Toelichting bij COM(2022)359 - Wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het bijgevoegde voorstel voor een verordening beoogt de tijdelijke schorsing van de in artikel 56, lid 2, punt c), van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die van toepassing zijn op goederen die worden gebruikt voor de productie van stikstofhoudende meststoffen en die momenteel zijn ingedeeld onder de onderverdelingen 2814 10 en 3102 10 van de gecombineerde nomenclatuur (GN).

De markt van de Europese Unie (EU) voor bepaalde basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen is sterk afhankelijk van de invoer uit derde landen. In 2021 voerde de EU 2,9 miljoen ton ammoniak en 4,7 miljoen ton ureum in voor de productie van stikstofhoudende meststoffen. De prijzen voor deze producten zijn in 2021 aanzienlijk gestegen en zijn na de Russische invasie in Oekraïne nog verder toegenomen.

Om de kosten voor de meststoffenproducenten in de EU te drukken en aldus de kosten voor de landbouwers in de EU te verlagen en bij te dragen tot de passende voorziening met in de EU geproduceerde levensmiddelen, moeten de in dit voorstel bedoelde tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen worden genomen. Om de stabiliteit van de voorziening te vergroten, is het ook passend het geografische toepassingsgebied van de niet-preferentiële oorsprongen, dat momenteel op Rusland is gericht, tot andere landen uit te breiden. In feite heeft het bestaan van douanerechten voor de invoer van intermediaire basisproducten zoals ammoniak en ureum in de EU, met name in tijden van schaarste op de internationale markten voor stikstofhoudende meststoffen, een ontmoedigend effect op de voorziening van de EU-markt, vergeleken met andere wereldmarkten waar dergelijke invoerrechten niet bestaan. Aangezien het bij de in deze categorie verhandelde goederen voornamelijk om grondstoffen gaat, staat dit verschil in douanerechten de inspanningen om de invoer in de EU te diversifiëren in de weg.

In haar mededeling van 23 maart 2022 aan het Europees Parlement en de Raad met de titel “De voedselzekerheid waarborgen en de veerkracht van voedselsystemen versterken” merkt de Commissie verder op dat al vóór de Russische invasie in Oekraïne op de grondstoffenmarkten sprake was van een aanzienlijke prijsstijging, die op de landbouwmarkten voelbaar was door de toenemende kosten voor energie en meststoffen, en die heeft geresulteerd in een stijging van de prijzen van landbouwproducten. De invasie in Oekraïne en een wereldwijde stijging van de grondstoffenprijzen hebben de prijzen op de markten voor landbouwproducten verder opgedreven en de kwetsbaarheden van het voedselsysteem van de Unie, dat gedeeltelijk op de invoer van meststoffen aangewezen is, aan het licht gebracht. In de mededeling wordt benadrukt dat de kosten en de beschikbaarheid van minerale meststoffen op korte termijn prioriteit moeten hebben, in afwachting van de transitie naar het gebruik van duurzame soorten meststoffen of bemestingsmethoden. In de tussentijd moet de meststoffenindustrie in de EU toegang kunnen krijgen tot de noodzakelijke invoer, onder meer van de basisproducten die nodig zijn om binnen de EU zelf meststoffen te produceren.

