Toelichting bij COM(2022)730 - Uitvoering en handhaving van EU handelsovereenkomsten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Inhoudsopgave

1.

Brussel, 11.10.2022


COM(2022) 730 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Uitvoering en handhaving van EU handelsovereenkomsten


{SWD(2022) 730 final}


INHOUD

2.

I. Inleiding


I.1 Het verslag

I.2 Uitvoering en handhaving van internationale handelsverbintenissen in het kader van multilaterale en bilaterale overeenkomsten — belangrijkste ontwikkelingen

3.

II. Ten volle gebruikmaken van de kansen die de EU-handelsovereenkomsten bieden


II.1 Handel met preferentiële partners — belangrijkste ontwikkelingen in 2021

4.

II.2 Bevordering van de uitvoering van EU-handelsovereenkomsten in Azië, Amerika, de nabuurschapslanden en de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en het gebied van de

Stille Oceaan

III. Kleine en middelgrote ondernemingen helpen wegwijs te worden in de wereldhandel

IV. Belemmeringen aanpakken en oplossingen vinden

IV.1 Stand van zaken met betrekking tot handelsbelemmeringen en de opheffing ervan

IV.2 Het centrale toegangspunt voor klachten

V. Bilaterale en multilaterale handhaving van handelsverbintenissen:

5.

geschillenbeslechting


V.1 Gebruik van geschillenbeslechting

V.2 Vernieuwing van de pools van arbiters voor geschillen in het kader van EU-overeenkomsten


I.Inleiding


6.

I.1 Het verslag



Dit is het tweede geconsolideerde jaarverslag van de Commissie 1 over uitvoerings- en handhavingsmaatregelen in het kader van handelsverplichtingen. Het verschaft een overzicht van de belangrijkste activiteiten die in 2021 en het eerste kwartaal van 2022 onder leiding van de hoge ambtenaar voor handhaving van de handelsregels (Chief Trade Enforcement Officer — CTEO) van de Commissie 2 zijn ondernomen met het oog op een doeltreffende uitvoering en handhaving van handelsovereenkomsten en -regelingen van de EU.

Het verslag bestrijkt maatregelen op vier prioritaire gebieden:

1.ten volle gebruikmaken van de mogelijkheden die de EU-handelsovereenkomsten bieden (deel II);

2.kleine en middelgrote ondernemingen helpen wegwijs te worden in de wereldhandel (deel III);

3.handelsbelemmeringen aanpakken en oplossingen vinden voor problemen buiten formele geschillenbeslechtingsprocedures (deel IV); en

4.gebruikmaken van bilaterale en multilaterale geschillenbeslechtingsmechanismen ter handhaving van EU-rechten (deel V).


Het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie 3 bevat extra informatie ter aanvulling van deel II.2 van het verslag over 38 grote handelsovereenkomsten van de EU, waaronder voor het eerst een landenfiche over de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK. Het werkdocument van de diensten van de Commissie bevat ook informatie ter aanvulling van deel IV.1 van het verslag, en met name een lijst van nieuwe belemmeringen die zijn geregistreerd of die geheel of gedeeltelijk zijn opgelost in 2021.


Op de website van de Commissie 4 is aanvullende informatie bij dit verslag te vinden over de ontwikkeling van de EU-handel met preferentiële partners in 2021, het gebruik van tariefpreferenties bij EU-uitvoer en -invoer per preferentiële handelspartner, zowel voor de EU als voor de lidstaten, en over de benuttingsgraden van de tariefcontingenten.

Hoewel dit verslag is toegespitst op de uitvoering en handhaving van handelsovereenkomsten via het optreden van de EU, moet het ook worden gezien in een bredere context van handhavingsactiviteiten waarover de Commissie afzonderlijk verslag uitbrengt:


·het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten (antidumping, antisubsidie en vrijwaringsmaatregelen) ter verdediging van de belangen van de EU tegen oneerlijke praktijken wordt behandeld in de jaarlijkse handelsbeschermingsverslagen van de Commissie 5 ;


·maatregelen om namaakgoederen of andere inbreuken op de intellectuele-eigendomsrechten (IER) van EU-bedrijven aan te pakken, worden behandeld in de watchlist inzake namaak en piraterij 6 die tweejaarlijks in afwisseling met het IER-verslag 7 door de Commissie wordt bekendgemaakt;


·de screening van buitenlandse directe investeringen en de controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik, die de strategische handels- en investeringscontroles ter waarborging van de veiligheid van de EU vormen, worden behandeld in de jaarverslagen van de Commissie over BDI-screening 8 en over de verordening inzake uitvoercontrole 9 ;


·de toepassing van het EU-stelsel van algemene preferenties (SAP) 10 om in aanmerking komende ontwikkelingslanden een bijzondere stimulans te geven om duurzame ontwikkeling en goed bestuur na te streven, wordt behandeld in het SAP-verslag van de Commissie.


I.2 Uitvoering en handhaving van internationale handelsverbintenissen in het kader van multilaterale en bilaterale overeenkomsten — belangrijkste ontwikkelingen


Dit tweede verslag bevestigt dat de Commissie vastbesloten is om ervoor te zorgen dat bedrijven, werknemers en belanghebbenden in de hele EU ten volle kunnen profiteren van de internationale handel, maar ook dat de EU-handelspartners overal ter wereld de verbintenissen nakomen die zij in multilateraal of bilateraal verband zijn aangegaan.

Het succesvolle resultaat van de in juni 2022 gehouden Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Genève, met name de toezegging om de organisatie te hervormen, met inbegrip van het geschillenbeslechtingsmechanisme, toont aan dat de WTO nog steeds relevant is. De WTO vormt het kader voor de EU-handelspartnerschappen in de hele wereld en is een hoeksteen van de EU-handhavingsagenda met enkele van de grootste handelspartners van de EU alsook een achtervang voor andere handelspartners waarmee de EU bilaterale handelsovereenkomsten heeft gesloten.

In 2021 had de EU 42 11 preferentiële handelsovereenkomsten met 74 partners. Dit netwerk van overeenkomsten bleef een belangrijke rol spelen tijdens de verslagperiode (namelijk, 2021 en het eerste kwartaal van 2022), waarin bedrijven in de EU en in de hele wereld de COVID-pandemie achter zich begonnen te laten. In hoeverre die overeenkomsten het beoogde effect sorteren hangt echter af van de vraag of zij — naast de internationale handelsregels — naar behoren worden uitgevoerd en gehandhaafd. De door COVID veroorzaakte verstoringen hebben ook de handelsstromen beïnvloed, hadden een domino-effect op de kosten van levensonderhoud en maakten het voor bedrijven, ongeacht hun omvang, moeilijker om zich op buitenlandse markten te begeven. Zoals uit dit verslag blijkt, was er bij sommige partners een aanhoudende tendens om de aandacht op zichzelf te richten en discriminerende handelsbeperkingen op te leggen ten gunste van de plaatselijke productie en de binnenlandse industrie. De EU staat klaar om op te treden wanneer dergelijke belemmeringen opduiken.

Als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne is deze situatie begin 2022 nog erger geworden. De verstoring van markten en toeleveringsketens die is teweeggebracht door de maatregelen die landen in reactie op de oorlog hebben genomen, onderstreept alleen maar het belang van open handel, gedeelde waarden en alternatieve mogelijkheden om de handel naar en vanuit de EU gaande te houden. Gelet op de stijgende energieprijzen en de tekorten aan grondstoffen, waaronder landbouwproducten, is het EU-netwerk van handelsovereenkomsten een belangrijke troef om de markten open te houden en bedrijven te helpen bij de diversificatie van hun toeleveringsketens.

Tijdens de verslagperiode vielen er nog twee andere belangrijke ontwikkelingen op te tekenen:

·ten eerste is het Verenigd Koninkrijk (waarop dit verslag betrekking heeft) na afloop van de overgangsperiode waarin het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk voorzag, en sinds de voorlopige toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK op 1 januari 2021, de grootste preferentiële 12 handelspartner van de EU geworden. Dit betekent dat het aandeel van de EU-handel met preferentiële partners ten opzichte van 2020 is gestegen van 32 % naar 44 %. Dit had ook gevolgen voor het goederenhandelsoverschot van de EU ten opzichte van preferentiële partners, dat is gegroeid van 124 miljard EUR in 2020 — zij het op een veel lager handelsniveau vanwege de COVID-pandemie — tot 208 miljard EUR in 2021. De handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK is een overeenkomst sui generis, die uitdagingen van zeer bijzondere aard met zich brengt, aangezien het Verenigd Koninkrijk geen lidstaat met volledige toegang tot de interne markt meer is, maar nu de status van partnerland buiten de EU heeft. De Commissie heeft op 24 maart 2022 een afzonderlijk verslag uitgebracht over de uitvoering en toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK in 2021 13 . De uitvoering in 2021 was erop gericht bedrijven bij deze overgang te begeleiden, onder meer door bepaalde aspecten van de regels en systemen van het Verenigd Koninkrijk te verduidelijken, en tegelijkertijd te reageren op handelsbelemmeringen die belanghebbenden in de EU dreigen te schaden;


·ten tweede werden de trans-Atlantische betrekkingen met de Verenigde Staten in 2021 aanzienlijk verbeterd, met oplossingen voor verschillende belangrijke en aanslepende geschillen en een nieuwe dynamiek in de samenwerking rond de Handels- en Technologieraad 14 .

Tijdens de verslagperiode is de EU op vier belangrijke fronten doorgegaan met haar uitvoerings- en handhavingsagenda en haar maatregelen hebben vruchten afgeworpen, zoals blijkt uit de onderstaande voorbeelden:

Ten eerste heeft de Commissie haar inspanningen verder opgevoerd om de benutting te vergemakkelijken van de concrete voordelen die handelsovereenkomsten bieden, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), en tegelijkertijd om de problemen in verband met markttoegang en duurzaamheid aan te pakken:

·meer dan drie miljoen gebruikers (waarvan 72 % uit de EU) hebben het platform Access2Markets 15 van de Commissie bezocht (dat 135 exportmarkten en alle EU-landen bestrijkt); er is nieuwe inhoud toegevoegd aan de delen inzake handel in Europese diensten en aanbestedingen; het zelfbeoordelingsinstrument voor oorsprongsregels (ROSA — Rules of Origin Self-Assessment) is verbeterd;


·in 2021 zijn 39 bestaande handelsbelemmeringen geheel of gedeeltelijk opgelost (zes meer dan in 2020), meestal door coöperatief overleg tussen de EU en de 24 betrokken handelspartners; bovendien lag de EU-uitvoer naar derde landen in 2021 7,2 miljard EUR hoger dankzij de inspanningen van de afgelopen vijf jaar om de belemmeringen tussen 2015 en 2020 weg te nemen; het centrale toegangspunt 16 wordt door belanghebbenden gebruikt, en in 2021 en de eerste vier maanden van 2022 hebben belanghebbenden in de EU er meer dan 60 keer contact mee opgenomen en zijn er 46 klachten over markttoegangskwesties ingediend 17 ;


·in het verslag van 2021 wordt specifiek gewag gemaakt van twee zaken die op grond van de EU-verordening inzake handelsbelemmeringen 18 waren ingeleid: de zaak betreffende de uitvoer van tequila werd met succes opgelost door Mexico (de Commissie heeft haar onderzoek op 4 februari 2022 afgesloten) en de zaak betreffende keramische tegels staat op het punt te worden opgelost door Saudi-Arabië.


Ten tweede is de Commissie verdergegaan met het inleiden of vervolgen van handhavingsprocedures bij de WTO en via haar bilaterale overeenkomsten:

·WTO-geschillen: tot en met 30 april 2022 had de EU 110 geschillenprocedures ingeleid van de 612 WTO-geschillen die sinds 1995 aanhangig zijn gemaakt. De Commissie is lopende zaken blijven vervolgen en verdedigen, terwijl zij begin 2022 vier nieuwe zaken aanhangig heeft gemaakt, waarvan twee tegen China, één tegen Egypte en één tegen het Verenigd Koninkrijk. Deze laatste zaak betrof de sector windenergie: reeds op 1 juli — minder dan vier maanden nadat de EU om WTO-overleg had verzocht — bereikten de partijen overeenstemming over een oplossing voor de bezorgdheid van de EU over discriminatie in de Britse “Contracts for Difference”-regeling (CfD), het belangrijkste mechanisme van het Verenigd Koninkrijk ter ondersteuning van koolstofarme elektriciteitsopwekking;


·tot en met 30 april 2022 stonden bij ongeveer de helft van de geschillen, die sinds de invoering van de tijdelijke WTO-regeling met verschillende partijen inzake beroep en arbitrage (MPIA) aanhangig zijn gemaakt, MPIA-deelnemers tegenover elkaar, terwijl de EU met Turkije een afzonderlijke arbitrageovereenkomst is overeengekomen om mogelijke beroepen in twee zaken te behandelen (zie voor meer informatie deel V);


·de EU heeft verder gebruikgemaakt van bilaterale geschillenbeslechtingsmechanismen om problemen met Zuid-Korea, de Douane-Unie van Zuidelijk Afrika, en Algerije op te lossen, terwijl de uitvoering van de beslissing tegen Oekraïne is opgeschort vanwege politieke ontwikkelingen.


Ten derde, en met het oog op de aanvulling van haar instrumentarium en de aanpak van huidige mondiale uitdagingen op een aantal gebieden, met name om groene en duurzame transities te ondersteunen, heeft de Commissie:

·de versnelde evaluatie van haar 15-puntenactieplan inzake handel en duurzame ontwikkeling 19 (“TSD-evaluatie”), ook wat betreft de aspecten in verband met uitvoering en handhaving, afgerond door op 22 juni 2022 haar mededeling De kracht van handelspartnerschappen: samen voor groene en rechtvaardige groei 20 bekend te maken;


·vooruitgang geboekt met haar voorstel om het stelsel van algemene preferenties te vernieuwen: een nieuwe SAP-verordening 21 op basis van het Commissievoorstel van 22 september 2021 wordt besproken met het Europees Parlement en de Raad, waarbij de vaststelling van een definitieve tekst door het Europees Parlement en de Raad in het laatste kwartaal van 2022 wordt beoogd.


Ten vierde heeft de Commissie ook werk gemaakt van andere belangrijke nieuwe EU-instrumenten die momenteel door het Europees Parlement en de Raad worden onderzocht of net zijn vastgesteld, teneinde gelijke concurrentievoorwaarden te waarborgen en de EU en haar lidstaten te beschermen tegen economische dwang:

·de Raad en het Europees Parlement hebben op 14 maart 2022 een politiek akkoord bereikt over alle openstaande kwesties in verband met een voorstel van de Commissie voor een internationaal aanbestedingsinstrument 22 . Met deze verordening zal de EU uiteindelijk de toegang tot de aanbestedingsmarkten van de EU kunnen beperken voor leveranciers uit landen die geen soortgelijke toegang tot hun overheidsopdrachten verlenen. Deze beperkingen kunnen inhouden dat de inschrijvingen uit het betrokken land anders worden beoordeeld of dat bepaalde inschrijvers uit het betrokken land worden uitgesloten. De verordening is bekendgemaakt op 30 juni 2022 en is op 29 augustus 2022 in werking getreden;


·de Raad en het Europees Parlement hebben op 30 juni 2022 een politiek akkoord bereikt over het voorstel van de Commissie van 5 mei 2021 voor een verordening betreffende door buitenlandse subsidies veroorzaakte verstoringen 23 op de interne markt, waarmee een leemte in de wetgeving wat betreft EU-voorschriften op het gebied van mededinging, handel en overheidsopdrachten wordt gedicht: met dit instrument zal de Commissie bevoegd zijn om onderzoeken in te stellen naar de financiële bijdragen van overheidsinstanties van niet-EU-landen die zijn toegekend aan ondernemingen die in de EU een economische activiteit uitoefenen (zoals overheidsopdrachten of fusies), en om herstelmaatregelen te treffen teneinde de verstoring door die bijdragen te verhelpen. De verordening treedt in werking zodra zij formeel door de Raad en het Parlement is aangenomen en in het Publicatieblad is bekendgemaakt. Zes maanden na de inwerkingtreding ervan wordt de verordening rechtstreeks toepasselijk in de hele EU. Negen maanden na de inwerkingtreding worden ook de aanmeldingsverplichtingen van toepassing;


·de Commissie heeft op 8 december 2021 een voorstel ingediend voor een antidwanginstrument 24 om de bescherming van de belangen van de EU en de lidstaten te waarborgen in geval van economische dwang — namelijk wanneer een derde land de EU of een lidstaat onder druk zet om een bepaalde keuze te maken, op ongeacht welk gebied dat onder hun bevoegdheid valt, door middel van maatregelen die van invloed zijn op handel of investeringen. Het hoofddoel van het voorgestelde instrument is derde landen ervan te weerhouden economische dwang uit te oefenen op de EU of een lidstaat. Indien een derde land niettemin dwang uitoefent, voorziet het voorstel in een proces van overleg met het derde land om de dwang te beëindigen, en als laatste redmiddel voorziet het in tegenmaatregelen. Het voorstel bevat ook een bepaling over internationale samenwerking op het gebied van economische dwang. De Raad en het Europees Parlement bereiden momenteel hun respectieve standpunten voor met het oog op de interinstitutionele onderhandelingen, die naar verwachting in het najaar van 2022 van start zullen gaan.


