Toelichting bij COM(2023)518 - Delegatie van bevoegdheden bedoeld in Verordening 2019/833 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. INLEIDING


Met Verordening (EU) 2019/833 van de Raad1 worden instandhoudings- en handhavingsmaatregelen in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO) in het Unierecht toegepast.

Om de doelstellingen van Verordening (EU) 2019/833 te verwezenlijken en aangezien sommige bepalingen van de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de NAFO (CEM) geregeld door de verdragsluitende partijen bij de NAFO worden gewijzigd, heeft de Commissie op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) gedelegeerde bevoegdheden om handelingen vast te stellen met betrekking tot een aantal technische controlemaatregelen, zoals hieronder gespecificeerd.

2. RECHTSGRONDSLAG

Dit verslag moet worden opgesteld op grond van artikel 51, lid 2, van Verordening (EU) 2019/833. Dit artikel delegeert de bevoegdheid om de in artikel 50 van Verordening (EU) 2019/833 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen voor een periode van vijf jaar met ingang van 17 juni 2019. De Commissie moet uiterlijk negen maanden voor het einde van de vijf jaar een verslag opstellen over de wijze waarop zij deze gedelegeerde bevoegdheden heeft uitgeoefend. De gedelegeerde bevoegdheden worden vervolgens stilzwijgend met termijnen van vijf jaar verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich tegen de verlenging verzet, overeenkomstig artikel 51, lid 3, van Verordening (EU) 2019/833.

Artikel 50 van Verordening (EU) 2019/833 geeft de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot:

a. aanvulling van de verordening met de bepalingen van en de bijlagen bij de CEM bedoeld in de bijlage bij de verordening;

b. de lijst van activiteiten van onderzoeksvaartuigen als bedoeld in artikel 4, lid 1;
c. in artikel 9 bedoelde maatregelen met betrekking tot visserijgebieden voor Noordse garnaal; relevante rapportering, wijziging van de visserij, visserijdiepten en verwijzingen naar beperkte of gesloten gebieden;
d. procedures betreffende vaartuigen met een totale vangst van meer dan vijftig ton levend gewicht aan boord die het gereglementeerde gebied binnenvaren om op Groenlandse heilbot/zwarte heilbot te vissen, wat betreft de inhoud van de in artikel 10, lid 2, punten a) en b), bedoelde kennisgevingen, de in artikel 10, lid 2, punt d), bedoelde voorwaarden voor de aanvang van de visserij, en bepalingen inzake aanlandingen en inspectie van Groenlandse heilbot/zwarte heilbot als bedoeld in artikel 10, lid 1, punt e);

e. de inhoud van de elektronische doorzending als bedoeld in artikel 22, lid 5, de lijst van geldige documenten die aan boord van het vaartuig moeten worden gehouden overeenkomstig artikel 22, lid 8, en de inhoud van het in artikel 22, lid 10, beschreven capaciteitsplan;
f. documentatie inzake charterovereenkomsten die aan boord van een gecharterd vaartuig moet worden gehouden, overeenkomstig artikel 23, lid 9;
g. de automatisch en continu door te zenden VMS-gegevens als beschreven in artikel 26, lid 1, alsook de verplichtingen ten aanzien van het VCC als beschreven in artikel 26, leden 2 en 9;
h. percentages voor waarnemerstoezicht als bedoeld in artikel 27, lid 3, rapportage door de lidstaten als bedoeld in artikel 27, lid 7, verplichtingen van een waarnemer als bedoeld in artikel 27, lid 11, en verplichtingen van de kapitein van het vaartuig als bedoeld in artikel 27, lid 12;
i. de verplichtingen van de kapitein van het vaartuig tijdens de inspectie, als beschreven in artikel 32;
j. maaswijdten als bedoeld in artikel 13, lid 2;
k. technische specificaties voor sorteerroosters en kettingen voor het bevestigen van de klossenpees (“toggle chains”) in de visserij op Noordse garnaal als bedoeld in artikel 14, lid 2, evenals technische specificaties voor sorteerroosters of netvoorzieningen als beschreven in artikel 14, lid 3 of lid 3 bis;
l. gebieds- of periodebeperkingen voor bodemvisserijactiviteiten als beschreven in artikel 18;
m. controlemaatregelen voor kabeljauw in sector 3M als bedoeld in artikel 9 bis.


3. UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE


De Commissie heeft alle ontwerpen van gedelegeerde handelingen op basis van de in Verordening (EU) 2019/833 opgenomen bevoegdheidsdelegaties ingediend bij de deskundigengroep visserij en aquacultuur, die is opgericht om deskundig advies te verstrekken over de voorbereiding van gedelegeerde handelingen. Het Europees Parlement is systematisch uitgenodigd voor de bijeenkomsten van deze deskundigengroep. De Commissie heeft de vergaderdocumenten overeenkomstig het gezamenlijk akkoord over gedelegeerde handelingen tegelijkertijd aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden. Na vaststelling heeft zij het Europees Parlement en de Raad in kennis gesteld van alle gedelegeerde handelingen.

Tot op heden hebben het Europees Parlement en de Raad binnen twee maanden geen bezwaar gemaakt tegen een door de Commissie uit hoofde van Verordening (EU) 2019/833 vastgestelde gedelegeerde handeling, zoals bepaald in artikel 51, lid 6, van die verordening. In sommige gevallen verzocht het Europees Parlement om een verlenging van de termijn met nog eens twee maanden.


4. LIJST VAN KRACHTENS VERORDENING (EU) 2019/833 VASTGESTELDE GEDELEGEERDE HANDELINGEN

Hieronder volgt een lijst van alle gedelegeerde handelingen die de Commissie sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2019/833 heeft vastgesteld. De lijst geeft de stand van zaken per 1 september 2023 weer.

1. Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/124 van de Commissie van 15 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/833 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan2;

2. Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/989 van de Commissie van 27 april 2020 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/124 wat betreft een aantal bepalingen van en bijlagen bij de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO)3;

3. Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/860 van de Commissie van 23 maart 2021 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/124 wat betreft de bijlage bij de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO)4;

4. Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1281 van de Commissie van 4 maart 2022 tot wijziging van Verordening (EU) 2019/833 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/124 van de Commissie wat betreft een aantal bepalingen van en bijlagen bij de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO)5;

5. Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1090 van de Commissie van 24 januari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2019/833 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/124 van de Commissie wat betreft een aantal bepalingen van de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO)6.


5. CONCLUSIE

De Commissie heeft de gedelegeerde bevoegdheden die haar uit hoofde van Verordening (EU) 2019/833 zijn verleend de voorbije vijf jaar uitgeoefend. De Commissie acht het noodzakelijk deze bevoegdheid uit te breiden omdat de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de NAFO jaarlijks worden gewijzigd en daaropvolgende wijzigingen in EU-wetgeving moeten worden omgezet.

Met dit verslag voldoet de Commissie aan de verslagleggingsverplichting uit hoofde van artikel 51, lid 2, van Verordening (EU) 2019/833. Zij verzoekt het Europees Parlement en de Raad kennis te nemen van dit verslag.

1 Verordening (EU) 2019/833 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1627 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2115/2005 en (EG) nr. 1386/2007 van de Raad (PB L 141 van 28.5.2019, blz.

1). Zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/1231 en Verordening (EU) 2022/2037.

2 PB L 34 van 6.2.2020, blz. 1.

3 PB L 221 van 10.7.2020, blz. 5.

4 PB L 190 van 31.5.2021, blz. 19.

5 PB L 195 van 22.7.2022, blz. 21.

6 PB L 146 van 6.6.2023, blz. 3.

NL NL