Toelichting bij COM(2023)470 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2023/002 BE/Makro van België

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/20131.

2. Op 3 juli 2023 heeft België aanvraag EGF/2023/002 BE/Makro ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Makro Cash & Carry Belgium NV (Makro) in België.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van Verordening (EU) 2021/691 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2023/002 BE/Makro
LidstaatBelgië
Betroffen regio(’s) (NUTS-niveau 22)Provincie Antwerpen (BE21),

2.

Provincie Oost-Vlaanderen (BE23), Provincie Vlaams-Brabant (BE25), Provincie Henegouwen (BE32), en


3.

Provincie Luik (BE33)

Datum van de indiening van de aanvraag3 juli 2023
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag3 juli 2023
Datum van het verzoek om aanvullende gegevens17 juli 2023
Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende gegevens8 augustus 2023
Uiterste termijn voor de voltooiing van de beoordeling17 oktober 2023
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2021/691
Primaire ondernemingMakro Cash & Carry Belgium
Aantal betrokken ondernemingen1
Economische sector(en)
(NACE Rev. 2-afdeling)3
Afdeling 47 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto’s en motorfietsen)
Referentieperiode (vier maanden):10 januari 2023 – 10 mei 2023
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode1 431
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt1 431
Totaal aantal beoogde begunstigden421
Budget voor gepersonaliseerde steunmaatregelen (EUR)3 233 822
Begroting voor de uitvoering van het EFG4 (EUR)0 093 500
Totale begroting (EUR)3 327 322
EFG-bijdrage (85 %) (EUR)2 828 223

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. België heeft aanvraag EGF/2023/002 BE/Makro ingediend op 3 juli 2023, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2021/691 vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft op 17 juli 2023 de ontvangst van de aanvraag bevestigd en België om aanvullende gegevens verzocht. Die aanvullende gegevens werden binnen 15 werkdagen na het verzoek verstrekt. De termijn van vijftig werkdagen na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt af op 17 oktober 2023.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

Betrokken ondernemingen en begunstigden

5. De aanvraag heeft betrekking op 1 431 ontslagen werknemers wier werkzaamheden bij Makro zijn beëindigd. Deze onderneming was werkzaam in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 47 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto’s en motorfietsen). De ontslagen vielen in de NUTS 2-regio’s provincie Antwerpen (BE21), provincie Oost-Vlaanderen (BE23), provincie Vlaams-Brabant (BE25), provincie Henegouwen (BE32) en provincie Luik (BE33).

Criteria voor steunverlening

6. België heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2021/691, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat de werkzaamheden van ten minste 200 ontslagen werknemers zijn beëindigd, met inbegrip van werknemers die zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten, en/of van zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.

7. De referentieperiode van vier maanden voor de aanvraag loopt van 10 januari 2023 tot en met 10 mei 2023.

8. Tijdens de referentieperiode werden bij Makro 1 431 werknemers ontslagen.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden

9. Overeenkomstig artikel 6, eerste alinea, punt a), gelezen in samenhang met artikel 5, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU) 2021/691 is het aantal beëindigingen van de werkzaamheden van de ontslagen werknemers tijdens de referentieperiode berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

In aanmerking komende begunstigden

10. In totaal komen 1 431 werknemers in aanmerking.

Beschrijving van de gebeurtenissen die tot de ontslagen en de beëindiging van de werkzaamheden hebben geleid

11. De gebeurtenis die tot deze ontslagen heeft geleid, is het faillissement van de onderneming.

12. In 1970 opende Makro Cash & Carry Belgium NV winkels voor zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen en horecaprofessionals waar levensmiddelen en non-foodproducten werden verkocht. In 2017 besloot de onderneming, na ongeveer tien jaar van financiële moeilijkheden, de toegang van haar Makro-winkels ook open te stellen voor algemene klanten, terwijl haar Metro-winkels beperkt bleven tot professionals in de levensmiddelen- en drankensector (hotels, restaurants en cateraars).

13. Ondanks deze beslissing bedroegen de verliezen in het boekjaar 2018/2019 67 miljoen EUR en in 2019/2020 44 miljoen EUR5.

