Toelichting bij COM(2022)265 - Door de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds te betalen financiële bijdragen, met inbegrip van de tweede tranche voor 2022

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het voorstel betreft een ontwerpbesluit van de Raad over de tweede tranche van de financiële bijdragen aan het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna “EOF” genoemd) die de partijen bij het EOF in 2022 moeten betalen.

Voor het 11e EOF en de andere EOF’s die nog lopen (namelijk het 9e en het 10e EOF) geldt de volgende regelgeving:

a) de huidige Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (hierna de “ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst” genoemd), zoals laatstelijk gewijzigd1;

b) Besluit nr. 2/20202 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs van 4 december 2020 tot wijziging van Besluit nr. 3/20193 van het ACS-EU-Comité van ambassadeurs tot vaststelling van overgangsmaatregelen op grond van artikel 95, lid 4, van de ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst, waarbij de toepassing van de ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst verder wordt verlengd tot en met 30 november 2021 of, indien dit eerder is, tot de inwerkingtreding van een nieuwe ACS-EU-Overeenkomst (hierna “de nieuwe overeenkomst” genoemd) of de voorlopige toepassing daarvan tussen de Unie en de ACS-staten;

c) Besluit (EU) 2020/2233 van de Raad betreffende de vastlegging van de middelen die afkomstig zijn van gelden die terugvloeien in het kader van de ACS-investeringsfaciliteit van operaties uit hoofde van het 9e, 10e en 11e Europees Ontwikkelingsfonds4;

d) het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn5 (hierna “het Intern Akkoord van het 11e EOF” genoemd);

e) Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad inzake het Financieel Reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds6 (hierna “Financieel Reglement van het 11e EOF” genoemd).

In de in de punten a) tot en met e) bedoelde documenten staan meerjarige verbintenissen van de partijen bij het EOF om de thesaurie van het EOF te financieren. Het Financieel Reglement van het 11e EOF zorgt ervoor dat de partijen bij het EOF op regelmatige basis bijdragen aan de thesaurie van het EOF overeenkomstig vooraf vastgestelde financiële verbintenissen. Regelmatige bijdragen komen er op basis van technische besluiten van de Raad betreffende de uitvoering van eerder besloten financiële vastleggingen.

Enkele onderdelen van de toelichting zijn daarom niet van toepassing op oproepen voor regelmatige bijdragen zoals deze.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Overeenkomstig artikel 19, lid 3, van het Financieel Reglement van het 11e EOF moet de Raad uiterlijk 21 kalenderdagen na de indiening van het voorstel door de Europese Commissie, die optreedt namens de Europese Unie, een besluit over dit voorstel nemen.