Toelichting bij COM(2022)401 - Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting - Begrotingsjaar 2021

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Jaarlijks

1.

beheers- en prestatieverslag over de

EU-begroting
Deel I

Begrotingsjaar
2021


#EUBEGROTING

2.

Geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslagen 2021



De Europese Commissie is niet aansprakelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit hergebruik van deze publicatie.

3.

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2022


© Europese Unie, 2022


Het beleid inzake hergebruik van documenten van de Europese Commissie wordt uitgevoerd met Besluit van de Commissie 2011/833/EU van 12 december 2011 betreffende hergebruik van documenten van de Commissie (PB L 330 van 14.12.2011, blz. 39). Tenzij anders is aangegeven, is hergebruik van dit document toegestaan op grond van een “Creative Commons Attribution 4.0 International”-licentie (CC BY 4.0) (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/deed.nl). Dit betekent dat hergebruik is toegestaan, mits de bron correct wordt aangegeven en eventuele wijzigingen worden vermeld.

Voor het gebruik of de reproductie van onderdelen die niet het eigendom zijn van de Europese Unie, kan het nodig zijn rechtstreeks om toestemming van de respectieve houders van het recht te verzoeken.

Alle foto's © Europese Unie, tenzij anders is vermeld.

Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting — Deel I — Begrotingsjaar 2021
PrintISBN 978-92-76-49919-0ISSN 2599-7084doi:10.2761/022851KV-AQ-22-001-EN-C
PDFISBN 978-92-76-49892-6ISSN 2599-7092doi:10.2761/093153KV-AQ-22-001-EN-N

Ook verkrijgbaar:

Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting — Deel II – Bijlagen – Begrotingsjaar 2021
PrintISBN 978-92-76-51013-0ISSN 2599-7084doi:10.2761/733952KV-AQ-22-002-EN-C
PDFISBN 978-92-76-51012-3ISSN 2599-7092doi:10.2761/285345KV-AQ-22-002-EN-N

Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting — Deel III — Technische bijlagen — Begrotingsjaar 2021
PrintISBN 978-92-76-51105-2ISSN 2599-7084doi:10.2761/762638KV-AQ-22-003-EN-C
PDFISBN 978-92-76-51104-5ISSN 2599-7092doi:10.2761/064137KV-AQ-22-003-EN-N


Het Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting – Begrotingsjaar 2021 vormt samen met zijn bijlagen de belangrijkste bijdrage van de Commissie tot de jaarlijkse kwijtingsprocedure (1) waarbij het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie de uitvoering van de EU-begroting onder de loep nemen. Hiermee voldoet de Commissie aan haar verplichtingen krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (2) en het Financieel Reglement (3). De uitvoering van de EU-begroting is een gedeelde verantwoordelijkheid. De Commissie werkt nauw samen met de lidstaten en met andere partners en organisaties.

Het verslag bestaat uit drie delen, zoals hieronder beschreven:

- Deel I bevat de belangrijkste feiten en verwezenlijkingen met betrekking tot begrotingsbeheer voor 2021.
- Deel II geeft een meer alomvattend beeld van de uitvoering van de EU-begroting. Bijlage 1 bevat een overzicht van de prestaties van de EU-begroting in 2021; Bijlage 2 bevat een overzicht op hoog niveau van de interne controle en het financieel beheer. Bijlage 3 gaat in op de prestaties en naleving van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.
- Deel III bevat technische bijlagen ter ondersteuning van het verslag. Het omvat bijlage 4, met gedetailleerde gegevens over de prestatie per programma in het “Overzicht van de prestaties van de programma’s”.

Dit verslag maakt deel uit van het grotere pakket geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslagen (4), dat ook de jaarrekening (5), een langetermijnprognose van toekomstige in- en uitstromen voor de komende vijf jaar (6), het verslag over interne controles (7) en het verslag over de follow-up van de kwijting (8) bevat.

De uitdaging aangaan: de EU investeert in een groenere, digitalere en veerkrachtige toekomst

In 2021 gaf de EU een krachtig signaal van solidariteit af in de strijd tegen de ongekende crisis. Solidariteit was cruciaal om de COVID-19-pandemie in te dammen en de economische en sociale gevolgen ervan te beperken. We zijn getuige geweest van de grootste en snelste vaccinatiecampagne in de geschiedenis van de EU, na de gezamenlijke inkoop van vaccins door het innovatieve gebruik van de EU-begroting via het instrument voor noodhulp. De EU-begroting financierde tevens de infrastructuur voor de uitgifte en verificatie van de digitale coronacertificaten, hetgeen ver buiten de grenzen van de EU navolging heeft gekregen. De EU steunde burgers en bedrijven om de gevolgen van de crisis te boven te komen. Tegelijkertijd reageerde de EU op wereldwijde uitdagingen.

De EU wist niet alleen de crisis het hoofd te bieden, maar ook de kansen die eruit voortvloeiden aan te grijpen. De EU-begroting maakt Europa klaar voor de toekomst door het voortouw te nemen bij de respons op de cruciale uitdagingen betreffende klimaatactie en digitalisering. De begroting investeert in een duurzamere en veerkrachtigere toekomst voor de EU en zijn lidstaten. Samen met het meerjarig financieel kader 2021-2027 staat het specifieke herstelinstrument NextGenerationEU centraal in de collectieve actie van de EU. Dankzij een ongekend stimuleringspakket van ruim 2 biljoen EUR diende het herstel van de Europese economie zich in 2021 aan, sneller dan verwacht.


Het meerjarig financieel kader 2021-2027 van de EU en NextGenerationEU. Alle bedragen luiden in miljard EUR, in lopende prijzen.
Bron: Europese Commissie.

NextGenerationEU werkt dankzij een op maat gemaakte, prestatiegerichte benadering. Met een ongekende omvang van maar liefst 807 miljard EUR (9) heeft NextGenerationEU de slagkracht van de EU-begroting aanzienlijk vergroot. Het belangrijkste programma ervan, de herstel- en veerkrachtfaciliteit, is een uniek en innovatief instrument om investeringen en hervormingen te financieren. Lidstaten dienen hun herstel- en veerkrachtplannen in, bestaande uit hervormingen en investeringen die beantwoorden aan de zes brede beleidsterreinen die onder de faciliteit vallen, de door de Raad in het kader van het Europees Semester aangenomen landspecifieke aanbevelingen, en de groene en digitale doelstellingen. De verstrekte financiering in het kader van de faciliteit hangt af van de succesvolle uitvoering van de investeringen en hervormingen in de plannen, overeenkomstig de prestatiegerichtheid van de nieuwe langetermijnbegroting (zie onderstaand tekstkader). Aan het einde van het jaar waren 22 nationale herstel- en veerkrachtplannen goedgekeurd.