Bij de voortzetting van haar werkzaamheden op het gebied van uitvoering en handhaving werkt de Commissie nauw samen met andere EU-instellingen en de lidstaten. In het eerste kwartaal van 2022 heeft de Commissie, met de steun van het Franse voorzitterschap, een bredere discussie op gang gebracht 25 over de versterking van de samenwerking op het gebied van uitvoering en handhaving met de lidstaten en belanghebbenden (bedrijven, handelsbevorderingsorganisaties, sociale partners, maatschappelijke organisatie, niet-gouvernementele organisaties), zowel via Brussel, als ter plaatse in de lidstaten en in derde landen, waar meer dan 200 personeelsleden van DG Handel het hele jaar door in 58 EU-delegaties aan handelskwesties werken. De Commissie heeft ook regelmatig verslag uitgebracht aan het EP/de commissie INTA om de leden van het EP op de hoogte te brengen van de belangrijkste kwesties in verband met uitvoering en handhaving en heeft hun feedback ontvangen. Ten slotte heeft zij ook samengewerkt met het Europees Economisch en Sociaal Comité, met name gezien de rol van het EESC bij de ondersteuning van de interne adviesgroepen (Domestic Advisory Groups — DAG’s) van de EU die in het kader van 11 EU-handelsovereenkomsten zijn opgericht.


II.Ten volle gebruikmaken van de kansen die de EU-handelsovereenkomsten bieden


II.1 Handel met preferentiële partners — belangrijkste ontwikkelingen in 2021


In 2021 vond 44 % van de EU-handel plaats in het kader van preferentiële handelsovereenkomsten ...

De EU-handel met 74 preferentiële partners 26 was in 2021 goed voor 1 891 miljard EUR, oftewel 44 % van haar buitenlandse handel (d.w.z. exclusief de handel tussen de lidstaten) 27 . In 2021 bedroeg de EU-uitvoer naar preferentiële partners 1 049 miljard EUR en de EU-invoer vanuit dezelfde groep landen was goed voor 841 miljard EUR. Wordt daarbij de handel toegevoegd met de partners waarmee de EU onderhandelingen heeft afgesloten over overeenkomsten die zich momenteel in de vaststellings- of ratificatiefase bevinden (3,4 %) 28 , dan zou het aandeel van de preferentiële handel van de EU in haar totale buitenlandse handel stijgen tot 47,4 %.

7.

Figuur 1: Buitenlandse handel van de EU (2021)



Bron: Eurostat, Comext (gegevens verkregen in maart 2022).

Zoals blijkt uit figuur 2, is het Verenigd Koninkrijk nu de grootste preferentiële partner van de EU, goed voor 22,8 % van de EU-handel met de 74 preferentiële partners, gevolgd door Zwitserland (14,8 %), Turkije (8,3 %), Noorwegen (6,9 %) en Japan (6,6 %). Samen namen deze vijf partners in 2021 bijna 60 % van de preferentiële handel van de EU voor hun rekening. Het Verenigd Koninkrijk is de op twee na grootste handelspartner van de EU, na China en de VS, terwijl Zwitserland de vierde plaats inneemt. Turkije, Noorwegen, Japan en Zuid-Korea staan op de zesde tot en met negende plaats achter Rusland en voor India.

8.

Figuur 2: EU-handel in goederen per preferentiële partner (2021)



Bron: Eurostat, Comext (gegevens verkregen in maart 2022).


De EU-handel in goederen met preferentiële partners (met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk) is opnieuw sterker gegroeid dan de totale internationale EU-handel ...

Net als in de periode tussen 2019 en 2020 is de handel tussen de EU en de preferentiële partners tussen 2020 en 2021 sterker gegroeid (namelijk + 19,5 %) dan de totale handel tussen de EU en alle handelspartners (+ 17,6 %) in dezelfde periode.

9.

... terwijl de groei lager was als het Verenigd Koninkrijk wordt inbegrepen


Zoals blijkt uit figuur 3 is de handel tussen de EU en haar preferentiële partners plus het Verenigd Koninkrijk met 13,3 % toegenomen, d.w.z. minder dan de handel tussen de EU en alle derde landen (+ 17,6 %) en de handel tussen de EU en partners waarmee geen vrijhandelsovereenkomst (VHO) is gesloten (+ 21,3 %) in dezelfde periode.


Figuur 3: Jaarlijkse groei van de handel per partner (2020-2021) — goederen

Bron: Eurostat, Comext (gegevens verkregen in maart 2022).


Net als het geval was voor alle goederen was de groei van de EU-handel in agrovoedingsproducten met de 74 preferentiële partners in 2021 (+ 4,7 %) minder sterk dan de handel in agrovoedingsproducten tussen de EU en alle handelspartners (+ 7,2 %), hoewel de EU-uitvoer iets sterker steeg (+ 8,2 %) dan de uitvoer van EU-agrovoedingsproducten naar alle handelspartners (+ 7,3 %). Deze trend werd voornamelijk veroorzaakt door de EU-invoer uit het Verenigd Koninkrijk, die in 2021 sterk daalde (- 24,5 %) en sterker te lijden had dan de invoer van niet-landbouwproducten (- 12 %) in dezelfde periode. Mogelijke redenen waren de invoering van sanitaire en fytosanitaire (SPS) controles door de EU, alsook de moeilijkheden die de marktdeelnemers in het Verenigd Koninkrijk ondervonden om voor grote delen van hun uitvoer over te schakelen van de regeling voor de eengemaakte markt naar een regeling voor handel met derde landen.


10.

Tegelijkertijd is het handelsoverschot van de EU ten opzichte van preferentiële partners in 2021 toegenomen


Daarentegen heeft de opneming van het Verenigd Koninkrijk bij de preferentiële partners van de EU ook geleid tot een toename van het goederenhandelsoverschot van de EU ten opzichte van de preferentiële partners, dat is gestegen van 124 miljard EUR in 2020 tot 208 miljard EUR in 2021, zij het op een veel lager handelsniveau vanwege de COVID-pandemie. Ongeveer 20 % van het handelsoverschot van de EU ten opzichte van de preferentiële partners kan worden toegeschreven aan de agrovoedingssector.


In 2021 heeft de Commissie, zoals vereist door de respectieve verordeningen, opnieuw toezicht gehouden op de invoer in de EU van bepaalde industrieproducten en agrovoedingsproducten ...


11.

Specifieke toezichtverplichtingen met betrekking tot de goederenhandel met Korea en de Latijns-Amerikaanse partners



Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 511/2011 29 heeft de Commissie toezicht gehouden op de invoer door Zuid-Korea van essentiële auto-onderdelen en elektronica afkomstig van de belangrijkste leveranciers buiten de EU. In 2021 steeg de Koreaanse invoer van verbrandingsmotoren (benzine en diesel) en onderdelen daarvan ten opzichte van 2020 (+ 8 %), evenals de invoer van essentiële auto-onderdelen (+ 11 %). Op basis van deze handelsstatistieken is het niet mogelijk een verband te leggen tussen het toestaan van teruggave van rechten en de toename van de EU-invoer van auto’s uit Zuid-Korea.

De Commissie heeft ook toezicht gehouden op de invoer in de EU van verse bananen uit Colombia, Ecuador en Peru en uit Midden-Amerika, zoals voorgeschreven door de Verordeningen (EU) nr. 19/2013 30 en (EU) nr. 20/2013 31 . De ontwikkeling van de invoer in 2021 bleef binnen de in het verleden waargenomen gemiddelde jaarlijkse trends. De Commissie zal de situatie op de markt en de bananenproducenten in de Unie regelmatig blijven analyseren en, indien nodig, samen met de lidstaten en de belanghebbenden de situatie onderzoeken.


12.

De handel in diensten nam af, maar toch behield de EU een handelsoverschot in de sector diensten


De laatste beschikbare cijfers voor de handel in diensten dateren van 2020 32 en zijn verkregen uit de statistische gegevens inzake de betalingsbalans van Eurostat. De handel in diensten met de 73 preferentiële partners 33 is in 2020 met 16,7 % gedaald ten opzichte van 2019, iets meer dan de daling van de totale buitenlandse handel in diensten van de EU (14,6 %).


13.

Figuur 4: EU-handel in diensten per preferentiële partner (2020)



De EU-handel in diensten met preferentiële partners kende een handelsoverschot van 91 miljard EUR in 2020, wat een daling is tegenover 2019 (106 miljard EUR), maar nog steeds bijna drie keer zoveel als het EU-handelsoverschot ten opzichte van alle handelspartners (33 miljard EUR in 2020, tegenover 50 miljard EUR in 2019).


14.

Plurilaterale overeenkomst over interne regelgeving voor diensten


De EU heeft het voortouw genomen bij de onderhandelingen over een baanbrekende overeenkomst om de buitensporige bureaucratie in de dienstensector terug te dringen. In december 2021 heeft een groep van 67 WTO-leden, waaronder de EU, de onderhandelingen over het gezamenlijk initiatief inzake interne regelgeving voor diensten 34 met succes afgerond. Het onderhandelde resultaat zal onnodig ingewikkelde regelgeving vereenvoudigen en de procedurele belemmeringen voor dienstverleners afzwakken. Volgens de OESO zal de uitvoering van dit resultaat de kosten van de wereldwijde dienstenhandel met meer dan 150 miljard USD per jaar helpen verminderen.

Het is de bedoeling dat de deelnemende leden eind 2022 beginnen met het opnemen van het onderhandelde resultaat in hun schema’s. Zodra de herziene schema’s in werking treden, zullen de verbintenissen inzake interne regelgeving erga omnes van toepassing zijn.


II.2 Bevordering van de uitvoering van EU-handelsovereenkomsten in Azië, Amerika, de nabuurschapslanden en de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en het gebied van de Stille Oceaan


Deel II.2 geeft een overzicht van drie belangrijke clusters van uitvoeringswerkzaamheden die de Commissie verricht om ervoor te zorgen dat de EU-handelsovereenkomsten resultaten opleveren. Dit wordt geïllustreerd met voorbeelden uit de vier geografische regio’s (zie punten A-C), een overzicht van activiteiten ter verbetering van de uitvoering van bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten van de EU (punt D), alsmede informatie over de door de Commissie verrichte ex-postevaluatie van de EU-vrijhandelsovereenkomst met Colombia, Ecuador en Peru (punt D).


15.

A.Over handelsovereenkomsten communiceren en bedrijven helpen deze te gebruiken



Bedrijven helpen wegwijs te worden op nieuwe markten is belangrijk wanneer zij overwegen te internationaliseren en mogelijk gebruik willen maken van vrijhandelsovereenkomsten van de EU

Vóór de inwerkingtreding van een nieuwe handelsovereenkomst, maar ook gedurende de eerste één of twee jaar erna, moeten de belanghebbenden vertrouwd raken met de nieuwe handelsregeling 35 . In 2021 bracht dit uitdagingen met zich mee, vooral voor EU-bedrijven die handeldreven met het Verenigd Koninkrijk en moesten wennen aan de nieuwe handelsbetrekkingen in het kader van de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK. Goed gerichte en tijdige communicatie bleek van essentieel belang:

·om de toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK vanaf 1 januari 2021 te vergemakkelijken, heeft de Commissie alles in het werk gesteld om de lidstaten en EU-bedrijven te helpen bij het wegwijs worden in de nieuwe omgeving, met name door:


oop haar website 36 tijdige en gedetailleerde informatie te verstrekken over de toepasselijke bepalingen inzake invoerformaliteiten om EU-goederen in het Verenigd Koninkrijk binnen te brengen;

ouitgebreide richtsnoeren inzake preferentiële behandeling, oorsprongsregels en douaneprocedures te verstrekken;

osamen te werken met het Verenigd Koninkrijk om de marktdeelnemers waar nodig opheldering te verschaffen.


Meer in het algemeen helpt de Commissie — met name door middel van door de EU gefinancierde projecten — bedrijven om de kansen aan te grijpen en in de begindagen van elke overeenkomst een pioniersvoordeel te verkrijgen:


·In 2021 is bijvoorbeeld een EU-project van start gegaan om EU-bedrijven (met name kmo’s) beter in staat te stellen hun handel en investeringen te verhogen in Vietnam door praktische informatie te verstrekken over hoe zij optimaal gebruik kunnen maken van de vrijhandelsovereenkomst EU-Vietnam. In maart 2022 werd de onlinegids 37 voor Europese kmo’s over handel en investeringen in Vietnam uitgebracht.

Maar zelfs in overeenkomsten die al enige tijd van kracht zijn, blijft er nog onbenut potentieel op andere gebieden dan de goederenhandel. Door de EU gefinancierde projecten zijn erop gericht het bedrijfsleven te helpen dit potentieel te ontsluiten:


·Zo heeft de Commissie in 2021 in het kader van het partnerschapsinstrument een project inzake gegevensverzameling over overheidsopdrachten in Chili uitgevoerd om een beter inzicht te krijgen in de Chileense markt voor overheidsopdrachten, bijvoorbeeld door de omvang ervan te meten en de kenmerken en de toegangsdrempels ervan te beschrijven. Uit de studie blijkt onder meer dat tot dusver slechts 11 van de 27 lidstaten deelnemen aan de Chileense markt voor overheidsopdrachten, meestal op centraal niveau, terwijl de penetratie van EU-bedrijven in de gemeentelijke sector zeer gering is. Met name in de sector infrastructuuruitgaven lijkt er nog potentieel voor EU-bedrijven te bestaan. De uit het project getrokken lessen zullen bijdragen tot doelgerichte inspanningen om de deelname van Europese bedrijven aan deze markt te verbeteren.


·Met behulp van een in het kader van het partnerschapsinstrument uitgevoerd project betreffende het preferentiegebruik, dat in augustus 2021 is afgesloten, heeft de Commissie de benutting van preferenties van de EU-uitvoer in het kader van de handelsovereenkomst met Midden-Amerika geëvalueerd. Daarbij heeft zij gebieden in kaart gebracht die mogelijk voor verbetering vatbaar zijn en waar de uitvoering en handhaving van de handelsovereenkomsten kunnen worden versterkt.


16.

Voorts neemt de EU deel aan technische samenwerkingsprojecten om de voorwaarden voor handel en investeringen in het kader van de respectieve handelsovereenkomsten te helpen verbeteren


·Zo hebben de EU en Mexico in 2021 het project IP Key Latin America 38 gebruikt als instrument om te zorgen voor een doeltreffende bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met een aantal activiteiten op het gebied van intellectuele eigendom (bv. symposium voor rechters, opleiding op het gebied van octrooionderzoek enz.). In 2021 presenteerden IP Key Latin America en het Instituto Mexicano de la Propiedad Industrial (IMPI) een studie over de economische bijdrage van intellectuele eigendom in Mexico 39 .


·Een door de EU gefinancierd steunprogramma van 10 miljoen EUR dat sinds november 2021 loopt, ondersteunt de uitvoering van de economische partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de EU en de SADC in Zuid-Afrika om er de handels- en ondernemingskansen te vergroten door de volledige uitvoering van de EPO tussen de EU en de SADC te bevorderen en tegelijkertijd de regionale integratie te stimuleren, met specifieke aandacht voor landbouwproducten. Het programma is er met name op gericht: i) oplossingen te vinden voor problemen in verband met kwaliteitsinfrastructuur en technische capaciteit in landbouwwaardeketens die de uitvoer naar de EU belemmeren; en ii) opkomende exporteurs van landbouwproducten en exporteurs met erkende geografische aanduidingen meer te laten inspelen op kansen in het kader van de EPO.


17.

B.Toezicht op de verbintenissen in het kader van de EU-handelsovereenkomsten



Door toezicht te houden op wat er in het veld gebeurt, kan de Commissie zich beter voorbereiden en haar uitvoeringsmaatregelen gerichter uitvoeren ...

De Commissie heeft, meestal via haar personeel in de EU-delegaties, de ontwikkelingen in een aantal handelspartnerlanden gemonitord om haar uitvoeringsmaatregelen te onderbouwen, soms via door de EU gefinancierde projecten:

·Zo heeft de Commissie in 2021 nauwlettend toegezien op de uitvoering van de verbintenissen van het Verenigd Koninkrijk in het kader van de gehele overeenkomst, met bijzondere aandacht voor gelijke concurrentievoorwaarden en duurzame ontwikkeling, met name wat betreft de subsidieregels van het Verenigd Koninkrijk, ontwikkelingen op milieugebied, waaronder de chemische sector, het emissiehandelssysteem van het Verenigd Koninkrijk en vrijhavens.


·De Commissie heeft ook nauwlettend toegezien op de subsidies ter ondersteuning van hernieuwbare energie in het kader van de “Contracts for Difference”-regeling van het Verenigd Koninkrijk, als mogelijk model voor andere subsidieregelingen van het Verenigd Koninkrijk 40 . In dit verband heeft deze bezorgdheid begin 2022 geleid tot de inleiding van een WTO-geschillenbeslechtingsprocedure, die was toegespitst op de kennelijke opname van factoren zoals “het percentage van inhoud met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk” in de beoordelingscriteria voor de selectie van leveranciers (zie ook deel V.I).


Nauwlettend toezicht op de uitvoering van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling in de EU-handelsovereenkomsten is van essentieel belang ...


De Commissie ziet er nauwlettend op toe dat handelspartners de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling in de EU-handelsovereenkomsten nakomen. Dit toezicht wordt voortgezet via de werkzaamheden van de TSD-comités, met de steun van de structuren die in het leven zijn geroepen om de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld te vergroten.

