Toelichting bij COM(2022)474 - Betere preventie met vroegtijdige opsporing: een nieuwe EU-aanpak van kankerscreening ter vervanging van Aanbeveling 2003/878/EG van de Raad

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De huidige Aanbeveling 2003/878/EG van de Raad bevat aanbevelingen voor kankerscreening. In de aanbeveling worden de lidstaten aangemoedigd om kwalitatief hoogwaardige screeningsprogramma’s op bevolkingsniveau uit te voeren. De aanbeveling heeft een belangrijke rol gespeeld bij het verbeteren van de kankerscreening en bij het waarborgen van de toegang van de overgrote meerderheid van de mensen in de doelleeftijdsgroepen tot georganiseerde screening.

In het uitvoeringsverslag van 2017 1 over de aanbeveling van de Raad over kankerscreening en de Europese gids voor kwaliteitsverbetering in de integrale kankerbestrijding 2 werden verschillende uitdagingen en behoeften genoemd, met name het feit dat de huidige aanbeveling niet op de recentste gegevens is gebaseerd. Sinds 2003 zijn in de lidstaten nieuwe screeningstests en -protocollen gevalideerd en ingevoerd, en op basis van nieuw bewijsmateriaal zou het wenselijk zijn de screeningsaanbevelingen uit te breiden naar andere vormen van kanker dan de vormen die onder Aanbeveling 2003/878/EG vallen. In de Europese gids voor kwaliteitsverbetering in de integrale kankerbestrijding en de in 2019 gelanceerde gezamenlijke actie inzake innovatieve partnerschappen voor kankerbestrijding 3 worden prostaat-, long- en maagkanker aangemerkt als mogelijk geschikt om in toekomstige aanbevelingen te worden opgenomen.

2.

Dit voorstel voor een nieuwe aanbeveling van de Raad tot vervanging van Aanbeveling 2003/878/EG heeft als doelstellingen:


–het ondersteunen van kankerscreening via het hele traject van kankerzorg, als onderdeel van een nieuwe EU-aanpak van kankerpreventie in het kader van het Europees kankerbestrijdingsplan;

–het ondersteunen van de ontwikkeling van een nieuwe, door de EU ondersteunde kankerscreeningsregeling om te waarborgen dat tegen 2025 90 % van de EU-bevolking die voor de screening van borst-, baarmoederhals- en colorectale kanker in aanmerking komt, die mogelijkheid krijgt aangeboden;

–een regelmatige, systematische monitoring van de screeningsprogramma’s, met inbegrip van monitoring van de verschillen, via het Europees informatiesysteem voor kanker en via het register voor ongelijkheden bij kanker;

–het delen van gegevens over kankerscreening, onder meer via de geplande Europese ruimte voor gezondheidsgegevens 4 ;

–het bijwerken van de aanbevelingen voor screening op borst-, baarmoederhals- en colorectale kanker;

–het uitbreiden van de screening op borstkanker van vrouwen tussen 50 en 69 jaar tot vrouwen tussen 45 en 74 jaar en het overwegen van specifieke diagnostische maatregelen voor vrouwen met zeer dicht borstweefsel;

–prioriteit geven aan screening op baarmoederhalskanker door te testen op het humaan papilloma-virus (HPV) bij vrouwen tussen 30 en 65 jaar in plaats van screening door middel van uitstrijkjes bij vrouwen tussen 20 en 30 jaar, en de uitroeiing ervan te ondersteunen door vaccinatie tegen HPV bij jongeren onder de 15 jaar;

–in plaats van screening op occult bloed in de ontlasting fecale immunochemische tests voor colorectale kankerscreening als de voorkeurstriagetest gebruiken voor het doorverwijzen van personen tussen 50 en 74 jaar naar follow-up-colonoscopie;

–het uitbreiden van kankerscreeningsprogramma’s naar long- en prostaatkanker en ook maagkanker in landen of regio’s waar de sterfte aan en de incidentie van maagkanker het hoogst is;

–rekening houden met de recentste wetenschappelijke kennis en innovatieve technologieën, en de invoering van nieuwe kankerscreeningsprogramma’s op basis van minimaal invasieve methoden zoals vloeibare biopsieën, analyse van uitgeademde lucht en andere methoden in overweging nemen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel voor een nieuwe aanbeveling van de Raad is een essentieel onderdeel van de nieuwe door de EU gesteunde kankerscreeningsregeling. De regeling is een van de vlaggenschipinitiatieven van het Europees kankerbestrijdingsplan 5 , een belangrijke pijler van de Europese gezondheidsunie die voorzitter Ursula von der Leyen in haar toespraak over de Staat van de Unie van 2020 heeft aangekondigd.