De langetermijnbegroting en NextGenerationEU: de EU-begroting richt zich op het verwezenlijken van doelstellingen

Prestaties en resultaten staan centraal in de nieuwe langetermijnbegroting en NextGenerationEU. De nieuwe programma’s zijn opgezet om in de praktijk tastbare resultaten op te leveren. In het geval van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zijn betalingen uitdrukkelijk gekoppeld aan het bereiken van mijlpalen en streefdoelen door de lidstaten. Bovendien bevat elk EU-programma duidelijke en ambitieuze doelstellingen en bijbehorende indicatoren om ervoor te zorgen dat deze doelstellingen worden verwezenlijkt. De Commissie publiceerde in juni 2021 een mededeling waarin het nieuwe prestatiekader wordt beschreven (10).

De nieuwe langetermijnbegroting biedt ook de mogelijkheid om de doelmatigheid van de uitvoering van de EU-begroting te beoordelen. Programma’s moeten zorgen voor een beter geïntegreerde benadering van beleidsvraagstukken, zoals het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa als wereldspeler, dat de meeste van de voormalige externe actieprogramma’s van de EU bijeenbrengt binnen de EU-begroting. Een ander voorbeeld is de nieuwe opzet van uitvoerende agentschappen, waarbij de Commissie nieuwe agentschappen tot stand heeft gebracht om hun portefeuilles volledig af te stemmen op de strategische prioriteiten van de Commissie en de synergieën tussen programma’s en beleidsmaatregelen te benutten (zoals het nieuwe Europese uitvoerende agentschap voor gezondheid en digitaal beleid).

De EU verstrekte de lidstaten liquiditeit door alle beschikbare begrotingsmiddelen aan te wenden. In het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit ontvingen lidstaten 64 miljard EUR in 2021 – veelal in de vorm van voorfinancieringen voor de nationale herstel- en veerkrachtplannen voor lidstaten met goedgekeurde plannen (11). Het cohesiebeleid werd in 2021 versneld uitgevoerd, en een recordbedrag van 69 miljard EUR werd uitbetaald aan de lidstaten. Dit was mede te danken aan de snelle reactie op de COVID-19-crisis. Dankzij de corona-investeringsinitiatieven, ingevoerd in 2020, konden alle resterende middelen in de programma’s in het kader van het cohesiebeleid 2014-2020 volledig flexibel worden gemobiliseerd. 23 miljard EUR werd herbestemd voor de gezondheidssector en maatregelen om de gevolgen van de crisis aan te pakken. Tot slot werd nog eens 7 miljard EUR uitbetaald, bij wijze van aanvullende financiering uit NextGenerationEU via React-EU, waardoor lidstaten in 2021 in totaal 140 miljard EUR aan liquiditeit ontvingen.

Behalve liquiditeit is de EU-begroting een instrument voor Europese solidariteit. Naast de COVID-19-pandemie hebben ook natuurrampen, zoals door droogte veroorzaakte bosbranden en ernstige overstromingen, talloze lidstaten zwaar op de proef gesteld. Via het EU-mechanisme voor civiele bescherming heeft de EU 332 miljoen EUR aan onmiddellijke hulp geboden aan getroffen lidstaten. In 2021 werd het mechanisme 114 maal geactiveerd. In 2022 heeft de oorlog in Oekraïne reeds de grootste noodoperatie sinds de oprichting van het mechanisme in werking gesteld.

De herstelinspanningen zijn gericht op de totstandbrenging van een groenere en digitalere toekomst. De EU heeft haar ambitie voor financiering met klimaatrelevantie opgeschroefd tot 30 % van de totale EU-begroting waaronder NextGenerationEU, hetgeen ook wereldwijde toezeggingen van de EU weerspiegelt, zoals de Overeenkomst van Parijs en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen. In het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zal ten minste 37 % van de middelen worden gebruikt voor investeringen en hervormingen die klimaatverandering aanpakken, en ten minste 20 % voor het bevorderen van de digitale transitie. Veel van de nationale herstel- en veerkrachtplannen die eind 2021 waren goedgekeurd overtreffen deze minimumvereisten, hetgeen getuigt van een gezamenlijke inzet voor de tweeledige klimaat- en digitale transitie binnen de EU. Al met al hebben de lidstaten toegezegd circa 40 % van de financiële middelen te zullen aanwenden om klimaatverandering aan te pakken, en circa 26 % om de digitale transitie te bevorderen. De vervanging van fossiele energie en de digitale transitie zijn van fundamenteel belang, niet alleen om sterker uit de pandemie te komen maar ook om onze open strategische autonomie te versterken en de gevolgen van de Russische oorlog tegen Oekraïne te weerstaan. In het onderstaande tekstkader worden kernprioriteiten nader belicht.

De tweeledige transitie in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit: kernprioriteiten voor klimaat en digitaal beleid

- Ten aanzien van het beperken en tegengaan van klimaatverandering richt ruwweg driekwart van de financiering zich op de energietransitie en de totstandbrenging van duurzaam vervoer. Om tussen nu en 2050 koolstofneutraliteit te bereiken, ligt het accent op zowel het vergroten van het energieaanbod uit schone bronnen als op het terugdringen van de vraag naar energie in het algemeen. Investeringsgebieden zijn onder meer het bevorderen van duurzame energieopwekking en talloze projecten die zich richten op energie-efficiëntie, bijvoorbeeld door de kwaliteit van gebouwen en isolatie te verbeteren.
- Om een bijdrage te leveren aan de digitale transitie en de bijbehorende uitdagingen aan te gaan, streven hervormingen en investeringen op dit gebied naar het ontwikkelen van digitale overheidsdiensten (37 %), het verhogen van het digitaliseringsniveau van bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen (20 %), en mensen de vereiste digitale vaardigheden bijbrengen om aan deze veranderingen deel te nemen (17 %) (12). Overeenkomstig de mededeling inzake het digitale decennium (13), die het belang van digitale overheidsdiensten benadrukt, omvatten de maatregelen onder meer e-overheidsoplossingen om openbaar bestuur te moderniseren en te verbeteren, bijvoorbeeld via het integreren van elektronische identificatieoplossingen in overheidsprocessen en het waarborgen van interoperabiliteit binnen diverse digitale overheidsplatformen.