In 2021 en het eerste kwartaal van 2022 hebben alle TSD-comités — met uitzondering van Singapore en Moldavië 41 — plaatsgevonden zoals gepland, zij het meestal in virtuele vorm vanwege de COVID-pandemie. Dit omvatte de eerste vergaderingen van de onlangs opgerichte TSD-comités EU-Vietnam en EU-Verenigd Koninkrijk.


Tijdens deze vergaderingen is gesproken over onderwerpen als dwangarbeid, vrijheid van vereniging, sociale dialoog, arbeidsdiscriminatie en andere beperkingen van de fundamentele arbeidsbeginselen, alsmede de ratificatie en daadwerkelijke uitvoering van de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), onder meer inzake gezondheid en veiligheid op het werk. De COVID-pandemie heeft verstrekkende gevolgen gehad voor de arbeidswereld, de armoede verergerd en de gender-, economische en sociale ongelijkheden verscherpt, hetgeen de noodzaak van een doeltreffende uitvoering van de verbintenissen inzake fundamentele principes en rechten op het werk opnieuw heeft bevestigd.


In de TSD-comités hebben de EU en haar handelspartners ook toegezien op de uitvoering van multilaterale milieuovereenkomsten en besproken hoe milieu-uitdagingen, met name inzake klimaatverandering, circulaire economie en efficiënt gebruik van hulpbronnen (bv. kunststoffen, afval en residuen), gezamenlijk kunnen worden aangepakt. Daarbij hebben zij van gedachten gewisseld over nationale actieplannen inzake klimaat en biodiversiteit. De EU heeft die gelegenheden aangegrepen om EU-beleidsmaatregelen in het kader van de Green Deal (zoals CBAM, het actieplan voor de circulaire economie en de bosstrategie, met inbegrip van het initiatief inzake ontbossing) bij te werken en deze beleidsmaatregelen te bepleiten bij haar nauwste handelspartners, vaak met de steun van gezamenlijk overeengekomen samenwerkingsinitiatieven. Kwesties in verband met klimaatverandering en nationaal bepaalde bijdragen (NDC) in het kader van de Overeenkomst van Parijs zijn bijzonder gedetailleerd behandeld in het TSD-comité met onder meer Vietnam in november 2021 en met Japan in januari 2022.


18.

C.Gebruik van het institutionele kader van de EU-handelsovereenkomsten om markttoegangskwesties aan te pakken, problemen op te lossen en verdere samenwerking te bevorderen



De comités en werkgroepen die bij de EU-handelsovereenkomsten zijn ingesteld, vormen de belangrijkste drijvende krachten achter de uitvoering van de verbintenissen en de omzetting van schriftelijke overeenkomsten in praktische voordelen voor de belanghebbenden aan beide zijden. De comités komen gewoonlijk eenmaal per jaar bijeen en worden gezamenlijk voorgezeten door vertegenwoordigers van de partijen. De vergaderingen van het Gemengd Handelscomité vinden vaak op minister-/commissarisniveau plaats en worden voorbereid door subcomités onder leiding van hoge ambtenaren of, in voorkomend geval, op technisch niveau. Informatie over de agenda’s en verslagen na de vergaderingen worden gepubliceerd op de website van de Commissie 42 .

Het werk van de comités en werkgroepen is veelzijdig en er wordt proactief een beroep op gedaan om de markttoegang te verbeteren, gevolg te geven aan verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling of gelijke concurrentievoorwaarden, handelsbelemmeringen af te wenden of weg te nemen of de samenwerking te versterken, terwijl zij ook een platform bieden voor een dialoog met belanghebbenden en het maatschappelijk middenveld. Hieronder worden enkele voorbeelden uiteengezet.


19.

Het institutionele kader heeft geholpen om het potentieel van de vrijhandelsovereenkomsten op het gebied van diensten en IER verder te ontsluiten



·In februari 2021 hebben Japan en de EU tijdens de vergadering van het Gemengd Handelscomité besloten 28 extra geografische aanduidingen van de EU en 28 Japanse geografische aanduidingen (GA’s) toe te voegen aan de lijst van geografische aanduidingen die krachtens de overeenkomst worden beschermd. Dit was de tweede uitbreiding van de GA-lijst en de EU en Japan werken momenteel aan een derde uitbreiding.


·In maart 2022 hebben Canada en de EU, in het kader van het Comité voor diensten van de CETA, de onderhandelingen over een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de beroepskwalificaties van architecten met succes afgerond, waardoor dit de eerste overeenkomst inzake beroepskwalificaties is die de EU ooit met een derde land heeft ondertekend. Zodra de overeenkomst in werking treedt, zullen architecten uit de EU en Canada, die voldoen aan de in de overeenkomst vastgestelde criteria, hun kwalificaties kunnen laten erkennen en zo gemakkelijker hun diensten kunnen verlenen op het grondgebied van de andere partij.


20.

Regelmatige contacten met de partnerlanden tussen de vergaderingen van het comité door hebben het vertrouwen tussen de partijen versterkt en bijgedragen tot het voorkomen van belemmeringen


De VHO-comités zijn ook een forum waar de partijen elkaar op de hoogte houden van hun respectieve regelgevings- en wetgevingsbenaderingen en aanstaande initiatieven, zodat de partijen potentiële belemmeringen aan de orde kunnen stellen voordat zij wet worden. Bovendien versterkt hun bestaan ook het wederzijds vertrouwen waardoor praktische oplossingen kunnen worden gevonden buiten de reguliere jaarlijkse vergaderingen om. De samenwerking tussen de Commissie, de EU-delegaties, de ambassades van de lidstaten en de belanghebbenden uit het bedrijfsleven in de partnerlanden is in dit verband van vitaal belang gebleken:

·In maart 2022 konden door samenwerking tussen de EU-delegatie en de lidstaten de door Marokko geplande vrijwaringsmaatregelen voor de invoer van walsdraad en betonstaal en voor koudgewalste staalplaten en beklede platen worden afgewend.


·In 2021 konden dankzij de gecoördineerde inspanningen van de EU en de lidstaten en de medewerking van de Egyptische autoriteiten de geplande herinvoering van Egyptische douanerechten op uit de EU ingevoerde auto’s worden afgewend.


De uitwisselingen in VHO-comités en -organen zijn ook een middel om opheldering te vragen en de transparantie te vergroten en om input te leveren voor openbare raadplegingen:


·Zo heeft de EU in 2021 bijgedragen aan de openbare raadpleging van Vietnam over de lopende wijzigingen van de wetgeving inzake farmaceutische producten, nadat zij op technisch en politiek niveau haar bezorgdheid had geuit over de omslachtige regels die tot discriminatie leiden tussen de regelgevende instanties van de lidstaten.


·Na contacten op politiek niveau en besprekingen in het Comité voor de handel in goederen in het kader van de vrijhandelsovereenkomst EU-Korea, deelde Korea mee dat de Europese belanghebbenden een nieuwe kans zullen krijgen om hun standpunt kenbaar te maken over de in december 2021 bekendgemaakte nieuwe regels betreffende vereisten inzake lokale inhoud voor de markt voor windenergie op zee.

21.

Het institutionele kader van de EU-handelsovereenkomsten heeft er opnieuw toe bijgedragen dat bestaande belemmeringen in de partnerlanden worden weggenomen


Bestaande belemmeringen wegnemen is vaak moeilijk, ook vanuit politiek oogpunt, omdat dit betekent dat de regering of de wetgevers moeten terugkomen op maatregelen die zij eerder hebben goedgekeurd. Bovendien kan beperkende wetgeving, zelfs nadat deze is afgeschaft, de praktijken van de plaatselijke autoriteiten blijven beïnvloeden. Om deze uitdagingen aan te pakken, hebben gecoördineerde interventies van de Commissie, de EU-delegaties, de lidstaten en belanghebbenden de meeste kans van slagen:


·Canada heeft in 2021 bijvoorbeeld vooruitgang geboekt bij de opheffing van bepaalde discriminerende maatregelen voor wijnen en gedistilleerde dranken die op federaal en provinciaal niveau worden gehandhaafd. Na verscheidene jaren van onderhandelingen heeft Canada bovendien een geharmoniseerd EU-certificaat voor pluimveevlees aanvaard, waardoor de handel voor exporteurs uit toegelaten lidstaten verder wordt vergemakkelijkt.


·Turkije heeft de verplichting afgeschaft om voor producten van buiten de EU het bewijs van oorsprong over te leggen. Na de interventies van de Commissie in 2021 hebben de Turkse autoriteiten aanvullende verduidelijkingen verstrekt aan Turkse importeurs. Sindsdien is het aantal vereiste certificaten van oorsprong geleidelijk gedaald, ook voor producten van oorsprong uit de EU. Tegelijkertijd blijft de niet-discriminerende uitvoering van het aanvullende protocol bij de associatieovereenkomst ten aanzien van alle lidstaten, met inbegrip van de Republiek Cyprus, een belangrijke eis van de EU.


·Vietnam heeft op verzoek van de Commissie zijn goedkeuring gehecht aan een lijst van 35 voorlopig opgenomen inrichtingen die belangstelling hebben voor de uitvoer van dierlijke producten en/of visserijproducten naar Vietnam. Deze inrichtingen kunnen nu beginnen met de uitvoer van visserij- en dierlijke producten naar Vietnam zonder enige inspectie of documentencontrole.


VHO-comités en werkgroepen ondersteunden ook de bilaterale samenwerking tussen de partijen inzake handelsgerelateerde kwesties, vaak in verband met regelgeving ...

Samenwerking in het kader van vrijhandelsovereenkomsten van de EU is een integraal onderdeel van de werkzaamheden van veel comités en heeft ook in 2021 resultaten opgeleverd, zoals blijkt uit de volgende voorbeelden:


·De EU en Japan wisselen regelmatig informatie uit en bespreken openstaande kwesties met betrekking tot de regelgeving betreffende onder meer medische hulpmiddelen. In 2021 zijn in Japan, na bilaterale besprekingen en samenwerking met de bedrijfstak, verbeteringen in de regelgeving met betrekking tot elektronische gebruiksaanwijzingen voor medische hulpmiddelen aangebracht en zijn afspraken met fabrikanten gemaakt om, waar mogelijk, de termijnen voor het verlenen van handelsvergunningen te verkorten.


·De EU en Canada werken via het Forum voor samenwerking op regelgevingsgebied van de CETA samen op het gebied van regelgevingskwesties. Het EU-systeem voor snelle uitwisseling van informatie (Rapex) en het Radar-systeem van Canada, die gericht zijn op consumentenveiligheid, hebben de uitwisseling van informatie voortgezet en opleidingen georganiseerd voor de gebruikers van de systemen van beide partijen met het oog op een betere toegang tot gegevens en gerichte waarschuwingen. Daarnaast hebben de EU en Canada in juli 2021 een gezamenlijke verklaring 43 over dierenwelzijn uitgevaardigd en verschillende onderwerpen besproken, waaronder de bescherming van dieren tijdens zeevervoer en mogelijke opties voor etikettering inzake dierenwelzijn.


·In 2021 hebben de diensten van de Commissie en de Koreaanse autoriteiten de technische samenwerking inzake e-certificering en harmonisatie van gezondheidscertificaten bevorderd om de handel in verscheidene verwerkte agrovoedingsproducten verder te vergemakkelijken.


22.

... terwijl de comités voor handel en duurzame ontwikkeling de deur openden voor aanvullende samenwerking inzake duurzaamheidsvraagstukken, ook in multilaterale fora


·Tijdens de vergadering van het comité voor handel en duurzame ontwikkeling in januari 2022 bespraken de EU en Japan hun samenwerking in multilaterale fora, waaronder het Internationaal Verdrag inzake klimaatverandering (met betrekking tot initiatieven inzake methaan en ontbossing), waarbij zij aangaven open te staan voor samenwerking om verdere vooruitgang te boeken met het oog op COP27.


·Tijdens de vergadering van het in het kader van de CETA opgerichte comité voor handel en duurzame ontwikkeling in februari 2022 hebben de EU en Canada gesproken over samenwerking inzake handels- en arbeidsvraagstukken op een aantal beleidsterreinen, waaronder de bestrijding van dwang- en kinderarbeid in wereldwijde toeleveringsketens. Beide partijen benadrukten hun steun voor en nauwe samenwerking met de IAO.


De economische partnerschapsovereenkomsten met de partners van de EU in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan hebben verdere prikkels voor hervormingen geboden, met bijstand van ontwikkelingssamenwerking ...


Economische partnerschapsovereenkomsten (EPO’s) met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan hebben een sterke ontwikkelingsdimensie en bieden prikkels voor hervormingen waarop de ontwikkelingssamenwerking verder kan voortbouwen. De succesvolle uitvoering van EPO’s hangt af van de aanpak van de interne handelsbelemmeringen in deze landen door middel van Hulp voor Handel 44 . Uit het voortgangsverslag van het EU-initiatief Hulp voor Handel van 2021 45 blijkt dat de EU en haar lidstaten de grootste verstrekker van handelsgebonden hulpverlening ter wereld waren, met 38 % van de wereldwijde handelsgebonden hulpverlening in 2019, wat overeenkomt met 17,9 miljard EUR, en dat 96 % van de handelsgebonden hulpverlening van de EU in datzelfde jaar naar landen ging die preferentiële toegang tot de EU-markt hebben. Het verslag bevat ook nadere informatie over de handelsgebonden hulpverlening van de Commissie en de lidstaten, bv. ondersteuning van kmo’s bij de benutting van de kansen in het kader van handelsovereenkomsten en de verbetering van kwesties op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling. De website over het EU-initiatief Hulp voor Handel heeft een interactieve kaart 46 waarop de begunstigde landen met contextspecifieke voorbeelden van “Hulp voor Handel”-projecten te zien zijn.

23.

... en bleven een kader voor vruchtbare discussies over duurzaamheidskwesties



In 2021 hebben de partijen hun dialoog over de duurzaamheid van de cacaowaardeketen voortgezet met Ghana en Ivoorkust, terwijl Kameroen als waarnemer deelnam.

·In 2021 vonden acht thematische rondetafelgesprekken — “CocoaTalks” — plaats, waarbij op diverse aspecten van duurzaamheid in de cacaowaardeketen werd ingegaan, zoals een leefbaar inkomen, normen, transparantie en traceerbaarheid in verband met kinderarbeid en ontbossing, zorgvuldigheid, agrobosbouw, ontwikkelings- en financieringshulp en het consumentenperspectief.


·De CocoaTalks van 2021 werden afgesloten met een technische slotbijeenkomst in december 2021. Tijdens deze bijeenkomst werd de balans opgemaakt van de thematische bijeenkomsten en werd de te volgen koers uitgestippeld (routekaart en actiepunten). Deze koers werd bevestigd tijdens een politiek evenement op hoog niveau op 28 juni 2022.


24.

D.Focus op handel en duurzame ontwikkeling



In een nieuwe mededeling van de Commissie wordt uiteengezet hoe de EU de bijdrage van handelsovereenkomsten aan duurzame ontwikkeling verder zal vergroten ...

Naar aanleiding van de evaluatie van het 15-puntenactieplan 47 en na een raadplegingsproces van één jaar heeft de Commissie in juni 2022 de mededeling De kracht van handelspartnerschappen: samen voor groene en rechtvaardige groei 48 uitgebracht. Er zijn tal van bijdragen verzameld, van het bedrijfsleven en vakbonden tot milieu- en mensenrechtengroepen en sociale partners, die een breed spectrum van economische, sociale en milieubelangen vertegenwoordigen. De Commissie heeft ook uitvoerig van gedachten gewisseld met het Europees Parlement, de lidstaten en het Europees Economisch en Sociaal Comité. Op basis van de ontvangen input en aanbevelingen heeft de Commissie een reeks beleidsprioriteiten en kernactiepunten in kaart gebracht die er samen voor zorgen dat meer aandacht wordt besteed aan de doeltreffende uitvoering van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling in de EU-handelsovereenkomsten.


... met name door de rol van het maatschappelijk middenveld te versterken ...

Als gevolg van de TSD-evaluatie zorgt de Commissie voor een meer inclusief raadplegingsproces met het maatschappelijk middenveld in alle fasen van de levenscyclus van handelsovereenkomsten. Zij versterkt de rol van de DAG’s verder door middelen ter beschikking te blijven stellen voor hun logistieke ondersteuning en werking, en door de vertegenwoordigers van de DAG’s in de EU uit te nodigen voor door de Commissie geleide TSD-deskundigengroep van de lidstaten. De DAG’s zijn nu nauwer betrokken bij de voorbereiding van vergaderingen van het TSD-comités en met name bij de vaststelling van en het toezicht op de uitvoeringsprioriteiten. De Commissie bevordert en vergemakkelijkt ook meer interactie tussen de DAG’s in de EU en van de partnerlanden en bevordert de transparantie over de samenstelling van de DAG’s. De DAG’s in de EU worden voor de landen of partnerregio’s die zij bestrijken, ook geraadpleegd over EU-projecten voor technische bijstand in verband met handel en duurzame ontwikkeling.

... en door de aandacht te richten op strengere handhaving van verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling wanneer dat nodig is.

De nieuwe aanpak van de Commissie omvat een versterkt handhavingsmechanisme dat in werking wordt gesteld wanneer het op samenwerking gebaseerde overleg mislukt en maatregelen via een arbitrageprocedure (deskundigenpanel) nodig zijn om ervoor te zorgen dat de andere partij haar overeengekomen TSD-verbintenissen nakomt. De EU is van plan TSD-procedures op te nemen in de nalevingsfase, dat wil zeggen de periode waarin de in het ongelijk gestelde partij de uitspraak moet uitvoeren. Deze procedures voorzien in een periode waarin de in het ongelijk gestelde partij haar verbintenissen nakomt, waarbij zowel het deskundigenpanel als de andere partij kunnen nagaan of dit wel het geval is. Voorts is de EU voornemens te voorzien in de mogelijkheid om handelssancties op te leggen in ernstige gevallen van niet-naleving van de fundamentele IAO-principes en rechten op het werk, of in geval van gedragingen die het voorwerp en het doel van de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering wezenlijk ondermijnen.