14. De verkoop van Makro bleef dalen: 738 miljoen EUR in 2018/2019, 714 miljoen EUR in 2019/2020 en 646 miljoen EUR in 2020/20216. Tijdens de pandemie kwamen de activiteiten van de horecasector gedurende enkele maanden tot stilstand, wat gevolgen had voor de verkooplijn van Makro voor professionals in de levensmiddelen- en drankensector. Ook de verkooplijn van Makro voor algemene klanten werd getroffen door de verplichte sluitingen van non-foodwinkels en ‑schappen in supermarkten, wat leidde tot een daling van de verkoop en een toenemend gebruik van elektronische handel, die na de opheffing van de beperkende maatregelen aanhield.

15. Op 1 september 2022 heeft Makro bij de ondernemingsrechtbank te Antwerpen een verzoek ingediend tot gerechtelijke reorganisatie door overdracht van ondernemingen onder gerechtelijk gezag. Er is een verkoopprocedure gestart voor de onderneming.

16. De Makro-verkooplijn voor professionals in de levensmiddelen- en drankensector (aangeduid als Metro) bestond uit elf winkels, waarvan er eind 2022 negen werden verkocht aan Sligro Food Group en één aan de levensmiddelengroothandel Van Zon. Alle 400 banen in Metro werden gered, samen met 100 banen op het hoofdkantoor. De werknemers van de ene winkel die niet werd overgenomen, kregen een baan aangeboden in de nabijgelegen Sligro-ISPC-faciliteit in Antwerpen7.

17. De Makro-verkooplijn voor algemene klanten (aangeduid als Makro) bestond uit zes winkels. De verkrijgers verwierpen het enige aanbod voor de winkels van Makro omdat het niet aan de vereisten van de verkoopprocedure voldeed en niet haalbaar was8. Makro werd op 10 januari 2023 failliet verklaard9 en er werden 1 431 werknemers ontslagen.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid

18. De winkels van Makro voor algemene klanten bevonden zich in Vlaanderen (vier winkels) en in Wallonië (twee winkels). De door de ontslagen getroffen gebieden zijn de Vlaamse provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant en de Waalse provincies Henegouwen en Luik.

19. Door de verschillen tussen de Vlaamse en de Waalse arbeidsmarkt varieert de territoriale impact van de ontslagen.

20. Het werkloosheidspercentage steeg in het eerste kwartaal van 2023 van 8,5 % tot 8,8 % in Wallonië en daalde van 3,3 % tot 3,1 % in Vlaanderen in vergelijking met het vierde kwartaal van 2022, terwijl de verandering jaar over jaar in beide regio’s een stijging laat zien (0,4 procentpunt in Wallonië en 0,3 procentpunt in Vlaanderen)10.

21. Op nationaal niveau is de helft (50,5 %) van de mensen die in het eerste kwartaal van 2022 werkloos waren, een jaar later nog steeds werkloos; 26 % staat buiten de arbeidsmarkt (inactief) en slechts 24 % is weer aan het werk. Toch zijn er regionale verschillen: het percentage werklozen dat een jaar later nog werkloos is, ligt in Wallonië iets hoger (55,1 %) dan het nationale gemiddelde, maar is 36,4 % in Vlaanderen1112.

22. In het eerste kwartaal van 2023 bedroeg de arbeidsparticipatie in Vlaanderen 77,3 %, met een verandering op jaarbasis van 0,7 procentpunt. De arbeidsparticipatie in Wallonië was 65 % (12,3 procentpunten lager dan in Vlaanderen), met een daling op jaarbasis van 0,9 procentpunt13.

23. Oudere werknemers hebben meer moeite werk te vinden. In het eerste kwartaal van 2023 is er een verschil van 18,7 procentpunten tussen de arbeidsparticipatie van de leeftijdsgroep 20‑54 jaar (76,4 %) en de arbeidsparticipatie van de leeftijdsgroep 55+ (56,8 %). Op de Waalse arbeidsmarkt waren de geregistreerde werkzoekenden van vijftig jaar of ouder in maart 2023 goed voor ongeveer 25 % van het totaal aantal werkzoekenden14. Twee van de drie ontslagen werknemers van Makro (65 %) zijn ouder dan 50 jaar.

Hoewel de COVID‑19-crisis de zoektocht naar meer gekwalificeerde werknemers op de Belgische arbeidsmarkt heeft versneld15, waren de werknemers van Makro hoofdzakelijk kassiers en magazijnmedewerkers. Deze werknemers kunnen moeilijker een nieuwe baan vinden.