Voor het eerst worden belangrijke overkoepelende EU-beleidsdoelstellingen, zoals het tegengaan van klimaatverandering, volledig geïntegreerd in de begrotingsprogramma’s van de EU. In het pakket Jaarlijkse beheer- en prestatieverslagen over de EU-begroting zet de Commissie uiteen welke follow-upmethoden worden gebruikt voor de bijdrage van de EU-begroting aan drie van dergelijke beleidsdoelstellingen.

- Het tegengaan van klimaatverandering, waarbij de geactualiseerde follow-upmethode berust op een indeling van interventies naar het effect dat ze sorteren. Deze methode maakt steevast deel uit van alle belangrijke basishandelingen.

- Het verlies van biodiversiteit een halt toeroepen en omkeren, waarbij de follow-upmethode grotendeels op vergelijkbare wijze is geactualiseerd.

- Het bevorderen van gendergelijkheid, waarbij momenteel een pilotmethode wordt toegepast, hetgeen weerspiegelt dat de meeste EU-begrotingsprogramma’s een positieve bijdrage aan het bevorderen van gendergelijkheid kunnen leveren.

De EU heeft ingespeeld op diverse wereldwijde uitdagingen door de EU-begroting doeltreffend en flexibel aan te wenden. Om in te spelen op het structurele wereldwijde tekort aan investeringen, heeft de EU het Global Gateway-initiatief gelanceerd. Het initiatief zal 300 miljard EUR mobiliseren tussen EU-instellingen en lidstaten, in een Team Europa-aanpak, ter ondersteuning van investeringen in digitaal beleid, energie- en vervoersinfrastructuur en ter versterking van gezondheids-, onderwijs- en onderzoekssystemen. Wat de meer onmiddellijke behoeften betreft, ligt het accent vooral op de levering van COVID-19-vaccins aan niet-EU-landen en het vinden van oplossingen voor de vluchtelingencrisis als gevolg van ontwikkelingen in Afghanistan en Syrië. Het begrotingsakkoord over een steunpakket voor Syrische vluchtelingen in het najaar van 2021 was een belangrijke mijlpaal. Tegelijkertijd waren in 2021 de spanningen reeds opgelopen aan de oostgrenzen van de EU, waar migratiebewegingen werden ingezet om politieke druk uit te oefenen op de EU. In begrotingsopzicht hebben deze uitdagingen een proactieve herprioritisering en het grootschalige gebruik van bestaande flexibiliteit nodig gemaakt. De externe dimensie vertegenwoordigde 0,9 miljard EUR, het grootste deel van de 2 miljard EUR aan budgetverhogingen die in 2021 werden gebruikt.

Bij het overgangspunt tussen langetermijnbegrotingen worden EU-programma’s in het kader van de begroting 2014-2020 nog altijd uitgevoerd en blijven deze resultaten opleveren voor EU-burgers. De EU-begroting is hoofdzakelijk een investeringsbegroting, gericht op het realiseren van langetermijnwaarde voor de EU. Veel programma’s hebben vooruitgang geboekt bij het verwezenlijken van hun respectieve prestatiedoelstellingen. De onderstaande grafiek laat zien dat voor programma’s die 85 % van de EU-begroting vertegenwoordigen, het overgrote deel van de prestatie-indicatoren op schema ligt. In de bijlagen 1 en 4 bij dit verslag worden de afzonderlijke programma’s en hun prestaties nader toegelicht.


Uitsplitsing van de begroting 2014-2020 naar vooruitgang van de programma’s die eronder vallen. De grafiek geeft weer in hoeverre de voor het overzicht van de prestaties van de programma’s geselecteerde indicatoren hun respectieve doelstellingen hebben gehaald of goed op schema liggen om deze te halen. Zo laat de grafiek zien dat voor programma’s die 60 % van de begroting 2014-2020 vertegenwoordigen, alle indicatoren hun respectieve doelstellingen hebben gehaald of goed op schema liggen om deze te halen.
Bron: Europese Commissie.

Dankzij een ongeëvenaarde leencapaciteit kan NextGenerationEU resultaten opleveren

Om NextGenerationEU te financieren, zette de Commissie in recordtijd een efficiënt programma van obligatie-uitgiften op. Hoewel de werkzaamheden voor het programma formeel pas begin 2021 van start gingen, gaf de Commissie op 15 juni 2021 al de eerste obligatie uit. De Commissie kreeg hiervoor veel lof en er bestond een ongekend grote vraag naar de obligaties. Eind 2021 had de Commissie bijna 93,5 miljard EUR aan langetermijnfinanciering bijeengebracht, aangevuld door kortlopende EU-obligaties, om de eerste geplande uitbetalingen aan lidstaten in het kader van NextGenerationEU te financieren. Deze nieuwe EU-obligaties zijn uiterst positief ontvangen door de markten, deels doordat ze fungeren als een in euro luidende veilige belegging, iets waar de markt al enige tijd om vroeg. De rente op 10-jaarsobligaties was in 2021 veelal negatief, en lag ver onder het gemiddelde van de financieringskosten van afzonderlijke lidstaten.

NextGenerationEU weerspiegelt ook onze politieke doelstellingen als het gaat om financieringsstrategie, aangezien we tot wel250 miljard EUR uitgeven als groene obligaties. De Commissie publiceerde in september 2021 de blauwdruk voor haar programma voor groene obligaties, het NextGenerationEU-kader voor groene obligaties (14). Dit kader schetst de regelingen voor en voorwaarden van haar groene obligaties overeenkomstig beste marktpraktijken. Het is gecertificeerd door externe deskundigen, hetgeen toekomstige investeerders de garantie biedt dat de opbrengst van de uitgifte van groene EU-obligaties zal worden gebruikt om wettige groene investeringen en hervormingen te financieren.

De eerste uitgifte van groene obligaties in het kader van NextGenerationEU was in vele opzichten een succes. De eerste uitgifte van de EU in oktober 2021 bracht 12 miljard EUR bijeen en is daarmee de grootste wereldwijde uitgifte van groene obligaties tot dusver. Het feit dat de uitgifte elf maal werd overschreven, liet zien hoe groot de vraag vanuit de markt naar een dergelijk waardepapier was. Deze groene obligaties vormen daarnaast een extra steun in de rug voor het financieren van duurzame investeringen. Na de eerste uitgifte bracht de Commissie in 2021 nog eens 2,5 miljard EUR bijeen met de uitgifte van groene obligaties in het kader van het EU-programma voor groene obligaties, en 6 miljard EUR tegen eind mei 2022. In de komende jaren zal dit programma de EU naar verwachting tot ’s werelds grootste emittent van groene obligaties maken, hetgeen groene financiering in het algemeen zal bevorderen en de aantrekkingskracht van de euro, en daarmee ook zijn internationale rol, zal vergroten.