25.

De Commissie heeft ook het mechanisme voor klachten over inbreuken op verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling verbeterd


In het kader van de toepassing van de nieuwe aanpak na de TSD-evaluatie heeft de Commissie haar operationele richtsnoeren voor het centrale toegangspunt 49 herzien om tegemoet te komen aan specifieke punten van zorg en verzoeken van belanghebbenden:

·De herziene richtsnoeren zorgen met name voor meer transparantie en voorspelbaarheid voor de TSD-belanghebbenden, doordat is verduidelijkt wie klachten kan indienen. Zo wordt uitdrukkelijk vermeld dat DAG’s klachten kunnen indienen en dat klagers uit de EU ook de belangen van partijen in EU-handelspartnerlanden kunnen vertegenwoordigen.


·De operationele richtsnoeren voorzien ook in verbeteringen met betrekking tot de behandeling van klachten, met name wat betreft het tijdschema voor de eerste beoordeling. In navolging van de benadering op het gebied van markttoegang publiceert de Commissie ook niet-vertrouwelijke informatie over TSD-klachten om belanghebbenden bewuster te maken van beperkingen in derde landen.


·In de herziene operationele richtsnoeren worden tijdschema’s ingevoerd die de Commissie als algemene regel zal volgen bij de behandeling van TSD-klachten: 10 werkdagen om de ontvangst van de klacht te bevestigen; 20 werkdagen voor de eerste follow-up met de klager en 120 werkdagen voor de afronding van de voorlopige beoordeling van de klacht.


Tijdens de verslagperiode heeft de Commissie er ook op toegezien of Korea de uitspraak van het panel in het bilaterale geschil over arbeidsrechten heeft nageleefd ...

De Commissie is blijven toezien op de uitvoering van de uitspraak van het TSD-deskundigenpanel van 20 januari 2021:

·Wat de ratificatie van kernverdragen van de IAO betreft, zijn in april 2022 drie fundamentele IAO-verdragen in Korea in werking getreden: Verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, Verdrag nr. 98 betreffende het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen en Verdrag nr. 29 betreffende dwangarbeid.


·Wat de binnenlandse verbeteringen betreft, heeft Korea wijzigingen in zijn arbeidswetgeving doorgevoerd. De partijen zijn in november 2021 in een tussentijds TSD-comité bijeengekomen om met name de uitvoering van de wetswijzigingen in de Koreaanse vakbondswet en de uitvoeringsrichtsnoeren daarvan te beoordelen.


·Met betrekking tot de nog hangende ratificatie van het laatste fundamentele IAO-verdrag, namelijk nr. 105 betreffende de afschaffing van dwangarbeid, bevestigde Korea de aanhoudende inspanningen voor de ratificatie te zullen voortzetten, en publiceerde het de overeengekomen studie waarin wordt aangegeven welke nationale bepalingen moeten worden gewijzigd om in overeenstemming te zijn met het IAO-verdrag. De partijen zullen hun uitwisselingen voortzetten om de ratificatie dichterbij te brengen.


26.

... en heeft zij toegezien op de stappen die Vietnam heeft genomen om het maatschappelijk middenveld te betrekken bij de uitvoering van het TSD-hoofdstuk


Op 17 augustus 2021 heeft Vietnam, zij het met enige vertraging, zijn DAG opgericht. Op 30 december 2021 kwam Vietnam ook de belofte na om zijn DAG uit te breiden van drie naar zes leden, hoewel vermoedelijk nog geen enkele onafhankelijke werknemersorganisatie lid is. Na de oprichting van de DAG hebben het TSD-comité en het gezamenlijk forum in november 2021 voor het eerst vergaderd. De Commissie zal er nauwlettend op blijven toezien dat Vietnam al zijn verplichtingen in het kader van het TSD-hoofdstuk nakomt, met inbegrip van elementen in verband met zijn DAG.


De Commissie heeft met belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld en met interne adviesgroepen samengewerkt bij de uitvoering van verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling in EU-handelsovereenkomsten


De Commissie houdt al geruime tijd bijeenkomsten met belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld in de EU — de zogenaamde dialoog met het maatschappelijk middenveld — om contacten te leggen en kwesties in verband met het handelsbeleid te bespreken. In de bilaterale context werkt de Commissie regelmatig samen met de in het kader van de overeenkomsten opgerichte DAG’s om informatie uit te wisselen en feedback te geven over het uitvoeringsproces.


Voorts vinden er na het TSD-comité regelmatig gezamenlijke bijeenkomsten plaats tussen regeringen en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld van beide partijen, die bijdragen tot het uitvoeringsproces.


·Zo werd in het geval van Ecuador in gezamenlijke bijdragen van de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld gewezen op de moeilijkheden die een van de werknemersorganisaties in de bananensector ondervond bij de registratie als “vakbond”. De Commissie heeft in haar regelmatige bijeenkomst met de diensten van de regering haar bezorgdheid geuit over de schending van de fundamentele arbeidsverplichtingen en heeft tevens herinnerd aan de aanbevelingen van de IAO. Hoewel de regering nooit heeft erkend dat de kwestie problematisch is, was een van de plaatselijke rechtbanken in Ecuador het wel met de vordering eens en werd de regering gelast de status van vakbond aan de betrokken organisatie te verlenen.


·In november 2021 is de Commissie in een ander geval naar aanleiding van specifieke informatie van de in het kader van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea opgerichte DAG in de EU opgetreden om vermeende discriminatie in Korea van bezorgers aan de orde te stellen. Korea verduidelijkte dat hun status van werknemer niet werd ontzegd, maar gaf toe dat er een probleem was met de erkenning van hun recht op collectief onderhandelen. Het onderzoek in de zaak loopt nog.


Op 5 juli 2021 heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) de eerste bijeenkomst van alle DAG’s in de EU geïnitieerd en georganiseerd. Deze bijeenkomst werd bijgewoond door de leden van de afzonderlijke DAG’s in de EU die in het kader van 11 EU-handelsovereenkomsten zijn opgericht. Hoge vertegenwoordigers van het Europees Parlement en van de Commissie waren uitgenodigd om hieraan deel te nemen. De besprekingen hebben geleid tot de opstelling van de non-paper “Strengthening and Improving the Functioning of EU Trade Domestic Advisory Groups” 50 (Versterking en verbetering van de werking van de interne handelsadviesgroepen in de EU), dat in oktober 2021 is uitgebracht. Enkele ingediende voorstellen zijn in overweging genomen in het kader van de TSD-evaluatie van de Commissie, met name de voorstellen om de rol van de DAG’s verder te versterken door middelen ter beschikking te stellen voor hun logistieke ondersteuning, om vertegenwoordigers van DAG’s in de EU uit te nodigen op de vergaderingen van de TSD-deskundigengroep van de lidstaten, om DAG’s in de EU te betrekken bij de vaststelling van en het toezicht op de uitvoeringsprioriteiten, en om de transparantie te bevorderen. De Commissie van haar kant verwacht dat de maatschappelijke organisaties tijdig goed gestaafde en empirisch onderbouwde bijdragen zullen leveren, die van essentieel belang zijn om TSD-kwesties in kaart te brengen, te prioriteren en aan te pakken.


27.

... en heeft haar samenwerking met de IAO voortgezet om technische bijstand te verlenen aan een aantal handelspartners


In 2021 is de Commissie nauw blijven samenwerken met internationale organisaties zoals de IAO en de OESO om duurzame handel te bevorderen, zoals blijkt uit de volgende voorbeelden:


·De Commissie werkt samen met de OESO, de IAO en het VN-Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten bij de uitvoering van het vierjarige project “Verantwoord ondernemerschap in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied” 51 (2019-2022), dat tot doel heeft slimme, duurzame en inclusieve groei in de regio te bevorderen door verantwoord ondernemerschap in overeenstemming met internationale instrumenten te ondersteunen. Het project wordt uitgevoerd in partnerschap met Chili en Mexico, beide OESO-leden, alsook met Argentinië, Brazilië, Colombia, Costa Rica en Peru, die de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen hebben onderschreven en een nationaal contactpunt voor verantwoord ondernemerschap hebben opgericht, en met twee andere partnereconomieën, namelijk Ecuador en Panama.


·Een vergelijkbaar programma (Verantwoorde bevoorradingsketens in Azië) wordt uitgevoerd in zes Aziatische landen (China, Japan, Myanmar, Thailand, Filipijnen en Vietnam) om duurzame en inclusieve economische, sociale en ecologische vooruitgang te bevorderen door verantwoorde bedrijfspraktijken te integreren in de activiteiten van multinationale ondernemingen en hun bevoorradingsketens.


·Totdat de oorlog uitbrak, werkte de EU samen met de IAO bij de uitvoering van het gemeenschappelijke project “Naar veilig, gezond en witwerk in Oekraïne” 52 . In het kader van dit project werd input geleverd voor de opstelling van wetsontwerpen inzake arbeidsverhoudingen, gezondheid en veiligheid op het werk en arbeidsinspecties. Dit project beoogt de bevordering van veilig, gezond en witwerk in Oekraïne.


·In 2021-2022 werd het project “Handel voor fatsoenlijk werk” van de EU en de IAO voortgezet voor geselecteerde handelspartnerlanden in Azië en Afrika en werden ook enkele specifieke ad-hocactiviteiten in geselecteerde landen in Latijns-Amerika ondersteund 53 . De voortzetting van het project wordt voorbereid voor 2023.


28.

... en heeft tegelijkertijd handelsovereenkomsten gebruikt om de samenwerking bij de aanpak van milieuproblemen te bevorderen


·In 2021 heeft de EU via haar samenwerkingsprojecten 54 de transitie van Colombia naar een meer duurzame en milieuvriendelijke economie ondersteund, onder meer via een proefproject inzake duurzame mijnbouw in zijn door armoede geteisterde gebied aan de Stille Oceaan.


·In juni 2021 organiseerden de EU en Japan samen een evenement 55 dat was toegespitst op technologieën en sectoren die essentieel zijn om tegen 2050 koolstofneutraliteit te bereiken. Voortbouwend op het effect van de samenwerking tussen de EU en Japan op het gebied van regelgeving en normen, en op de kracht van de bilaterale handel, wisselden bedrijven ervaringen en inzichten uit over het potentieel voor groene groei in verband met de samenwerking op het gebied van hernieuwbare energie, waterstof, schone mobiliteit en de grondstoffen die deze industrieën nodig hebben.


29.

E.Evaluatie van het effect van handelsovereenkomsten om uitvoeringswerkzaamheden te onderbouwen


De Commissie blijft bijzondere aandacht besteden aan de beoordeling van het effect van haar handelsovereenkomsten, hetzij voor specifieke overeenkomsten, hetzij voor horizontale kwesties in verschillende overeenkomsten. Ex-postevaluaties worden gebruikt om toekomstige overeenkomsten te verbeteren, maar vormen ook een referentiepunt bij het vaststellen van prioriteiten voor uitvoering en handhaving. De ex-postevaluaties van de EPO met Cariforum 56 en de vrijhandelsovereenkomsten van de EU met zes mediterrane landen 57 zijn respectievelijk in januari en maart 2021 bekendgemaakt en kwamen ook aan bod in het jaarverslag van 2021. In april 2022 voltooide de Commissie haar ex-postevaluatie van de handelsovereenkomst tussen de EU en Colombia, Peru en Ecuador 58 .


30.

Ex-postevaluatie van de vrijhandelsovereenkomst met Colombia, Ecuador en Peru: belangrijkste conclusies


·In de Andeslanden was het economische effect van de overeenkomst op het bbp positief en werd het geschat op 728 miljoen USD; alle partijen hebben er baat bij gehad. Ook de geschatte effecten op werkgelegenheid, welzijn en armoedebestrijding waren positief.

·Hoewel de algemene effecten waarschijnlijk beperkt zijn, hebben de overeenkomst en de uitvoer naar de EU niettemin nieuwe banen geschapen in de plattelandsgebieden van de Andeslanden. Vooral in de sector fruit, suiker, groenten en noten en in de visserij zijn banen gecreëerd. In de industrie profiteerden ook sectoren zoals voedingsmiddelen, chemische producten of textiel (deze laatste in Colombia en Peru) van de vrijhandelsovereenkomst.

·De noodzaak om zich aan te passen aan de normen op de EU-markt heeft de productienormen van de Andeslanden verhoogd, hetgeen heeft geleid tot producten van hogere kwaliteit en tot meer biologische producten als gevolg van de vraag in de EU, de bescherming van geografische aanduidingen, een betere naleving van arbeids- of milieunormen, zoals de toepassing van particuliere normen en certificeringen.

·De overeenkomst heeft gezorgd voor een platform van overleg bij duurzaamheidskwesties, met inbegrip van regelmatige comités en projecten waarmee probleemgebieden kunnen worden aangepakt, zoals vrijheid van vereniging, fatsoenlijk werk en kinderarbeid, en verbeteringen konden worden vastgesteld in de sectoren die onder de overeenkomst vallen.

·Handelsdiversificatie: de overeenkomst heeft bijgedragen tot diversificatie en verhoging van de uitvoer, met name van kmo’s.


De aanbevelingen van de consultant werden in januari 2022 gepubliceerd 59 . De beoordeling van de Commissie/DG Handel en de follow-upmaatregelen zullen worden opgenomen in een werkdocument van de diensten van de Commissie, dat in de eerste helft van 2023 moet worden gepubliceerd.


III. Kleine en middelgrote ondernemingen helpen wegwijs te worden in de wereldhandel


Kmo’s en familiebedrijven, die 93 % van de EU-exporteurs uitmaken, blijven een centrale plaats innemen in de activiteiten van de Commissie om de voordelen van EU-handelsovereenkomsten beter bekend te maken

Ondanks de economisch en politiek moeilijke tijden blijven de wereldmarkten niet alleen een belangrijke bron van groei, maar bieden zij ook een groot potentieel voor economisch herstel. In 2021 heeft de Commissie haar inspanningen voortgezet om kmo’s te helpen bij het gebruikmaken van EU-handelsovereenkomsten. Kmo’s vormen naar aantal de grote meerderheid van de exporteurs, maar vertegenwoordigen naar waarde slechts een derde van de EU-uitvoer. De Commissie is ook het beginsel “klein denken” van de EU blijven promoten in multilaterale fora zoals de WTO en de G20, en is actief geweest in de informele WTO-werkgroep voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in de aanloop naar de uitgestelde Ministeriële Conferentie van de WTO, die uiteindelijk in juni 2022 heeft plaatsgevonden.


31.

A.Access2Markets verbeteren en bevorderen


Het platform Access2Markets, dat in oktober 2020 is gelanceerd, biedt gratis en in alle officiële talen van de EU gedetailleerde en praktische informatie voor bedrijven die goederen willen in- of uitvoeren. De informatie over de uitvoer omvat tarieven, belastingen, procedures en formaliteiten voor 135 uitvoermarkten 60 , oorsprongsregels, statistieken en handelsbelemmeringen. Soortgelijke informatie is beschikbaar voor de invoer in de EU en betreft met name tarieven, belastingen, invoervoorschriften, oorsprongsregels en statistieken uit de hele wereld.

Sinds 1 januari 2021 is ook volledige informatie beschikbaar over de handel van de EU met het Verenigd Koninkrijk. In 2022, toen de gebeurtenissen in Oekraïne zich ontvouwden, is het platform bijgewerkt om de ten aanzien van de EU-uitvoer naar Rusland opgelegde beperkende maatregelen weer te geven, alsmede meer algemene informatie te verstrekken over EU-sancties en aanvullende richtsnoeren voor importeurs over Russische maatregelen die aan de uitvoer naar de EU zijn opgelegd.

Sinds de lancering van Access2Markets hebben meer dan 3 miljoen mensen, waarvan 72 % uit de EU afkomstig is, dit portaal bezocht; het ROSA-instrument van Access2Markets wordt gemiddeld 500 keer per dag geraadpleegd. De nieuwe versie van ROSA helpt bedrijven ook bij het documenteren van de oorsprong van hun producten.

In 2021 heeft de Commissie Access2Markets geleidelijk verbeterd door aanvullende inhoud voor gebruikers toe te voegen, met name voor kmo’s, en door tevens nieuwe interactieve instrumenten te ontwikkelen:

·In september 2021 lanceerde de Commissie Access2Procurement 61 , een instrument dat bedrijven helpt te begrijpen of de aanbesteding in kwestie onder een internationale verbintenis valt die Canada en Japan zijn aangegaan in het kader van hun respectieve handelsovereenkomsten met de EU. In de eerste acht maanden nadat het platform online is gegaan, zijn meer dan 2 700 beoordelingen uitgevoerd door gebruikers; in het eerste kwartaal van 2022 lag het aantal beoordelingen tussen de 200 en 300 per maand. Vervolgens zal het instrument ook de Verenigde Staten bestrijken en verder worden uitgebreid tot meer handelspartners van de EU.