24. België heeft alleen medefinanciering uit het EFG aangevraagd ter ondersteuning van voormalige werknemers van Makro in Wallonië. De Vlaamse gewestelijke autoriteiten zijn van mening dat, gezien de situatie op de regionale arbeidsmarkt, de steun voor voormalige werknemers van Makro in Vlaanderen niet hoeft te worden aangevuld met medefinanciering uit het EFG.

Toepassing van het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering

25. België heeft beschreven hoe rekening is gehouden met de aanbevelingen in het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering.

26. België heeft gemeld dat de nationale arbeidswet16 inzake het activerend beleid bij herstructureringen vereist dat ondernemingen die een herstructurering ondergaan, een tewerkstellingscel oprichten (cellule pour l’emploi)17, die tot doel heeft werknemers die in het kader van collectief ontslag zijn ontslagen, binnen een periode van drie maanden dertig uur outplacementdiensten te bieden (zestig uur in zes maanden voor werknemers van 45 jaar en ouder). Dit vereiste geldt echter niet in geval van faillissement.

27. De Waalse gewestelijke wetgeving18 voorziet in specifieke steun voor ontslagen werknemers in de vorm van de oprichting van een omschakelingscel (cellule de reconversion)19 door de regionale openbare dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling (Forem), op verzoek van werknemersorganisaties. Noch de werkgever, noch de Forem zijn verplicht een omschakelingscel op te richten. De uitvoering van de door het EFG medegefinancierde maatregelen zal worden beheerd via een dergelijke omschakelingscel.

28. Wat de activiteiten ten behoeve van de ontslagen werknemers betreft, heeft België gemeld dat de omschakelingscel op 1 februari 2023 is opgericht, kort na de ontslagen.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd

29. België heeft bevestigd dat de hieronder beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, geen financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

30. Het gecoördineerde pakket gepersonaliseerde steunmaatregelen vormt een aanvulling op maatregelen die uit andere nationale of EU-fondsen worden gefinancierd.

Procedures voor overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers, de sociale partners of plaatselijke en regionale autoriteiten

31. België heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen werd opgesteld in overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers en de sociale partners overeenkomstig artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) 2021/691.

32. Met de bedoeling om een solide pakket op maat gesneden maatregelen op te stellen om de werknemers van Makro opnieuw aan een baan te helpen, zijn de Forem, vakbonden (ABVV20 en ACV21) en andere partners op 27 januari, 2 maart, 20 maart en 5 mei 2023 bijeengekomen om meer inzicht te krijgen in de omscholingsbehoeften van werknemers. Ook werd overleg gepleegd met de sociale adviseurs die de werknemers na hun ontslag begeleidden. Deze vergaderingen hebben geresulteerd in een gecoördineerd pakket van EFG-maatregelen dat voldoet aan artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) 2021/691.

Beoogde begunstigden en voorgestelde maatregelen

Beoogde begunstigden

33. Naar verwachting zullen 421 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt f), van Verordening (EU) 2021/691 is de uitsplitsing van deze werknemers naar geslacht, leeftijdscategorie en onderwijsniveau als volgt:

CategorieAantal

4.

beoogde begunstigden

Geslacht:Mannen:189(44,9 %)
Vrouwen:232(55,1 %)
Non-binair:0(0,0 %)
Leeftijdsgroep:Jonger dan 30 jaar:2(0,5 %)
30-54 jaar:229(54,4 %)
Ouder dan 54 jaar:190(45,1 %)
OpleidingsniveauLager middelbaar onderwijs of minder2287(20,7 %)
Hoger middelbaar23 of postsecundair onderwijs24297(70,5 %)
Hoger onderwijs2537(8,8 %)

Voorgestelde maatregelen

34. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt h), van Verordening (EU) 2021/691 bestaat het gepersonaliseerde gecoördineerde pakket dat aan ontslagen werknemers moet worden verstrekt uit de volgende maatregelen:

- Voorlichting en loopbaan- en outplacementbegeleiding. De werknemers zullen gedurende de hele uitvoeringsperiode individuele begeleiding en diensten voor het zoeken naar werk aangeboden krijgen, samen met steun van maatschappelijk werkers. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan kwetsbare personen met psychologische problemen, schulden of een erkende handicap via professionals die gespecialiseerd zijn in het bijstaan van deze groepen mensen.