Ondanks de ongunstige marktomstandigheden in 2022 bestaat er nog altijd veel vraag naar door de EU uitgegeven obligaties. Door de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde invasie van Rusland in Oekraïne en het bredere economische klimaat zijn obligatiemarkten onlangs onder behoorlijk wat druk komen te staan. Ondanks deze moeilijke omstandigheden had de Commissie geen moeite om extra obligaties op de markt te plaatsen; dit terwijl de financieringskosten zijn gestegen door de over het algemeen verslechterde marktsituatie. De flexibiliteit van de veelzijdige financieringsstrategie van de Commissie zal de Commissie in staat stellen om haar financieringsprogramma op kosteneffectieve wijze voort te zetten. Groene obligaties in het kader van NextGenerationEU zijn nog altijd bijzonder gewild en kunnen rekenen op positieve feedback, hetgeen deels te danken is aan de publicatie van het Green Bond Dashboard (15).

Na een moeilijk 2021 zal de druk op de EU-begroting in 2022 verder toenemen

De late vaststelling van het meerjarig financieel kader 2021-2027 leidde in 2021 tot grote uitdagingen. De rechtshandelingen voor de totstandbrenging van de nieuwe generatie programma’s werden pas in de loop van 2021 vastgesteld door de medewetgevers. Dankzij intensieve voorbereidende werkzaamheden wist de Commissie veel van de programma’s echter zonder verdere vertraging te lanceren, met name programma’s die direct door de instelling zelf worden beheerd. Voor gedeeld beheer betekende de late vaststelling van de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen, die het regelgevingskader voor programma’s onder gedeeld beheer met lidstaten vastlegt (zoals de cohesiefondsen), dat de uitvoering van de nieuwe programma’s niet in 2021 van start kon gaan, hoewel de voorbereidingen in de praktijk reeds zijn begonnen. Terwijl de begroting over 2021 werd overgedragen naar de komende jaren, werkt de Commissie intensief samen met de lidstaten om zo spoedig mogelijk partnerschapsovereenkomsten en -programma’s tot stand te brengen.

Door het cohesiebeleid te richten op de bestrijding van COVID-19 kon de EU snel reageren. Dankzij de aanvullende flexibiliteit die is aangebracht in de cohesiefondsen kon de EU zeer snel liquiditeit verschaffen aan lidstaten door betalingen aanzienlijk te versnellen. Hoewel het onontbeerlijk was om lidstaten te steunen bij het aanpakken van onmiddellijke crisisbehoeften in de gezondheidssector, bij de werkgelegenheid en voor het bedrijfsleven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, betekende de herbestemming van cohesiefondsen dat de steun tijdelijk wordt weggehaald bij een aantal investeringsprioriteiten op lange termijn. React-EU, dat de groene en digitale transitie voorbereidt, biedt een kans om deze herprioritisering van cohesiefondsen op korte termijn te compenseren, en maakt het mogelijk projecten te hervatten die eerder waren stopgezet ten gunste van spoedeisende behoeften.

2022 zal wederom in het teken staan van onzekerheid en uitdagingen, ook voor de EU-begroting. De Russische invasie van Oekraïne in 2022 heeft een nieuwe dynamiek ontketend die ingrijpende gevolgen heeft voor Oekraïne, maar ook voor de EU en haar economie en samenleving. Tegelijkertijd worden we geconfronteerd met diverse andere uitdagingen: de pandemie is nog niet voorbij, nieuwe varianten kunnen de kop opsteken, en het is van essentieel belang dat we waakzaam blijven. De inflatie heeft niveaus bereikt die we decennialang niet meer hadden gezien, hetgeen de feitelijke financiële capaciteit van de EU-begroting vermindert, die wordt geactualiseerd op basis van een vaste deflator van 2 %, ruim onder het huidige inflatieniveau. Spanningen in de toeleveringsketen dragen bij aan een hoge inflatiedruk en ondermijnen de open strategische autonomie van de EU op gebieden zoals microchips. Het aantal natuurrampen lijkt toe te nemen.

Dit zal de EU-begroting en het beheer en de uitvoering ervan verder onder druk zetten, hetgeen de noodzaak van een op het ontwikkelen van veerkracht gerichte agenda onderstreept. Door de grote onzekerheid over hoe de oorlog in Oekraïne zich gaat ontwikkelen, is het momenteel onmogelijk een schatting te maken van de in Oekraïne en de EU vereiste financieringsbedragen. Deze behoeften zullen echter aanzienlijk zijn. Begin 2022 richtte de Commissie haar aandacht op het verstrekken van onmiddellijke noodhulp aan Oekraïne en aan de mensen die het land ontvluchten. Eind mei 2022 had de Commissie reeds alle middelen ten bedrage van 1,2 miljard EUR (16) uit het nieuwe programma voor macrofinanciële bijstand aan Oekraïne uitbetaald. Verdere bijstand werd verleend via een noodpakket van ruim 550 miljoen EUR uit de EU-begroting, dat diverse maatregelen combineerde zoals noodhulp en humanitaire hulp en een contract voor staatsopbouw en ontwikkeling van veerkracht. Verder mobiliseert de EU-begroting momenteel 800 miljoen EUR, zoals toegezegd op 9 april en 5 mei. Op 18 mei 2022 stelde de Commissie voor om in 2022 nieuwe buitengewone macrofinanciële bijstand te verlenen aan Oekraïne in de vorm van leningen ten bedrage van 9 miljard EUR.

Om lidstaten bij te staan, kwamen de medewetgevers op voorstel van de Commissie overeen de overblijvende cohesiefondsen voor 2014-2020, inclusief React-EU, en fondsen voor binnenlandse zaken flexibeler aan te wenden. Ofschoon het hoogst noodzakelijk is om liquiditeit en bijstand te verschaffen, hing ook dit af van de heroriëntatie van interventies die gefinancierd worden uit de programma’s voor cohesie en binnenlandse zaken over 2014-2020, hetgeen de hierboven genoemde operationele uitdagingen met zich meebrengt.