Van de drie belangrijkste soorten meststoffen die door landbouwers worden gebruikt, ondergaan de meststoffen op basis van stikstof de invloed van rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die gelden voor intermediaire basisproducten die essentieel zijn voor de productie ervan, in tegenstelling tot potas en fosfor, waarvoor voor de belangrijkste basisproducten reeds een nulrecht geldt. Meststoffen op basis van stikstof zijn ook de meest gebruikte soort meststof in de EU, en tevens de soort waarvan de prijzen sinds 2021 het sterkst zijn gestegen. Daarom zijn de voorgestelde maatregelen gericht op de basisproducten voor meststoffen op basis van stikstof.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Momenteel zijn derde landen die op grond van vrijhandelsovereenkomsten preferentiële toegang tot de markt van de Unie met vrijstelling van rechten hebben, de belangrijkste leveranciers van deze goederen aan de EU-markt. Niettemin voert de EU een grote hoeveelheid basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen in die van oorsprong zijn uit landen waarop het gemeenschappelijk douanetarief van toepassing is, met rechten van momenteel 5,5 % tot 6,5 %. Om de stabiliteit van de voorziening te vergroten, is het passend het geografische toepassingsgebied van de leverende landen tijdelijk uit te breiden tot andere landen dan die welke partij bij een vrijhandelsovereenkomst zijn, aangezien het aanbod momenteel geconcentreerd is in een relatief klein aantal preferentiële leveranciers. Anders dan wat geldt voor de toegang via preferentiële handelsovereenkomsten, zijn de in het kader van dit voorstel voorgestelde maatregelen voor de schorsing van rechten echter van tijdelijke aard.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De in dit voorstel vervatte handelsliberaliseringsmaatregelen hebben tot doel te waarborgen dat de tijdelijke schorsing van het gemeenschappelijk douanetarief van de Unie gebeurt in het kader van de in artikel 21 VEU neergelegde beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie, en dat er samenhang bestaat tussen de diverse onderdelen van het externe optreden van de Unie, alsook tussen haar externe optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen. Het is derhalve passend producten van oorsprong uit Rusland en Belarus van de verlaging van douanerechten uit te sluiten, in overeenstemming met de beperkende maatregelen die de Unie ten aanzien van deze landen heeft genomen naar aanleiding van de Russische agressie tegen Oekraïne.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel voor een verordening is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing, aangezien het voorstel onder de exclusieve bevoegdheid van de EU valt.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, aangezien het de commerciële belangen van marktdeelnemers (producenten van stikstofhoudende meststoffen en consumenten) met elkaar in evenwicht brengt. Het voorstel voorziet uitsluitend voor de tariefposten van basisproducten voor meststoffen waarvoor de EU het meest op invoer is aangewezen en waarvoor de prijzen het sterkst zijn gestegen, in een schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief. Bovendien zal de schorsing slechts tijdelijk gelden. De schorsing houdt geen beperking van de grondrechten in; met de schorsing komt integendeel een verplichting tot betaling van rechten tijdelijk te vervallen.

Keuze van het instrument

Dit voorstel strookt met artikel 207, lid 2, VWEU, dat voorziet in maatregelen betreffende de gemeenschappelijke handelspolitiek. Krachtens artikel 31 VWEU stelt de Raad de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie vast.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Gezien de aanzienlijke en plotselinge prijsstijging van de basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen, die nog wordt verergerd door de noodsituatie die op de markt voor meststoffen is ontstaan door de inval van Rusland – de op een na grootste leverancier van stikstofhoudende meststoffen aan de EU – in Oekraïne, is het van belang dat de verordening zo spoedig mogelijk in werking treedt om de diversificatie van de voorziening met de voor de productie van meststoffen benodigde basisproducten te bevorderen en de productiekosten omlaag te brengen in de aanloop naar het komende plant-/zaaiseizoen in het najaar van 2022. Daarom is er voor de betrokken maatregel geen effectbeoordeling uitgevoerd. Verwacht wordt echter dat de voorgestelde maatregel het profiel van de leveranciers van basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen aan de EU wijzigt en helpt de landen van oorsprong te diversifiëren naar andere landen dan Rusland.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De maatregel leidt niet tot meer administratieve lasten voor bedrijven.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven, maar wel voor de ontvangsten. De derving van douanerechten zal circa 15 miljoen EUR per jaar aan geschorste rechten bedragen wanneer de maatregel gedurende een volledig jaar van toepassing is. De looptijd van de maatregel bedraagt iets meer dan twee jaar, d.w.z. zij loopt tot eind 2024.

Voor de traditionele eigen middelen van de begroting komt dit neer op minder ontvangsten ten belope van 11,25 miljoen EUR (dat wil zeggen 75 % van het totale bedrag). Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van het voorstel voor de begroting.

De derving van de ontvangsten uit de traditionele eigen middelen zal worden gecompenseerd door de bijdragen aan de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen (bni) van de lidstaten.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Onlineverslagen over de ontwikkeling van de invoer in de EU van basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen zijn beschikbaar op specifieke websites van de Europese Commissie (Eurostat).

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Gezien de buitengewone situatie op de markt van de Unie voor meststoffen beoogt de maatregel de handelsstromen met betrekking tot de invoer van basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen te vergroten en de diversificatie daarvan te bevorderen door de invoerrechten op deze producten tijdelijk te schorsen.