- Opleiding, omscholing en beroepsopleiding. De werknemers zullen toegang hebben tot het standaardopleidingsaanbod van de Forem en zijn partners. Bovendien zullen na de profilering en goedkeuring van individuele projecten met de beroepsconsulent specifieke opleidingen op maat worden aangeboden.

- Ondersteuning bij het opzetten van een bedrijf. Deze maatregel is gericht op werknemers die zelfstandige willen worden. Hij omvat een diagnose- en begeleidingsfase, bewustmakingsacties op het gebied van ondernemerschap, informatiesessies over de mogelijkheden om een bedrijf op te zetten door middel van territoriale economische diagnoses en netwerken met relevante ondernemers en met gecertificeerde coaches bij de oprichting van een bedrijf.

- Bijdrage voor het opzetten van een bedrijf. Werknemers die een bedrijf opstarten of een activiteit als zelfstandige beginnen, ontvangen een bijdrage van maximaal 15 000 EUR. De bijdrage wordt betaald in twee tranches, op basis van bewijsstukken waaruit blijkt dat de bedrijfsactiviteit van start is gegaan en zich ontwikkelt.

- Stimulansen en toelagen.

1) Toelagen voor het zoeken naar werk en opleidingen. De werknemers ontvangen 2 EUR per uur voor daadwerkelijke deelname aan een opleiding of activiteiten in verband met het zoeken naar een baan.

2) Bonus voor het verbeteren van IT-vaardigheden. Werknemers die de module voor toegang tot digitale autonomie volgen, ontvangen een vast bedrag van 400 EUR op voorwaarde dat zij actief deelnemen aan de opleiding en deze ook voltooien. De bonus is bedoeld om digitaal analfabetisme te verminderen door voormalige werknemers van Makro aan te moedigen hun IT-vaardigheden te verbeteren.

3) Bonus voor het verbeteren van de taalvaardigheden. Werknemers die een intensieve taalcursus volgen die wordt georganiseerd door Forem of een taalbad in een onderneming om hun vaardigheden in het Nederlands, Engels of Duits te verbeteren in het kader van een specifieke zoektocht naar een baan, ontvangen een vast bedrag van 500 EUR. Het doel van de bonus is de ontwikkeling van interdisciplinaire taalvaardigheden aan te moedigen om de re-integratie van werknemers op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken.

4) Toelage om opnieuw onderwijs te volgen. Er wordt een maandelijkse toelage van 350 EUR toegekend aan werknemers die gedurende ten minste één jaar voltijds een secundaire of tertiaire opleiding volgen, of die een kwalificerende opleiding van ten minste drie maanden volgen om de nodige vaardigheden te verwerven voor banen waarnaar vraag is en waarvoor moeilijk personeel te vinden is en die verband houden met kritieke functies26 of waarvoor een aanzienlijk onevenwicht tussen mannen en vrouwen bestaat.

5) Toelage voor het opzetten van een bedrijf. Om werknemers bij het opzetten van een bedrijf te ondersteunen, wordt gedurende maximaal twaalf maanden een maandelijkse toelage van 350 EUR toegekend.

35. De opleiding voor het verwerven van digitale autonomie en de bovengenoemde bonus voor het verbeteren van IT-vaardigheden, evenals een module over de circulaire economie en een efficiënt gebruik van hulpbronnen, zijn in overeenstemming met de vereisten van artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2021/691. De module over de circulaire economie en een efficiënt gebruik van hulpbronnen die is ontwikkeld voor voormalige werknemers van Swissport (EGF/2020/005 BE)27 maakt nu deel uit van het standaard opleidingsaanbod van de Forem dat wordt medegefinancierd door het ESF+. Daarom neemt dit voorstel die module niet op in de begroting. Daarnaast vormt een hulpbronnenefficiënte economie de kern van het opleidingsaanbod van het “milieu-opleidingscentrum”28 van Forem.