Terwijl een aanzienlijk deel van de via flexibel begrotingsbeheer beschikbaar gestelde financiering is gebruikt, moeten de resterende bedragen worden aangewend om twee grote crises het hoofd te bieden. De onderstaande grafiek laat zien dat aan het begin van 2021, zonder de herstel- en veerkrachtfaciliteit mee te tellen, maximaal 242 miljard EUR beschikbaar was om de diverse uitdagingen aan te pakken, namelijk de interne gevolgen van COVID-19 voor de EU. Begin 2022 was maximaal 174 miljard EUR beschikbaar om in te spelen op de aanhoudende effecten van COVID-19 en om de gevolgen van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne aan te pakken. Deze bedragen zijn bovengrenzen, en daarom zijn de feitelijk beschikbare bedragen lager. In het kader van het cohesiebeleid, inclusief React-EU, komen de momenteel beschikbare bedragen die geen herbestemmingen ten opzichte van andere prioriteiten vereisen en kunnen worden gebruikt om in te spelen op de economische gevolgen van COVID-19 of uitgaven om vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen in het kader van het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE) neer op 17 miljard EUR, dus een eventuele bijdrage bovenop deze 17 miljard EUR zou heroriëntering vanuit andere beleidsprioriteiten vereisen. De flexibiliteit van de langetermijnbegroting heeft bovendien betrekking op voor een periode van zeven jaar vastgelegde bedragen, die derhalve niet beschikbaar zijn voor één jaar.


Middelen die beschikbaar zijn uit specifieke flexibiliteitsmechanismen en flexibel gebruik van cohesiefondsen. Alle bedragen luiden in miljard EUR.
Bron: Europese Commissie.

De jaarlijkse marges en flexibiliteit in de langetermijnbegroting zijn gering vergeleken met de jaarlijkse begroting. Alles bij elkaar bedragen de marges en flexibiliteitsinstrumenten in het kader van de nieuwe langetermijnbegroting over de volledige periode van zeven jaar maximaal 22 miljard EUR, ofwel ruwweg 3 miljard EUR per jaar. Als we dat bedrag afzetten tegen een jaarlijkse begroting van ruwweg 170-180 miljard EUR, komt dat neer op een flexibiliteit van minder dan 2 %. De Commissie wist in 2021 aanzienlijke liquiditeitsbedragen te mobiliseren, voornamelijk dankzij het flexibeler maken van cohesiefondsen voor 2014-2020 en de aanwezigheid van NextGenerationEU. Eenmaal gebruikt zijn deze opties niet langer beschikbaar, hetgeen de manoeuvreerruimte binnen de EU-begroting aanzienlijk beperkt. Herschikkingen op schaal van fondsen uit bestaande programma’s zouden politieke keuzes vereisen, aangezien dit van invloed zou zijn op de langetermijncapaciteit van de EU-begroting om de in de doelstellingen van afzonderlijke programma’s genoemde politieke prioriteiten te verwezenlijken.

Daarnaast brengt de Russische agressie tegen Oekraïne uitdagingen met zich mee waarvoor nog geen begrotingsoplossingen op lange termijn voorhanden zijn. Alle tot dusver verstrekte steun heeft zich gericht op het voorzien in de onmiddellijke behoeften die ontstonden nadat een groot aantal vluchtelingen uit Oekraïne in de EU arriveerde, en het verlenen van humanitaire en andersoortige hulp aan Oekraïne en buurlanden. De oorlog tegen Oekraïne zal echter aanzienlijke gevolgen hebben die veel verder reiken dan de onmiddellijke humanitaire en veiligheidssituatie. Oekraïne zal aangewezen zijn op internationale steun tijdens de oorlog en om het land later weer op te bouwen, hetgeen inspanningen vereist die op zowel de korte als lange termijn grote financiële behoeften met zich meebrengen. Ook nieuwe uitdagingen zoals hoge inflatie, energiezekerheid, voedselveiligheid en andere consequenties vereisen begrotingsoplossingen op EU-niveau. Deze onvoorziene behoeften, teweeggebracht door een oorlog in Europa, gaan de beschikbare middelen binnen het huidige meerjarig financieel kader en NextGenerationEU ver te boven. Daarom moeten nieuwe financieringsbronnen in kaart worden gebracht.

Op 18 mei 2022 stelde de Commissie REPowerEU voor: een plan om de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen snel te verminderen. REPowerEU (17) bevat een aanvullend pakket maatregelen om energie te besparen, schone energie te produceren en ons energieaanbod te diversifiëren, met als uiteindelijk doel om een veerkrachtiger energiesysteem en een echte energie-unie tot stand te brengen. De Commissie heeft voorgesteld REPowerEU uit te voeren via de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en een aantal financieringsbronnen voorgesteld om de financiering van de faciliteit voor dit doel te versterken, waaronder het herschikken van middelen uit bestaande programma’s en het aanboren van nieuwe, extra middelen.

Doeltreffende instrumenten zijn voorhanden om goed financieel beheer te waarborgen

Teneinde zo goed mogelijk gebruik te maken van belastinggeld, is het van essentieel belang dat de financiering terechtkomt bij de beoogde begunstigden en dat de geldende regels worden nageleefd. Om deze doelstelling te bereiken, maakt de Commissie gebruik van een aantal instrumenten, die door de jaren heen passend zijn gebleken.

Het governancesysteem en de verantwoordingsketen van de Commissie zijn toegesneden op haar unieke structuur en rol. Het college van commissarissen is politiek verantwoordelijk voor het beheer van de EU-begroting. Het delegeert het dagelijkse operationele beheer aan de 51 gedelegeerde ordonnateurs (18), die hun diensten beheren en aansturen en verantwoordelijk zijn voor het deel van de EU-begroting dat door hun dienst wordt uitgevoerd. Hun jaarlijkse activiteitenverslagen bevatten een betrouwbaarheidsverklaring over het gebruik van de aan hen toegewezen middelen, die punten van voorbehoud kan bevatten indien sprake is van tekortkomingen.

Het internecontrolekader van de Commissie is een essentiële vrijwaring voor de handelingen van de Commissie. Dit is des te meer het geval in de context van de pandemie en de daaruit voortvloeiende noodmaatregelen. In 2021 bleef de Commissie nauwlettend toezien op de risico’s die voortvloeien uit de pandemie en de doeltreffende beperking ervan. De fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie speelt nog altijd een belangrijke rol bij het voorkomen van mogelijk misbruik van EU-geld.

In 2021 legden de relevante diensten specifiek de nadruk op de aanpassing van hun internecontrolesystemen aan de behoeften van NextGenerationEU, hetzij via de totstandbrenging van een risicobeleid en gedragscode op hoog niveau voor het opnemen en verstrekken van leningen of door het opzetten van specifieke audit- en controlestrategieën voor uitgaven in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

Binnen haar internecontrolekader maakt de Commissie gebruik van meerjarige en risicogedifferentieerde controlestrategieën om fouten en tekortkomingen in de controlesystemen te voorkomen, op te sporen en te corrigeren. De uitgavenprogramma’s van de EU zijn als meerjarenprogramma’s opgezet, en hetzelfde geldt voor de ermee gepaard gaande controlestrategieën. Dit veronderstelt dat opsporing en correctie van fouten te allen tijde kan plaatsvinden, zelfs tot de afsluiting aan het einde van de looptijd van het programma. Bovendien worden de controlestrategieën aangepast aan de verschillende beheersvormen, de betrokken actoren, de beleidsterreinen en/of de financieringsmethoden en bijbehorende risico’s. De controlestrategieën moeten zodanig worden gedifferentieerd dat hun kosteneffectiviteit gewaarborgd is, d.w.z. dat de juiste balans wordt behouden tussen weinig fouten (effectiviteit), snelle betalingen (doeltreffendheid) en redelijke kosten (zuinigheid).

