven doeltreffend worden vervolgd. De lidstaten moeten samenwerken om deze misdrijven te onderzoeken en te vervolgen en om gemeenschappelijke problemen aan te pakken. De voornaamste van die problemen houden verband met het verzamelen, bewaren en analyseren van bewijsmateriaal in verband met ernstige internationale misdrijven, en met de toegang tot en de uitwisseling van dergelijk bewijsmateriaal door nationale en internationale autoriteiten die de betrokken misdrijven kunnen onderzoeken en vervolgen. Eurojust, het agentschap van de Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken, is een krachtige uiting van dit streven van de lidstaten om de daders van deze gruwelijke misdrijven voor de rechter te brengen door samen te werken. Eurojust is bij uitstek geschikt om dergelijk bewijsmateriaal te verzamelen, te bewaren en te analyseren en, indien nodig en passend, uit te wisselen of anderszins ter beschikking te stellen van de bevoegde nationale en internationale justitiële autoriteiten, met inbegrip van het Internationaal Strafhof. Op grond van de Eurojust-verordening vallen ook openbare aanklagers onder die justitiële autoriteiten.

Daarom is er een specifieke behoefte aan optreden van de Unie. Dit voorstel voorziet in maatregelen met een intrinsieke Uniedimensie. Zij hebben tot doel Eurojust slagvaardiger te maken, en Eurojust in staat te stellen zijn hoofddoelstelling te verwezenlijken, namelijk het ondersteunen en versterken van de coördinatie en de samenwerking tussen de nationale onderzoeks- en vervolgingsautoriteiten in verband met genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Deze doelstelling kan overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel slechts op het niveau van de Unie worden bereikt.

Evenredigheid

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel zoals vastgelegd in artikel 5, lid 4, VEU moeten de aard en de intensiteit van een maatregel worden afgestemd op het vastgestelde probleem. De problemen waarop dit voorstel gericht is, nopen tot steun op Unieniveau aan de lidstaten om deze in staat te stellen de problemen doeltreffend aan te pakken. Het voorstel heeft tot doel ervoor te zorgen dat Eurojust, naast en onverminderd zijn huidige taken en bevoegdheden, ook bewijsmateriaal betreffende genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden kan verzamelen, bewaren en analyseren en, indien nodig en passend, dit bewijsmateriaal kan uitwisselen of anderszins ter beschikking kan stellen van de bevoegde nationale en internationale justitiële autoriteiten, met inbegrip van het Internationaal Strafhof; het heeft dus geen betrekking op alle andere vormen van ernstige criminaliteit waarvoor Eurojust overeenkomstig de Eurojust-verordening bevoegd is. Zonder de in dit voorstel voorgestelde wijzigingen zal Eurojust wellicht niet in staat zijn zijn sleutelrol te vervullen bij het ondersteunen en versterken van de samenwerking tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten bij het onderzoek naar en de vervolging van ernstige internationale misdrijven.

Met dit voorstel worden minimale wijzigingen in de Eurojust-verordening aangebracht, die geen gevolgen hebben voor de structuur of de werking van Eurojust. Er wordt niet geraakt aan de huidige bevoegdheden en taken van Eurojust. De voorgestelde wijzigingen versterken de rol van Eurojust, zoals reeds door de verordening wordt beoogd, en houden rekening met de gevoeligheid van de te verwerken gegevens en de noodzaak om deze te beschermen. Het voorstel gaat dan ook, overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, niet verder dan wat nodig is om de doelstelling ervan te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Het voorstel strekt tot wijziging van de Eurojust-verordening. Artikel 85 VWEU is de rechtsgrondslag voor de Eurojust-verordening en bepaalt dat nadere regelingen over Eurojust bij verordening worden vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De Commissie heeft dit voorstel met spoed aangenomen naar aanleiding van verscheidene besprekingen — op bilaterale basis of in het kader van collectieve vergaderingen — met Eurojust en nationale autoriteiten die betrokken zijn bij het onderzoek naar ernstige internationale misdrijven, alsook met maatschappelijke organisaties en andere entiteiten van de Unie. Alle partijen wezen op de noodzaak van centrale opslag van bewijsmateriaal, op de huidige beperkingen van het casemanagementsysteem van Eurojust en op de impact daarvan op het vermogen van Eurojust om de coördinatie en samenwerking tussen nationale onderzoeks- en vervolgingsautoriteiten te ondersteunen en te versterken met betrekking tot ernstige internationale misdrijven, waaronder die welke mogelijk worden gepleegd in het kader van de huidige vijandelijkheden in Oekraïne.

Daarnaast is in 2021 een uitgebreide raadpleging gehouden in het kader van de voorbereiding van het voorstel inzake digitale uitwisseling van informatie in terrorismezaken5, waarbij werd bevestigd dat het casemanagementsysteem van Eurojust moet worden verbeterd.