·In 2021 werd het platform, dat vooral gericht is op de voorwaarden voor de in- en uitvoer van goederen, verder uitgebreid met aanvullende informatie over de handel in diensten, waaronder een toolkit “Getting Started to trade services: import and export” (Aan de slag met de handel in diensten: invoer en uitvoer) en in 2022 werd volgende de functie “My Trade Assistant for Services and Investment” 62 (Mijn handelsassistent voor diensten en investeringen) toegevoegd, die de onder de overeenkomsten vallende juridische en maritieme sectoren in het Verenigd Koninkrijk en Canada bestrijkt. Zo kan een EU-bedrijf dat in het Verenigd Koninkrijk juridische diensten met betrekking tot binnenlands of buitenlands recht wil verlenen, informatie vinden over verschillende vereisten, zoals vereisten inzake vergunningen en toelatingen, kwalificaties, rechtsvorm, nationaliteit of verblijfsvoorwaarden. Deze functie zal stapsgewijs worden uitgebreid tot andere derde landen en sectoren.

De Commissie bleef uitgebreide ondersteuning en opleiding met betrekking tot Access2Markets bieden aan bedrijven, lidstaten en andere tussenpersonen, alsook een programma voor de opleiding van opleiders in 2021, en dit zal worden voortgezet. Tot dusver bereikten de evenementen meer dan 6 500 organisaties en bestreken ze bijna alle EU-talen. Er werden ook evenementen georganiseerd met partners binnen en buiten de EU, zoals het Centrum voor Industriële Samenwerking EU-Japan, met ICEX España of de Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ). De evenementen werden gepromoot via diverse media en platforms, waaronder Twitter, alsook via de website van de Commissie en op YouTube 63 .


B.Internationalisering in dienst van kmo’s — concrete acties in 2021


Hoewel alle EU-handelsovereenkomsten tot doel hebben kmo’s te helpen bij de uitbreiding van hun activiteiten met en op buitenlandse markten bevatten drie geldende EU-handelsovereenkomsten specifieke bepalingen voor kmo’s 64 : de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen de EU en Canada (CETA) bevat een aanbeveling in verband met kmo’s 65 , terwijl de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan (EPO EU-Japan) en de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK kmo-hoofdstukken bevatten, die voorzien in speciale contactpersonen voor kmo’s aan beide zijden. Deze personen moeten ervoor zorgen dat bij de uitvoering van de respectieve overeenkomsten rekening wordt gehouden met de belangen en vooruitzichten van kmo’s. Daarnaast voorzien de kmo-hoofdstukken in een aantal praktische maatregelen om de transparantie voor kmo’s verder te vergroten, met name door het delen van informatie: zo verstrekt Japan in overeenstemming met het kmo-hoofdstuk van de EPO EU-Japan productspecifieke informatie (op een publiek toegankelijke website) over markttoegang per douanetariefcode voor de invoer van goederen, met inbegrip van links naar gezaghebbende informatiebronnen over overeengekomen handelsgerelateerde kwesties. De contactpunten van de partijen voor kmo’s bespreken manieren om de beschikbare instrumenten en informatie verder te stroomlijnen en te verbeteren.


In 2021 is de Commissie samen met handelspartners, lidstaten en belanghebbenden doorgegaan met de uitvoering van de kmo-bepalingen in het kader van de CETA en de EPO EU-Japan:


32.

CETA


üDe kmo-contactpunten hebben overeenstemming bereikt over een kmo-actieplan 66 , waarin de specifieke acties en een tijdschema voor de uitvoering van de kmo-aanbeveling zijn opgenomen. In overeenstemming met de prioriteiten van het actieplan is in september 2021, ter gelegenheid van de vierde verjaardag van de CETA, een rondetafelconferentie voor kmo’s door de Commissie georganiseerd met de hulp van de Kamer van Koophandel van de Europese Unie in Canada (EUCCAN) 67 .


üBovendien werken de EU en Canada samen om de internationalisering van hun kmo’s te ondersteunen. Een opmerkelijk voorbeeld daarvan zijn de gezamenlijke werkzaamheden van Enterprise Europe Network in Canada en het EUCCAN enerzijds en het Europees-Canadees Centrum voor innovatie en onderzoek anderzijds, om bedrijfs- en innovatieondersteunende diensten aan te bieden die het concurrentievermogen en de duurzaamheid van Europese en Canadese kmo’s helpen versterken.

33.

EPO EU-Japan


üDe kmo-contactpunten hebben de laatste hand gelegd aan een gezamenlijk activiteitenverslag 68 en de EU en Japan hebben hun toenadering tot kmo’s bevorderd via het Centrum voor Industriële Samenwerking EU-Japan, dat in 2021 opnieuw twee brochures heeft uitgegeven over “How to import from Japan to the EU using the EPA 69 ” (Van Japan naar de EU invoeren met de EPO) en “How to export from the EU to Japan using the EPA” 70 (Van de EU naar Japan uitvoeren met de EPO).


üDe EPO-helpdesk 71 van het centrum heeft in de verslagperiode opnieuw 47 opleidingen en interactieve webinars met bedrijven georganiseerd en relevante informatiebladen opgesteld over diverse aspecten van de EPO EU-Japan, onder meer over geografische aanduidingen, oorsprongsregels, het kmo-hoofdstuk, visserij, zuivelproducten, mobiliteit van personeel enz. Het centrum onderhoudt ook contacten met de handelsbevorderingsorganisaties van de lidstaten en andere Europese en Japanse netwerken, zoals het Enterprise Europe Network (EEN), om de EPO dichter bij kmo’s te brengen 72 .


Daarnaast blijft de Commissie Europese kleine en middelgrote ondernemers en hun activiteiten op uitdagende markten steunen, met name via haar kmo-centrum van de EU in China 73 . Het centrum blijft een fundamentele rol spelen door de verlening van bijstand en ondersteuning aan kmo’s uit de EU bij het betreden van de markt en/of de ontwikkeling van bedrijfsactiviteiten in China. Het centrum helpt kmo’s uit de EU bij het beoordelen of zij klaar zijn om de Chinese markt te betreden, geeft advies over de kansen en risico’s van de vestiging of ontwikkeling van een commerciële aanwezigheid op de Chinese markt (door middel van uitvoer, investeringen of beide) en adviseert hen over de wijze waarop synergieën kunnen worden verbeterd en beste praktijken kunnen worden uitgewisseld. In 2021 heeft het centrum bijvoorbeeld 62 opleidingssessies in China en de EU georganiseerd voor meer dan 5 400 kmo’s.


34.

C.Samenwerking met het Enterprise Europe Network



Het Enterprise Europe Network 74 (EEN) is opnieuw gelanceerd in het kader van het programma voor de interne markt en de kerntaak van het netwerk bestaat erin EU-bedrijven te helpen om preferentiële handelsregelingen te benutten, d.w.z. verlaging/opheffing van tarieven of andere kosten in verband met de afstemming op de regelgeving.

De Commissie heeft op 4 augustus 2021 een oproep gedaan tot het indienen van blijken van belangstelling voor internationale netwerkpartners 75 met verschillende afsluitdatums voor het indienen van voorstellen. Doel van deze oproep is klantgerichte bedrijfsondersteunende organisaties te identificeren in de snelgroeiende markten in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika en (Zuidoost-)Azië. De nadruk zal liggen op landen en handelsblokken waarmee de EU diepe en brede handelsovereenkomsten heeft gesloten:

·De internationale en Europese netwerkpartners zullen hand in hand werken om de benutting van de handelsregelingen te verbeteren. Zij zullen marktinformatie uitwisselen ten behoeve van Europese kmo’s. Tot dusver hebben talrijke bedrijfsorganisaties uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Japan, Zwitserland, Canada, Israël, Zuid-Korea en India een aanvraag ingediend om lid te worden van het EEN. De lijst van landen is niet uitputtend en zal worden uitgebreid naarmate verdere afsluitdatums voor het indienen van aanvragen verstrijken.


·In het opnieuw gelanceerde EEN zullen de diensten die EU-bedrijven helpen handelsmogelijkheden in het buitenland te benutten, volledig worden geïntegreerd in de “Network’s Client Journey” (Klantentraject binnen het netwerk), d.w.z. dat van de Europese netwerkpartners wordt verwacht dat zij concrete effecten voor hun klanten genereren en deze als resultaten rapporteren via de prestatiedatabank van het EEN.


In 2022 heeft het EEN een nieuwe deskundigengroep opgericht ter bevordering van de kwaliteit van de internationaliseringsdiensten binnen het netwerk. De zogenaamde “Thematische Groep Internationalisering” met zo’n 130 ervaren netwerkadviseurs die dagelijks in contact staan met bedrijven in alle lidstaten en regio’s, heeft een medevoorzitter benoemd die toeziet op de betere benutting van EU-handelsovereenkomsten. De belangrijkste rol van de medevoorzitter zal erin bestaan de agenda op te stellen voor de capaciteitsopbouw en de opleiding van netwerkadviseurs om Europese kmo’s te helpen voordeel te halen uit handelsmogelijkheden. Een van de eerste projecten is het opzetten van een opleidingssessie voor opleiders voor netwerkadviseurs betreffende het gebruik van het platform Access2Markets, in samenwerking met de Commissie.

Naast haar samenwerking met het EEN heeft de Commissie ook haar uitwisseling voortgezet met Europese en nationale bedrijfsorganisaties, het European Business Organisations’ World Wide Network (EBO WWN) 76 en de handelsbevorderingsorganisaties van de lidstaten, die het voortouw nemen bij de verlening van steun en advies aan grote en kleine ondernemingen over de voordelen van handelsovereenkomsten.


D.Activiteiten ter ondersteuning van kmo’s op multilateraal niveau (WTO)


De EU speelt een voortrekkersrol bij de multilaterale inspanningen in de Wereldhandelsorganisatie ter ondersteuning van kmo’s

De EU is een actief lid van de informele werkgroep voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (mkmo-groep), en dit sinds de oprichting van de groep in 2017 na de elfde Ministeriële Conferentie van de WTO te Buenos Aires.

Terwijl het oorspronkelijke mandaat van de groep erin bestond een werkprogramma op te stellen dat tijdens de twaalfde Ministeriële Conferentie van de WTO zou worden goedgekeurd, was de COVID-19-pandemie voor de mkmo-groep aanleiding om in mei 2020 een “Verklaring over het belang van mkmo’s in tijden van COVID” uit te brengen 77 die heeft geleid tot de versnelde goedkeuring van een pakket van zes zachte aanbevelingen in december 2020 (het mkmo-pakket) 78 . In overeenstemming met de jarenlange inspanningen van de EU om de internationalisering van mkmo’s te bevorderen en rekening houdend met hun specifieke behoeften, is het mkmo-pakket gericht op de verbetering van de toegang tot informatie voor mkmo’s, de uitvoering van de handelsfacilitatieovereenkomst 79 met het oog op de facilitering van de handel van mkmo’s, de ontwikkeling van een geïntegreerde databank voor handelsbeleidsmaatregelen, en de vereenvoudiging van de toegang van mkmo’s tot financiering en grensoverschrijdende betalingen door uitwisseling van beste praktijken en informatie.


De werkzaamheden zijn in 2021 voortgezet en hebben hun eerste resultaat opgeleverd: een databank met informatie over micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in de toetsing van het WTO-handelsbeleid ...

In 2021 is de mkmo-groep meermaals bijeengekomen om de uitvoering van het pakket te controleren. Het secretariaat van de informele werkgroep voor mkmo’s heeft met name de laatste hand gelegd aan een databank met informatie over mkmo’s in de toetsing van het WTO-handelsbeleid 80 . Tijdens de twaalfde Ministeriële Conferentie werd zichtbaarheid gegeven aan de lopende werkzaamheden op het gebied van mkmo’s via een verklaring van de voorzitter van de informele mkmo-groep 81 .


IV. Belemmeringen aanpakken en oplossingen vinden


IV.1 Stand van zaken met betrekking tot handelsbelemmeringen en de opheffing ervan


In 2021 ging de Commissie door met het opsporen, aankaarten en oplossen van handelsbelemmeringen, toen nog steeds in de schaduw van de COVID-pandemie, die bij verscheidene handelspartners van de EU tot toenemende protectionistische praktijken had geleid. Dit veroorzaakte een aantal problemen in de logistieke en toeleveringsketens die werden verergerd door de prijsstijgingen voor vervoer, grondstoffen en energie die op hun beurt een hogere inflatie hebben veroorzaakt in de loop van het jaar. Deze moeilijke omstandigheden werden nog gecompliceerder omdat de omikronvariant van COVID in de tweede helft van 2021 weer opflakkerde en in 2022 opnieuw de kop opstak in China, alsmede vanwege de onstabiele geopolitieke situatie als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.

Ondanks deze moeilijke omstandigheden is de EU in 2021 doorgegaan met het in kaart brengen en wegnemen van handelsbelemmeringen. Daarbij is de Commissie, in nauwe samenwerking met het Europees Parlement, de lidstaten en het bedrijfsleven, rechtstreekse contacten blijven onderhouden met derde landen, onder meer via het netwerk van EU-delegaties in partnerlanden en in Genève. De Commissie heeft zowel ter plaatse in derde landen als via het institutionele kader van de EU-handelsovereenkomsten en de WTO (bijvoorbeeld de WTO-Comités voor technische handelsbelemmeringen en voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen) actief naar oplossingen voor bestaande en nieuwe problemen gezocht. Preventieve werkzaamheden bleven in het middelpunt staan met het oog op het opvangen van potentiële handelsbelemmeringen voordat zij worden ingesteld. De bezorgdheid van EU-bedrijven, die oneerlijke behandeling of beperkende maatregelen van EU-handelspartners meldden, stond bij deze werkzaamheden centraal. Dezelfde aandacht werd besteed aan inbreuken op de verbintenissen inzake duurzame ontwikkeling in het kader van de EU-handelsovereenkomsten.

Voor nieuwe belemmeringen en klachten was 2021 het eerste volledige jaar waarin het centrale toegangspunt operationeel was. Het centrale toegangspunt is in het leven geroepen ter ondersteuning van de hoge ambtenaar voor handhaving van de handelsregels en biedt een éénloketsysteem dat binnen het platform Access2Markets toegankelijk is om klachten in te dienen over (potentiële) handelsbelemmeringen of inbreuken op verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling en de SAP-verordening van de EU 82 .


35.

A. Geregistreerde handels- en investeringsbelemmeringen per 31 december 2021


Zoals aangegeven in de onderstaande tabel waren er eind 2021 455 actieve handels- en investeringsbelemmeringen in 65 derde landen opgenomen in de databank Access2Markets 83 van de Commissie:

Soort maatregelAantal belemmeringen
Sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS)102
Technische handelsbelemmeringen (TBT)81
Tarieven en equivalenten en kwantitatieve beperkingen78
Administratieve procedures39
Diensten & investeringen37
Andere maatregelen*39
IER34
Overheidsopdrachten29
Uitvoerbelastingen en -beperkingen16
Totaal455

* Andere maatregelen omvatten onder meer belemmeringen in verband met handelsbeschermingsinstrumenten en subsidies, maatregelen die van invloed zijn op de mededinging, en andere maatregelen die niet in eerdere categorieën kunnen worden ingedeeld.

Het aantal handels- en investeringsbelemmeringen waarmee EU-bedrijven bij uitvoer naar derde landen wordt geconfronteerd, is lichtjes gedaald van 462 actieve belemmeringen in 2020 tot 455 in 2021, ondanks de verandering in de structuur van het handelsverkeer als gevolg van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk. Het aantal geregistreerde handelsbelemmeringen is echter gestegen van 372 in 51 derde landen in 2016 tot 462 in 66 landen in 2020 (d.w.z. met bijna 25 %).

Van de in 2021 geregistreerde handelsbelemmeringen blijken de meeste in de afgelopen vijf jaar te zijn geregistreerd (39 %), terwijl 34 % van alle belemmeringen tussen zes en tien jaar actief zijn en 27 % van alle belemmeringen al meer dan tien jaar geregistreerd staan.


36.

Figuur 5: Aantal belemmeringen volgens registratiedatum



Wat de soorten maatregelen betreft, blijkt uit figuur 6 dat SPS-maatregelen in 2021 nog steeds de categorie met het grootste aantal handelsbelemmeringen (102) was en bijna een kwart van alle geregistreerde belemmeringen uitmaakte. Hoewel het totale aantal SPS-belemmeringen iets onder het niveau van 2020 (107) lag, zijn de SPS-beperkingen tussen 2016 en 2020 gestaag toegenomen en zijn zij de grootste categorie gebleven.

TBT-maatregelen (81 belemmeringen) en tariefmaatregelen en kwantitatieve beperkingen (78 belemmeringen) waren, net als in 2020, de op een na meest geregistreerde soort belemmering in 2021. Samen zijn deze drie categorieën handelsbelemmeringen goed voor bijna 60 % van alle actieve belemmeringen in 2021. Dit weerspiegelt de trend in 2020.


37.

Figuur 6: Soorten belemmeringen in 2021



Uit figuur 7 blijkt dat EU-bedrijven bij de uitvoer van hun goederen en diensten overal ter wereld met handelsbelemmeringen worden geconfronteerd.


38.

Figuur 7: Geografische spreiding van de belemmeringen per regio (eind 2021)



Zoals figuur 8 laat zien, bleef China in 2021 het land met de meeste belemmeringen, namelijk 39; op de tweede plaats kwam Rusland met 32, gevolgd door de Verenigde Staten (27), India (26), Turkije (24) en Indonesië (21). Andere landen met tien of meer belemmeringen waren Brazilië (19), Zuid-Korea (18), Australië (15), Algerije (14), Mexico (12), Egypte (11), Maleisië (10) en Vietnam (10). Voor het Verenigd Koninkrijk zijn nog geen belemmeringen in de databank opgenomen, wat kan worden verklaard door het feit dat de betrekkingen nog zeer jong zijn en mogelijk door het feit dat veel van de bestaande belemmeringen met andere partners al jaren bestaan.