De Commissie en de lidstaten voeren elk jaar honderdduizenden controles uit. De Commissie bouwt de zekerheid die zij uitvoert vanaf het begin op en op een gedetailleerd niveau, d.w.z. per programma of een ander relevant uitgavensegment. Op deze manier kan de Commissie tekortkomingen en fouten opsporen, de onderliggende oorzaken van systeemfouten vaststellen, gericht corrigerende maatregelen treffen en ervoor zorgen dat er in de opzet van toekomstige financieringsprogramma’s rekening wordt gehouden met de getrokken lessen.

In landbouw:In cohesie:
voerden de lidstaten meer dan 900 000 controles en de Commissie 97 audits uit.De Commissie controleerde de jaarverslagen en adviezen voor 416 programma’s en voerde
61 audits uit.

De controleresultaten van de Commissie bevestigen dat de EU-begroting goed wordt beheerd

De Commissie en de lidstaten nemen maatregelen om tekortkomingen en fouten te voorkomen en te corrigeren. De belangrijkste preventiemechanismen van de Commissie bestaan uit controles en audits vooraf (zie bijlage 5 in deel III), waaronder systeemaudits om tekortkomingen in de beheer- en controlesystemen van de uitvoerende partners op te sporen. Onder gedeeld beheer voeren ook de autoriteiten van de lidstaten controles en audits uit. Indien preventiemechanismen niet doeltreffend zijn, worden de fouten waardoor de EU-uitgaven worden getroffen achteraf opgespoord en gecorrigeerd na de betalingen van de Commissie door de lidstaten en de Commissie.

De controles en audits van de Commissie zijn doeltreffend.

Als gevolg van haar controles en audits voerde de Commissie in 2021 preventieve en corrigerende maatregelen uit voor een bedrag van 1 063 miljoen EUR, waarvan 298 miljoen EUR preventieve maatregelen betrof, terwijl met de uitgevoerde corrigerende maatregelen 765 miljoen EUR gemoeid was. Hiermee komt het cumulatieve bedrag aan uitgevoerde preventieve en corrigerende maatregelen voor de jaren 2017 tot en met 2021 uit op 26 miljard EUR. Daarnaast voerden de lidstaten in 2021 ook zelf preventieve en corrigerende maatregelen uit voor een totaalbedrag van 4 557 miljoen EUR, deels gebaseerd op audits van de Commissie.

In totaal ligt het risico bij betaling onder de materialiteitsdrempel van 2 %. De Commissie raamt dat na haar preventieve controles het foutenpercentage, d.w.z. het risico bij betaling, nog 1,9 % bedraagt (19). Dit resultaat is vergelijkbaar met dat van 2020. Gezien het meerjarige karakter van de financieringsprogramma’s doet de Commissie aanzienlijke inspanningen om controles uit te voeren nadat de betalingen zijn gedaan en om voortdurend correcties aan te brengen tot de afsluiting van de programma’s. Deze inspanningen worden weerspiegeld in het geraamde risico bij afsluiting (20), dat overeenstemt met het risico bij betaling minus de geraamde toekomstige correcties van de Commissie.

Voor 2021 wordt het risico bij afsluiting geschat op 0,8 %. Aangezien dit lager is dan de drempel van 2 % – die ook de Europese Rekenkamer gebruikt – is de Commissie van mening dat de begroting in haar geheel doeltreffend is beschermd. Dit wordt bevestigd door het oordeel van de intern controleur (21).


Risicobedragen bij de betaling en bij afsluiting voor de Europese Commissie voor de periode 2015-2021.
Bron: Europese Commissie, jaarlijkse beheers- en prestatieverslagen over de EU-begroting 2015-2021.

Niettegenstaande dit over het algemeen goede resultaat stelt de Commissie vast welke programma’s een hoger risiconiveau hebben, waardoor zij haar maatregelen kan toepassen waar dit het meest nodig is. Dankzij haar gedetailleerde analyse beschikt de Commissie over robuust bewijsmateriaal dat het gedifferentieerde risiconiveau voor de uitgaven van de EU aantoont. Op basis van het risico bij betaling worden de uitgaven opgesplitst in segmenten met een lager (lager dan 1,9 %), middelhoog (tussen 1,9 % en 2,5 %) en hoger risico (groter dan 2,5 %). Voor natuurlijke hulpbronnen en cohesie is deze analyse ook uitgevoerd op het niveau van individuele betaalorganen en operationele programma’s in de lidstaten, om aan te tonen dat de situatie gedifferentieerd is naar programma. Dit stelt de Commissie tevens in staat om specifieke tekortkomingen aan te pakken, zelfs voor beleidsmaatregelen die over het algemeen een laag risico vormen, zoals het gemeenschappelijk landbouwbeleid.


De indeling van uitgaven door de Commissie in segmenten met een hoger, middelhoog of lager risico, als percentages van het totale bedrag van relevante uitgaven voor 2021.
Bron: Europese Commissie.

Met name de volgende punten omvatten een uitgave met een hoger risico: een aantal operationele programma’s voor cohesiefondsen met ernstige tekorten en/of met foutenpercentages hoger dan 2,5 %; de programma’s in de cohesiefondsen en de betaalorganen voor de landbouwgerelateerde rechtstreekse betalingen, marktmaatregelen en plattelandsontwikkeling met foutenpercentages hoger dan 2,5 %; en uitgaven met betrekking tot complexe subsidies in het kader van andere financieringsprogramma’s. Wanneer het risiconiveau hoog blijft, wordt dit op transparante wijze gemeld door het uiten van punten van voorbehoud. Voor 2021 zijn er 16 punten van voorbehoud met een totale financiële impact van 987 miljoen EUR, wat minder dan 1 % van de totale uitgaven is. Deze punten van voorbehoud vormen een hoeksteen in de verantwoordingsketen. Ze geven een beeld van vastgestelde uitdagingen en tekortkomingen, en van de maatregelen om deze aan te pakken.