De twee hoofddoelstellingen van de nieuwe kankerscreeningsregeling zijn: ten eerste het verhogen van de screeningspercentages voor borst-, colorectale en baarmoederhalskanker in de Unie tegen 2025 door voort te bouwen op de recentste gegevens en methoden, en door gerichtere en minder invasieve screenings in combinatie met een kwalitatief hoogwaardige en gegarandeerde follow-up te bevorderen, en ten tweede het uitbreiden van de georganiseerde screening naar prostaat-, long- en maagkanker (de laatste onder bepaalde voorwaarden), op basis van de beoordeling van gevalideerde nieuwe screeningstests en met inachtneming van meer algemene parameters van het gezondheidsstelsel, waaronder de risico-batenverhouding en de kosteneffectiviteit.

Het is de bedoeling om met de nieuwe door de EU gesteunde kankerscreeningsregeling optimaal van de digitalisering en van gezondheidsgegevens gebruik te maken via het Europees initiatief voor kankerbeeldvorming en de geplande Europese ruimte voor gezondheidsgegevens, in het kader waarvan nieuwe diagnostische technologieën kunnen worden ontwikkeld en kankerpatiënten in staat worden gesteld veilig toegang te krijgen tot hun gezondheidsgegevens en deze in de elektronische patiëntendossiers in een geïntegreerd formaat te delen met zorgaanbieders, ook in andere landen in de Unie.

1.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie


De missie inzake kanker 6 in het kader van het programma voor onderzoek en innovatie van Horizon Europa (2021-2027) is een belangrijk onderdeel van de investeringen van de Unie in onderzoek en innovatie op het gebied van kanker. De nieuwe door de EU gesteunde kankerscreeningsregeling wordt rechtstreeks ondersteund met verschillende geplande acties 7 , met name wat betreft een geoptimaliseerde en verbeterde toegang tot bestaande screeningsprogramma’s, de ontwikkeling van nieuwe methoden en technologieën voor screening en vroegtijdige opsporing, en de ontwikkeling van vroege voorspellers/tests, en zo wordt er een belangrijk verband tussen het onderzoeks- en innovatiebeleid en het kankerbeleid gelegd.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 168, lid 6, bepaalt dat de Raad, op voorstel van de Commissie, aanbevelingen kan aannemen met het oog op de doelstellingen van dat artikel. Dit omvat de mogelijkheid om een aanbeveling inzake kankerscreening vast te stellen die een aanvulling vormt op het nationale beleid en bijdraagt tot de preventie van kanker, een belangrijk gezondheidsprobleem in de Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Met de bijgewerkte aanbeveling van de Raad wordt beoogd om algemene beginselen voor kankerscreening, zoals aanbevolen door de groep van wetenschappelijke hoofdadviseurs, en de beste praktijken voor kankerscreening in de Unie vast te stellen.

Een aanbeveling van de Unie op basis van leidende beginselen en een gezamenlijke analyse van het onderliggende bewijsmateriaal levert een meerwaarde op voor de lidstaten, die geen individuele beoordelingen hoeven uit te voeren en een dergelijke aanbeveling als basis voor hun nationale beleid inzake kankerscreening kunnen gebruiken, terwijl de vorm van een aanbeveling van de Raad de lidstaten in staat stelt hun aanpak aan hun nationale behoeften aan te passen.

Evenredigheid

Dit voorstel bevat aanbevelingen voor empirisch onderbouwde, patiëntgerichte kankerscreening in een georganiseerd programma op bevolkingsniveau, en, in voorkomend geval, in naar risico gestratificeerde 8 kankerscreenings, ondersteund door Europese richtsnoeren, met kwaliteitsborging op alle passende niveaus, in overeenstemming met de richtsnoeren die in het kader van het initiatief van de Europese Commissie inzake borstkanker zijn ontwikkeld en onlangs zijn bijgewerkt 9 . Het voorstel is geschikt om de beoogde doelstelling te bereiken en gaat niet verder dan wat nodig en evenredig is, aangezien de aanbevelingen de lidstaten tot steun zijn bij het verbeteren van hun kankerscreeningsprogramma’s en de lidstaten voldoende ruimte laten om hun aanpak aan de nationale behoeften en middelen aan te passen.

