Toelichting bij COM(2022)387 - Naleving door de Europese Bankautoriteit van de vereisten in verband met de locatie van haar zetel

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 4.8.2022


COM(2022) 387 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de naleving door de Europese Bankautoriteit van de vereisten in verband met de locatie van haar zetel


Inleiding



In het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie hebben de andere 27 lidstaten, in de marge van de Raad Algemene Zaken op 20 november 2017, Parijs (Frankrijk) gekozen als nieuwe zetel van de Europese Bankautoriteit (EBA) 1 .

De locatie voor de zetel van de EBA is vastgelegd in artikel 7 van de EBA-oprichtingsverordening 2 (“de EBA-verordening”), dat bijgevolg diende te worden gewijzigd 3 om de zetel van Londen naar Parijs te verhuizen. Naast de wijziging van de locatie voor de zetel zijn bij de wijziging van de EBA-verordening bepaalde nieuwe vereisten voor de EBA ingevoerd met betrekking tot de locatie voor haar zetel en een verplichting voor de Commissie om uiterlijk op 30 maart 2019 en vervolgens om de 12 maanden een verslag te publiceren over de naleving van deze vereisten door de EBA.

Artikel 7 van de EBA-verordening bepaalt: “De locatie van de zetel van de Autoriteit is niet van invloed op de uitoefening van de taken en bevoegdheden van de Autoriteit, de opzet van haar beheersstructuur, de werking van haar centrale organisatie of de belangrijkste financiering van haar activiteiten, en maakt het, in voorkomend geval, mogelijk dat administratieve ondersteunende diensten en bedrijfsondersteuningsdiensten die geen verband houden met de kerntaken van de Autoriteit, met andere agentschappen van de Unie worden gedeeld.”

De EBA heeft de nodige input geleverd om aan deze rapportagevereisten te voldoen. De eerste drie verslagen werden gepubliceerd in 2019 4 , 2020 5 en 2021 6 . Dit is het vierde verslag in het kader van deze rapportageverplichting.

2.

2. Zetelovereenkomst van de EBA


Op 6 maart 2019 is met de Franse regering een zetelovereenkomst (“Headquarters Agreement”, “HQA”) ondertekend. De EBA heeft overeenkomstig artikel 25 van de HQA de interne procedures voor de inwerkingtreding ervan op 4 maart 2019 afgerond en zij heeft het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken in juni 2021 bevestigd deze te hebben voltooid. De EBA wacht voor de inwerkingtreding van de HQA op bevestiging van de voltooiing van de naar Frans recht vereiste procedures: de Assemblée nationale keurde de HQA op 17 februari 2022 goed en wacht op goedkeuring in de Sénat, gevolgd door bekendmaking in het staatsblad.

De HQA beantwoordt niet alleen aan de vereisten van Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie 7 , maar geeft EBA-personeelsleden (en hun gezinsleden) ook recht op een bijzondere verblijfsvergunning (“Fonctionnaire International”, “FI”) waaruit hun status als internationale ambtenaar in Frankrijk blijkt. De EBA werkt samen met het protocolbureau van het ministerie van Europa en Buitenlandse Zaken en met de Douane om een soepel proces te waarborgen met betrekking tot de overkomst van het personeel en hun gezinsleden naar Frankrijk, het verstrekken van speciale verblijfsvergunningen en de toepassing van fiscale voorrechten voor de EBA. Sinds april 2022 hebben 223 personeelsleden en gezinsleden speciale verblijfsvergunningen ontvangen, is er nog één bijkomende aanvraag in behandeling en zijn 24 speciale verblijfsvergunningen teruggegeven wegens beëindiging van het dienstverband.

De EBA wordt overeenkomstig artikel 9 van de HQA vrijgesteld van btw op officiële kosten wanneer het factuurbedrag zonder btw hoger is dan 150 EUR. In de praktijk betaalt de EBA de btw op Franse aankopen en op aankopen waarop de MOSS-regeling 8 van toepassing is, en vordert zij deze btw terug van de Franse overheid. Sinds april 2022 heeft de EBA een bedrag van 2 522 883 EUR teruggevorderd, dat volledig is terugbetaald.

In september 2019 heeft de Franse regering overeenkomstig artikel 19 van de HQA de Europese school Paris-La Défense in Courbevoie geopend. De school heeft een uitgebreid aanbod, van kleuterscholen tot het Europees baccalaureaat, voor de kinderen van de personeelsleden van EU-organen die in de regio Parijs zijn gevestigd, alsook voor leerlingen met een internationale achtergrond. De raad van bestuur van de Europese Scholen heeft voor alle schooljaren unaniem een accreditatie verleend. Dit biedt toegang tot het Europees baccalaureaat; het eerste baccalaureaatsexamen vindt plaats in juni 2022. De Engelstalige taalafdeling omvat de volledige onderwijscyclus, van het kleuteronderwijs tot het laatste jaar van het middelbaar onderwijs. De Franstalige taalafdeling biedt een volledige cyclus voor het kleuteronderwijs en het basisonderwijs, en het eerste jaar van de secundaire cyclus zal in september 2022 van start gaan. Voor het schooljaar 2021-2022 zijn 25 kinderen van EBA-personeelsleden ingeschreven aan de school.

3.

3. Governance, activiteiten en uitvoering van taken van de EBA


De taken en bevoegdheden van de EBA, de opzet van haar beheersstructuur, de werking van haar centrale organisatie en de belangrijkste financiering van haar activiteiten werden niet beïnvloed door de verhuizing van haar zetel. De EBA is sinds begin juni 2019 volledig operationeel in haar nieuwe kantoren in Parijs.

