Toelichting bij COM(2022)644 - Wijzigen verordening 2021/2278 houdende schorsing van in 952/2013 art. 56, lid 2, punt c bedoelde rechten van het EU douanetarief voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Om een toereikende en ononderbroken aanvoer te waarborgen van bepaalde landbouw- en industrieproducten die in de Unie in ontoereikende mate of helemaal niet worden vervaardigd, en te voorkomen dat de markt voor deze producten wordt verstoord, is bij Verordening (EU) 2021/2278 van de Raad (hierna “de verordening”) 1 een aantal rechten van het gemeenschappelijke douanetarief geheel of gedeeltelijk geschorst.

Deze verordening wordt om de zes maanden bijgewerkt om tegemoet te komen aan de behoeften van de EU-industrie.

De Commissie heeft, daarin bijgestaan door de Groep economische tariefvraagstukken, alle verzoeken van de lidstaten betreffende autonome tariefschorsingen onderzocht.

Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het gerechtvaardigd is de rechten te schorsen voor een aantal nieuwe producten, die momenteel niet in de bijlage bij de verordening zijn vermeld. Voor een aantal andere producten moeten de voorwaarden worden gewijzigd wat betreft de productomschrijving, de indeling of de voorgenomen datum voor de verplichte evaluatie en de aanvullende eenheid (bijzondere maatstaf). Er wordt voorgesteld om producten waarvoor de schorsing van de rechten niet langer in het economische belang van de Unie is, te schrappen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor landen die een preferentiële handelsovereenkomst met de Unie hebben, of landen die in aanmerking komen of kunnen komen voor een preferentiële overeenkomst met de Unie (bv. het stelsel van algemene preferenties (SAP), de handelsregeling voor de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), of vrijhandelsovereenkomsten).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, handel, ondernemingen, milieu, ontwikkeling en buitenlandse betrekkingen.

De in dit voorstel vervatte handelsliberaliseringsmaatregelen hebben tot doel te waarborgen dat de tijdelijke schorsing van het gemeenschappelijk douanetarief van de Unie geschiedt in het kader van de in artikel 21 VEU neergelegde beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie, en dat er samenhang bestaat tussen de diverse onderdelen van het externe optreden van de Unie, en tussen het externe optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen. Daarom is het passend een aantal producten van oorsprong uit Rusland en Belarus van de tariefverlaging uit te sluiten, om te zorgen voor samenhang met de beperkende maatregelen die de Unie naar aanleiding van de Russische agressie tegen Oekraïne tegen deze landen heeft genomen. Om echter een toereikende aanvoer te waarborgen en ernstige verstoringen op sommige EU-markten te voorkomen, moet de schorsing van de GDT-rechten voor bepaalde producten van oorsprong uit Belarus en Rusland worden gehandhaafd.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De beoogde maatregelen sluiten aan bij de beginselen voor de vereenvoudiging van de procedures voor de deelnemers aan het buitenlandse handelsverkeer, zoals beschreven in de mededeling van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten 2 . Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Krachtens artikel 31 VWEU worden de “rechten van het gemeenschappelijk douanetarief [...] door de Raad vastgesteld op voorstel van de Commissie”. Een verordening van de Raad is derhalve het passende instrument.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In 2013 is een studie verricht waarin het systeem van autonome schorsingen aan een evaluatie werd onderworpen. De studie concludeerde dat de achterliggende gedachte voor het systeem nog altijd actueel is. Europese bedrijven die goederen invoeren in het kader van dit systeem, kunnen aanzienlijke kosten besparen. Deze besparingen kunnen dan weer tot ruimere voordelen leiden (zoals een grotere concurrentiekracht, efficiëntere productiemethoden, het creëren of behouden van werkgelegenheid in de Unie), afhankelijk van het product, het bedrijf of de sector in kwestie. Nadere informatie over de besparingen die deze verordening oplevert, is opgenomen in het bijgevoegde financieel memorandum.

Raadpleging van belanghebbenden

De Commissie heeft dit voorstel voorbereid met de hulp van de Groep economische tariefvraagstukken, die bestaat uit vertegenwoordigers van alle lidstaten en Turkije.

De Groep heeft elk geval aandachtig onderzocht, om te waarborgen dat ondernemingen uit de Unie geen schade zouden ondervinden en dat het concurrentievermogen van de EU-productie zou worden versterkt en geconsolideerd. Deze evaluatie is verricht door middel van besprekingen binnen de Groep, waarna de lidstaten de betrokken sectoren, verenigingen, kamers van koophandel en andere betrokken partijen hebben geraadpleegd.

Alle in de lijst vermelde schorsingen zijn in overeenstemming met het in de Groep bereikte akkoord of compromis. Er is geen potentieel ernstig risico met onomkeerbare gevolgen vastgesteld.

Effectbeoordeling

De voorgestelde wijziging is louter technisch van aard en betreft uitsluitend het toepassingsgebied van schorsingen die momenteel zijn opgenomen in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2278 van de Raad. Er is geen effectbeoordeling verricht omdat de voorgestelde wijzigingen in de lijst van producten die in aanmerking zouden komen voor schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief naar verwachting geen significante gevolgen zullen hebben.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, met een derving van douanerechten voor een bedrag aan schorsingen van circa 70 747 802 EUR per jaar. Voor de traditionele eigen middelen van de begroting komt dit neer op minderontvangsten ten belope van 53 060 852 EUR per jaar (dat wil zeggen 75 % van het totale bedrag). Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van het voorstel voor de begroting.

De derving van traditionele eigen middelen moet worden gecompenseerd door de eigenmiddelenbijdragen op basis van het bruto nationaal inkomen (bni) van de lidstaten.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De voorgestelde maatregelen worden beheerd in het kader van het Geïntegreerd Tarief van de Europese Unie (Taric) en toegepast door de douanediensten van de lidstaten.