Toelichting bij COM(2022)683 - Standpunt EU in het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid met het Verenigd Koninkrijk mbt de uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid, dat is opgericht bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (“de handels- en samenwerkingsovereenkomst”) 1 , met betrekking tot de voorgenomen vaststelling van een besluit betreffende het gebruik van het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid (Electronic Exchange of Social Security Information, EESSI) voor de uitwisseling van gegevens tussen organen en verbindingsorganen met het oog op de toepassing van het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds

De handels- en samenwerkingsovereenkomst legt de basis voor brede betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk en bevat bepalingen over de coördinatie van de stelsels voor sociale zekerheid tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. De overeenkomst is op 1 mei 2021 in werking getreden en wordt sinds 1 januari 2021 provisorisch toegepast.

2.2.Het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid

Het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid (“het Gespecialiseerd Comité”) is opgericht op grond van artikel 8, lid 1, punt p), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.


De taken van het Gespecialiseerd Comité zijn vastgesteld in artikel 8, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Het Comité heeft onder meer tot taak:

·toezicht te houden op de uitvoering en die uitvoering te evalueren en de goede werking van deze overeenkomst te verzekeren;

·besluiten vast te stellen, met inbegrip van wijzigingen, en aanbevelingen te doen over alle aangelegenheden waarin deze overeenkomst voorziet;

·technische kwesties te bespreken die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomst.


Overeenkomstig artikel 8, lid 5, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst is het Gespecialiseerd Comité samengesteld uit vertegenwoordigers van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk. Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst stelt het Comité besluiten vast en doet het aanbevelingen in onderlinge overeenstemming. In bijlage 1 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst is het reglement van orde van de gespecialiseerde comités vastgesteld.

2.3.De beoogde handeling van het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid

Het Gespecialiseerd Comité moet een besluitvaststellen betreffende de elektronische uitwisseling van informatie over de sociale zekerheid (“de beoogde handeling”).

Conform artikel SSCI.4, lid 2, van het protocol bestaat het doel van de beoogde handeling erin het gebruik van het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid goed te keuren voor de uitwisseling van gegevens tussen organen en verbindingsorganen met het oog op de toepassing van het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

Het beoogde besluit zal bindend voor de partijen zijn overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Overeenkomstig regel 9, lid 3, van bijlage 1 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst wordt in besluiten van het Gespecialiseerd Comité de datum waarop ze van kracht worden, vermeld.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid (Electronic Exchange of Social Security Information, EESSI) is een IT-systeem dat instellingen voor sociale zekerheid overal in de EU helpt informatie uit te wisselen over de verschillende takken van sociale zekerheid die onder Verordening (EG) nr. 883/2004 2 vallen. Het gebruik van het EESSI heeft verschillende voordelen. Het EESSI maakt bijvoorbeeld snellere en efficiëntere uitwisselingen tussen instellingen voor sociale zekerheid mogelijk — waardoor ze individuele gevallen sneller kunnen behandelen —, zorgt voor een nauwkeurigere uitwisseling van gegevens dankzij het gebruik van gestandaardiseerde elektronische documenten en procedures, biedt garanties tegen fraude en fouten en waarborgt de veilige verwerking van persoonsgegevens via een gemeenschappelijke en veilige infrastructuur.

Het Verenigd Koninkrijk heeft aan het EESSI deelgenomen zolang het land een lidstaat van de Unie was. Bovendien bepaalt artikel 34, lid 2, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“het terugtrekkingsakkoord”) 3 dat het Verenigd Koninkrijk aan het EESSI moet deelnemen en de daaraan verbonden kosten moet dragen met het oog op de uitvoering van het akkoord.

Net als Verordening (EG) nr. 883/2004 en het terugtrekkingsakkoord vereist de uitvoering van het protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst dat informatie over sociale zekerheid wordt uitgewisseld tussen nationale organen in de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk. Artikel SSCI.71, lid 4, van het protocol bepaalt dat — voor de uitvoering van het protocol — het Verenigd Koninkrijk aan het EESSI kan deelnemen en de daaraan verbonden kosten draagt. Overeenkomstig artikel SSCI.4, lid 2, van het protocol kunnen gegevens tussen de organen of verbindingsorganen van de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk via het EESSI worden uitgewisseld, mits het Gespecialiseerd Comité daartoe goedkeuring verleent. Voorts bepaalt artikel SSCI.4, lid 2, van het protocol dat, voor zover formulieren en documenten worden uitgewisseld via het EESSI, de op het EESSI-systeem toepasselijke voorschriften in acht moeten worden genomen.

Door van het EESSI gebruik te maken zouden zowel de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk als personen die zich tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk verplaatsen, dezelfde bovenvermelde voordelen genieten. Daarom steunt de Unie het gebruik van het EESSI voor de uitvoering van het protocol.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

1.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen.

2.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


Het Gespecialiseerd Comité is een krachtens een overeenkomst — namelijk de handels- en samenwerkingsovereenkomst — opgericht lichaam.

Het door het Gespecialiseerd Comité vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen. Overeenkomstig artikel 10 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst zal de beoogde handeling bindend voor de Unie en het Verenigd Koninkrijk zijn uit hoofde van het internationaal recht.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De enige doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben betrekking op de goedkeuring van het gebruik van het EESSI voor de uitvoering van het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is daarom artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

3.

4.2.1.Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen.

4.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval


De belangrijkste doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben betrekking op de coördinatie van de sociale zekerheid.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is daarom artikel 48 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 48 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. BEKENDMAKING VAN DE BEOOGDE HANDELING

Aangezien het besluit van het Gespecialiseerd Comité het gebruik van het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid in beginsel verplicht maakt voor de uitwisseling van gegevens tussen organen en verbindingsorganen met het oog op de uitvoering van het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst — en dus de rechten en plichten van de partijen uit hoofde van dat protocol wijzigt —, is het passend het besluit na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.