Bekeken over een periode van vijf jaar (2016-2020) zijn Rusland en China de landen waar de meeste handelsbelemmeringen bestaan; daarbij heeft China in 2018 Rusland ingehaald en de eerste plaats ingenomen. Terwijl het aantal handelsbelemmeringen voor Rusland vrij stabiel is gebleven (gemiddeld 33), zijn de belemmeringen voor China in de periode bijna verdubbeld van 23 in 2016 tot 40 in 2020.


39.

Figuur 8: Aantal belemmeringen per handelspartner (eind 2021)



B. Ontwikkeling van handels- en investeringsbelemmeringen in 2021 84

40.

Nieuwe geregistreerde belemmeringen


Wat nieuwe handelsbelemmeringen per sector betreft, vormt de sector landbouw en visserij de grootste categorie met vier nieuwe belemmeringen, gevolgd door de dienstensector met drie nieuwe belemmeringen. Op de derde plaats komen de sector keramiek en glas en de categorie horizontale maatregelen (d.w.z. maatregelen die meer dan één sector bestrijken of van invloed zijn op alle uitvoer naar het betrokken handelspartnerland) met elk twee nieuwe belemmeringen.

SectorAantal nieuwe belemmeringen
Landbouw en visserij4
Automobielindustrie1
Keramiek en glas2
Chemische stoffen1
Elektronica1
Horizontale maatregelen2
Andere bedrijfstakken1
Diensten3
Textiel en leder1
Totaal16

Bekeken over een periode van vijf jaar (2016-2020) zijn in de sector landbouw en visserij en de sector wijn en gedistilleerde dranken de meeste nieuwe belemmeringen geregistreerd.

Wat het totale aantal nieuwe in 2021 geregistreerde belemmeringen betreft, blijkt uit de onderstaande tabel dat er in 2021 minder nieuwe belemmeringen zijn geregistreerd (16) dan in 2020 85 (41), wat neerkomt op een nettodaling van 25.

Wat de nieuwe geregistreerde belemmeringen per soort betreft, voerden technische handelsbelemmeringen (TBT) in 2021 de lijst aan (6 nieuwe geregistreerde belemmeringen), in tegenstelling tot 2020, toen SPS-maatregelen de dominante categorie van nieuwe belemmeringen waren. In 2021 hadden slechts twee nieuwe belemmeringen betrekking op sanitaire en fytosanitaire maatregelen, tegenover 13 in 2020. Er werden telkens twee nieuwe handelsbelemmeringen geregistreerd in de categorieën tarieven en equivalenten en kwantitatieve beperkingen, overheidsopdrachten en andere maatregelen.

Soort maatregelNieuwe belemmeringen 86 2021Nieuwe belemmeringen 2020
SPS213
TBT65
Tarieven en equivalenten en kwantitatieve beperkingen25
Administratieve procedures15
Diensten & investeringen14
Andere maatregelen*24
IER03
Overheidsopdrachten23
Uitvoerbelastingen en -beperkingen01
Totaal1641

* Andere maatregelen omvatten onder meer belemmeringen in verband met handelsbeschermingsinstrumenten en subsidies, maatregelen die van invloed zijn op de mededinging, en andere maatregelen die niet in eerdere categorieën kunnen worden ingedeeld.

De sterke daling van het aantal nieuwe SPS-belemmeringen is mogelijk te wijten aan het feit dat er in 2021 geen uitbraken van Afrikaanse varkenspest waren en meer in het algemeen hebben de door COVID veroorzaakte ongunstige economische omstandigheden mogelijk een rem gezet op de melding van belemmeringen aangezien bedrijven hun beperkte middelen op andere activiteiten richten.


41.

C. In 2021 opgeloste belemmeringen


In 2021 zijn 39 handelsbelemmeringen opgelost; dat zijn er zes meer dan in 2020: 16 belemmeringen werden volledig weggenomen, terwijl er 23 gedeeltelijk werden opgelost 87 .

Soort maatregelIn 2021 opgeloste belemmeringenIn 2020 opgeloste belemmeringen
SPS1517
TBT66
Tarieven en equivalenten en kwantitatieve beperkingen62
Administratieve procedures34
Diensten & investeringen21
Andere maatregelen*11
IER30
Overheidsopdrachten11
Uitvoerbelastingen en -beperkingen21
Totaal3933

* Andere maatregelen omvatten onder meer belemmeringen in verband met handelsbeschermingsinstrumenten en subsidies, maatregelen die van invloed zijn op de mededinging, en andere maatregelen die niet in eerdere categorieën kunnen worden ingedeeld.

Wat de soort opgeloste belemmeringen betreft, vormen SPS-belemmeringen, net als in 2020 (17), de grootste categorie met 15 opgeloste belemmeringen. De opheffing van deze belemmeringen had opnieuw een rechtstreeks positief effect op onder meer de EU-exporteurs in talrijke sectoren, met name de voedingssector:

·de samenwerking van de Commissie met de lidstaten en het bedrijfsleven in dit verband heeft er in 2021 bijvoorbeeld concreet toe geleid dat Canada het geharmoniseerde EU-certificaat voor pluimveevlees heeft aanvaard, en


·Zuid-Korea heeft eerdere wegens de hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) ingestelde invoerverboden voor verscheidene lidstaten opgeheven.

De op een na meest voorkomende soorten belemmeringen — met elk zes gedeeltelijk of volledig opgeloste belemmeringen — hadden betrekking op TBT en tarieven en equivalenten en kwantitatieve beperkingen. In 2021 zijn enkele TBT-kwesties met succes opgelost:

·zo heeft Australië aanpassingen aangebracht in de normen voor het zwavelgehalte van brandstof die leidden tot een brandstofkwaliteit die onverenigbaar was met de nieuwste, zeer efficiënte motoren van de EU-fabrikanten;


·en heeft Tunesië, na interventies van de EU, verbeteringen doorgevoerd om de gevolgen te verzachten van tarieven op “niet-essentiële” consumentenproducten die waren ingevoerd voor landbouwproducten zoals kiwi, bevroren tonijn en honing.

Zoals uit figuur 9 blijkt, hadden de volledige of gedeeltelijke oplossingen betrekking op 24 van de handelspartners van de EU.

42.

Figuur 9: Aantal opgeloste belemmeringen per partnerland (2021)



Bij de aanpak van belemmeringen maakt de Commissie gebruik van een breed scala aan instrumenten, vaak in combinatie met elkaar

De keuze van de instrumenten en fora hangt af van de specifieke situatie: de Commissie kan de kwesties aan de orde stellen in het kader van een bilaterale handelsovereenkomst (bijvoorbeeld met behulp van de opgezette institutionele structuren), of in een van de WTO-Comités, of via diplomatieke kanalen, waaronder gezamenlijke demarches met lidstaten, of dialogen op hoog niveau met haar handelspartners. Wanneer het probleem dat rechtvaardigt, zal de Commissie in laatste instantie geschillenbeslechtingsprocedures inleiden in het kader van haar bilaterale overeenkomsten of bij de WTO (zie deel V), of — naar aanleiding van verzoeken van het bedrijfsleven — onderzoeken instellen op grond van de EU-verordening inzake handelsbelemmeringen.


Sommige handelsbelemmeringen zijn met succes aangepakt door bilaterale maatregelen ...


Dit was onder meer het geval in de zaak Turkije — Cosmetica: in 2018 voerde Turkije de verplichting tot tussentijdse indiening van veiligheidsbeoordelingsrapporten in voor alle cosmetica die op de Turkse markt kwamen. De afdeling Handel van de EU-delegatie in Ankara heeft, in coördinatie met de ambassades van de lidstaten, contact opgenomen met de plaatselijke autoriteiten teneinde deze praktijk te laten aanpassen en de belemmering op te heffen. Begin 2021 werd de verplichting inzake veiligheidsbeoordelingsrapporten opgeheven en om zijn wetgeving volledig in overeenstemming te brengen met de EU-regels heeft Turkije een nieuw wetsontwerp opgesteld. Dit ontwerp is ter beoordeling aan de Commissie voorgelegd.


... terwijl andere handelsbelemmeringen zijn opgelost in het multilaterale kader van de WTO en haar Comités ...

De EU treedt namens de 27 lidstaten op en blijft een drijvende kracht binnen de WTO. Zij neemt actief deel aan alle Comités (bv. voor SPS-maatregelen en TBT), die vaak het kader vormen waarin aanhoudende door andere leden opgelegde markttoegangsbelemmeringen aan de orde worden gesteld en een oplossing dienaangaande wordt gezocht. Deze Comités bieden ook de mogelijkheid om in het kader van de kennisgevingsprocedures voor SPS-maatregelen en TBT rechtstreeks bij derde landen opmerkingen in te dienen over nieuwe maatregelen voordat deze in werking treden.

Enkele voorbeelden van succesvolle interactie op multilateraal niveau in 2021:

·Korea — Ballastwaterbehandelingssysteem: na meer dan twee jaar werk in het WTO-Comité voor TBT heeft Korea typegoedkeuringscertificaten afgegeven aan een EU-fabrikant van ballastwaterbehandelingssystemen. Hierdoor kan het bedrijf deze systemen op onder de Koreaanse vlag varende schepen installeren teneinde de verspreiding van invasieve soorten te voorkomen en zo de veiligheid op zee te garanderen en het milieu te beschermen.


·Saudi-Arabië — Verplichte houdbaarheidsdata voor diverse levensmiddelen: in 2021 kondigde Saudi-Arabië via de WTO-kennisgevingsprocedure voor SPS-maatregelen aan dat het voornemens was verplichte houdbaarheidsdata voor consumptie-eieren (60 dagen) en bevroren pluimveevleesproducten (3 maanden) vast te stellen. De EU heeft opmerkingen ingediend waarin Saudi-Arabië werd verzocht om de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van houdbaarheidsdata binnen een bepaald bereik bij de bedrijfsexploitanten te leggen, zodat een hoog beschermingsniveau wordt gehandhaafd en al te omslachtige administratieve procedures worden vermeden. De Saudi-Arabische autoriteiten hebben de uitvoering van het voornemen opgeschort in afwachting van verder onderzoek.

43.

... en in specifieke gevallen bood de verordening inzake handelsbelemmeringen een juridische weg om handelsbelemmeringen in Mexico en Saudi-Arabië aan te pakken


De verordening inzake handelsbelemmeringen (Trade Barriers Regulation — TBR) is een rechtsinstrument waarmee belanghebbenden in de EU (bedrijven, bedrijfstakken, verenigingen en lidstaten) klachten kunnen indienen over handelsbelemmeringen in derde landen. Als de klacht aan de ontvankelijkheidscriteria voldoet, beoordeelt de Commissie of de vermeende belemmering inderdaad een schending van de internationale handelsregels vormt en of de EU moet optreden.

·In het Tequila-verslag 88 concludeerden de diensten van de Commissie dat, aangezien de Mexicaanse maatregel aanleiding gaf tot bezorgdheid over de naleving van de WTO-regels, het toezicht op deze maatregel moest worden voortgezet. Tegen de achtergrond van dit verslag werd een voor beide partijen aanvaardbare oplossing gevonden, werd de desbetreffende uitvoer van tequila hervat en trok de klager de klacht in (de procedure op grond van de verordening inzake handelsbelemmeringen werd formeel beëindigd in februari 2022). De zaak laat zien hoe het gebruik van snelle en doeltreffende instrumenten voor de handhaving van de handelsregels kan bijdragen tot het vinden van wederzijds aanvaardbare oplossingen voor handelsbelemmeringen.


·In 2021 hebben de diensten van de Commissie ook hun onderzoek afgerond naar de Saudi-Arabische maatregelen ter beperking van de markttoegang voor keramische tegels uit de EU. In het verslag betreffende Saudi-Arabië 89 concludeerden de diensten van de Commissie dat veel aspecten van deze nieuwe Saudi-Arabische technische voorschriften en de wijze waarop zij worden uitgevoerd aanleiding gaven tot ernstige bezorgdheid over de naleving van het WTO-recht, en dat de diensten met Saudi-Arabië zouden overleggen om ervoor te zorgen dat deze belemmeringen snel en efficiënt worden opgeheven. Dit overleg was eind 2021 nog steeds gaande en heeft ertoe geleid dat Saudi-Arabië in maart 2022 een aantal toezeggingen heeft gedaan om aan de verzoeken van de EU tegemoet te komen. De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van deze toezeggingen.


44.

D. Het markttoegangspartnerschap aan het werk en het effect ervan in 2021


Bij de aanpak van handelsbelemmeringen werkt de Commissie nauw samen met de lidstaten en Europese bedrijfsorganisaties in diverse fora, zoals:

·het Raadgevend Comité markttoegang (MAAC) 90 : dit is het centrale discussieforum waar de diensten van de Commissie, ambtenaren van de lidstaten en vertegenwoordigers van meer dan 50 EU-bedrijfsverenigingen uit alle sectoren maandelijks bijeenkomen;


·de sectorale Werkgroepen markttoegang (MAWG): dit zijn werkgroepen die eenmaal per jaar bijeenkomen en dezelfde structuur volgen als de MAAC, terwijl de besprekingen door de sector worden aangestuurd. Momenteel zijn er MAWG’s voor zeven sectoren (SPS-kwesties, elektronica en ICT, medische hulpmiddelen, farmaceutische producten, wijn en gedistilleerde dranken, textiel, auto’s en banden).

Figuur 10 toont het brede scala van sectoren die profiteren van de inspanningen die in deze en andere fora worden geleverd om de markttoegang voor EU-bedrijven in derde landen te verbeteren. Net als in de voorgaande jaren tussen 2016 en 2020, zijn in 2021 de meeste handelsbelemmeringen opgelost in de sector landbouw en visserij (17), goed voor bijna 40 % van alle opgeloste belemmeringen.


45.

Figuur 10: Aantal opgeloste belemmeringen per sector (2021)



Horizontale maatregelen, d.w.z. sectoroverschrijdende belemmeringen, waren in 2021 de op een na grootste categorie van opgeloste belemmeringen, terwijl in de sector textiel en leder vier belemmeringen zijn opgelost. Het aantal opgeloste belemmeringen voor de andere sectoren bleef daarentegen relatief stabiel tussen 2016 en 2020, met enkele kleine variaties van jaar tot jaar.

Algemeen genomen blijkt uit een door DG Handel uitgevoerde econometrische analyse dat de opheffing van een aantal belemmeringen tussen 2015 en 2020 ervoor heeft gezorgd dat de uitvoer uit de EU in 2021 7,2 miljard EUR hoger lag dan wanneer de belemmeringen nog van kracht waren geweest. Dit is 1,8 miljard EUR meer dan in 2020 (toen het wegnemen van belemmeringen in de periode 2014-2019 5,4 miljard EUR extra aan EU‑uitvoer heeft opgeleverd) en is een duidelijke indicatie van de directe voordelen die voortvloeien uit de uitvoerings- en handhavingsinspanningen van de Commissie, de lidstaten en het bedrijfsleven in het kader van het markttoegangspartnerschap.


IV.2 Het centrale toegangspunt voor klachten


DG Handel heeft op 16 november 2020 het centrale toegangspunt gelanceerd om de melding van nieuwe (of potentiële) handelsbelemmeringen of inbreuken op duurzaamheidsverbintenissen (in het kader van het TSD-hoofdstuk of het stelsel van algemene preferenties (SAP)) te vergemakkelijken. Ten eerste is er met het centrale toegangspunt nu één contactpunt voor belanghebbenden. Ten tweede heeft het centrale toegangspunt gezorgd voor een efficiëntere beoordeling van nieuwe kwesties en voor snellere beslissingen over de passende follow-up binnen de Commissie. Onder leiding van de hoge ambtenaar voor handhaving van de handelsregels (CTEO) coördineert het centrale toegangspunt de beoordeling van de klachten en stelt het “caseteams” binnen de diensten van de Commissie samen.

Voordat een klacht wordt geformaliseerd, heeft het centrale toegangspunt veelvuldig contact met potentiële klagers. Klachten kunnen online worden ingediend via een van de twee klachtenformulieren — een voor markttoegangskwesties en een voor TSD/SAP-gerelateerde kwesties. De formulieren zijn rechtstreeks te vinden op het platform Access2Markets 91 en zijn ontworpen om het centrale toegangspunt de nodige informatie te verstrekken om samen met andere diensten van de Commissie en handelsteams in de EU-delegaties een eerste beoordeling van de kwestie te maken en dienovereenkomstig follow-upmaatregelen te nemen. Indien meer informatie of het advies van andere internationale organisaties (bv. de IAO voor handels- en arbeidsvraagstukken) nodig is, zal het centrale toegangspunt rechtstreeks met de klager contact opnemen. De klager wordt op de hoogte gehouden van de voortgang van het dossier.

Zodra alle informatie is verzameld, zal het aangewezen caseteam de klacht beoordelen en passende follow-upmaatregelen voorstellen om het probleem op te lossen. Als het centrale toegangspunt geen officiële klacht ontvangt, behoudt de Commissie zich toch het recht voor om op eigen initiatief actie te ondernemen — de zogenaamde ambtshalve procedure.

46.

