Toelichting bij COM(2022)549 - Bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, de uitwisseling van gas over de grenzen heen en betrouwbare prijsbenchmarks

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

2.

Reageren op een veranderende context


De aanvalsoorlog die Rusland zonder aanleiding tegen Oekraïne is begonnen, en het feit dat Rusland de energievoorziening als wapen gebruikt, hebben aangetoond hoe afhankelijk de Unie is van Russische fossiele brandstoffen, en hebben onze instrumenten ter waarborging van de voorzieningszekerheid op de proef gesteld en de energieprijzen opgedreven tot ongekend hoge niveaus.

Het afgelopen jaar heeft de Commissie verschillende initiatieven voorgesteld en uitgevoerd, waarbij de focus geleidelijk is verschoven van het bieden van richtsnoeren aan de lidstaten naar het uittekenen van een geïntegreerde strategie voor voorzieningszekerheid 1 , waar nodig op basis van rechtsinstrumenten. Daarbij ging het meest recentelijk om de noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen 2 , met onder meer een gecoördineerde reductie van de vraag naar elektriciteit (met name in piekuren), een verbeterd instrumentarium van de lidstaten om consumenten en bedrijven te beschermen tegen hoge energieprijzen, en een solidariteitsbijdrage van de fossielebrandstoffensector.


Naar aanleiding van de REPowerEU-mededeling hebben de Commissie en de lidstaten aangedrongen op de oprichting van een EU-Energieplatform 3 om de voorzieningszekerheid te waarborgen. Vanuit onderlinge solidariteit moet dit platform de lidstaten en de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap en hun gasbedrijven helpen extra leveringen van vloeibaar aardgas (lng) en pijpleidinggas te verkrijgen ter vervanging van ontbrekende gasleveringen uit Rusland.

3.

De noodzaak van verdere noodmaatregelen


De huidige situatie veroorzaakt economische en sociale ellende en legt een zware last op de burgers en de economie. Door de oplopende energiekosten krijgen burgers te maken met een lagere koopkracht 4 en verliezen bedrijven aan concurrentievermogen 5 . Het tekort aan gas- en elektriciteitsvoorziening en de relatief inelastische vraag naar energie hebben geleid tot significante stijgingen en volatiliteit van de gas- en elektriciteitsprijzen in de EU. Nationale maatregelen om deze ontwikkelingen tegen te gaan, zouden kunnen leiden tot versnippering van de interne markt en bieden geen garantie op solidariteit.


Tegelijk hebben de inzet van de gasvoorziening als wapen en de manipulatie van de markten door de Russische Federatie door opzettelijke verstoringen van de gasstromen de energieprijzen in de Unie omhoog doen schieten, waardoor niet alleen de economie van de Unie in gevaar komt maar ook de voorzieningszekerheid ernstig wordt ondermijnd. Daarom is een gecoördineerd en snel antwoord van de EU nodig. De Russische gasleveringen zijn aanzienlijk gedaald: in september 2022 was 9 % van ons leidinggas afkomstig uit Rusland, met lng erbij 14 %, tegenover respectievelijk 41 % en 45 % in 2021. De kennelijke sabotage van de Nord Stream 1-pijpleiding vergroot de noodzaak om de gasvolumes uit Rusland snel en op duurzame basis te vervangen. Naast vraagreductie, energie-efficiëntiemaatregelen en de toename van hernieuwbare energiebronnen, zullen de leveringstekorten moeten worden weggewerkt door equivalente gasvolumes, en voornamelijk lng, aan te kopen bij andere leveranciers.

In vergelijking met deze winter zouden ondernemingen voor de winter van 2023/2024 ernstige moeilijkheden kunnen ondervinden met twee extra uitdagingen in verband met het vullen van gasopslagplaatsen. Ten eerste is het, gezien de huidige politieke situatie, zeer waarschijnlijk dat er minder, en hoogstwaarschijnlijk geen pijpleidinggas uit Rusland aan de EU zal worden geleverd. Ten tweede zal het doel zijn om 90 % van de gasopslagcapaciteit van de EU aan te vullen, terwijl dat voor deze winter 80 % is, zoals bepaald in de gasopslagverordening (Verordening (EU) 2022/1032). In deze situatie, en voortbouwend op bestaande wetgeving en andere initiatieven, zouden bundeling van de vraag in de EU en gezamenlijke aankopen van nut kunnen zijn om de lidstaten te helpen de in de gasopslagverordening vastgelegde vultrajecten en -doelstellingen te behalen.

4.

Doelstellingen van dit voorstel


De Commissie stelt bijgevolg deze noodverordening voor, die tot doel heeft de impact op de gasprijs te verminderen door in te spelen op vraag en aanbod 6 , de voorzieningszekerheid in de hele Europese Unie te waarborgen en de solidariteit te versterken.


De verordening bevat vier belangrijke elementen die op coherente wijze moeten bijdragen tot lagere prijzen en een grotere solidariteit en voorzieningszekerheid.


Ten eerste zullen bundeling van de gasvraag in de EU en de gezamenlijke aankoop van gas de EU in staat stellen haar collectieve koopkracht te gebruiken om betere prijzen te bedingen en het risico te verkleinen dat lidstaten tegen elkaar opbieden op de al krappe markt, met het averechtse effect dat ze op die manier de prijzen opdrijven. Zo zal de transparantie verbeteren en zullen vooral kleinere lidstaten geholpen worden, die als kopers in een minder gunstige positie verkeren. In het kader van artikel 122 VWEU zal de nadruk op korte termijn liggen op het coördineren en bundelen van de vraag ter ondersteuning van het vullen van gasopslagplaatsen voor het volgende, snel naderende vulseizoen.


Ten tweede bevat het voorstel een volledig pakket maatregelen in verband met de gasprijzen om buitensporig hoge tarieven aan te pakken en om ook in crisissituaties redelijke gas- en elektriciteitsprijzen te waarborgen. Dit voorstel biedt zekerheid over de te hanteren prijs in een context van gasschaarste wanneer een noodsituatie wordt afgekondigd. Daarnaast wordt een aanvullende benchmark voor de levering van lng voorgesteld, die moet zorgen voor een representatieve benchmark voor lng-invoer en niet wordt beïnvloed door Russische manipulatie. Om de overmatige volatiliteit op de markten aan te pakken, omvat het voorstel mechanismen om de schommelingen op de termijnmarkten af te vlakken door middel van een mechanisme voor de beheersing van dagelijkse prijsvolatiliteit, dat erop gericht is grote schommelingen binnen korte tijdspannes te beperken (“circuit breaker”).

Ten derde is er voor een gezamenlijke aanpak van prijsbeperkingen solidariteit nodig tussen de lidstaten. Aangezien niet alle lidstaten overeenkomsten inzake wederzijds solidariteit hebben gesloten, stelt de Commissie bij ontstentenis van dergelijke solidariteitsovereenkomsten regelingen voor die rechtstreeks toepasselijk zijn. Zij stelt ook voor om de solidariteitsverplichting uit te breiden tot niet-verbonden lidstaten met lng-installaties. Dit zal ervoor zorgen dat wij voorbereid zijn en klaarstaan om snel te handelen als die overeenkomsten nodig worden. De Commissie onderzoekt eveneens of er behoefte is aan verdere voorstellen voor situaties waarin sommige regio’s met een grotere aanbodschaarste te maken hebben dan andere.

Tot slot moet het mogelijk zijn de gasvraag verder te verminderen en tegelijkertijd te waarborgen dat consumenten voldoende beschermd blijven tegen leveringstekorten. De EU heeft haar instrumenten voor gas- en elektriciteitsbesparingen reeds versterkt. Nu is het echter nodig de overeengekomen regelgeving zo volledig mogelijk toe te passen om de noodzakelijke doelstellingen voor vraagreductie te halen. Dit zal helpen om het hoofd te bieden aan verdere verstoringen van de gasvoorziening en de druk op de internationale gasmarkten, en dus ook op de prijzen, te verlichten. De Commissie zal nauwlettend toezien op de maatregelen ter vermindering van de vraag en staat klaar om het EU-alarm in gang te zetten of zelfs de doelstellingen voor reductie van de gasvraag bij te stellen, indien vrijwillige maatregelen ter vermindering van de vraag ontoereikend blijken om in de winter voldoende gasvoorziening te waarborgen.

5.

Belangrijkste elementen van het voorstel


Gezamenlijke aankopen en efficiënte exploitatie van de gasinfrastructuur

6.

a) Gezamenlijke aankopen


Deze dringende kwesties worden met dit voorstel aangepakt door de ontwikkeling van een tijdelijk instrument voor gezamenlijke aankopen, in overeenstemming met het verzoek van de lidstaten 7 . Er is een aanzienlijke tijdsdruk om dit instrument ten laatste begin voorjaar 2023 klaar te hebben, met name voor de aanloop naar het volgende vulseizoen. Met het oog hierop wordt voorgesteld om krachtens artikel 122 VWEU snel over te gaan tot het bepalen van de belangrijkste principes van gezamenlijke aankopen. Derhalve moeten een aantal van deze elementen voorlopig van toepassing zijn.

Het voorstel voor gezamenlijke aankopen voorziet in een procedure die in twee fasen verloopt: i) bundeling van de vraag naar aardgas; ii) mogelijke gezamenlijke aankopen in het kader van het Energieplatform.

7.

i) Eerste fase: bundeling van de vraag


Eerst zouden gasaankopende ondernemingen hun vraag bundelen via een dienstverlener, die door de Commissie via een openbare aanbestedingsprocedure gecontracteerd is om dat proces te leiden. Ondernemingen kunnen hun vraag naar gas (in termen van volume, leveringstijd, duur en plaats) bij de dienstverlener indienen via een IT-instrument waarmee deze gegevens worden verzameld. De dienstverlener zou deze gegevens vervolgens publiceren op zijn website, met de passende bescherming van vertrouwelijke informatie, om via een aanbestedingsprocedure te zoeken naar aanbiedingen van hoeveelheden aardgas om aan de gebundelde vraag te voldoen. Dit zou een vrijwillige fase zijn, behalve dat de lidstaten – gezien hoe belangrijk het is om de voorraden aan te vullen – van hun bedrijven zouden moeten verlangen dat zij volumes die overeenkomen met ten minste 15 % (ongeveer 13,5 miljard m³ voor de hele EU) van hun vuldoelstellingen voor volgend jaar, opnemen in de procedure voor de bundeling van de vraag 8 . De ondernemingen die verplicht waren om aan de vraagbundeling deel te nemen, zouden nog steeds kunnen beslissen of zij het gas al dan niet daadwerkelijk zullen kopen na de bundelingsprocedure. Bovendien hoeft het aangekochte gas niet noodzakelijk te worden gebruikt voor het vullen van opslagfaciliteiten.


Aangezien het belangrijk is om de voorraden in het komende jaar aan te vullen, zou dit mechanisme voor de gezamenlijke aankoop van gas profiteren van de marktkracht van gezamenlijke aankopen en de onzekerheden en abnormaal hoge prijzen van het laatste vulseizoen van dit jaar helpen afzwakken.


Gezien de urgentie moet de dienstverlener een bestaand bedrijf zijn met grondige kennis van de energiemarkten en met de IT-instrumenten en deskundigheid die nodig zijn om deze taken uit te voeren. Gezamenlijke aankopen staan open voor deelname van ondernemingen uit de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap (Westelijke Balkan, Oekraïne, Moldavië en Georgië).

8.

ii) Tweede fase: gecoördineerde aankoop van gas


Daarna kunnen bedrijven die hebben deelgenomen aan het hierboven beschreven procedure voor de bundeling van de vraag besluiten een consortium voor de aankoop van gas te vormen, teneinde contracten te sluiten met de leveranciers die in het kader van deze procedure gas hebben aangeboden. Zij kunnen aldus besluiten het gas aan te kopen op gezamenlijke basis en bepaalde elementen in verband met hun posities, zoals volume, prijs, leveringspunten en leveringstermijnen, te coördineren. Met één enkel consortium voor gasaankopen met sterke afnemersmacht vergroot de kans om betere prijzen te bedingen, maar er zou meer dan één gasaankoopconsortium kunnen ontstaan, gezien het zeer uiteenlopende vraagpatroon van ondernemingen in de EU. Naleving van de mededingingsregels zou moeten worden gewaarborgd (zie “Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie”).

(iii) Ad-hoc-governanceregelingen

De bovengenoemde maatregelen moeten hand in hand gaan met een passende governancestructuur om een doeltreffende coördinatie te waarborgen met het oog op de doelstellingen. Daarom moet op ad-hoc-basis een stuurgroep worden opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van de Commissie en de lidstaten, om toezicht te houden op zowel de procedure van bundeling van de vraag als van de gecoördineerde gasaankoop. De stuurgroep kan bij de procedure zorgen voor transparantie en richtsnoeren verstrekken om te waarborgen dat gezamenlijke aankopen de voorzieningszekerheid en het beginsel van energiesolidariteit werkelijk eerbiedigen.

Het voorstel is zorgvuldig afgewogen en is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Er zijn bepaalde noodzakelijke verplichte elementen — bijvoorbeeld inzake de bundeling van de vraag naar het aanvullen van gasopslagplaatsen — maar die beperken geenszins de vrijheid van ondernemingen om al dan niet over te gaan tot aankoop op basis van de voorwaarden die via de procedure voor de bundeling van de vraag zijn geboden. Het doel van gezamenlijke aankopen is EU-ondernemingen te ondersteunen bij hun inspanningen om extra gas te verkrijgen en te helpen zorgen voor een gelijkere toegang tot nieuwe of aanvullende gasbronnen in het licht van het huidige acute gevaar voor de voorzieningszekerheid. Bovendien komt het voorstel tegemoet aan de grote belangstelling in een aantal lidstaten voor deelname aan consortia voor gasaankopen, met inachtneming van de relevante concurrentieoverwegingen.

Zoals beschreven zou met name de aanbesteding van de gebundelde vraag naar gas door de dienstverlener een centrale rol kunnen spelen bij het helpen van de lidstaten om gasopslagplaatsen aan te vullen voor de winter van 2023/2024. Ook zou een en ander de solidariteit in de EU kunnen versterken door bij te dragen aan een eerlijkere gasdistributie. Bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen zouden voor afzonderlijke aardgasbedrijven in bepaalde lidstaten ook het risico kunnen verminderen van te veel te betalen voor gas dat op krappe kortetermijnmarkten is gecontracteerd. Ook kleinere ondernemingen in de EU zouden erbij gebaat zijn, ook in landen zonder zeekust die niet over de nodige ervaring met lng-contracten beschikken, hun vraag te bundelen om lng-ladingen te contracteren (die mogelijk voor individuele ondernemingen te groot zijn om in één keer te kunnen afhandelen). Een en ander zou eveneens nuttig zijn om het lng-aanbod te structureren op basis van hun specifieke behoeften. Gezamenlijke aankoop zou met name een hulp kunnen zijn voor ondernemingen die voorheen alleen of hoofdzakelijk gas kochten van Russische leveranciers. Gezamenlijke aankoop zou kunnen leiden tot een gunstigere behandeling of steun voor de levering van duurzaam gas, zoals biomethaan en waterstof, en van gas dat anders zou worden afgeblazen of afgefakkeld. Ondernemingen die contracten sluiten op grond van deze verordening, moeten worden aangemoedigd om de norm van het Oil and Gas Methane Partnership 2.0 van de VN te gebruiken om de methaanuitstoot in de toeleveringsketen van de EU te meten, te rapporteren en te verifiëren. Ten slotte zou gezamenlijke aankoop in de toekomst het potentieel van hernieuwbare energievoorziening kunnen vergroten door de toegang te verzekeren tot toekomstige invoer van waterstof uit niet EU-bronnen.

9.

b) Efficiënte exploitatie van pijpleidingen en lng-terminals


De voorgestelde verordening gaat ook in op manieren om pijpleidingen en lng-terminals zo efficiënt mogelijk te exploiteren.

De diversificatie van de bevoorradingsbronnen om af te stappen van Russische bronnen houdt veranderingen in voor de gasstroompatronen in de EU. Bijgevolg zouden de routes van lng-terminals naar consumptiecentra relevanter kunnen worden dan de huidige overheersende richting van de pijplijnstromen van oost naar west. Dergelijke veranderingen in de gasstromen kunnen echter leiden tot (contractuele en fysieke) congestie van de bestaande pijpleidingen en de lng-terminals van de EU.

De bestaande maatregelen voor congestiebeheer voor pijpleidingen voorzien in “use-it-or-lose-it” -procedures, waarbij het ten minste zes maanden duurt voor er enig resultaat merkbaar is. Bovendien is er een administratieve omslachtige procedure nodig die door de nationale regulerende instantie in de betrokken lidstaten moet worden uitgevoerd. Dit voorstel biedt beheerders van gassystemen instrumenten waarmee zij snel kunnen reageren op veranderingen in gasstromen en mogelijke contractuele congestie. De nieuwe regels zouden met name het op de markt brengen van ongebruikte langetermijncapaciteit kunnen versnellen in geval van congestie op korte termijn.

Bovendien is het van het grootste belang de lng-absorptiecapaciteit van de lng-terminals van de EU en het gebruik van opslagfaciliteiten te optimaliseren. Er is behoefte aan een transparantieplatform en de ontwikkeling van een georganiseerde markt van secundaire capaciteiten, vergelijkbaar met die voor het transport van gas via pijpleidingen. Het voorstel van de Commissie tot herziening van de gasverordening van het pakket “Koolstofvrij maken van de waterstof- en gasmarkt” 9 bevat reeds bepalingen in die zin in artikel 10 en artikel 31. In het huidige voorstel worden deze bepalingen gefrontload als onderdeel van de huidige crisisrespons, ter voorkoming van toekomstige situaties waarin nieuwe gasbronnen worden aangesproken maar lng-terminals of gasopslaginstallaties inefficiënt en zonder de nodige transparantie worden gebruikt.

Voorzieningszekerheid

10.

a) Terugdringing van de vraag


Een integraal onderdeel van de EU-respons op het gebied van voorzieningszekerheid in de huidige moeilijke context is de vraag naar gas proactief terug te dringen, om voorbereid te zijn op mogelijke verstoringen van de voorziening en tegelijk te voorkomen dat de opslagfaciliteiten uitgeput raken. Indien nodig zal de Commissie voorstellen het Unie-alarm op grond van de verordening ter reductie van de vraag (Verordening (EU) 2022/1369) in werking te stellen.


Elke reductie van de gasvraag die nu kan worden verwezenlijkt, is gunstig om zo goed mogelijk te anticiperen en voorbereid te zijn op de winter van 2023/2024 en ondergrondse opslagplaatsen tot 90 % te vullen, zoals overeengekomen in Verordening (EU) 2022/1032. Daarom moeten de inspanningen om de vraag naar gas te verminderen na maart 2023 worden voortgezet, teneinde ondergrondse opslagplaatsen tot 90 % te vullen, zoals overeengekomen in Verordening (EU) 2022/1032. De Commissie zal nauwlettend toezien op de maatregelen ter vermindering van de vraag en staat klaar om het EU-alarm in gang te zetten of zelfs de doelstellingen voor reductie van de gasvraag bij te stellen, indien vrijwillige maatregelen ter vermindering van de vraag ontoereikend blijken om in de winter voldoende gasvoorziening te waarborgen. Om de vraag naar gas te verminderen, moeten de lidstaten ondertussen actief alle mogelijke maatregelen nemen in lijn met de verordening ter reductie van de gasvraag en met het vraagreductieplan “Gas besparen om de winter goed door te komen” van de EU, dat in juli 2022 is aangenomen. Dergelijke maatregelen omvatten bewustmakingscampagnes en vraagreductiemaatregelen in overheidsgebouwen, handelsruimten en buitenruimten.


Om de paraatheid voor mogelijke noodsituaties in de winter te vergroten, voorziet het voorstel in de onderstaande nieuwe bepalingen met betrekking tot de voorzieningszekerheid. Gezien het belang dat alle consumentengroepen binnen hun mogelijkheden bijdragen aan het besparen van gas, omvat dit voorstel bepalingen op grond waarvan de lidstaten bij wijze van uitzondering maatregelen kunnen nemen om het “niet-essentiële verbruik” van beschermde afnemers te reduceren, mits dit geen afbreuk doet aan de bescherming van hun essentiële verbruik. Deze maatregelen zullen geen enkele impact hebben op kwetsbare consumenten die geen marge hebben om hun verbruik te verminderen, en zullen niet leiden tot het afschakelen van beschermde afnemers. De lidstaten zouden de definitie van beschermde consumenten kunnen herzien, zolang kwetsbare huishoudens onder alle omstandigheden beschermd blijven.

11.

b) Uitbreiding van de solidariteitsverplichting tot kritieke gasgestookte elektriciteitscentrales


In lidstaten waar kritieke gasgestookte energiecentrales een belangrijke rol spelen voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening zouden deze, volgens het huidige regelgevingskader, als eerste beperkingen moeten worden opgelegd, hetgeen mogelijk nadelig is voor de elektriciteitsvoorzieningszekerheid van andere lidstaten, voordat de lidstaten solidariteitsmaatregelen kunnen verzoeken uit hoofde van Verordening (EU) 2017/1938. Om het risico op negatieve overloopeffecten voor de elektriciteitsopwekking te beperken, wordt voorgesteld dat de lidstaten, onder bepaalde voorwaarden, een solidariteitsverzoek in gang kunnen zetten, indien gasgestookte elektriciteitscentrales, die nodig zijn om de toereikendheid van het elektriciteitssysteem te waarborgen, het risico lopen niet met kritieke gasvolumes te worden bevoorraad. Om dezelfde reden zullen de solidariteit verstrekkende lidstaten ook het recht hebben ervoor te zorgen dat de exploitatie van hun eigen kritieke gasgestookte elektriciteitscentrales niet in het gedrang komt doordat zij solidariteit verstrekken aan een andere lidstaat.


12.

c) Standaardregels voor bilaterale solidariteit


Met specifieke maatregelen in dit voorstel wordt een standaardmechanisme tussen de lidstaten ingevoerd om ervoor te zorgen dat ze elkaar helpen bij het bevoorraden van de door solidariteit beschermde afnemers (huishoudens, stadsverwarming en onder bepaalde voorwaarden ook essentiële maatschappelijke diensten) en kritieke gasgestookte energiecentrales, in een noodsituatie die tot een zeer ernstig tekort aan gas leidt. De bestaande regels inzake voorzieningszekerheid hebben het beginsel van dergelijke solidariteit ingevoerd, maar voor de daadwerkelijke toepassing ervan in geval van crisis zijn gedetailleerde technische en financiële regelingen nodig, die de lidstaten geacht werden bilateraal overeen te komen. Tot dusver is slechts overeenstemming bereikt over zes van de meer dan veertig vereiste regelingen. De voorgestelde verordening bepaalt daarom de regels en procedures die automatisch van toepassing zullen zijn tussen de lidstaten die geen bilaterale solidariteitsregelingen zijn overeengekomen. Er wordt voortgebouwd op Aanbeveling (EU) 2018/177 van de Commissie en het door de Commissie voorgestelde standaardmodel in bijlage 2 bij het voorstel COM(2021) 804, met de nodige actualiseringen om rekening te houden met de aanzienlijk verslechterde situatie op het gebied van voorzieningszekerheid sinds dan.

Dit standaardsolidariteitsmechanisme dat bij ontstentenis van andere bilaterale regelingen van toepassing is, omvat het volgende:

·De solidariteitscompensatie die moet worden betaald door de lidstaat die om solidariteit verzoekt aan de solidariteit verstrekkende lidstaat zal gebaseerd zijn op de gemiddelde marktprijs van gas gedurende de laatste dertig dagen voorafgaand aan het verzoek om bijstand van de verzoekende lidstaat op het meest relevante beursplatform. Deze gemiddelden weerspiegelen de vermoedelijke extreme prijsvolatiliteit die zich in een noodsituatie kan voordoen.

·Eventuele kosten die na het opleggen van beperkingen aan ondernemingen voortvloeien uit gerechtelijke of arbitrageprocedures, zullen niet worden opgenomen in de solidariteitscompensatie die tussen de lidstaten moet worden betaald. Eventuele dergelijke kosten zouden daarom moeten worden gedragen door de verstrekkende lidstaat overeenkomstig zijn eigen nationale regels. De reden hiervoor is dat de kosten van compensatie voor ondernemingen als gevolg van opgelegde beperking gedeeltelijk worden gedekt door de gasprijs en indien daarvan na een geding een deel zou overblijven, zou dat overschot hoogst onzeker zijn en de kosten van het gas ruimschoots kunnen overtreffen. De onzekerheid over indirecte compensatiekosten is dan ook een groot obstakel gebleken voor solidariteitsovereenkomsten. De lidstaten zullen echter nog steeds overeenstemming kunnen bereiken over andere compensatievoorwaarden.

·De procedure voor het verzoeken om en verstrekken van solidariteit moet, voor zover mogelijk, vrijwillige marktgebaseerde maatregelen prioriteren en tegelijkertijd invulling geven aan het feit dat solidariteit als laatste middel in een crisissituatie eventueel maatregelen zoals vrijgave van strategische voorraden of het opleggen van beperkingen kan omvatten. Het voorstel verduidelijkt dat de verbonden lidstaten, na ontvangst van een verzoek om solidariteit, binnen twaalf uur moeten reageren en de overeengekomen solidariteitsmaatregelen binnen drie dagen moeten verstrekken.

De huidige solidariteitsverplichting is van toepassing tussen de lidstaten die rechtstreeks of via een derde land verbonden zijn. Dit voorstel zal deze verplichting ook toepasbaar maken op lidstaten met lng-installaties die, zelfs als zij niet rechtstreeks verbonden zijn, solidariteit zou kunnen verstrekken aan een lidstaat in nood, indien die over de nodige infrastructuur beschikt om dit lng te ontvangen.

13.

d) Toewijzing van capaciteit in een noodsituatie op regionaal of Unieniveau


Tot slot wordt in het voorstel gewezen op de mogelijkheid van een noodsituatie op regionaal of Unieniveau met ernstige verstoringen van de gaslevering en voorzieningstekorten. In dergelijke gevallen moet de Unie voorbereid zijn om op regionaal gecoördineerde wijze snel solidariteitsmechanismen toe te passen om de noodsituatie te beperken. In deze buitengewone omstandigheden moet de Raad op basis van een voorstel van de Commissie een besluit kunnen nemen over een efficiënte toewijzing van de beschikbare gascapaciteit aan de lidstaten die getroffen zijn door een noodsituatie op regionaal of Unieniveau. In dat geval, en bij ontstentenis van een bilaterale solidariteitsovereenkomst, moet de prijs van het in het kader van solidariteit geleverde gas dezelfde zijn als de gemiddelde marktprijs van gas op het meest relevante beursplatform gedurende de laatste dertig dagen voorafgaand aan het verzoek om bijstand van de verzoekende lidstaat (zie ook het onderstaande punt 3a).

Maatregelen op het niveau van de gasprijzen

14.

a) Prijsformule in de standaardsolidariteitsovereenkomsten


Zoals hierboven vermeld moet de solidariteit gebaseerd zijn op een billijke compensatie, zowel voor de verzoekende als voor de verstrekkende lidstaten. De gasprijs is sinds 2021 veel volatieler geworden, waardoor de spotmarktprijs in crisissituaties minder geschikt is als basis voor een billijke compensatie. Daarom wordt in deze verordening voorgesteld om gebruik te maken van de gemiddelde markprijs van de maand voorafgaand aan het verzoek om bijstand van de verzoekende lidstaat op het meest relevante beursplatform, teneinde de verschillende partijen zekerheid te bieden.

Met de gemiddelde marktprijs van de voorafgaande maand is de compensatie nog steeds gebaseerd op de “marktprijs”, zoals bepaald in de aanbeveling van 2018. De maandelijkse gemiddelde marktprijs wordt echter minder beïnvloed door een instabiele context en de zeer hoge spotmarktprijzen in crisissituaties, en beperkt als zodanig mogelijke averechtse prikkels. De solidariteit verstrekkende lidstaten krijgen nog steeds een billijke compensatie, aangezien de gasstromen afkomstig zijn van langetermijncontracten en opslag en dus zullen zijn aangekocht tegen lagere prijzen dan de crisisprijzen op de spotmarkt.

15.

b) Ontwikkeling van een nieuwe aanvullende benchmark voor lng


De lng-markt van de EU is nog steeds in opkomst en marktgebaseerde prijsstelling (hub-indexed pricing) blijft sterk beïnvloed door pijplijnaanvoer, en dus door Russische manipulatie van de aardgasleveringen aan de EU, alsook door bestaande infrastructuurknelpunten. De prijsstelling van de lng-invoer in de EU wordt geacht ten onrechte te worden beïnvloed door deze beperkingen en er blijven vragen bestaan over de representativiteit van de huidige indexen. Tegelijkertijd ondermijnt de perceptie van het slecht functioneren van de financiële markten voor energie het publieke vertrouwen.

Er moet worden voorzien in een stabiele en voorspelbare prijsstelling voor lng-invoer, die onontbeerlijk is om de tekorten in de aanvoer als gevolg van de waarschijnlijke stopzetting van de invoer van gas uit Rusland te compenseren. Dit voorstel draagt het Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) op om binnen een korte tijdspanne een objectief instrument voor prijsbeoordeling, en geleidelijk aan een benchmark voor de invoer van lng in de EU te creëren door realtime-informatie over alle dagelijkse lng-transacties te verzamelen. Deze nieuwe benchmark zal gebaseerd zijn op zelfdedagrapportage van lng-invoer — met inbegrip van lng-biedingen, -aanbiedingen en -transacties die levering in de EU specificeren of worden geleverd in de EU— door eenieder die een dergelijke activiteit uitoefent, ongeacht de plaats van oprichting of woonplaats. Dit zal kopers uitgebreidere informatie verschaffen en de prijstransparantie vergroten.

De voorgestelde verordening verleent ACER de nodige bevoegdheden om de vereiste transactiegegevens te verzamelen voor het bepalen van de lng-benchmark, voortbouwend op en ter versterking van de taken en bevoegdheden waarmee ACER reeds belast is krachtens Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie van 17 december 2014 inzake de informatieverstrekking overeenkomstig artikel 8, leden 2 en 6, van Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (hierna gezamenlijk “Remit” genoemd).

16.

c) Correctiemechanisme voor de gasmarkt


De Title Transfer Facility (TTF) is een virtuele prijsbepalingslocatie in Nederland, die vanwege zijn hoge liquiditeit vaak dient als prijsreferentie voor de Europese gasmarkt, met gevolgen voor contracten en afdekkingstransacties in de hele EU. De TTF is in wezen echter een index die gekoppeld is aan fysieke gasinjectie in het Nederlandse netwerk en fungeert voornamelijk als hub voor Noordwest-Europa. Momenteel hanteert de TTF een meerprijs in vergelijking met de meeste handelshubs in de EU, hetgeen grotendeels het gevolg is van het tekort aan leveringen uit Rusland en de infrastructuurknelpunten in de regio.

Het feit dat de TTF wordt gebruikt als prijsreferentie en als basis voor het afdekken van gascontracten in de verschillende hubs van de EU toont de relevantie ervan aan voor de vaststelling van de aardgasprijs in de EU.

Als een laatste redmiddel is dit noodvoorstel erop gericht situaties met buitensporige aardgasprijzen aan te pakken door de Commissie de bevoegdheid te verlenen om een maatregel van de Raad voor te stellen om een maximale dynamische prijs vast te stellen waartegen transacties op de spotmarkt voor aardgas onder bepaalde voorwaarden kunnen plaatsvinden in het kader van de TTF. Andere EU-handelshubs voor gas zullen via een dynamische prijscorridor worden gekoppeld aan de gecorrigeerde spotmarktprijs van de TTF. Om ervoor te zorgen dat er geen negatieve effecten zijn, moet de maatregel over-the-counter-transacties mogelijk maken, en mag die geen invloed hebben op de gasleveringszekerheid van de EU en de stromen binnen de EU, niet leiden tot een toename van het gasverbruik en geen afbreuk doen aan de stabiliteit en de ordelijke werking van de markten voor energiederivaten.

Maatregelen om prijsvolatiliteit te temperen

a) Mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse prijsvolatiliteit:

De financiële regelgeving (MiFID II) vereist reeds een reeks mechanismen die door gereglementeerde markten moeten worden opgezet om aanzienlijke volatiliteit op de financiële markten in te dammen en foutieve handelspatronen te voorkomen. Het aantal keren dat die mechanismen door handelsplatformen zijn geïnitieerd, blijkt echter laag te blijven, wat voornamelijk te wijten is aan het feit dat de bestaande mechanismen bedoeld zijn om foutieve orders te voorkomen en niet ter voorkoming van snelle prijsschommelingen die de onzekerheid van de markt weerspiegelen. Grote volatiliteitspieken op de gas- en elektriciteitsmarkten maken het voor energiebedrijven moeilijk om in deze markten actief te blijven en aan hun hedgingbehoeften te voldoen en tegelijkertijd de continuïteit van de energievoorziening voor de eindverbruikers te waarborgen. Daarom bevat dit voorstel een vereiste voor handelsplatformen om een nieuw tijdelijk mechanisme voor de beheersing van dagelijkse prijsvolatiliteit in te stellen, met als doel grote prijsschommelingen in contracten voor elektriciteits- en gasderivaten binnen dezelfde handelsdag te beperken. Om de nadruk te leggen op de meest liquide contracten en om onbedoelde verstoringen op de markten voor minder liquide derivaten te voorkomen, moet het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit bovendien vooral gericht zijn op energiegerelateerde front month-derivaten. Om handelsplatformen de nodige tijd te geven om het mechanisme op te zetten, worden de platformen geacht voorlopige instrumenten in te voeren waarmee in grote lijnen dezelfde doelstelling kan worden bereikt als met het mechanisme voor de beheersing van dagelijkse volatiliteit.

Dit nieuwe mechanisme moet een aanvulling vormen op statische of dynamische handelsonderbrekers (“circuit breakers”) die handelsplatformen reeds hebben ingevoerd en is in aanvulling daarop van toepassing. Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van het nieuwe mechanisme voor de beheersing van volatiliteit te waarborgen, moet de Commissie bepaalde technische elementen van de afstemming ervan in een uitvoeringshandeling kunnen specificeren. Om er bovendien voor te zorgen dat het nieuwe mechanisme goed is aangepast aan de specifieke kenmerken van de betrokken derivatencontracten, moet het de handelsplatformen vrij staan contractspecifieke limieten op volatiliteit toe te passen, met inachtneming van de wettelijke vereisten. De Europese Autoriteit voor effecten en markten zal worden belast met de coördinatie van de toepassing van dit mechanisme in de hele Unie en met het documenteren van verschillen in de wijze waarop dit mechanisme wordt toegepast, op basis van regelmatige verslagen van de bevoegde nationale autoriteiten.

(b)Niet-wetgevende maatregelen bij dit voorstel

De in deze verordening voorgestelde acties worden aangevuld met andere maatregelen die de ESMA en het ACER moeten treffen om de energiemarkten en de transparantie ervan te versterken.

De ESMA en het ACER intensiveren hun samenwerking met het oog op een sterkere capaciteit op het gebied van toezicht op en opsporing van mogelijke marktmanipulatie en mogelijk marktmisbruik. De ESMA en de bevoegde nationale autoriteiten versterken ook hun respectieve controles en markttoezicht op de markt voor energiederivaten.

Energiebedrijven vinden het steeds moeilijker om hun zakelijke risico’s doeltreffend af te dekken op centraal geclearde energiemarkten in de EU. De toenemende margevereisten en de moeilijkheden waarmee bepaalde energiebedrijven worden geconfronteerd om voldoende liquiditeit voor die margevereisten te reserveren, kunnen hen ertoe aanzetten hun hedging te beperken en dus meer risico te lopen. Om deze druk te verlichten, heeft de Commissie een gedelegeerde handeling vastgesteld die het mogelijk maakt om in specifieke omstandigheden niet door zekerheden gedekte bankgaranties en overheidsgaranties als beleenbaar onderpand voor margin calls te gebruiken. Deze gedelegeerde handeling is conform het voorstel van de ESMA van 14 oktober. De ESMA heeft ook verduidelijkt dat commercial papers en EU-obligaties in de lijst van beleenbare zekerheden voor niet-contante zekerheden zijn opgenomen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorgestelde initiatief voorziet in tijdelijke, evenredige en buitengewone maatregelen. Het vormt een aanvulling op relevante bestaande EU-initiatieven en -wetgeving, zodat burgers van gasvoorziening verzekerd kunnen zijn en afnemers tegen ernstige voorzieningsverstoringen worden beschermd.

Het vloeit logischerwijs voort uit bestaande initiatieven, zoals het “REPowerEU-plan” en het voorstel voor een pakket inzake het koolstofvrij maken van de waterstof- en gasmarkt 10 . Daarnaast zijn bij de onlangs vastgestelde gasopslagverordening (Verordening (EU) 2022/1032 11 ) opslagverplichtingen ingevoerd als reactie op de Russische invasie van Oekraïne. Krachtens artikel 6 bis van Verordening (EU) 2022/1032 zijn verplichtingen vastgelegd om gasopslaginstallaties conform vooraf vastgestelde vultrajecten en vuldoelstellingen te vullen. Het voorgestelde initiatief vormt een aanvulling op de EU-wetgeving inzake de interne markt en de voorzieningszekerheid.

Naar aanleiding van de Russische invasie van Oekraïne heeft de Unie het REPowerEU-plan ontwikkeld om zo snel mogelijk, en uiterlijk 2027, een einde te maken aan de afhankelijkheid van de EU van Russische fossiele brandstoffen. Daartoe is in het REPowerEU-plan het door de Commissie en de lidstaten opgerichte EU-Energieplatform aangeduid om gezamenlijk gas, lng en waterstof aan te kopen. In het plan is aangekondigd dat de Commissie een gezamenlijk aankoopmechanisme zou ontwikkelen. In die opzichten is het voorgestelde initiatief volledig in overeenstemming met de doelstellingen van REPowerEU.

Het voorstel versterkt en vormt een aanvulling op de verordening betreffende de veiligstelling van de gasvoorzieningszekerheid (Verordening (EU) 2017/1938). Deze bevat reeds een verplichting om solidariteit te verstrekken, evenals het begrip “door solidariteit beschermde afnemers”, dat huishoudens en onder bepaalde voorwaarden essentiële publieke diensten en stadsverwarming omvat. In het voorstel wordt deze solidariteitsverplichting uitgebreid om de levering van kritische volumes voor gasgestookte energiecentrales veilig te stellen, en geactiveerd door middel van een standaardmechanisme bij ontstentenis van bilateraal overeengekomen solidariteitsregelingen.

Het voorstel weerspiegelt ook ten volle de doelstelling van de verordening ter reductie van de gasvraag (Verordening (EU) 2022/1369) om de vraag naar gas proactief te verlagen teneinde mogelijke voorzieningsverstoringen als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne te beperken. Vraagreductie blijft een belangrijke pijler van onze respons op het gebied van voorzieningszekerheid en het voorstel versterkt deze pijler door de lidstaten op niet-essentieel verbruik te laten besparen maar kwetsbare en andere beschermde afnemers te beschermen.

Het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake de interne markten voor hernieuwbare gassen, aardgas en waterstof, vastgesteld in het kader van het pakket inzake het koolstofvrij maken van de waterstof- en gasmarkt, bevat maatregelen om de transparantie te verhogen en de toegang tot lng-terminals en gasopslaginstallaties te verbeteren. Het onderhavige voorstel bevat dezelfde bepalingen met kortere uitvoeringstermijnen, zodat het volledig met de gasverordening strookt. Bovendien is het ook conform de voorwaarden van de onlangs vastgestelde gasopslagverordening (Verordening (EU) 2022/1032), waarbij opslagverplichtingen zijn ingevoerd als reactie op de Russische invasie van Oekraïne.

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 bevat in bijlage I, punt 2.2.5. een mechanisme voor langetermijn-“use-it-or-lose-it”. Dit mechanisme is vastgesteld om te voorkomen dat marktdeelnemers de transportcapaciteit blokkeren wanneer zij deze niet kunnen of willen gebruiken. Vanwege de crisissituatie verlaagt het onderhavige voorstel de administratieve lasten en loopt het vooruit op de toepassing van deze bepalingen. In het bijzonder wordt in dit voorstel de termijn van onbenutte capaciteit van zes maanden tot één maand teruggebracht. Het voorstel is derhalve conform de regels van de interne markt om inefficiënt gebruik van gasnetwerken te voorkomen.

17.

De bepalingen die het ACER in staat stellen een lng-benchmark te publiceren, bouwen voort op en vormen een aanvulling op de bestaande taken van het ACER binnen het REMIT-rechtskader.


Naast de noodinterventie op de elektriciteitsmarkt om de hoge prijzen aan te pakken, zal de Commissie het ontwerp van de elektriciteitsmarkt voor de langere termijn verbeteren.

De belangrijkste doelstelling van deze hervorming van het ontwerp van de elektriciteitsmarkt bestaat erin de consument de voordelen van betaalbare niet-fossiele technologieën te bieden en tegelijkertijd de voordelen van een gemeenschappelijk, marktgebaseerd elektriciteitssysteem te behouden. Het doel van deze hervorming is te waarborgen dat geen enkele energiedrager de markt kan verstoren, zoals momenteel het geval is voor aardgas, met inachtneming van de ingrijpende veranderingen die nodig zijn met het oog op een koolstofvrij en grotendeels geëlektrificeerd continent.

De Commissie heeft toegezegd de belangrijkste elementen van de hervorming eind 2022 bekend te maken. Deze zullen als basis dienen om de ministers en andere belanghebbenden te raadplegen over de ideeën die de Commissie heeft voorgelegd. Dit proces zal naar verwachting leiden tot een voorstel van de Commissie in 2023.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

18.

De Europese Green Deal


Het voorstel, dat erop gericht is de voorzieningszekerheid fundamenteel te versterken en hoge en volatiele energieprijzen te beteugelen, is ook in overeenstemming met de langetermijndoelstelling van de Green Deal, aangezien de inspanningen om de vraag terug te dringen de energie-efficiëntiemaatregelen en structurele veranderingen zullen versnellen.

19.

Internemarktbeleid


Het voorstel is verenigbaar met de regels inzake de interne markt voor energie, met inbegrip van de mededingingsregels van de EU. Functionerende grensoverschrijdende energiemarkten zijn van cruciaal belang om ten tijde van voorzieningstekorten de voorzieningszekerheid te waarborgen.

20.

Mededingingsbeleid


Wat de regels inzake de bundeling van de vraag en gezamenlijke aankoop betreft, is het vaststellen van manieren om gas gezamenlijk op een meer gecoördineerde manier aan te kopen ook in overeenstemming met het in de Green Deal en RepowerEU aangegeven decarbonisatietraject. Het Energieplatform omvat ook hernieuwbare waterstof.

De bepalingen die het ACER in staat stellen een lng-benchmark vast te stellen, dragen bij tot markttransparantie en onrechtstreeks tot lagere groothandelsprijzen voor gas, en zijn derhalve in overeenstemming met het EU-mededingingsbeleid.

De regels inzake de bundeling van de vraag en gezamenlijke inkoop kunnen worden toegepast op een wijze die verenigbaar is met de EU-mededingingsregels, die gezamenlijke aankopen tussen concurrerende ondernemingen onder bepaalde voorwaarden toestaan en die in het licht van de actuele marktomstandigheden worden toegepast.

Om het risico op mededingingsklachten te beperken, maakt de dienstverlener geen deel uit van een verticaal geïntegreerd bedrijf dat actief is in de productie, levering of verbruik van aardgas in de Unie of de verdragsluitende partijen bij de Energiegemeenschap.

In het geval van een ernstige verstoring van of een ernstig tekort in de voorziening, zijn gezamenlijke aankopen door aardgasbedrijven die op groothandelsniveau actief zijn, waarschijnlijk verenigbaar met de EU-mededingingsregels indien die crisissamenwerking i) noodzakelijk is om een ernstige verstoring van of een ernstig tekort in de voorziening aan te pakken; ii) tijdelijk van aard is; en iii) in verhouding tot het nagestreefde doel staat.

In het algemeen is het minder waarschijnlijk dat gezamenlijke aankoop aanleiding geeft tot mededingingsklachten indien de deelnemende ondernemingen geen marktmacht hebben op de aan- en verkoopmarkten. Onder de huidige uitzonderlijke marktomstandigheden worden de Europese gasbedrijven en gasverbruikende bedrijven wel geconfronteerd met ernstige leveringsbeperkingen die de partijen aan de aanbodzijde een zeer sterke onderhandelingspositie geven. Een op een sterkere onderhandelingspositie voor gasafnemers gericht aankoopconsortium moet onder niet-discriminerende voorwaarden toegankelijk zijn voor alle geïnteresseerde marktdeelnemers en op allerlei uiteenlopende product- en geografische markten actieve deelnemers bijeenbrengen, zodat de vertegenwoordiging van een bepaalde groep concurrenten, zelfs indien deze een groot marktaandeel heeft op een bepaalde downstream- of verwante markt, beperkt is ten opzichte van alle deelnemers. Het inkoopconsortium moet zo worden opgezet dat er geen risico van verstoring van de mededinging ontstaat op de downstream- of verwante markten waarop de deelnemers eventueel concurreren.

De deelname van ondernemingen die een beroep doen op de dienstverlener in het vraagbundelingsmechanisme van de dienstverlener zal als een positieve factor worden beschouwd bij het afwegen van de mogelijke risico’s en voordelen van samenwerkingsregelingen voor gasaankopen krachtens de mededingingsregels van de Unie, voor zover die deelname bijdraagt tot een grotere efficiëntie, zodat eventuele mededingingsrisico’s bij de algehele afweging in hoge mate worden gemitigeerd.

Het is met name van belang om te waarborgen dat de transparantie die nodig is om de bundeling van de vraag te laten functioneren, zoals tussen de afzonderlijke deelnemende ondernemingen en de dienstverlener, de Commissie en de bevoegde nationale autoriteiten, niet leidt tot transparantie over volumes, leveringsschema’s of gerealiseerde prijzen voor individuele deelnemende ondernemingen, of zelfs op het niveau van een bepaalde sector of subsector die een downstream- of verwante markt zou kunnen vertegenwoordigen waarop de mededinging moet blijven spelen.

Ofschoon in de richtsnoeren van de Commissie inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten 12 wordt gesteld dat een gezamenlijk marktaandeel op de inkoop- en de afzetmarkt of -markten van minder dan 15 % een gebrek aan marktmacht doet vermoeden, wijst een gezamenlijk marktaandeel boven die drempel op een van beide markten of beide markten er niet automatisch op dat de gezamenlijke aankoopregeling waarschijnlijk mededingingsbeperkende gevolgen zal hebben. Een gezamenlijke aankoopregeling die niet binnen deze “veilige zone” valt, vereist een analyse van de gevolgen ervan voor de markt, waarbij rekening wordt gehouden met factoren zoals een mogelijke tegenmacht van sterke aanbieders en de nodige regelingen inzake governance en informatie-uitwisseling om te waarborgen dat de mededinging op downstreammarkten, tegen de achtergrond van de huidige uitzonderlijke marktomstandigheden, wordt voortgezet.

De Commissie is bereid ondernemingen te begeleiden bij het opzetten van een dergelijk consortium en snel een besluit te nemen, overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1/2003, over de niet-toepasselijkheid van de artikelen 101 en/of 102 VWEU, indien relevante waarborgen worden opgenomen en nageleefd. De Commissie is ook bereid informele richtsnoeren te verstrekken indien de deelnemende ondernemingen in andere consortia onzeker zijn over de beoordeling van een of meer elementen van de gezamenlijke aankoopregeling krachtens de EU-mededingingsregels 13 .

Deelnemers aan de gezamenlijke aankoop van gas kunnen financiële garanties nodig hebben indien een van de ondernemingen uiteindelijk niet in staat is het overeengekomen definitieve bedrag te betalen. De lidstaten of andere belanghebbenden kunnen financiële steun, waaronder garanties, verlenen aan aardgasbedrijven of gasverbruikende bedrijven. Het wetsvoorstel vermeldt deze mogelijkheid van financiële steun aan ondernemingen die deelnemen aan gezamenlijke aankopen. In het voorstel wordt benadrukt dat dergelijke steun in voorkomend geval in overeenstemming moet zijn met de regels voor staatssteun.

Het vaststellen van manieren om gas gezamenlijk op een gecoördineerdere manier aan te kopen, is ook in overeenstemming met het in de Green Deal en RepowerEU aangegeven decarbonisatietraject. Het Energieplatform omvat ook hernieuwbare waterstof.

De bepalingen die het ACER in staat stellen een lng-benchmark vast te stellen, dragen bij tot markttransparantie en onrechtstreeks tot lagere groothandelsprijzen voor gas, en zijn derhalve in overeenstemming met het EU-mededingingsbeleid.

1.

Rechtsgrondslag


, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID


Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit instrument is artikel 122, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Dit artikel kan alleen worden toegepast bij ernstige moeilijkheden en moet in een geest van solidariteit worden toegepast.

Het huidige gasleveringstekort vanuit de Russische Federatie vormt een ernstige moeilijkheid bij de levering van een energieproduct in de zin van artikel 122. De EU-leiders en de Commissie hebben aangedrongen op aanvullende maatregelen voor tijdelijke gecoördineerdere actie om beter voorbereid te zijn op mogelijke verdere verstoringen van de gasvoorziening in de komende twee winters.

Het huidige regelgevingskader voor gasvoorzieningszekerheid, met name de verordening betreffende de veiligstelling van de gasvoorzieningszekerheid (Verordening (EU) 2017/1938), was ontworpen met het oog op kortetermijnverstoringen van de levering en niet een langdurige vermindering door onze belangrijkste leverancier. Daarom zijn aanvullende tijdelijke noodinstrumenten nodig voor de gasvoorzieningszekerheid, onder meer tegen ongewenste grensoverschrijdende beperkingen en om te voorkomen dat een langdurige verstoring van de gasvoorziening grote schadelijke overloopeffecten heeft voor de toereikendheid van het elektriciteitssysteem. Ook het begrip beschermde afnemer is bedoeld voor korte perioden van tekorten, terwijl de lidstaten in geval van een langdurige verstoring ook beschermde afnemers moeten kunnen laten bijdragen aan vraagreductie door middel van een vermindering van niet-essentieel verbruik.

De solidariteitsregels van de verordening betreffende de veiligstelling van de gasvoorzieningszekerheid (Verordening (EU) 2017/1938) moeten vergezeld gaan van bilateraal overeengekomen solidariteitsregelingen, waarin de juridische, technische en financiële details voor solidariteit zijn opgenomen. Deze solidariteitsverplichting is wegens een gebrek aan overeenkomsten niet operationeel en rechtvaardigt dat de bestaande bepalingen bij ontstentenis van bilateraal overeengekomen regelingen met een standaard solidariteitsmechanisme moeten worden aangevuld.

Met de maatregelen op grond van het instrument kunnen ondernemingen in alle lidstaten zich op gecoördineerde wijze op mogelijke verdere leveringstekorten voorbereiden en de gasinfrastructuur efficiënter gebruiken. Naar verwachting kunnen de meeste Europese gasopslaginstallaties in de winter uitgeput raken. Zonder leveringen uit de Russische Federatie zouden de lidstaten moeite kunnen hebben om hun opslaginstallaties tot het noodzakelijke niveau te vullen. Deze situatie vereist coördinatie bij de aankoop van gas en het opzetten van een gezamenlijk aankoopproces om gezamenlijke aankopen in de praktijk mogelijk te maken.

Middels gezamenlijke aankopen krijgen ondernemingen in alle lidstaten gelijkere toegang tot nieuwe of aanvullende gasbronnen in dringende omstandigheden waarin solidariteit vereist is. Hiermee kunnen, in een geest van solidariteit, schadelijke en prijsopdrijvende effecten van tegen elkaar opbieden, worden beteugeld, en kunnen kleinere ondernemingen ook profiteren van uit een gebundelde vraag voortvloeiende gunstigere aankoopvoorwaarden.

Door middel van gezamenlijke aankoop kunnen de lidstaten bij het vullen van gasopslaginstallaties minder last hebben van de afnemende gasleveringen uit de Russische Federatie. Met gezamenlijke aankopen kunnen gasaankopen beter worden gecoördineerd en de prijzen op een houdbaar niveau worden gehandhaafd. Met het oog op het volgende vulseizoen zou het ook mogelijk kunnen zijn om, via de ad-hocstuurgroep, het vullen en opslaan gezamenlijk te beheren en te coördineren. Gezamenlijke aankoop zou daarom de solidariteit van de EU bij de aankoop en de distributie van gas kunnen versterken. In een geest van solidariteit zou gezamenlijke aankoop met name steun kunnen bieden aan ondernemingen die uitsluitend of hoofdzakelijk gas van Russische leveranciers kochten.

De spoedeisende situatie rechtvaardigt volledig het gebruik van artikel 122 VWEU om zo spoedig mogelijk een entiteit op te richten door de benodigde diensten van bestaande instanties te contracteren.

Het succes van de gezamenlijke aankoop van gas zal afhangen van de beschikbaarheid van capaciteit in lng-terminals en pijpleidingen. Dit is des te prangender in de huidige omstandigheden, waarin congestie van pijpleidingen en terminals zorgt voor knelpunten in de gasvoorziening, onder meer bij het vullen van opslaginstallaties. Met gebruik van de regels inzake transparantie en de verkoop van ongebruikte capaciteit van lng-terminals en pijpleidingen kan de beschikbare gasinfrastructuurcapaciteit worden geoptimaliseerd. Door een open, efficiënter en niet-discriminerend gebruik van infrastructuur stijgen de grensoverschrijdende en interne gasstromen en kan lng consumenten in de hele EU bereiken. De huidige regels zijn onvoldoende om dit te waarborgen. Er moeten regels worden vastgesteld die het mogelijk maken om de capaciteit van lng-terminals en pijpleidingen zo snel mogelijk te benutten.

De lng-prijsbeoordeling moet dagelijks worden gepubliceerd en uiterlijk twee weken na de inwerkingtreding van deze verordening beginnen, om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers vanaf het winterseizoen 2022/23 over een objectieve prijsreferentie kunnen beschikken. Deze prijsbeoordeling moet uiterlijk 1 maart 2023 worden aangevuld met de publicatie van een lng-benchmark. De permanente invoering van een dergelijk instrument moet naderhand in een uitgebreidere herziening van het rechtskader van REMIT worden opgenomen, maar de huidige crisissituatie vereist nu al dringende maatregelen om de spoedeisende ernstige problemen bij de levering en de nauwkeurige prijsstelling van lng-leveringen aan de Unie tijdelijk aan te pakken, tot het moment van herziening van het REMIT-rechtskader. In die zin moet het voorstel voor de lng-benchmark ook als een voorlopige brug worden beschouwd naar een permanentere regeling krachtens de gewone wetgevingsprocedure.

Daarom is het gerechtvaardigd het voorgestelde instrument op artikel 122, lid 1, VWEU te baseren.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De in het kader van dit initiatief geplande maatregelen zijn volledig in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Gezien de omvang en de aanzienlijke gevolgen van een verdere vermindering van de gasvoorziening door de Russische Federatie is er behoefte aan optreden op EU-niveau. Een gecoördineerde aanpak via gezamenlijke aankopen met regionale en bredere reikwijdte en een efficiënter gebruik van LNG-terminals, gasopslagplaatsen en pijpleidingen is nodig om het risico op mogelijke ernstige verstoringen tijdens deze en de volgende winter tot een minimum te beperken, zolang de lidstaten en hun ondernemingen een vervanging van de Russische leveringen moeten zoeken. Dit kan efficiënt worden geregeld op EU-niveau in plaats van op nationaal niveau.

Een gecoördineerde aanpak op EU-niveau is ook nodig met betrekking tot maatregelen voor de voorzieningszekerheid, met inbegrip van maatregelen ter vermindering van de vraag. Een dergelijke coördinatie is van cruciaal belang om te waarborgen dat de lidstaten efficiënt en tijdig op solidariteitsverzoeken kunnen reageren. Hoewel de lidstaten de mogelijkheid behouden om bilaterale solidariteitsregelingen aan te gaan, zullen standaardregels van kracht zijn totdat dergelijke regelingen zijn overeengekomen, zodat alle EU-lidstaten baat kunnen hebben van solidariteit. Dit zal er uiteindelijk toe leiden dat bilaterale solidariteit niet door een gebrek aan administratieve en financiële regelingen tussen de lidstaten wordt belemmerd, terwijl de lidstaten ook de mogelijkheid krijgen om de standaardregels met onderhandelde voorwaarden aan te vullen.

De ongekende aard van de gasvoorzieningscrisis en de grensoverschrijdende effecten ervan, en het integratieniveau van de interne energiemarkt van de EU, rechtvaardigen optreden op Unieniveau, aangezien de lidstaten alleen het risico van ernstige economische problemen als gevolg van prijsstijgingen of aanzienlijke verstoringen van de gasvoorziening niet doeltreffend en gecoördineerd kunnen aanpakken.

Dit voorstel stelt het te verwezenlijken eindresultaat vast in de vorm van een uitbreiding van de solidariteitsbescherming en een vaststelling van de standaard solidariteitsregels, maar laat de lidstaten de vrijheid bij hun keuze voor de doeltreffendste middelen om aan die verplichtingen te voldoen en om bilateraal solidariteitsmaatregelen overeen te komen. De bepalingen met betrekking tot vraagreductie gaan niet verder dan wat nodig is om de voorzieningszekerheid te waarborgen door het aan de autoriteiten in de lidstaten over te laten om te beslissen over de besparingen van het niet-essentiële verbruik door beschermde afnemers, op voorwaarde dat dit geen gevolgen heeft voor kwetsbare afnemers.

Er zij op gewezen dat in het huidige voorstel is bepaald dat particuliere ondernemingen partij blijven bij de gasleveringscontracten die in het kader van de gezamenlijke aankoop zijn gesloten. Noch de Unie, noch de Commissie zal als partij gasleveringscontracten sluiten.

Vanwege de omvang en de gevolgen ervan kan de maatregel beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt, dus kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen.

Ook de vaststelling van een EU-brede benchmark voor lng-transacties is niet mogelijk op het niveau van de lidstaten, maar kan beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt. Uit eerdere ervaringen met de TTF-benchmark, die aan een handelsknooppunt in één lidstaat gekoppeld is, blijkt dat het mogelijk is dat een systeem van gedecentraliseerde benchmarks marktdeelnemers onvolledige informatie verschaft, wat tot hogere prijzen kan leiden.

Evenredigheid

Het initiatief is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De beleidsinterventie staat in verhouding tot de omvang en de aard van de vastgestelde problemen en de verwezenlijking van de gestelde doelen.

Gezien de unieke geopolitieke situatie en de aanzienlijke bedreiging voor de burgers en de economie van de EU is er duidelijk behoefte aan gecoördineerde actie. De in het voorstel vervatte maatregelen gaan niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken en staan in verhouding tot die doelstellingen. Zij bouwen met name zoveel mogelijk voort op bestaande benaderingen, zoals de bestaande regelingen voor de interne gasmarkt.

Meer in het bijzonder is in het huidige voorstel bepaald dat de vraagbundeling en de gezamenlijke aankoop van gas op vrijwillige basis plaatsvinden, met slechts een beperkte uitzondering inzake de verplichte deelname aan vraagbundeling met het oog op het vullen van gasopslaginstallaties. Particuliere ondernemingen blijven partij bij de gasleveringscontracten die in het kader van gezamenlijke aankopen worden gesloten.

Aardgas dat via de entrypunten uit de Russische Federatie komt, is uitgesloten van deelname aan het mechanisme, aangezien de opname ervan in strijd zou zijn met de doelstelling van de voorgestelde verordening, namelijk het bieden van alternatieve bronnen voor Russische leveringen. Bovendien worden ondernemingen die onder zeggenschap staan van de Russische regering of een Russische natuurlijke of rechtspersoon, of ondernemingen die onder zeggenschap staan van een andere natuurlijke of rechtspersoon die wordt genoemd in de conform artikel 215 VWEU vastgestelde sanctielijsten van de Unie, worden uitgesloten van deelname aan gezamenlijke aankopen en aan deelname aan de dienstverlener die gezamenlijke aankopen verricht.

De maatregelen die de lidstaten kunnen nemen om het niet-essentiële verbruik van beschermde afnemers te verminderen, moeten noodzakelijk en evenredig zijn, met name in situaties van een afgekondigde crisis overeenkomstig artikel 11, lid 1, en artikel 12 van Verordening (EU) 2017/1938 of van een Unie-alarm overeenkomstig Verordening (EU) 2022/1369. Ook als niet-essentiële maatregelen ter vermindering van het verbruik worden getroffen, zullen beschermde afnemers van afsluiting gevrijwaard blijven. Bovendien mogen die maatregelen geen beperking opleggen aan de bescherming die nodig is voor kwetsbare afnemers, wier huidige verbruik als essentieel moet worden beschouwd.

De uitbreiding van solidariteit tot cruciale gasgestookte energiecentrales legt marktdeelnemers beperkingen op die noodzakelijk zijn om de gasvoorzieningszekerheid te waarborgen in een situatie van verminderde gaslevering en een grotere vraag tijdens het winterseizoen. Die beperkingen bouwen voort op bestaande maatregelen in respectievelijk Verordening (EU) 2022/1369 en Verordening (EU) 2017/1938 en zijn erop gericht die maatregelen in de huidige omstandigheden doeltreffender te maken.

De verplichting voor marktdeelnemers om het ACER informatie over lng-transacties te verstrekken, is noodzakelijk en evenredig voor de doelstelling om het ACER een lng-benchmark te laten vaststellen. Die verplichting is afgestemd op de bestaande verplichtingen van marktdeelnemers in het kader van REMIT en het ACER zal gevoelige bedrijfsinformatie vertrouwelijk houden.

De maatregel ter beperking van de intradayprijsvolatiliteit bevat voorwaarden voor handelsplatformen en handelaren die nodig zijn om energiebedrijven in staat te stellen aan de gas- en elektriciteitsmarkten te blijven deelnemen en aan hun hedgingbehoeften te voldoen, zodat de continuïteit van de energievoorziening voor de eindverbruikers wordt gewaarborgd.

Keuze van het instrument

Met inachtneming van de omvang van de energiecrisis en de maatschappelijke, economische en financiële gevolgen ervan, acht de Commissie het passend te handelen door middel van een verordening van algemene strekking die rechtstreeks en onmiddellijk van toepassing is. Dit resulteert in een snel, uniform en Uniebreed samenwerkingsmechanisme.


EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadplegingen van belanghebbenden

Vanwege het politiek gevoelige karakter van het voorstel en de urgentie om het voor te bereiden zodat het tijdig door de Raad kan worden vastgesteld, kon er geen raadpleging van belanghebbenden plaatsvinden.

Grondrechten

Er zijn geen negatieve effecten op de grondrechten vastgesteld. De maatregelen op grond van dit initiatief laten de rechten van afnemers die als beschermd zijn gekwalificeerd overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1938, met inbegrip van alle huishoudelijke afnemers, onverlet. Maatregelen ter vermindering van het verbruik zijn alleen gericht op niet-essentiële toepassingen en leiden niet tot afsluiting van huishoudelijke afnemers of tot verminderde bescherming van de kwetsbaarste afnemers. De uitsluiting van gezamenlijke aankopen van ondernemingen uit staten waaraan door de EU sancties zijn opgelegd, blijft beperkt tot de looptijd van de sancties. Het initiatief laat toe de aan gastekorten verbonden risico’s te verminderen die anders grote gevolgen voor de economie en de samenleving zouden hebben. De verplichting voor marktdeelnemers om het ACER informatie over lng-transacties te verstrekken, is noodzakelijk en evenredig voor de doelstelling om het ACER een lng-benchmark te laten vaststellen. Die verplichting is afgestemd op de bestaande verplichtingen van marktdeelnemers in het kader van REMIT en het ACER zal gevoelige bedrijfsinformatie vertrouwelijk houden.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De gevolgen voor de begroting zijn beperkt tot de noodzaak om, door middel van dienstverleningscontracten of andere rechtstreeks door de Commissie beheerde initiatieven, financiering te verstrekken aan de oprichting van het mechanisme door de dienstverlener die de vraag voor gezamenlijke aankopen zal bundelen. Noch de Commissie, noch de dienstverlener die de gezamenlijk aankoop uitvoert, zal gas kopen voor rekening van de deelnemende ondernemingen. Deze ondernemingen sluiten aankoopcontracten met leveranciers die via het aankoopmechanisme zijn geselecteerd. Zie het financieel memorandum voor meer details.

De gevolgen van dit voorstel voor de EU-begroting hebben ook betrekking op de personele middelen en andere administratieve uitgaven van het directoraat-generaal (DG) Energie van de Europese Commissie en van het ACER.

Het voorstel voorziet in een verbeterde architectuur voor de veiligstelling van de gasvoorziening, met nieuwe verplichtingen voor de lidstaten en dienovereenkomstig een grotere rol voor DG Energie op een groot aantal gebieden, namelijk:

·algemeen beheer en uitvoering van de verordening (3 VTE);

·voorbereiding en uitvoering van een voorstel voor een maatregel van de Raad voor een mechanisme voor de toewijzing van gascapaciteit om lidstaten te bevoorraden waarvoor op regionaal of Unieniveau een noodsituatie is afgekondigd; beheer en uitvoering van het voorstel, met inbegrip van de betrokkenheid van de groep crisisbeheersing (2 VTE);

·werkzaamheden om mededingingswetgeving te ontwerpen die in overeenstemming is met de implementatie van een gasaankoopconsortium, waarvoor contacten met de sector nodig zijn (2 VTE);

·beoordeling van de verzoeken van de lidstaten om vrijstelling voor hogere kritieke gasvolumes (1 VTE);

·follow-up van solidariteitsverzoeken; facilitering van de uitvoering van solidariteitsovereenkomsten (1 VTE);

·administratieve ondersteuning (1 VTE);

·het voorstel bevat ook nieuwe taken voor het ACER om lng-transactiegegevens te verzamelen om een lng-benchmark te bepalen (5 VTE).

OVERIGE ELEMENTEN

Niet van toepassing.