Toelichting bij COM(2023)599 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Volgens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten de lidstaten hun economisch beleid en de bevordering van de werkgelegenheid beschouwen als aangelegenheden van gemeenschappelijk belang en hun maatregelen op deze gebieden in het kader van de Raad coördineren. De Raad moet richtsnoeren inzake werkgelegenheid (artikel 148) opstellen; daarbij wordt erop gewezen dat deze verenigbaar moeten zijn met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (artikel 121).

De globale richtsnoeren voor het economisch beleid blijven langere tijd geldig, maar de richtsnoeren inzake werkgelegenheid moeten jaarlijks worden vastgesteld. De richtsnoeren werden in 2010 voor het eerst gezamenlijk aangenomen (“geïntegreerd pakket”), als basis voor de Europa 2020-strategie. De geïntegreerde richtsnoeren zijn tot 2014 onveranderd gebleven. In 2015 zijn herziene geïntegreerde richtsnoeren aangenomen. De werkgelegenheidsrichtsnoeren zijn in 2018 afgestemd op de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten, die in november 2017 werd afgekondigd door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie om hervormingen op nationaal niveau te stimuleren en om als kompas te dienen voor een hernieuwd proces van opwaartse convergentie in de richting van betere arbeids- en levensomstandigheden in heel Europa, en zijn in 2019 onveranderd gebleven. In 2020 zijn ze aangepast om elementen te integreren die verband houden met de gevolgen van de COVID-19-crisis, de groene en de digitale transitie en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de VN. In 2021 bleven ze ongewijzigd; wel werden de overwegingen aangepast om rekening te houden met de resultaten van de sociale top van Porto en het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten. In 2022 zijn de richtsnoeren gewijzigd om de tekst aan te passen aan het klimaat na de COVID-19-crisis, meer elementen in verband met billijkheid bij de groene transitie op te nemen, rekening te houden met recente beleidsinitiatieven, en beleidselementen toe te voegen die van bijzonder belang zijn in de context van de Russische invasie in Oekraïne. In 2023 bleven zij opnieuw onveranderd, maar werden de overwegingen aangepast om rekening te houden met de nieuwe kerndoelen van de EU en de nationale streefcijfers inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, en met recente initiatieven.

Samen met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid worden de werkgelegenheidsrichtsnoeren gepresenteerd als een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (deel II van de geïntegreerde richtsnoeren); ze vormen de basis voor landspecifieke aanbevelingen op de betrokken gebieden.


De herziene werkgelegenheidsrichtsnoeren luiden als volgt:

Richtsnoer 5: De vraag naar arbeid stimuleren

Richtsnoer 6: Het arbeidsaanbod vergroten, de toegang tot de arbeidsmarkt verbeteren en de mogelijkheden om gedurende het hele leven vaardigheden en competenties te verwerven, verruimen

Richtsnoer 7: De werking van de arbeidsmarkten en de doeltreffendheid van de sociale dialoog verbeteren

Richtsnoer 8: Gelijke kansen voor iedereen bevorderen, sociale inclusie stimuleren en armoede bestrijden