VOORBEELD: Klacht over beperkingen van EU-uitvoer van schoeisel naar India



Begin 2021 is via het centrale toegangspunt een klacht ontvangen over Quality Control Orders (beschikkingen inzake kwaliteitscontrole — QCO’s) voor schoeisel in India. QCO’s vormen een bekende uitdaging voor EU-bedrijven die naar India willen uitvoeren en zij hebben gevolgen voor talrijke verschillende sectoren. Met de klacht kreeg de Commissie echter kennis van nieuwe QCO’s in nog een andere sector, namelijk schoeisel. Na ontvangst van de klacht heeft het centrale toegangspunt daarom contact opgenomen met de klager om meer informatie in te winnen en de lacunes in het oorspronkelijke klachtenformulier op te vullen. Het centrale toegangspunt heeft vervolgens een caseteam met deskundigen van geografische en sectorale eenheden samengesteld om de klacht in detail te beoordelen. Ook de EU-delegatie in New Delhi werd rechtstreeks bij de beoordeling betrokken. De conclusie was duidelijk: bij inwerkingtreding zouden de QCO’s voor schoeisel een handelsbelemmering voor EU-bedrijven vormen. De belemmering werd daarom geregistreerd in Access2Markets. In het voorjaar van 2022 deed zich een positieve ontwikkeling voor toen de inwerkingtreding van de QCO’s werd uitgesteld tot 2023, wat in het voordeel was van EU-exporteurs. De Commissie blijft werken aan een volledige oplossing van de kwestie.


47.

Het centrale toegangspunt in cijfers


2021 was het eerste volledige jaar waarin het centrale toegangspunt volledig operationeel was. In totaal werd 61 keer contact opgenomen met het centrale toegangspunt in verband met potentiële handelsbelemmeringen of potentiële inbreuken op de duurzaamheidsverbintenissen van derde landen. Die contacten hebben uiteindelijk geleid tot 33 klachten die zijn ingediend via het portaal Access2Markets. Al deze klachten hadden betrekking op markttoegangskwesties. Tijdens enkele bijeenkomsten met belanghebbenden die aan de indiening van de klachten voorafgingen, kwamen weliswaar duurzaamheidskwesties aan de orde, maar tijdens de verslagperiode heeft geen enkele daarvan geleid tot een formele klacht 92 .

De overgrote meerderheid van de klachten (30) is ingediend door het EU-bedrijfsleven (15 klachten zijn rechtstreeks door EU-bedrijven ingediend, 12 door Europese brancheorganisaties en 3 door nationale brancheorganisaties). Slechts drie klachten kwamen van lidstaten.

De klachten hadden betrekking op markttoegangsbelemmeringen bij 21 EU-handelspartners en waren afkomstig uit alle geografische regio’s. Zoals uit figuur 11 blijkt, had echter meer dan een derde van alle in 2021 ontvangen klachten betrekking op het zuidelijk nabuurschap, het Midden-Oosten, Turkije, Rusland en Centraal-Azië, terwijl slechts één klacht betrekking had op de Noord-Amerikaanse regio.

48.

Figuur 11: Via het centrale toegangspunt ontvangen klachten per regio



V. Bilaterale en multilaterale handhaving van handelsverbintenissen: geschillenbeslechting 93


Werkzaamheden op het gebied van uitvoering, het voorkomen van potentiële belemmeringen en het aanpakken van feitelijke belemmeringen voordat ze verankerd raken, staan centraal in de aanpak van de Commissie betreffende uitvoering en handhaving. Om zo doeltreffend mogelijk te zijn, worden deze upstreamwerkzaamheden ondersteund door waar nodig juridische procedures in te leiden.


V.1 Gebruik van geschillenbeslechting


49.

A. WTO-geschillenbeslechting


Zelfs nu de WTO-beroepsinstantie nog steeds geblokkeerd is, heeft de EU haar geschillenbeslechtingswerkzaamheden binnen de WTO voortgezet ...

Sinds december 2019 kan de WTO-beroepsinstantie geen beroepen meer behandelen wegens een blokkering van de benoemingen. Het blijft een topprioriteit voor de EU om een duurzame oplossing voor deze situatie te vinden.

Ondanks het feit dat de verlamming van de Beroepsinstantie een bedreiging vormt voor de bindende beslechting van WTO-geschillen, heeft de EU tijdens de verslagperiode goede vooruitgang geboekt in steeds meer WTO-geschillen. De MPIA 94 heeft tot deze vooruitgang bijgedragen en is een belangrijk onderdeel van de strategie van de EU met betrekking tot de situatie van de Beroepsinstantie. Eind april 2022 had de MPIA 25 deelnemers, zodat 52 van de 164 WTO-leden onder de regeling vielen. Indien de EU een WTO-geschil heeft met een WTO-lid dat ervoor kiest niet deel te nemen aan de MPIA, kan zij als alternatief en voor zover mogelijk een ad-hocovereenkomst inzake arbitrage en beroep voor dat geschil sluiten op basis van het MPIA-model. Dienovereenkomstig heeft de EU in maart 2022 met Turkije ad-hocovereenkomsten inzake arbitrage en beroep gesloten in twee WTO-geschillen (DS583 en DS595, zie hieronder). Door overeenstemming te bereiken over arbitrage- en beroepsprocedures hebben de EU en Turkije ervoor gezorgd dat voor beide zaken een bindende, tweelagige en onafhankelijke geschillenbeslechting bij de WTO kon worden voortgezet.


Tijdens de verslagperiode heeft de EU vooruitgang geboekt bij onder meer de volgende geschillen 95 :

·VS – rijpe olijven (DS577) — Dit geschil betreft de compenserende rechten die in 2018 door de vorige Amerikaanse regering zijn ingesteld op de invoer van rijpe olijven uit Spanje. Op 19 november 2021 oordeelde het panel dat deze compenserende rechten onrechtmatig zijn volgens de WTO-regels. Het verslag werd bindend in december 2021, nadat het zonder beroep in de WTO was aangenomen. De partijen kwamen overeen dat 14 januari 2023 de redelijke termijn is waarbinnen de VS het verslag zouden moeten uitvoeren.


·Turkije — farma (DS583) — Dit geschil betreft de betwisting door de EU van bepaalde Turkse maatregelen ten aanzien van ingevoerde farmaceutische producten. In het panelverslag van 28 april 2022 werden alle vorderingen in het voordeel van de EU beslecht. Tevens werd geconcludeerd dat Turkije producenten van farmaceutische producten er niet toe kan verplichten om hun productie naar Turkije te verplaatsen opdat hun producten in aanmerking komen voor vergoeding door de socialezekerheidsstelsels in Turkije. Turkije kan bij de beoordeling van verzoeken om terugbetaling en handelsvergunningen evenmin voorrang geven aan binnenlandse farmaceutische producten boven ingevoerde farmaceutische producten. Het beroep van Turkije tegen dit panelverslag wordt krachtens de WTO-regels behandeld in overeenstemming met de (bovengenoemde) ad-hocovereenkomst inzake arbitrage en beroep die met Turkije is gesloten. Deze overeenkomst garandeert een bindende beslechting van het geschil, ook voor eventuele toekomstige geschillen op het gebied van naleving.


·Turkije — vrijwaringsmaatregelen voor staalproducten (DS595) — Dit geschil betreft de EU-vrijwaringsmaatregel voor staalproducten die de EU in februari 2019 heeft ingesteld. Het panelverslag van 29 april 2022 was over het algemeen positief voor de EU en de belangrijkste kwesties werden in het voordeel van de EU beslecht. Belangrijk is dat het panel de WTO-regels inzake vrijwaringsmaatregelen heeft verduidelijkt en daarmee heeft bevestigd dat vrijwaringsmaatregelen kunnen worden gebruikt als antwoord op de wereldwijde staalcrisis. Het panel oordeelde dat de vrijwaringsmaatregel van de EU voor staalproducten op de meeste punten die Turkije in twijfel had getrokken, verenigbaar was met het WTO-recht, terwijl het op drie punten ook oordeelde dat de vrijwaringsmaatregel van de EU onvoldoende gerechtvaardigd was. In dit verband zal de EU de uitspraak uitvoeren nadat deze officieel binnen de WTO is aangenomen. In dit geschil heeft geen van beide partijen gebruikgemaakt van het recht om beroep in te stellen, dat werd gewaarborgd door de met Turkije gesloten ad-hocovereenkomst inzake arbitrage en beroep.


·VS – staal en aluminium (DS548 en DS559) — Eind 2021 hebben de EU en de VS, in het kader van een gezamenlijke verklaring van de EU en de VS over een “mondiale regeling inzake duurzaam staal en aluminium”, in feite twee onderlinge geschillen opgeschort: 1) DS548 betreffende aanvullende rechten die de VS hadden ingesteld op de invoer van bepaalde soorten staal en aluminium, en 2) DS559 betreffende aanvullende invoerrechten die de EU in reactie op die Amerikaanse rechten had geheven. De EU en de VS hebben de WTO-panelprocedure in beide geschillen omgezet in een WTO-arbitrageprocedure die zij vervolgens voor onbepaalde tijd hebben opgeschort met de mogelijkheid om de procedure — indien nodig — in de toekomst te hervatten. Tegelijkertijd hebben de VS toegezegd de tarieven uit hoofde van “Section 232” op de invoer van staal en aluminium uit de EU in de VS tot het vroegere handelsvolume op te heffen, en heeft de EU toegezegd de overeenkomstige EU-herbalanceringsmaatregelen tegen de VS tijdelijk op te schorten.


·VS – grote burgerluchtvaartuigen (DS316 en DS353) — Zoals vorig jaar gemeld, was de de-escalatie van de geschillen over “grote burgerluchtvaartuigen” die de EU en de VS medio juni 2021 hebben bereikt in het kader van de “overeenstemming over een samenwerkingskader voor grote burgerluchtvaartuigen” (DS316 en DS353) een verdere belangrijke stap in 2021.


Daarnaast is vooruitgang geboekt bij de panelprocedures in verschillende andere WTO-geschillen waarbij de EU betrokken is. Daaronder valt de zaak Colombia — diepgevroren frieten (DS591), waarvoor het panelverslag in de tweede helft van 2022 wordt verwacht (en dat onder de MPIA valt). Andere belangrijke voorbeelden zijn de zaak van de EU tegen India wegens buitensporige Indiase tarieven op bepaalde goederen in de sector van informatie- en communicatietechnologie (DS582) en haar geschil over het Indonesische uitvoerverbod op nikkelerts en de binnenlandse verwerkingsvoorschriften voor nikkelerts en ijzererts (DS592), alsmede twee door Indonesië en Maleisië aanhangig gemaakte defensieve zaken betreffende bepaalde biobrandstofvoorschriften in verband met palmolie (respectievelijk DS593 en DS600).


De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne vormt een grove schending van het internationaal recht en ondermijnt de internationale veiligheid en stabiliteit. Deze situatie had ook gevolgen voor de EU-activiteiten voor de handhaving van de handelsregels. In overeenstemming met de algemene aanpak die de EU ten aanzien van Rusland in internationale fora hanteert, zijn de contacten van de EU met Rusland in de WTO-geschillen tussen beide partijen gestaakt. Met name zijn de panelprocedures geschorst in het geschil dat de EU tegen Rusland aanhangig heeft gemaakt met betrekking tot diverse maatregelen ten gunste van Russische producten en diensten (DS604) en in het door Rusland aanhangig gemaakte geschil over antidumpingmaatregelen van de EU tegen bepaalde staalproducten uit Rusland (DS521).

De aanval van Rusland heeft ook gevolgen gehad voor het vermogen van Oekraïne om in een bilateraal geschil in het kader van de associatieovereenkomst van de EU met Oekraïne te voldoen aan de uitspraak van het arbitragepanel betreffende een Oekraïens verbod op de uitvoer van bepaalde soorten hout.


Een reeks nieuwe zaken bevestigt het vertrouwen van de EU in de WTO-geschillenbeslechting ...


Begin 2022 heeft de EU verschillende nieuwe WTO-geschillen aanhangig gemaakt. Hieruit blijkt de vastberadenheid van de EU om handelsverstorend gedrag te bestrijden en het vertrouwen van de EU in de WTO-geschillenbeslechting als middel daartoe.

-Egypte — invoerregistratie (DS609) — In januari 2022 heeft de EU verzocht om overleg over de Egyptische eisen inzake invoerregistratie en de gevolgen daarvan voor de invoer van bepaalde categorieën goederen uit de EU naar Egypte.


-China — goederen en diensten (DS610) — In januari 2022 heeft de EU een geschil tegen China aanhangig gemaakt over bepaalde maatregelen die van invloed zijn op de handel tussen de EU en China in goederen of diensten die afkomstig zijn uit of bestemd zijn voor Litouwen of op verschillende manieren verband houden met Litouwen, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van Litouwse onderdelen. Deze maatregelen hebben ook gevolgen voor de toeleveringsketens in de hele EU.


-China — procedeerverboden (DS611) — In februari 2022 heeft de EU opnieuw een geschillenprocedure tegen China ingesteld, ditmaal over de procedeerverboden (“anti-suit injunctions”) die door Chinese rechtbanken worden uitgevaardigd en waardoor in de EU gevestigde hightechbedrijven aanzienlijk worden benadeeld bij de handhaving van hun intellectuele-eigendomsrechten ter bescherming van hun technologieën.


-Verenigd Koninkrijk — aanbestedingen voor koolstofarme energieopwekking (DS612) — In maart 2022 heeft de EU een WTO-procedure ingeleid betreffende de maatregelen van het Verenigd Koninkrijk ter stimulering van projecten voor koolstofarme energieopwekking, voornamelijk offshore-windmolenparken. De EU stelt dat het Verenigd Koninkrijk aanvragers van financiële overheidssteun er (in de vorm van “contracts for difference” of CfD’s) toe heeft aangezet zich te verbinden tot een ambitieus percentage van lokale inhoud met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk en dit toe te passen, waardoor het ingevoerde goederen minder gunstig behandelt dan soortgelijke binnenlandse goederen. Na WTO-overleg hebben de partijen op 1 juli overeenstemming bereikt over een oplossing voor deze kwestie: het Verenigd Koninkrijk verduidelijkte dat, zowel voor de huidige als voor de toekomstige toewijzingsronden, de inhoud met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk geen enkele rol speelt bij de toewijzing van subsidies en dat de begunstigden van de CfD-regeling geen bepaald niveau van inhoud met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk hoeven te bereiken om betalingen te ontvangen. Elk verzoek om informatie over de inhoud met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk blijft uitsluitend ter informatie 96 .


50.

B. Bilaterale geschillenbeslechting


De EU heeft in 2021 geen procedures in verband met bilaterale geschillen ingesteld, maar bleef aandringen op vorderingen inzake procedures en naleving in lopende zaken ...

-Korea — arbeidsverplichtingen — Eind april 2022 liepen de besprekingen met de Republiek Korea nog over de voltooiing van de uitvoering van de uitspraak van het deskundigenpanel van januari 2021 97 , die is gewezen overeenkomstig het hoofdstuk “Handel en duurzame ontwikkeling” van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea. Korea moest met name nog de laatste van de vier betrokken fundamentele IAO-verdragen ratificeren, in het bijzonder Verdrag nr. 105 betreffende de afschaffing van dwangarbeid.


-Douane-unie van Zuidelijk Afrika — vrijwaringsmaatregelen voor pluimvee — Dit geschil valt onder de bepalingen inzake geschillenbeslechting van de bilaterale economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika. Het geschil betreft de in september 2018 ingestelde vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de EU-uitvoer van diepgevroren delen van kip met bot. Alle procedurele elementen voor de start van panelprocedures zijn uiteindelijk in de eerste helft van 2021 overeengekomen, zodat die procedures in het najaar van 2021 van start konden gaan. De hoorzitting vond plaats in maart 2022. Eind april 2022 moest nog een eindverslag worden uitgebracht als belangrijkste resterende mijlpaal in deze procedure.


-Algerije — verschillende handelsbeperkende maatregelen — Nadat de EU in maart 2021 haar arbiter had aangewezen en formeel om de instelling van een arbitragepanel had verzocht, werd het technisch overleg met Algerije met het oog op een minnelijke schikking geïntensiveerd. Begin 2022 heeft Algerije de buitensporige tarieven voor 129 producten afgeschaft. Eind april 2022 had Algerije echter nog geen vooruitgang geboekt met betrekking tot andere aspecten van het geschil.


V.2 Vernieuwing van de pools van arbiters voor geschillen in het kader van EU-overeenkomsten


Nadat de Commissie in december 2020 een oproep tot kandidaatstelling had gedaan in verband met de vernieuwing van de pool van arbiters en de afzonderlijke pool van deskundigen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling voor geschillenbeslechtingspanels in het kader van handelsovereenkomsten waarbij de EU partij is, heeft een jury van ervaren internationale rechters en academici de kandidaten onderzocht om na te gaan of zij geschikt zijn voor benoeming. De geslaagde kandidaten zijn in mei 2022 op de hoogte gebracht en de lijst is in juni 2022 gepubliceerd 98 . In overeenstemming met de “Equal Representation in Arbitration Pledge” (Engagement voor een evenwichtige vertegenwoordiging bij arbitrage) die de Commissie heeft onderschreven, zal de Commissie voortaan streven naar genderevenwicht in haar voorstellen uit die pool aan de Raad voor lijsten van arbiters en deskundigen, alsook bij de benoeming van arbiters of deskundigen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling in specifieke geschillen.

(1)

Het eerste verslag werd gepubliceerd op 27 oktober 2021 en is hier beschikbaar: https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=COM(2021)654&lang=nl

(2)

Informatie over de rol van de CTEO is hier te vinden: https://policy.trade.ec.europa.eu/enforcement-and-protection/chief-trade-enforcement-officer_nl

(3)

https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/d41271f9-a025-42b2-b5dd-e318430d510d/details?download=true

(4)

Commissie/DG Handel; webpagina Toepassing en handhaving: https://policy.trade.ec.europa.eu/enforcement-and-protection/implementing-and-enforcing-eu-trade-agreements_nl

(5)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=comnat:COM_2022_0470_FIN

(6)

De laatste watchlist inzake namaak en piraterij is gepubliceerd op 14 december 2020 en is hier beschikbaar: https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2020/december/tradoc_159183.pdf

(7)

Het meest recente IER-verslag is hier beschikbaar: https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/april/tradoc_159553.pdf

(8)

https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=COM(2022)433&lang=nl

(9)

https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=COM(2022)434&lang=nl

(10)

Het meest recente verslag over de toepassing van de SAP-verordening is op 10 februari 2020 gepubliceerd: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?fromTab=ALL&from=DE&uri=CELEX%3A52020JC0003

(11)

Deze handelsovereenkomsten omvatten de 38 overeenkomsten die in het werkdocument van de diensten van de Commissie van 2022 zijn vermeld, alsmede de handelsovereenkomsten met Andorra, de Faeröer, IJsland, Liechtenstein en San Marino. Een kaart van alle door de EU gesloten handelsovereenkomsten is hier beschikbaar: https://circabc.europa.eu/ui/group/09242a36-a438-40fd-a7af-fe32e36cbd0e/library/0e05d6f3-64f5-4661-ae0c-aefb68094d19/details

(12)

Dit verslag heeft alleen betrekking op “preferentiële” handelsovereenkomsten die in 2021 zijn toegepast. In dit verslag verwijst “preferentieel” naar overeenkomsten die een vrijhandelszone instellen of de handel in diensten liberaliseren en die derhalve zijn vrijgesteld van het meestbegunstigingsbeginsel uit hoofde van de GATT en de GATS.

(13)

https://ec.europa.eu/info/publications/annual-report-implementation-and-application-trade-and-cooperation-agreement-between-european-union-and-united-kingdom-great-britain-and-northern-ireland_nl

(14)

De Handels- en Technologieraad is in juni 2021 in het leven geroepen: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_21_2990

(15)

https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/nl/home

(16)

https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/content/single-entry-point-0

(17)

De eerste klacht over handel en duurzame ontwikkeling (Trade and Sustainable Development — TSD) werd in mei 2022 ingediend. Deze klacht wordt in dit verslag echter niet behandeld.

(18)

Verordening (EU) 2015/1843 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot vaststelling van procedures van de Unie op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Unie ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (codificatie) (PB L 272 van 16.10.2015, blz. 1); https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex%3A32015R1843


(19)

Zie Non-paper van de diensten van de Commissie: “Feedback and way forward on improving the implementation and enforcement of TSD Chapters in EU Free Trade Agreements of 26 February 2018 (Feedback en verdere stappen ter verbetering van de uitvoering en handhaving van hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling in vrijhandelsovereenkomsten van de EU van 26 februari 2018):

trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/february

Zie voor meer informatie over de TSD-evaluatie: https://policy.trade.ec.europa.eu/development-and-sustainability/sustainable-development/sustainable-development-eu-trade-agreements_en#tsd-review-2021

(20)

https://circabc.europa.eu/ui/group/8a31feb6-d901-421f-a607-ebbdd7d59ca0/library/8c5821b3-2b18-43a1-b791-2df56b673900/details

(21)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex%3A52021PC0579

(22)

De tekst van de verordening is hier beschikbaar: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32022R1031

(23)

Voorstel van 5 mei 2021 voor een verordening betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren; COM(2021) 223 final; zie https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52021PC0223

(24)

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex%3A52021PC0775

(25)

https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/7103f3c9-2dc5-4bc5-be52-210c133802ca/details?download=true

(26)

Dit zijn de 67 partners die in het jaarverslag van 2021 worden genoemd, plus het Verenigd Koninkrijk, Vietnam, Andorra, de Faeröer, IJsland, Liechtenstein en San Marino.

(27)

Deze 44 % (blauwe sector in het cirkeldiagram) omvat ook Mexico en Chili, waarmee de EU de bestaande handelsovereenkomsten toepast, in afwachting van de ratificatie van de gemoderniseerde overeenkomsten.

(28)

Naast Nieuw-Zeeland en de Mercosur-partners (Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay) zijn dit: Benin, Burkina Faso, Burundi, Gambia, Guinee, Guinee-Bissau, Haïti, Kaapverdië, Kenia, Liberia, Mali, Mauritanië, Niger, Nigeria, Rwanda, Senegal, Sierra Leone, Tanzania, Togo en Uganda (stand van zaken per juli 2022); zie ook: https://policy.trade.ec.europa.eu/eu-trade-relationships-country-and-region/negotiations-and-agreements_nl

(29)

Verordening (EU) nr. 511/2011 (PB L 145 van 31.5.2011, blz. 19); https://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/ALL/?uri=CELEX:32011R0511

(30)

Verordening (EU) nr. 19/2013 (PB L 17 van 19.1.2013, blz. 1); https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32013R0019

(31)

Verordening (EU) nr. 20/2013 (PB L 17 van 19.1.2013, blz. 13); https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32013R0020

(32)

https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=International_trade_in_services

(33)

Het Verenigd Koninkrijk is niet inbegrepen, aangezien het in 2020 als derde land geen preferentiële handelspartner was.

(34)

www.wto.org/english/tratop_e/serv_e/jsdomreg_e">https://www.wto.org/english/tratop_e/serv_e/jsdomreg_e#:~:text=On%202%20December%202021%2C%2067,do%20business%20in%20foreign%20markets

(35)

Zie ook de studie “Time to Preference” van L. Nilsson (DG Handel/Team van de Hoofdeconoom), waarin de CETA en de vrijhandelsovereenkomst van de EU met Zuid-Korea als voorbeeld wordt aangevoerd om licht te werpen op het effect van tijd op de benutting van preferenties en waarbij wordt gewezen op het belang dat bedrijven tijdens de eerste 21 maanden kennis nemen van de voordelen en er gebruik van maken: https://circabc.europa.eu/ui/group/50a0487d-086a-4a75-a1ff-92bdd2ec2c4b/library/56ade566-d915-493a-acd2-b31b9dc397cc/details

(36)

https://ec.europa.eu/taxation_customs/customs-4/international-affairs/third-countries/united-kingdom/new-import-formalities-bring-goods-eu-uk-1-january-2022_nl

(37)

www.eu-vietnam-fta-sme-guide.eu/">https://www.eu-vietnam-fta-sme-guide.eu/

(38)

Latin America IPKEY

(39)

IP-Key-LA_Impact-Study-Mexico-2020_Report.pdf (ipkey.eu)

(40)

www.gov.uk/government/publications">https://www.gov.uk/government/publications

(41)

In 2022 zijn de TSD-comités met Georgië, Moldavië en Oekraïne tijdelijk uitgesteld vanwege de crisis in Oekraïne.

(42)

https://policy.trade.ec.europa.eu/eu-trade-relationships-country-and-region/transparency-eu-trade-negotiations_nl

(43)

https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/august/tradoc_159774.pdf

(44)

Het werkdocument van de diensten van de Commissie bij dit verslag bevat voorbeelden van de wijze waarop de EU-delegaties handelsbelemmeringen via handelsgebonden hulpverlening aanpakken.

(45)

https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/57b9a87f-3865-11ec-8daf-01aa75ed71a1/language-en

(46)

https://international-partnerships.ec.europa.eu/policies/sustainable-growth-and-jobs/economic-integration-trade-and-connectivity_en#mapping-of-eu-aft-activities-in-partner-countries

(47)

Zie Non-paper van de diensten van de Commissie: “Feedback and way forward on improving the implementation and enforcement of TSD Chapters in EU Free Trade Agreements of 26 February 2018” (Feedback en verdere stappen ter verbetering van de uitvoering en handhaving van hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling in vrijhandelsovereenkomsten van de EU van 26 februari 2018):

trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/february

Zie voor meer informatie over de TSD-evaluatie: https://policy.trade.ec.europa.eu/development-and-sustainability/sustainable-development/sustainable-development-eu-trade-agreements_en#tsd-review-2021

(48)

https://circabc.europa.eu/ui/group/8a31feb6-d901-421f-a607-ebbdd7d59ca0/library/8c5821b3-2b18-43a1-b791-2df56b673900/details

(49)

Link naar de bijgewerkte richtsnoeren voor het centrale toegangspunt: https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/f00caa15-b3d3-4025-8823-c43ca069ffee/details

(50)

www.eesc.europa.eu/sites/default/files/files">https://www.eesc.europa.eu/sites/default/files/files

(51)

Verantwoord ondernemerschap in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied: https://mneguidelines.oecd.org/rbclac.htm

(52)

www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_dialogue">https://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/---ed_dialogue

(53)

www.ilo.org/global/standards/WCMS_697996/lang--en">https://www.ilo.org/global/standards/WCMS_697996/lang--en

(54)

Plattelandsontwikkeling en empowerment van de gemeenschapsraden van het departement Chocó door duurzaam gebruik van natuurlijke en minerale hulpbronnen: www.unido.org/news">https://www.unido.org/news

(55)

www.eu-japan.eu/events">https://www.eu-japan.eu/events

(56)

https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/january/tradoc_159352.pdf

(57)

https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/fab9bddd-9106-11eb-b85c-01aa75ed71a1

(58)

https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/november/tradoc_159894.pdf

(59)

https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/79f623fa-aa5c-11ec-83e1-01aa75ed71a1/language-en/format-PDF/source-254167460

(60)

In 2021 werden de volgende landen toegevoegd: Antigua en Barbuda, Comoren, Dominica, Eswatini (Swaziland), Grenada, Lesotho, de bezette Palestijnse Gebieden, Seychellen, Saint Kitts en Nevis, Saint Vincent, Suriname, Samoa en Salomonseilanden. De verslaglegging over de Midden-Amerikaanse overeenkomst omvat nu afzonderlijke bladzijden in plaats van één bladzijde voor de betrokken partner.

(61)

https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/content/how-use-my-trade-assistant-procurement

(62)

De assistent heeft betrekking op drie wijzen van verlening: grensoverschrijdende dienstverlening, commerciële aanwezigheid en verkeer van beroepsbeoefenaren.

(63)

www.youtube.com">https://www.youtube.com

(64)

Er is overeenstemming bereikt over een kmo-aanbeveling met Canada. De EPO EU-Japan en de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK bevatten kmo-hoofdstukken, evenals de overeenkomst met Mercosur en de gemoderniseerde overeenkomst met Mexico. Kmo-hoofdstukken maken ook deel uit van de onderhandelingen met Chili, Indonesië, Australië en Nieuw-Zeeland.

(65)

Aanbeveling van het Gemengd Comité van de CETA voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) (europa.eu)

(66)

Circabc (europa.eu)

(67)

Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen de EU en Canada (CETA) — Rondetafelconferentie met kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) ter gelegenheid van de vierde verjaardag van de CETA — Handel — Europese Commissie (europa.eu)

(68)

https://circabc.europa.eu/ui/group/09242a36-a438-40fd-a7af-fe32e36cbd0e/library/9a618439-ce4b-4759-ac4b-d0d9a7f0051b/details

(69)

www.eu-japan.eu/publications">EPO-handboek — een gids voor Europese kmo’s over de invoer van Japanse producten www.eu-japan.eu/publications">EU-Japan

(70)

www.eu-japan.eu/publications">EPO-uitvoerhandboek — een gids voor Europese kmo’s over de uitvoer naar Japan www.eu-japan.eu/publications">EU-Japan

(71)

www.eu-japan.eu/epa-helpdesk">EPA Helpdesk www.eu-japan.eu/epa-helpdesk">EU-Japan

(72)

Zie bijvoorbeeld het “Matchmaking”-evenement dat in maart 2022 is georganiseerd rond het thema groene transitie: www.eu-japan.eu/sites/default/files/presentations">https://www.eu-japan.eu/sites/default/files/presentations

(73)

www.eusmecentre.org.cn/">https://www.eusmecentre.org.cn/

(74)

Informatie over het EEN is hier beschikbaar: https://een.ec.europa.eu/ Het netwerk, dat wordt medegefinancierd uit het Cosme-programma van de EU, is actief in meer dan 60 landen en brengt 3 000 deskundigen uit 600 partnerorganisaties bijeen. De doelstelling van het EEN is om kleine en middelgrote ondernemingen bij internationale activiteiten te ondersteunen.

(75)

Informatie over de oproep is beschikbaar op de website van Eismea, het EU-agentschap dat verantwoordelijk is voor alle activiteiten van de Europese Innovatieraad (EIC) en de programma’s voor kleine en middelgrote ondernemingen: https://eismea.ec.europa.eu/index_en

(76)

https://eboworldwide.eu/


(77)

Verklaring over het belang van mkmo’s in tijden van COVID, 14 mei 2020: COVID-19: WTO-verklaring over het belang van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (mkmo’s) (europa.eu)

(78)

www.wto.org/english/news_e/news20_e">WTO www.wto.org/english/news_e/news20_e">2020 Nieuwsberichten — Pakket van goedgekeurde verklaringen en aanbevelingen om kleine bedrijven te helpen wereldwijd handel te drijven

(79)

De handelsfacilitatieovereenkomst is op 22 februari 2017 in werking getreden: www.wto.org/english/docs_e/legal_e/tfa-nov14_e">WTO www.wto.org/english/docs_e/legal_e/tfa-nov14_e">legal texts - Agreement on Trade Facilitation

(80)

De databank is hier te vinden: www.wto.org/english/tratop_e/msmesandtra_e">WTO www.wto.org/english/tratop_e/msmesandtra_e">Informatie over mkmo’s in de toetsing van het handelsbeleid

(81)

https://docs.wto.org/dol2fe/Pages/SS/directdoc.aspx?filename=q:/WT/MIN22/4.pdf&Open=True

(82)

Het SAP maakt geen deel uit van dit verslag, maar valt onder een afzonderlijke verslaglegging.

(83)

https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/nl/barriers

(84)

51.

Een volledige lijst van nieuwe belemmeringen die zijn gemeld en belemmeringen die in 2021 zijn opgelost, is te vinden in het werkdocument


van de diensten van de Commissie: https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/d41271f9-a025-42b2-b5dd-e318430d510d/details?download=true

(85)

Link naar het verslag van 2020: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2021:0654:FIN

(86)

Nieuwe belemmeringen zijn de belemmeringen die in 2021 in Access2Markets zijn geregistreerd.

(87)

Het verslag van de Commissie aan het TBR-Comité kan hier worden geraadpleegd: https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/may/tradoc_159563.pdf

(88)

Het verslag van de Commissie aan het TBR-Comité kan hier worden geraadpleegd: https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/may/tradoc_159564.pdf

(89)

In navolging van de besprekingen op het hoofdkantoor organiseren enkele EU-delegaties ook regelmatig besprekingen waarbij zowel de lidstaten als het bedrijfsleven (en soms ook de autoriteiten van de partnerlanden) betrokken zijn.


(90)

Klachtenformulier voor markttoegangskwesties: https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/contact-form?type=COMPL_MA

Klachtenformulier voor TSD/SAP-gerelateerde kwesties: https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/contact-form?type=COMPL_TSD_GSP

(91)

Een eerste klacht werd in mei 2020 ingediend door een Nederlandse ngo in verband met de naleving door Colombia en Peru van bepaalde IAO-arbeidsbepalingen in het kader van de handelsovereenkomsten met de EU. Die klacht wordt niet behandeld in dit verslag.

(92)

Voor een gedetailleerde samenvatting van met name WTO-zaken waarbij de EU als klager of verweerder betrokken is en van zaken in het kader van de bilaterale overeenkomsten van de EU, zie de meest recente uitgave van het “Overzicht van de actieve geschillenbeslechtingszaken van de EU”, gepubliceerd op de website van DG Handel ( https://ec.europa.eu/trade/policy/accessing-markets/dispute-settlement/ ).

(93)

Deze regeling, die in april 2020 bij de WTO is aangemeld, zorgt ervoor dat de deelnemende WTO-leden, ook al is de Beroepsinstantie vleugellam, in hun onderlinge geschillen verder een beroep kunnen doen op een bindende, tweelagige en onafhankelijke arbitrage volgens de WTO-regels. Elk WTO-lid kan tot de MPIA toetreden zolang de Beroepsinstantie niet in staat is volledig te functioneren.

(94)

Voor een gedetailleerde samenvatting van met name WTO-zaken waarbij de EU als klager of verweerder betrokken is en van zaken in het kader van de bilaterale overeenkomsten van de EU, zie de meest recente uitgave van het “Overzicht van de actieve geschillenbeslechtingszaken van de EU”, gepubliceerd op de website van DG Handel: https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/february/tradoc_159429.pdf

(95)

https://policy.trade.ec.europa.eu/news/eu-and-uk-agree-way-forward-wto-dispute-concerning-uks-green-energy-subsidy-scheme-2022-07-01_nl


(96)

Het panelverslag is op 20 januari 2021 uitgebracht en is hier beschikbaar: https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/january/tradoc_159358.pdf


(97)

https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/3b8c3460-b8f5-4bd2-8e32-08b68cf4d834