Keuze van het instrument

Aanbeveling 2003/878/EG van de Raad over kankerscreening is bijna 20 jaar oud en moet met een andere aanbeveling van de Raad worden bijgewerkt om rekening te houden met de toegenomen kennis over doeltreffende kankerscreening, terwijl de basisbeginselen voor kankerscreening ongewijzigd blijven.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

n.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

De belanghebbenden zijn geraadpleegd over het “verzoek om input” 10 in verband met de bijwerking van de aanbeveling van de Raad over kankerscreening, waarop van 25 januari tot en met 22 februari 2022 feedback kon worden gegeven. In totaal werden 87 echte reacties ontvangen, waarvan de meeste afkomstig waren van niet-gouvernementele organisaties, bedrijfs- en brancheorganisaties, consumentenorganisaties en consumenten, overheidsinstanties en academische en onderzoeksinstellingen. In de antwoorden van de belanghebbenden wordt de noodzaak genoemd om de huidige kankerscreeningsprogramma’s en het gebruik van innovatieve en nieuwe technologieën te verbeteren en uit te breiden, evenals de noodzaak van kwaliteitsborging en coördinatie van de screeningsprogramma’s.

Daarnaast vonden verschillende vergaderingen plaats van relevante thematische groepen van de contactgroep van belanghebbenden bij het kankerplan, en drie specifiek aan het voorstel gewijde vergaderingen met de subgroep-kanker van de stuurgroep voor gezondheidsbevordering, ziektepreventie en het beheersen van niet-overdraagbare ziekten. De deskundigen van de lidstaten adviseerden om bij de besluitvorming over nieuwe screeningsprogramma’s rekening te houden met de haalbaarheid, de kosteneffectiviteit en het wetenschappelijk bewijs en waren voorstander van een stapsgewijze aanpak bij de uitvoering van de nieuwe screeningsprogramma’s.

De adviezen, suggesties en aanbevelingen van belanghebbenden werden geanalyseerd en zoveel mogelijk in aanmerking genomen. Een aantal van de kwesties die aan de orde werden gesteld, waren tamelijk gedetailleerd en technisch en kunnen beter in de uitvoeringsfase in aanmerking worden genomen. In het samenvattend verslag wordt in detail beschreven wat de resultaten van deze raadplegingen waren en op welke manier rekening is gehouden met deze resultaten.

Het publiek was reeds in het kader van de openbare raadpleging over het Europees kankerbestrijdingsplan geraadpleegd 11 . Daarom is er geen aanvullende openbare raadpleging gehouden.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De groep van wetenschappelijke hoofdadviseurs heeft op 2 maart 2022 zijn wetenschappelijk advies over kankerscreening in de Europese Unie 12 gepubliceerd. Het advies was erop gericht om na te gaan op welke manier de Commissie kan bijdragen aan de verbetering van de kankerscreening in de hele Unie en om een bijdrage te leveren aan het voorstel van de Commissie van 2022 voor de bijwerking van de aanbeveling van de Raad van 2003 over kankerscreening.

3.

In dit advies doet de groep drie aanbevelingen:


1) ervoor zorgen dat in de bestaande screeningsprogramma’s voor baarmoederhalskanker, colorectale kanker en borstkanker de meest geavanceerde wetenschappelijke kennis wordt geïntegreerd, dat deze programma’s binnen het hele behandelingstraject voor kanker worden gecoördineerd en dat de belangen van burgers centraal staan;

2) uitbreiden van de programma’s voor bevolkingsscreening naar vormen van kanker waarvoor met wetenschappelijk bewijs in de hele Unie een goede kosten-batenverhouding, kostenefficiëntie, voordelen van vroegtijdige opsporing en haalbaarheid zijn aangetoond, en tegelijkertijd het wetenschappelijk bewijs voor de screening op andere vormen van kanker regelmatig beoordelen;

3) gebruikmaken van snel evoluerende technologische mogelijkheden en wetenschappelijke kennis om het vroegtijdig stellen van een diagnose en risicogebaseerde kankerscreening te optimaliseren.

Effectbeoordeling

Omdat de Commissie gevolg heeft gegeven aan het advies van de groep van wetenschappelijke hoofdadviseurs, werd een effectbeoordeling niet nodig geacht. De vorm van een aanbeveling van de Raad is een niet-bindende maatregel en laat de lidstaten voldoende ruimte om hun aanpak aan de nationale behoeften aan te passen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Geen