Toelichting bij COM(2023)499 - Wijziging van de bijlagen II en V bij Verordening 396/2005 wat maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen van tricyclazool in of op bepaalde producten betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Overeenkomstig de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 vastgestelde algemene beginselen, en met name de noodzaak een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, zijn bij Verordening (EG) nr. 396/2005 geharmoniseerde bepalingen van de Unie vastgesteld betreffende de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen (MRL’s) in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en van dierlijke oorsprong. Daarbij wordt erkend dat, voor buiten de Unie geproduceerde levensmiddelen en diervoeders afwijkende landbouwpraktijken met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen overeenkomstig de wet kunnen zijn toegepast, wat soms resulteert in bestrijdingsmiddelenresiduen die afwijken van die welke het gevolg zijn van legale toepassingen in de Unie. Daarom voorziet de verordening in de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor de vaststelling van MRL’s voor ingevoerde producten (d.w.z. invoertoleranties) door een volledig wetenschappelijk dossier te verstrekken waarin rekening wordt gehouden met deze toepassingen en de daaruit voortvloeiende residuen, dat vervolgens door een lidstaat en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) wordt geëvalueerd. De Commissie kan het aangevraagde MRL vaststellen, op voorwaarde dat de veiligheid voor Europese consumenten is aangetoond aan de hand van dezelfde criteria als voor binnenlandse producten.

Overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 396/2005 heeft Italië een aanvraag ontvangen tot vaststelling van een invoertolerantie voor de werkzame stof tricyclazool in rijst.

Op 26 april 2018 heeft Italië de EFSA een verslag met zijn beoordeling van die aanvraag toegezonden.

Op 18 januari 2023 heeft de EFSA een gunstig met redenen omkleed advies uitgebracht over de beoordeling van de veiligheid van het voorgestelde gewijzigde MRL voor tricyclazool in rijst 1 . Daarom heeft de Commissie de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders (SCoPAFF) een ontwerpverordening voorgesteld om het desbetreffende MRL van de Unie dienovereenkomstig te wijzigen.

•Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De gevolgde aanpak is in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 396/2005.

Inhoudsopgave

  1. Rechtsgrondslag
  2. Gevolgen voor de begroting

1.

Rechtsgrondslag


, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag



In overeenstemming met het gunstige met redenen omklede advies van de EFSA en op grond van artikel 14, lid 1, punt a), van Verordening (EG) nr. 396/2005 is een ontwerpverordening van de Commissie opgesteld en bij het SCoPAFF ingediend (zie punt 1). Overeenkomstig artikel 45, lid 4, van die verordening is de regelgevingsprocedure met toetsing van toepassing overeenkomstig artikel 5 bis van Besluit 1999/468 van de Raad.

Keuze van het instrument



Bovengenoemde ontwerpverordening van de Commissie, waarin de wijziging van het MRL voor tricyclazool in rijst wordt voorgesteld, is op 11 mei 2023 voor advies voorgelegd aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders. Het comité heeft over de ontwerpverordening van de Commissie geen advies uitgebracht, aangezien noch voor noch tegen de voorgestelde maatregelen een gekwalificeerde meerderheid werd bereikt.

Bijgevolg dient de Commissie overeenkomstig artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad bij de Raad en het Parlement een ontwerpverordening van de Raad in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad neemt binnen twee maanden na de datum van verwijzing naar de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit over de voorgestelde maatregel. Indien de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen bezwaar maakt tegen de maatregel, wordt de maatregel niet vastgesteld. Indien de Raad overweegt de voorgestelde maatregel aan te nemen, legt hij deze maatregel onverwijld voor aan het Europees Parlement. Indien de Raad geen advies uitbrengt, wordt de verordening teruggezonden naar de Commissie, die de verordening onverwijld ter toetsing aan het Europees Parlement voorlegt. Indien het Parlement geen bezwaar maakt tegen de maatregel, wordt deze door de Commissie vastgesteld. Indien het Parlement bezwaar maakt tegen de maatregel, wordt deze niet door de Commissie vastgesteld.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Voor deze uitvoeringsverordening zijn in het kader van Verordening (EG) nr. 396/2005 geen evaluaties, raadplegingen van belanghebbenden of effectbeoordelingen voorzien.

2.

Gevolgen voor de begroting



De verordening heeft geen gevolgen voor de begroting.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Artikelsgewijze toelichting



Deze verordening voorziet in een wijziging van het bestaande MRL voor tricyclazool in rijst, waarbij het op basis van een wetenschappelijk advies van de EFSA wordt verhoogd van de bepaalbaarheidsgrens die is vastgesteld op 0,01 mg/kg tot een gehalte van 0,09 mg/kg. Daarbij zullen de MRL’s voor tricyclazool, die momenteel zijn vastgesteld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005, worden verplaatst naar bijlage II bij die verordening.