Toelichting bij COM(2022)472 - Standpunt EU in het Handelscomité met Singapore, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het Handelscomité

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Handelscomité dat is opgericht bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore, in verband met de voorgenomen vaststelling van het reglement van orde van het Handelscomité.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore

De Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore (“de overeenkomst”) heeft tot doel de handel en de investeringen tussen de partijen te liberaliseren en te vergemakkelijken. De overeenkomst is op 21 november 2019 in werking getreden.

2.2.Het Handelscomité

Het Handelscomité ziet toe op de goede werking van de overeenkomst, houdt toezicht op en vergemakkelijkt de uitvoering en de toepassing van deze overeenkomst, bevordert de algemene doelstellingen ervan, houdt toezicht op de werkzaamheden van de gespecialiseerde comités, werkgroepen en andere organen die krachtens deze overeenkomst worden opgericht, zoekt naar wegen om de handelsbetrekkingen tussen de partijen te verbeteren, tracht een oplossing te vinden voor eventuele problemen op de door deze overeenkomst bestreken gebieden, en buigt zich over alle andere aangelegenheden die van belang zijn met betrekking tot de door deze overeenkomst bestreken gebieden. Het Handelscomité vergadert om de twee jaar, beurtelings in de Unie en in Singapore, of zo spoedig mogelijk op verzoek van een van de partijen. Het Handelscomité staat onder het gezamenlijke voorzitterschap van het lid van de Europese Commissie dat bevoegd is voor handel en de minister van Handel en Industrie van Singapore, of van hun respectieve vertegenwoordigers. Besluiten worden met eenparigheid van stemmen genomen. De Unie en haar lidstaten worden via het Comité handelspolitiek voortdurend over de werking van de overeenkomst geïnformeerd, en op de besluiten van het Handelscomité is de procedure van artikel 218, lid 9, VWEU van toepassing.

2.3.De beoogde handeling van het Handelscomité

Overeenkomstig artikel 16.1, lid 4, punt f), van de overeenkomst zal het Handelscomité een besluit over zijn reglement van orde vaststellen (“de beoogde handeling”).

Het vergde veel tijd om bij de raadplegingen over het ontwerpreglement van orde consensus te bereiken, en de raadplegingen waren nog steeds niet afgerond toen het Handelscomité op 7 december 2021 zijn eerste vergadering hield.

De beoogde handeling strekt ertoe de werking van het Handelscomité te formaliseren.

De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 16.4, lid 1, van de overeenkomst, waarin wordt bepaald dat de partijen, in de in de overeenkomst bedoelde gevallen, besluiten in het Handelscomité of in een gespecialiseerd comité kunnen nemen, en dat deze besluiten bindend zijn voor de partijen, die de maatregelen treffen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering ervan.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Het namens de Unie in te nemen standpunt strekt tot goedkeuring van het reglement van orde van het Handelscomité, zoals bepaald in de overeenkomst.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 1 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het Handelscomité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, te weten de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore.

De door het Handelscomité vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 16.4, lid 1, van de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore volkenrechtelijk bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207, lid 4, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, lid 4, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Het is de bedoeling dat het besluit van het Handelscomité wordt bekendgemaakt zodra het is goedgekeurd.