De verhuizing van de zetel van de EBA naar Parijs heeft geen gevolgen gehad voor de voornaamste financiering van haar activiteiten door de EU en de bevoegde nationale autoriteiten. Los van deze financiering verstrekt de Franse regering 8,5 miljoen EUR om de kosten van de kantoren in Parijs te dekken. Deze financiering wordt verdeeld in 1,5 miljoen EUR aan opstartkosten, een bedrag dat reeds is uitbetaald en uitgegeven, en 7,0 miljoen EUR aan lopende leasingkosten, een bedrag dat over de negen jaar van de leasingovereenkomst wordt uitbetaald om de budgettaire gevolgen te verzachten. Tot op heden heeft de EBA in het kader van deze overeenkomst 5 650 000 EUR gefactureerd en ontvangen.

4.

Het delen van administratieve ondersteunende diensten met andere agentschappen van de Unie


De EBA werkt actief met de ESMA samen inzake administratieve aangelegenheden, waarbij regelmatig vergaderingen worden gehouden tussen de overeenstemmende administratieve eenheden van de twee agentschappen.

De EBA heeft met de ESMA een overeenkomst inzake dienstverleningsniveau ondertekend met betrekking tot boekhoudkundige diensten en verleent sinds april 2021 deze diensten ook effectief aan de ESMA. De rekenplichtige en de ondergeschikt rekenplichtige van de EBA worden door twee agentschappen gedeeld, waardoor de middelen efficiënter kunnen worden gebruikt. De raad van bestuur van de ESMA heeft de rekenplichtige van de EBA tot rekenplichtige van de ESMA benoemd met ingang van 1 juli 2021.

De EBA werkt nauw samen met andere in Frankrijk gevestigde EU-agentschappen met betrekking tot hun aanbestedingsprocedures, met name met de ESMA. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de activiteiten op dit gebied.

Leidend agentschap

Deelnemende agentschappenProcedureStatus

EBAESMA + 9 andere agentschappenAdviesdiensten inzake gegevensbeschermingRaamovereenkomst ondertekend in 2021
EBAESMA, IVSEU 9 , Euspa 10 Medische dienstenRaamovereenkomst ondertekend in 2021
EBAESMA, EIOPABeheerde netwerkdienstenOndertekening gepland voor juni 2022
EBAESMAConsultancy inzake faciliteitenbeheer en receptiedienstenOndertekening gepland voor 2023
EBAESMASchoonmaakdienstenOndertekening gepland voor 2023
EBAESMACateringdienstenOndertekening gepland voor 2023
EBAESMAExterne controle van jaarrekeningenOndertekening gepland voor september 2022
ESMAEBA, EIOPAOntwikkeling, onderhoud en ondersteuning van toepassingenOndertekening gepland voor Q4 2022
ESMAEBA, EIOPAICT-consultancyOndertekend in april 2022

ESMAEBA, EIOPAOpleiding voor ontwikkeling van beroepsvaardighedenOndertekening gepland voor Q3 2022

De EBA en de ESMA nemen ook deel aan een netwerk van aanbestedingsambtenaren van in Parijs gevestigde internationale organisaties.

5.

Samenwerking bij gezamenlijke ESA-projecten


De EBA, de ESMA en de Eiopa werken aan een gezamenlijk project (onder leiding van de Eiopa) dat bedoeld is om een systeem op te zetten voor de uitwisseling van informatie die relevant is voor de beoordeling van de deskundigheid en betrouwbaarheid van houders van gekwalificeerde deelnemingen, bestuurders en sleutelfunctionarissen van financiëlemarktdeelnemers door bevoegde autoriteiten.

6.

Coördinatie inzake COVID-19


Sinds de uitbraak van de pandemie blijft de EBA haar activiteiten voortzetten en voert zij haar volledige takenpakket uit. De EBA is regelmatig in nauw contact met de ESMA en in Frankrijk gevestigde internationale organisaties (OESO en Interpol) om goede praktijken uit te wisselen met betrekking tot maatregelen tijdens de lockdown en plannen in verband met de terugkeer naar kantoor.

De EBA heeft leiding gegeven aan het initiatief voor een bijdrage voor thuiswerk bestemd voor haar personeel en heeft samen met de Eiopa en de ESMA de ontwikkeling van richtsnoeren gecoördineerd om te komen tot een optimale afstemming tussen de ETA’s.

De EBA en de ESMA hebben hun aanpak wat de geleidelijke terugkeer naar kantoor betreft ook nauw gecoördineerd om die regeling zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen.

7.

4. Conclusies


Op basis van de beschikbare informatie mag worden geconcludeerd dat de uitoefening van de taken en bevoegdheden van de EBA, de opzet van haar beheersstructuur, de werking van haar centrale organisatie en de financiering van haar activiteiten geen nadelige gevolgen hebben ondervonden van de verhuizing van de zetel van de EBA naar Parijs en van de hierboven beschreven regelingen voor administratieve samenwerking met de ESMA en de EIOPA, die geen verband houden met de kernactiviteiten van de EBA.


(1)

Raad Algemene Zaken (artikel 50), 20 november 2017: www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases">https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases

(2)

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

(3)

Verordening (EU) 2018/1717 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 wat betreft de zetel van de Europese Bankautoriteit (PB L291 van 16.11.2018, blz.

1).

(4)

COM(2019) 451 final.

(5)

COM(2020) 317 final.

(6)

COM(2021) 771 final.

(7)

PB C 202 van 7.6.2016, blz. 266.

(8)

Btw op digitale diensten/ (mini-eenloketsysteem): Welke diensten zijn gedekt? - Uw Europa (europa.eu)

(9)

8.

Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie


(10)

Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma