Toelichting bij COM(2022)595 - Wijziging van Verordening 2020/2093 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 1 wordt ingediend samen met het voorstel voor een verordening tot instelling van een instrument om steun te verlenen aan Oekraïne 2 en het voorstel tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 3 met betrekking tot de vaststelling van een gediversifieerde financieringsstrategie als algemene leenmethode.

Na Ruslands niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire invasie in Oekraïne heeft de Unie Oekraïne aanzienlijke steun verleend om de weerbaarheid van het land te versterken en humanitaire bijstand, militaire hulp en andere steun te verlenen. Oekraïne zal verdere bijstand nodig hebben om het goede functioneren van de staat te ondersteunen.

De macrofinanciële bijstand (MFB) van de Unie aan Oekraïne is tot dusver genereus en doeltreffend geweest, maar is telkens verleend op ad-hocbasis en voor een paar maanden en heeft in elke financieringsronde aanzienlijke voorzieningen uit de begroting van de Unie en nationale garanties vereist. De ervaring met MFB-leningen aan Oekraïne leert dat er beperkingen verbonden zijn aan het financieren van de voorziening voor nieuwe leningprogramma’s onder de maxima van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027. Ook aan garanties van de lidstaten ter aanvulling van de begrotingsmiddelen kleefden heel wat operationele en financiële nadelen. De versnipperde benadering die voor de recente MFB-leningen aan Oekraïne moest worden toegepast, is in de huidige situatie niet langer houdbaar. Er moet in de begroting van de Unie een structurele oplossing komen om de financiële steun aan Oekraïne voort te zetten.

Met de wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 zal de huidige budgettaire dekking niet alleen betrekking hebben op de leningen aan de lidstaten, maar ook op leningen aan Oekraïne die beschikbaar zijn voor de jaren 2023 en 2024, waarmee wordt verwezen naar financiële bijstand waarvoor in die jaren een besluit tot goedkeuring van de vrijgave wordt genomen. Indien de Unie moet voldoen aan terugbetalingsverplichtingen met middelen uit de begroting van de Unie, wanneer een begunstigde staat (een lidstaat of Oekraïne voor financiële bijstand die beschikbaar is voor de jaren 2023 en 2024) niet tijdig het verschuldigde bedrag overmaakt, zouden de nodige bedragen ter beschikking worden gesteld boven de MFK-maxima en met inachtneming van het maximum van de eigen middelen (de zogenaamde “begrotingsruimte”).

De daarmee samenhangende wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bepaalt dat voor leningen een gediversifieerde financieringsstrategie wordt gehanteerd. Dankzij deze strategie zouden eventuele tijdelijke cashtekorten kunnen worden opgevangen door een beroep te doen op de liquiditeitspool waarmee deze oplossing wordt ondersteund. De combinatie van de gediversifieerde financieringsstrategie, enerzijds, en de afstemming van de budgettaire dekking van leningen aan Oekraïne voor financiële bijstand die beschikbaar is voor de jaren 2023 en 2024 op die van de lidstaten in de MFK-verordening, anderzijds, biedt daarom een robuust, flexibel en efficiënt kader voor financiële bijstand aan Oekraïne. De twee wijzigingen moeten tot een gestructureerde financieringsoplossing leiden om de EU-steun aan Oekraïne voor te zetten, zoals voorgesteld in de verordening tot instelling van een instrument om steun te verlenen aan Oekraïne.

De budgettaire dekking uit de begrotingsruimte mag alleen gelden voor nieuwe financiële bijstand aan Oekraïne die beschikbaar is voor de jaren 2023 en 2024 en die wordt toegestaan overeenkomstig artikel 220, lid 1, van het Financieel Reglement.

Om Oekraïne snel en efficiënt steun te kunnen verlenen, wordt voorgesteld dit specifieke voorstel voor een gerichte wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 te behandelen als een afzonderlijk voorstel, los van het voorstel van 22 december 2021 (COM(2021) 569).

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Rechtsgrondslag

Artikel 312 VWEU vormt de rechtsgrondslag voor de vaststelling van het meerjarig financieel kader.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het initiatief valt onder een beleidsterrein waarop de EU (op grond van artikel 312 VWEU) exclusief bevoegd is. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

De wijzigingen staan in verhouding tot de dringende behoeften om een instrument in te stellen om steun te verlenen aan Oekraïne, hetgeen alleen mogelijk is als de budgettaire dekking die momenteel wordt toegepast op de leningen aan lidstaten boven de MFK-maxima en met inachtneming van het maximum van de eigen middelen, ook geldt voor financiële bijstand aan Oekraïne die beschikbaar is voor de jaren 2023 en 2024.

Artikelsgewijze toelichting



Op grond van de bestaande bepalingen van artikel 2, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 moeten bedragen die de Unie nodig heeft om in het kader van opgenomen en verstrekte leningen te voldoen aan haar terugbetalingsverplichtingen indien zij de verschuldigde betaling niet tijdig ontvangt van de begunstigde lidstaat (dat wil zeggen dat gebruik wordt gemaakt van een garantie voor financiële bijstand aan lidstaten), ter beschikking worden gesteld boven de MFK-maxima. Deze bepaling is voor het eerst opgenomen in artikel 3, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad 4 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020.

De terbeschikkingstelling van het bedrag mag niet leiden tot overschrijding van het maximum van de eigen middelen. De bepaling waarbij de budgettaire dekking van de begrotingsruimte wordt uitgebreid tot de garantie voor financiële bijstand aan Oekraïne, is derhalve verenigbaar met artikel 312, leden 1 en 3, VWEU, waarin is bepaald dat het MFK “beoogt een ordelijke ontwikkeling van de uitgaven van de Unie te waarborgen binnen de grenzen van haar eigen middelen” en “alle andere bepalingen die dienstig zijn voor het goede verloop van de jaarlijkse begrotingsprocedure” omvat.

3. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Door mogelijk te maken dat garanties voor financiële bijstand boven de MFK-maxima niet alleen worden gebruikt voor financiële bijstand aan EU-lidstaten, maar ook voor financiële bijstand aan Oekraïne die beschikbaar is voor de jaren 2023 en 2024, zal het voorstel zorgen voor een efficiënter gebruik van de begrotingsmiddelen onder de MFK-maxima. De mogelijkheid om een garantie te gebruiken boven de MFK-maxima zou zorgen voor een volledige dekking van de financiële bijstand aan Oekraïne die beschikbaar is voor de jaren 2023 en 2024, overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer. Het voorstel heeft geen gevolgen voor de uitgaven in het kader van het MFK 2021-2027.