Toelichting bij COM(2023)353 - Ondertekening van de in het kader van het Verdrag van de VN inzake het recht van de zee gesloten overeenkomst inzake de instandhouding en het duurzame gebruik van de mariene biologische diversiteit in gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel heeft tot doel een besluit van de Raad te verkrijgen, waarbij machtiging wordt verleend aan de Europese Commissie om in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos) de overeenkomst inzake de instandhouding en het duurzame gebruik van de mariene biologische diversiteit van gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht (BBNJ-overeenkomst, waarbij BBNJ staat voor Biodiversity Beyond National Jurisdiction) namens de Europese Unie te ondertekenen.

De Europese Unie en haar lidstaten zijn sinds 2004 betrokken bij een internationaal proces bij de Verenigde Naties (VN) om deze overeenkomst te ontwikkelen. Op basis van de desbetreffende onderhandelingsrichtsnoeren1 heeft de Europese Commissie van 2016 tot 2023 onderhandelingen gevoerd met het oog op het sluiten van de BBNJ-overeenkomst. De definitieve tekst van de BBNJ-overeenkomst is op 19-20 juni 2023 goedgekeurd door de intergouvernementele conferentie inzake BBNJ. Op 20 september 2023 zal tijdens de Algemene Vergadering van de VN een ondertekeningsceremonie plaatsvinden.


De BBNJ-overeenkomst heeft betrekking op de instandhouding en het duurzame gebruik van de mariene biologische diversiteit van gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht. Deze gebieden beslaan bijna twee derde van de wereldwijde oceaan en ongeveer 95 % van het volume ervan en omvatten de volle zee en het internationale zeebodemgebied. De BBNJ-overeenkomst zal een betere bescherming en een beter beheer van de mariene biodiversiteit van gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht mogelijk maken. De overeenkomst heeft met name betrekking op kwesties in verband met mariene genetische hulpbronnen, waaronder kwesties in verband met de verdeling van de voordelen, maatregelen zoals gebiedsgebonden beheersinstrumenten, met inbegrip van beschermde mariene gebieden, milieueffectbeoordelingen, capaciteitsopbouw en de overdracht van mariene technologie.


De BBNJ-overeenkomst wordt de derde uitvoeringsovereenkomst in het kader van Unclos, waarbij de EU en haar lidstaten partij zijn. De overeenkomst zal het Unclos bijwerken met de ontwikkelingen en uitdagingen die zich sinds de sluiting van het verdrag in 1982 op het gebied van mariene biodiversiteit hebben voorgedaan. Ook ondersteunt de overeenkomst de verwezenlijking van de VN-Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, met name duurzameontwikkelingsdoelstelling 14 (“Leven in het water”). De BBNJ-overeenkomst zal ook bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen en streefdoelen die in het kader van het mondiale biodiversiteitskader zijn vastgesteld, en met name de doelstelling om tegen 2030 te zorgen voor een doeltreffend behoud en beheer van ten minste 30 % van het land, de binnenwateren, de kustgebieden en de oceanen op aarde. Voorts ondersteunt de overeenkomst de uitvoering van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) en de Overeenkomst van Parijs.


Verenigbaarheid met bestaand beleid van de Unie

De Europese Commissie heeft ervoor gezorgd dat de onderhandelingen over de tekst van de BBNJ-overeenkomst volledig in overeenstemming zijn met de relevante regels en beleidsmaatregelen van de Europese Unie op de gebieden die onder de overeenkomst zullen vallen (milieubeleid, zeevervoersbeleid, gemeenschappelijk visserijbeleid, internemarktbeleid, gemeenschappelijk handelsbeleid, beleid inzake onderzoek en technologische ontwikkeling, klimaatbeleid en ander relevant beleid) en met relevante bilaterale en multilaterale overeenkomsten waarbij de Europese Unie reeds partij is. De BBNJ-overeenkomst draagt ook bij tot de Europese Green Deal en is een prioriteit in het kader van de internationale oceaangovernance van de EU.

Aangezien de BBNJ-overeenkomst een Unclos-uitvoeringsovereenkomst is en het verdrag reeds deel uitmaakt van het acquis van de Europese Unie, heeft de Europese Commissie er ook voor gezorgd dat de bepalingen en het evenwicht tussen rechten en verplichtingen die in het Unclos zijn verankerd en in het acquis van de Europese Unie tot uiting komen, in acht zijn genomen en dat het resultaat van de onderhandelingen in overeenstemming is met het Unclos.

2. RESULTATEN VAN HET OVERLEG MET DE BETROKKEN PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

De Europese Commissie heeft tijdens de onderhandelingen nauw samengewerkt met de lidstaten. Er vond ook regelmatig overleg plaats met relevante belanghebbenden, met name maatschappelijke organisaties en andere organisaties die in het kader van de Verenigde Naties zijn vertegenwoordigd.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Artikel 218 VWEU stelt de procedure vast voor het onderhandelen over en het sluiten van overeenkomsten tussen de Europese Unie en derde landen of internationale organisaties. Lid 5 bepaalt met name dat de Raad, op voorstel van de Europese Commissie als onderhandelaar, een besluit vaststelt waarbij machtiging wordt verleend tot ondertekening van een overeenkomst namens de Europese Unie.

Overeenkomstig artikel 191 en artikel 192, lid 1, VWEU, draagt de Europese Unie bij tot het nastreven van onder meer de volgende doelstellingen: behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu; bescherming van de gezondheid van de mens; behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen; en bevordering op internationaal vlak van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen, en in het bijzonder de bestrijding van de klimaatverandering.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De BBNJ-overeenkomst creëert een specifieke institutionele structuur, waaronder een secretariaat, een wetenschappelijk en technisch orgaan, een uitwisselingsmechanisme, een comité voor capaciteitsopbouw en technologieoverdracht en een comité voor toegang en verdeling van voordelen. De kosten van deze instellingen worden verdeeld over alle partijen bij de BBNJ-overeenkomst, op basis van een VN-schaal.

De financiële institutionele kosten van de uitvoering van de BBNJ-overeenkomst voor de Europese Unie zullen pas bekend zijn na de eerste Conferentie van de Partijen, die overeenstemming moet bereiken over een eerste begroting voor de BBNJ-overeenkomst.

Naast de institutionele kosten zal de uitvoering van de BBNJ-overeenkomst waarschijnlijk leiden tot financiële behoeften om capaciteit op te bouwen in ontwikkelingslanden en om de overdracht van mariene technologie te bevorderen, maar bijvoorbeeld ook om de wetenschappelijke kennis te genereren die nodig is om beschermde mariene gebieden vast te stellen, te monitoren en te evalueren. De potentiële kosten zullen in het kader van de BBNJ-overeenkomst te zijner tijd worden geraamd.