Toelichting bij COM(2022)448 - Wijziging van Verordening (EU) 2022/109 tot vaststelling, voor 2022, van sommige vangstmogelijkheden, met betrekking tot ansjovis

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Bij Verordening (EU) 2022/109 van de Raad 1 zijn voor 2022 voor bepaalde visbestanden de vangstmogelijkheden vastgesteld die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn. Deze vangstmogelijkheden worden doorgaans meerdere keren gewijzigd gedurende de periode waarin zij van kracht zijn om rekening te houden met de meest recente wetenschappelijke adviezen en ontwikkelingen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De voorgestelde maatregelen stroken met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De voorgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met de andere beleidsgebieden van de Unie, en met name met het milieubeleid.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit

Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie, als bedoeld in artikel 3, lid 1, punt d), VWEU. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel betreft de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten in overeenstemming met de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid 2 . Op grond van de artikelen 16 en 17 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 moeten de lidstaten beslissen hoe de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden kunnen worden toegewezen aan vaartuigen die hun vlag voeren, in overeenstemming met bepaalde criteria voor de toewijzing van vangstmogelijkheden. De lidstaten beschikken derhalve over de nodige speelruimte om in het kader van de benutting van de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden, de toegewezen TAC’s te verdelen volgens het sociale/economische model van hun keuze.

Keuze van het instrument

Verordening van de Raad.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

De Commissie heeft de belanghebbenden, met name via de adviesraden, en de lidstaten geraadpleegd over haar aanpak voor de verschillende voorstellen voor vangstmogelijkheden, zulks op basis van haar jaarlijkse mededeling “Naar een duurzamere visserij in de EU: stand van zaken en oriëntaties voor 2022”.

In hun reactie op de bovengenoemde jaarlijkse mededeling geven de belanghebbenden hun mening over de visstandevaluatie van de Commissie en over de vraag welke beheersmatige reactie passend is. De Commissie heeft bij de uitwerking van dit voorstel rekening gehouden met de reacties.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De Commissie heeft de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) geraadpleegd over de te volgen methodiek. Het wetenschappelijk advies van de ICES is gebaseerd op een kader dat door zijn deskundigengroepen en besluitvormingsorganen is ontwikkeld, en wordt uitgebracht in lijn met zijn kader-partnerschapsovereenkomst met de Commissie.

Effectbeoordeling

De werkingssfeer van Verordening (EU) 2022/109 van de Raad wordt omschreven in artikel 43, lid 3, VWEU.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde maatregelen hebben geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Ansjovis (Engraulis encrasicolus) in ICES-sector 9a is een kortlevende soort, waarvan de bestandsomvang van jaar tot jaar sterk varieert; de visserij op dit bestand hangt in hoge mate af van de jongste tot visserij rekruterende jaarklasse. Daarom verstrekt de ICES in juni wetenschappelijk advies voor de beheersperiode van 1 juli tot en met 30 juni van het daaropvolgende jaar. Zo wordt gegarandeerd dat het wetenschappelijk advies van de ICES wordt gebaseerd op de best mogelijke beoordeling van de jaarlijkse rekrutering van deze kortlevende soort.

Bij Verordening (EU) 2022/109 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2022/1091 van de Raad 3 , is een voorlopige TAC vastgesteld voor ansjovis in de ICES-deelgebieden 9 en 10 en de wateren van de Unie van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Cecaf) 34.1.1 voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 30 september 2022, in afwachting van het wetenschappelijk advies van de ICES voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023, waardoor de visserij kan worden voortgezet. De voorlopige TAC van 10 061 ton is gebaseerd op de vangsten in het derde kwartaal van 2021.

Naar aanleiding van het wetenschappelijk advies 4 dat de ICES op 17 juni 2022 voor dat bestand heeft uitgebracht moet de definitieve TAC worden bepaald voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023. De TAC moet worden vastgesteld op 15 777 ton, hetgeen de in het wetenschappelijk advies van de ICES aangewezen hoeveelheid is.