De Commissie past niet alleen financiële correcties en terugvorderingen toe; zij onderneemt ook actie om tekortkomingen die leiden tot middelhoge en hogere risico’s aan te pakken. Hiertoe behoren communicatie gericht op de meest foutgevoelige begunstigden, grootschaliger gebruik van vereenvoudigde subsidievormen, betere controles en capaciteitsopbouw van nationale autoriteiten met tekortkomingen in hun beheer- en controlesystemen.


De herstel- en veerkrachtfaciliteit is in de uitvoeringsfase aanbeland

De begin 2021 opgezette herstel- en veerkrachtfaciliteit is een nieuw op prestaties gebaseerd instrument, van uitzonderlijke en tijdelijke aard, ten dienste van het herstel van de EU. Met totale middelen van 723,8 miljard EUR (in lopende prijzen) – 338 miljard EUR aan subsidies en 385,8 miljard EUR aan leningen – heeft de faciliteit als doel om de sociale en economische gevolgen van de COVID-19-pandemie te beperken en langdurig herstel te bevorderen dat hand in hand gaat met de groene en de digitale transitie. Lidstaten zijn de begunstigden van de fondsen, die worden uitbetaald in ruil voor de verwezenlijking van vooraf vastgelegde mijlpalen en streefdoelen.

In 2021 werden 22 herstel- en veerkrachtplannen positief beoordeeld door de Commissie en goedgekeurd door de Raad. Deze plannen vertegenwoordigen een totale toewijzing van 291 miljard EUR aan niet-terugvorderbare financiering en 154 miljard EUR aan leningen. Deze 22 herstel- en veerkrachtplannen omvatten in totaal ruim 3 700 maatregelen (circa een derde daarvan zijn hervormingen en twee derde investeringen), evenals ruim 5 100 mijlpalen en streefdoelen die in 2026 moeten zijn verwezenlijkt.

De financiering wordt in verschillende tranches uitbetaald na het bereiken van de mijlpalen en streefdoelen waartoe de lidstaten zich hebben verbonden. In 2021 betaalde de Commissie 54 miljard EUR aan voorfinancieringen aan twintig lidstaten (22), die de in de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten uiteengezette investerings- en hervormingsmaatregelen van de grond hielpen komen. De Commissie deed eind 2021 een eerste betaling voor behaalde mijlpalen en streefdoelen van 10 miljard EUR aan Spanje, na de betalingsaanvraag in november 2021 te hebben ontvangen.

Aangezien de faciliteit een op prestaties gebaseerd instrument is, hangen de wettigheid en regelmatigheid van de door de Commissie gedane betalingen af van het feitelijk behalen van de mijlpalen en streefdoelen. Lidstaten zijn voornamelijk verantwoordelijk voor de bescherming van de financiële belangen van de EU, waaronder toezicht op de naleving van toepasselijk EU- en intern recht. Hiertoe hebben ze op nationaal niveau passende controlekaders opgezet met name om fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, en dubbele financiering te vermijden.

Als gevolg hiervan ligt het accent bij de controles van de Commissie op het naar tevredenheid behalen van de overeengekomen mijlpalen en streefdoelen. Om goed financieel beheer te waarborgen, baseert de Commissie zich op de controles van de lidstaten, en vult deze waar nodig aan in de daaropvolgende drie stadia.

- Tijdens de beoordeling van de herstel- en veerkrachtplannen beoordeelt de Commissie de controlesystemen van de lidstaten en nodigt ze lidstaten uit om extra mijlpalen in de plannen op te nemen teneinde vastgestelde tekortkomingen voorafgaand aan de eerste betaling aan te pakken.
- Tijdens de uitvoering van de faciliteit beoordeelt de Commissie of de mijlpalen en streefdoelen naar tevredenheid zijn behaald en of aan alle andere voorwaarden voor uitbetaling is voldaan. Als dit niet het geval is, worden betalingen opgeschort of op evenredige wijze verminderd. Ook controleert de Commissie de werking van de beheer- en controlesystemen van de lidstaten om de financiële belangen van de EU te beschermen, en in het bijzonder om gevallen van fraude, corruptie, belangenconflicten en dubbele financiering te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.
- Na de uitbetalingen kan de Commissie controles en audits achteraf (23) uitvoeren om het behalen van mijlpalen en streefdoelen te controleren. Ook kan de Commissie ad-hocaudits verrichten bij een vermoeden van ernstige onregelmatigheden. Indien nodig zal de Commissie evenredige bedragen terugvorderen of een vervroegde terugbetaling van de leningen eisen.

Om het risiconiveau van activiteiten in te schatten, verricht de Commissie een kwalitatieve beoordeling van audit- en controleresultaten, zowel op het niveau van de lidstaten als van de Commissie. Indien betalingen gebaseerd zijn op een kwalitatieve beoordeling van de verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen en deze mijlpalen en streefdoelen sterk uiteenlopen, kunnen controleresultaten niet worden geëxtrapoleerd. Daarom kan geen betekenisvol foutenpercentage worden vastgesteld op basis van statistische methoden, in tegenstelling tot andere financieringsprogramma’s.

Op basis van de positieve beoordeling van bewijs voor de verwezenlijking van de mijlpalen van de betalingsaanvraag, bevestigde de gedelegeerde ordonnateur dat hij redelijke zekerheid had over de wettigheid en regelmatigheid van de in 2021 in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit gedane betaling.

Conclusie

De Commissie zorgt ervoor dat de EU-begroting de burgers dient. Dankzij de doeltreffende instrumenten en het proactieve beheer van de EU-begroting kon de Commissie haar beleidsdoelstellingen behalen en meerdere uitdagingen het hoofd bieden. De Commissie heeft haar begunstigden, uitvoerende partners en de lidstaten de nodige flexibiliteit geboden en tegelijkertijd gezorgd voor een gezond financieel beheer en het behoud van een gepast niveau van zekerheid van het beheer van de EU-begroting.

Alle gedelegeerde ordonnateurs hebben redelijke zekerheid verstrekt, hoewel deze waar nodig punten van voorbehoud bevatten. Uit de jaarlijkse activiteitenverslagen blijkt dat alle afdelingen van de Commissie degelijke internecontrolesystemen hebben uitgevoerd en dat maatregelen zijn genomen voor het vergroten van de kostenefficiëntie, het verder vereenvoudigen van de regels en het afdoende beschermen van de begroting tegen fraude, fouten en onregelmatigheden.

Op basis van de zekerheidsverklaringen en punten van voorbehoud in de jaarlijkse activiteitenverslagen, rekening houdend met het oordeel van de intern controleur, keurt het college van commissarissen dit jaarlijkse beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting – begrotingsjaar 2021 goed en neemt het de algemene politieke verantwoordelijkheid voor het beheer van de EU-begroting op zich.

Toekomstige ontwikkelingen: prognose voor 2022 en later

Tegen een achtergrond van nog altijd enorme uitdagingen blijft samenwerking met andere EU-instellingen en de lidstaten van essentieel belang. Net zoals voor de pandemie, vereisen en rechtvaardigen de dramatische gebeurtenissen in Oekraïne een robuuste en gecoördineerde reactie op EU-niveau als een onontbeerlijke aanvulling op het werk van de lidstaten.

De beperkingen van het meerjarig financieel kader 2021-2027 zullen het voor de EU moeilijk maken om ten volle op de situatie na de Russische invasie van Oekraïne te reageren. De Commissie zet zich in om ervoor te zorgen dat elke euro in de EU-begroting optimaal wordt benut, onder meer door herbestemming en herprioritisering wanneer zich onvoorziene uitdagingen aandienen. Er zijn er echter grenzen aan wat kan worden bereikt binnen de randvoorwaarden van het huidige meerjarig financieel kader. De flexibiliteit binnen de begroting is reeds grotendeels gebruikt om te reageren op meerdere crises, met als gevolg dat er minder ruimte zal zijn om in te spelen op toekomstige crises. Het is dan ook hoog tijd na te denken over hoe ervoor kan worden gezorgd dat de EU-begroting toegerust is om te beantwoorden aan de talloze behoeften en verwachtingen waarmee ze in deze buitengewoon turbulente tijden omgeven is.

De Commissie heeft een gerichte herziening van het Financieel Reglement voorgesteld (24). Aangezien de wijzigingen die de herziening van 2018 met zich meebracht tijd nodig hebben om hun volledige effect te sorteren, richt dit voorstel zich op afstemming op de nieuwe langetermijnbegroting, bepaalde verbeteringen inzake crisisbeheer naar aanleiding van uit de COVID-19-crisis getrokken lessen, en betere bescherming van de financiële belangen van de EU.

De Commissie geeft invulling aan haar toezegging om één instrument voor datamining en risicoscores (Arachne) te blijven aanbieden aan de lidstaten. Dit instrument ondersteunt de programma-autoriteiten bij het in kaart brengen van risico’s aan de uitgavenzijde door het onder het vorige financieel kader aan de lidstaten beschikbaar gestelde instrument aan te passen. De Commissie zal lidstaten blijven ondersteunen om het doeltreffende gebruik ervan mogelijk te maken. Bij de lopende herziening van het Financieel Reglement stelde de Commissie voor om het gebruik van dit instrument voor datamining en risicoscores uit te breiden.

Op 16 februari 2022 bekrachtigde het Hof van Justitie de geldigheid van Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting, die door twee lidstaten, Hongarije en Polen, was aangevochten. In maart 2022 stelde de Commissie richtsnoeren vast inzake de toepassing van de verordening. Na de in 2021 uitgevoerde werkzaamheden stuurde de Commissie in april 2022 een eerste kennisgeving aan Hongarije als een volgende stap in de toepassing van het conditionaliteitsregime, en stelde daarmee de procedure in werking die kan leiden tot de instelling van maatregelen tegen een lidstaat wegens schendingen van de beginselen van de rechtsstaat. De Commissie ziet voortdurend toe op de situatie in lidstaten en zal de procedure op grond van het conditionaliteitsregime starten als aan de voorwaarden wordt voldaan.


1()De jaarlijkse kwijtingsprocedure is de procedure waarbij het Europees Parlement en de Raad hun definitieve goedkeuring geven aan de uitvoering van de begroting voor een bepaald jaar en de Commissie politiek verantwoordelijk stellen voor de uitvoering van de EU-begroting (https://ec.europa.eu/info/about-european-commission/eu-budget/how-it-works/annual-lifecycle/assessment/parliaments-approval_nl).
2()Artikel 318 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
3()Artikel 247, lid 1, punt b) en punt e), van het Financieel Reglement.
4()Artikel 247 van het Financieel Reglement.
5()Artikel 246 van het Financieel Reglement.
6()Artikel 247, lid 1, punt c), van het Financieel Reglement.
7()Artikel 118, lid 8, van het Financieel Reglement.
8()Artikel 261, lid 3, van het Financieel Reglement.
9()807 miljard EUR in lopende prijzen, 750 miljard EUR in prijzen van 2018.
10()https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52021DC0366
11()Zie bijlage 3 voor meer informatie.
12()Cijfers zijn gebaseerd op berekeningen volgens de methodologieën die vermeld worden in de bijlagen VI en VII bij de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.
13()https://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/TXT/?uri=CELEX%3A52021DC0118
14()https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/about_the_european_commission/eu_budget/
nextgenerationeu_green_bond_framework.pdf
15()https://ec.europa.eu/info/strategy/eu-budget/eu-borrower-investor-relations/nextgenerationeu-green-bonds/dashboard_en
16()https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_22_3183
17()https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/european-green-deal/repowereu-affordable-secure-and-sustainable-energy-europe_nl
18()De term “gedelegeerde ordonnateurs” wordt gebruikt voor directeuren-generaal van Commissiediensten, hoofden van uitvoerende agentschappen, bureaus, diensten, taskforces enz. In artikel 74, lid 1, van het Financieel Reglement is het volgende bepaald: “De ordonnateur is bij de betrokken instelling van de Unie belast met het innen van de ontvangsten en het verrichten van de uitgaven overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer, onder meer door te zorgen voor verslaglegging over de prestaties, en zorgt voor de wettigheid en regelmatigheid ervan en de gelijke behandeling van de ontvangers.”
19()Dit resultaat laat de uitgaven in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit buiten beschouwing; de controleresultaten voor deze uitgaven worden afzonderlijk vermeld op basis van een kwalitatieve beoordeling.
20()In het geval van het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt de term “geraamd uiteindelijk risicobedrag” gebruikt om weer te geven dat er geen vast punt is waarop de maatregelen in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds worden afgesloten.
21()Zie bijlage 2, deel 3.2, “Werk van de dienst Interne Audit en algemeen oordeel”.
22()Ierland verzocht niet om voorfinanciering, en Finland ontving de betaling pas in 2022.
23()Overeenkomstig de financieringsovereenkomst kunnen audits achteraf gedurende maximaal vijf jaar vanaf de dag waarop de laatste betaling is gedaan, worden uitgevoerd.
24()Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de jaarlijkse begroting van de Unie (herschikking), COM(2022) 223.

NL NL