Op de datum van bekendmaking van dit voorstel heeft Eurojust deelgenomen aan alle zes de vergaderingen van de “Freeze and Seize”-taskforce van de Commissie, die begin maart 2022 is opgericht om te zorgen voor coördinatie tussen de lidstaten bij de handhaving van de beperkende maatregelen van de Unie tegen de op de lijst geplaatste Russische en Belarussische personen en ondernemingen, en om de mogelijke wisselwerking tussen beperkende maatregelen en strafrechtelijke maatregelen te onderzoeken.

De Commissie heeft deelgenomen aan de twee buitengewone vergaderingen van het genocidenetwerk — waarvan het secretariaat bij Eurojust is gevestigd — over de situatie in Oekraïne (11 maart 2022 en 5 april 2022), waar ook de noodzaak van centrale opslag van bewijsmateriaal werd aangekaart, onder meer door de aanklager van het Internationaal Strafhof. Dezelfde kwesties werden ook aan de orde gesteld tijdens verschillende vergaderingen van het college en de raad van bestuur van Eurojust.

Effectbeoordeling

Gezien de uitzonderlijke urgentie kon geen effectbeoordeling worden uitgevoerd en werd de desbetreffende verplichting geschrapt. Het voorstel heeft echter alleen tot doel Eurojust beter in staat te stellen zijn in de Eurojust-verordening vastgestelde doelstellingen te verwezenlijken door binnen Eurojust een actuele technische oplossing tot stand te brengen ter ondersteuning van de autoriteiten van de lidstaten bij het aanpakken van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Het voorstel verandert niets aan de belangrijkste beginselen die ten grondslag liggen aan de werking van Eurojust en aan het bestaande rechtskader inzake justitiële samenwerking in strafzaken, en beperkt evenmin de bestaande bevoegdheden en taken van Eurojust. De verwachte gevolgen van de voorgestelde wijzigingen zijn zeer beperkt, aangezien met het voorstel slechts één specifieke extra taak voor Eurojust wordt ingevoerd. Het voorziet in een beperkte functie binnen de bestaande algemene architectuur van Eurojust en betreft slechts één van de 30 vormen van ernstige criminaliteit waarvoor Eurojust bevoegd is. De consistentie van de complementaire rollen van Eurojust en Europol zal worden beoordeeld in het kader van de bestaande Eurojust-verordening. Overeenkomstig artikel 69, lid 1, van de Eurojust-verordening zal de Commissie vóór 13 december 2024 een onafhankelijke evaluatie van de uitvoering van de Eurojust-verordening en de activiteiten van Eurojust verrichten.

Grondrechten

Gezien het belang van de verwerking van persoonsgegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden en de ondersteunende activiteiten van Eurojust wordt in het voorstel benadrukt dat moet worden gezorgd voor volledige naleving van de grondrechten die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (“het Handvest”), met name het recht op bescherming van persoonsgegevens6 en het recht op eerbiediging van het privé-leven7. Dit is van bijzonder belang omdat het voorstel de verwerking vereist van operationele persoonsgegevens aangaande strafrechtelijke onderzoeken en vervolgingen.

In het voorstel wordt verduidelijkt dat de bestaande bepalingen van de Eurojust-verordening, waarin de robuuste gegevensbeschermingsregeling van Eurojust is vastgelegd, van toepassing zijn op de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag waar bewijsmateriaal betreffende ernstige internationale misdrijven zal worden geanalyseerd en bewaard, met uitzondering van de regels die rechtstreeks verband houden met de technische opzet van het casemanagementsysteem, d.w.z. de tijdelijke werkbestanden en het register. Overeenkomstig artikel 26, lid 2, van de Eurojust-verordening vallen daaronder ook de bepalingen inzake gegevensbescherming van Verordening (EU) 2018/1725.

Het voorstel schrijft ook voor dat Eurojust eerst de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming raadpleegt na ontvangst van een kennisgeving van de functionaris voor gegevensbescherming die ten minste een algemene beschrijving van de beoogde verwerkingsoperatie bevat, een evaluatie van de risico's voor de rechten en vrijheden van betrokkenen, de maatregelen die worden beoogd om deze risico's aan te pakken, alsook waarborgen, beveiligingsmaatregelen en mechanismen die de bescherming van persoonsgegevens waarborgen en aantonen dat aan de Eurojust-verordening is voldaan, met inachtneming van de rechten en legitieme belangen van betrokkenen en andere betrokken personen. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zal worden geraadpleegd.

Het voorstel bepaalt dat de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag moet voldoen aan de hoogste normen op het gebied van cyberbeveiliging.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft gevolgen voor de begroting en de personeelsbehoeften van Eurojust. In het financieel memorandum bij het voorstel wordt geraamd dat voor de periode 2022-2027 15,705 miljoen euro extra nodig zou zijn om Eurojust in staat te stellen de taken uit te voeren waarin dit voorstel voorziet. Dat bedrag omvat de kosten voor het opzetten en beheren van de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag (ongeveer 500 000 euro per jaar) en voor de personele middelen die nodig zijn om deze te laten werken.

Naar schatting zullen er 16 extra posten nodig zijn, waaronder deskundigen op het gebied van justitiële samenwerking, juristen-vertalers, analisten, juridisch deskundigen, ICT-beveiligingsfunctionarissen, verbindingsofficieren met het Internationaal Strafhof en maatschappelijke organisaties, en administratieve functionarissen. Gezien de urgentie van de situatie moeten die posten zo spoedig mogelijk worden ingevuld.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Artikelsgewijze toelichting

Het verzamelen, bewaren en analyseren van bewijsmateriaal over ernstige internationale misdrijven wordt gewoonlijk uitgevoerd door een breed scala van verschillende belanghebbenden, zoals momenteel het geval is in de context van de aanhoudende vijandelijkheden in Oekraïne: nationale autoriteiten, organen van de Unie, met inbegrip van JBZ-agentschappen, missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, internationale organisaties en particuliere entiteiten, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties en maatschappelijke organisaties.

In dit verband moet Eurojust het voor overheidsinstanties beschikbare bewijsmateriaal kunnen centraliseren, met inachtneming van de hoogste beveiligings- en traceerbaarheidsnormen. Dergelijke informatie en (fysiek en elektronisch) bewijsmateriaal kunnen zowel worden gebruikt voor strafzaken voor nationale rechtbanken als voor vervolgingen door het Internationaal Strafhof of een ander daartoe ingesteld gerecht of mechanisme. Het voorstel strekt er echter niet toe nationale autoriteiten te verplichten dergelijke informatie en dergelijke bewijsmateriaal te delen.

Artikel 1, lid 1, breidt de operationele taken van Eurojust uitdrukkelijk uit tot het verzamelen, analyseren, bewaren en delen van bewijsmateriaal ter ondersteuning van onderzoeken naar en vervolgingen van ernstige internationale misdrijven, met name genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daarmee verband houdende strafbare feiten als bedoeld in artikel 3, lid 4, van de Eurojust-verordening. De analytische ondersteuning door Eurojust is een van de belangrijkste operationele taken die reeds door Eurojust worden uitgevoerd en wordt met dit voorstel verder versterkt. Eurojust kan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ondersteunen bij de analyse van bewijsmateriaal, met name wat betreft de beoordeling van de authenticiteit en betrouwbaarheid van bewijsmateriaal met betrekking tot feiten die het voorwerp zijn van lopende onderzoeken en vervolgingen, met inbegrip van die welke Eurojust ondersteunt, om ervoor te zorgen dat dergelijk bewijsmateriaal vervolgens toelaatbaar is voor nationale of internationale rechtbanken of gelijkwaardige mechanismen. Krachtens de Eurojust-verordening kan Eurojust nationale bevoegde autoriteiten en internationale organisaties al bewijsmateriaal toezenden, overeenkomstig de bepalingen tot vaststelling van het gegevensbeschermingskader van Eurojust, en dergelijk bewijsmateriaal tijdelijk opslaan ter ondersteuning van nationale onderzoeken en vervolgingen. Artikel 1, lid 1, verduidelijkt dat het bestaande kader ook van toepassing is op bewijsmateriaal dat wordt verzameld, opgeslagen en geanalyseerd in de faciliteit voor geautomatiseerd gegevensbeheer en geautomatiseerde gegevensopslag buiten het casemanagementsysteem.

Aangezien het huidige casemanagementsysteem van Eurojust niet over de technische capaciteit beschikt om bewijsmateriaal over ernstige internationale misdrijven op efficiënte en veilige wijze te centraliseren, heeft artikel 1, lid 2, tot doel Eurojust de operationele middelen te verschaffen om zijn ondersteunende en coördinerende taken met betrekking tot deze misdrijven uit te voeren in afwachting van het opzetten en volledig functioneren van het nieuwe casemanagementsysteem. Dit zou Eurojust in staat stellen zijn bovengenoemde taken reeds voor die tijd uit te voeren, ook met betrekking tot de ernstige internationale misdrijven die waarschijnlijk in Oekraïne worden gepleegd. Deze bepaling houdt rekening met de gevoeligheid van de te verwerken gegevens en de noodzaak om deze te beschermen.

Cruciaal bewijsmateriaal over ernstige internationale misdrijven is gewoonlijk beschikbaar in de vorm van geluidsopnamen en video’s. Ook satellietbeelden kunnen nuttig zijn om aan te tonen dat deze misdrijven zijn gepleegd. Daarom lijkt het noodzakelijk de categorieën gegevens die Eurojust wettelijk kan verwerken, uit te breiden en bijlage II bij de Eurojust-verordening dienovereenkomstig te wijzigen (artikel 1, lid 3).