36. De hier voorgestelde maatregelen zijn actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van Verordening (EU) 2021/691 vastgestelde voor een financiële bijdrage in aanmerking komende maatregelen. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

37. Met betrekking tot de activiteiten die reeds zijn ondernomen om de ontslagen werknemers bij te staan, heeft België meegedeeld dat de wettelijke verplichting van de werkgever om outplacementdiensten te verlenen aan de ontslagen werknemers niet van toepassing is vanwege het faillissement van de onderneming. De steun aan de werknemers via de omschakelingscel begon echter drie weken na de ontslagen.

38. België heeft de nodige informatie verstrekt over maatregelen waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2021/691 heeft België bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats komt van dergelijke maatregelen.

Geraamde begroting

39. De totale kosten worden op 3 327 322 EUR geraamd en omvatten de kosten voor individuele dienstverlening (3 233 822 EUR) en voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage (93 500 EUR).

40. Er wordt in totaal een financiële bijdrage van 2 828 223 EUR (85 % van de totale kosten) uit het EFG gevraagd.

41. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt m), van Verordening (EU) 2021/691 heeft België gespecificeerd dat de nationale voorfinanciering en medefinanciering worden verstrekt door Wallonië.

MaatregelenGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(in EUR)29
Geraamde totale kosten
(in EUR)30
Gepersonaliseerde steunmaatregelen (maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/691)
Voorlichting en loopbaan- en outplacementbegeleiding
(reconversion: accompagnement/orientation/mobilisation)
4215 3502 252 335
Opleiding, omscholing en beroepsopleiding
(formations et modules spécifiques)
421944397 367
Ondersteuning bij het opzetten van een bedrijf
(dispositif d’accompagnement à l’entrepreneuriat)
502 660132 982
Bijdrage voor het opzetten van een bedrijf
(bourse de lancement)
1210 000120 000
Subtotaal a):

5.

Percentage van het pakket gepersonaliseerde steunmaatregelen:

2 902 684
(89,76 %)
Toelagen en stimulansen (maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/691)
Stimulansen en toelagen
(allocation de recherche d’emploi et de formation, prime numérique, prime langue, allocation de reprise d’études, allocation d’entrepreneuriat)
421787331 138
Subtotaal b):

6.

Percentage van het pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen:

331 138
(10,24 %)
Activiteiten overeenkomstig artikel 7, lid 5, van Verordening (EU) 2021/691
1. Voorbereiding
031
2. Beheer
43 400
3. Voorlichting en publiciteit
15 000
4. Controle en rapportage
35 100
Subtotaal c):

7.

Percentage van de totale kosten:

93 500
(2,81 %)
Totale kosten (a + b + c):3 327 322
EFG-bijdrage (85 % van de totale kosten)2 828 223

42. De kosten van de in de bovenstaande tabel opgenomen maatregelen die vallen onder artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/691, bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket gepersonaliseerde steunmaatregelen. België heeft bevestigd dat deze maatregelen afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

43. Overeenkomstig artikel 7, lid 2, vierde alinea, van Verordening (EU) 2021/691 heeft België bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opzet of voor overnames door werknemers niet meer dan 22 000 EUR per begunstigde bedragen.

Periode waarbinnen de uitgaven voor financiering in aanmerking komen

44. België heeft de beoogde begunstigden met ingang van 1 februari 2023 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de maatregelen komen derhalve vanaf 1 februari 2023 tot 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking.

45. Op 1 januari 2023 heeft België de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de uitvoering van het EFG. De uitgaven voor activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit en controle en rapportage zullen derhalve van 10 januari 2023 tot 31 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

Beheers- en controlesystemen

46. De aanvraag bevat een beschrijving van het beheers- en controlesysteem zoals voorgeschreven in artikel 23 van Verordening (EU) 2021/691, waarin de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties zijn vastgesteld. België heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die ook het ESF+ beheren en controleren.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

8.

47. België heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:


- bij de toegang tot de voorgestelde maatregelen en de uitvoering ervan zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

- er is voldaan aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving inzake collectieve ontslagen;

- dubbele financiering wordt voorkomen;

- de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

48. Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021‑202732 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 186 miljoen EUR (prijzen van 2018) niet overschrijden.

49. Na te hebben onderzocht of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/691, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde maatregelen en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 2 828 223 EUR beschikbaar te stellen – hetgeen overeenkomt met 85 % van de totale kosten van de voorgestelde maatregelen – teneinde een financiële bijdrage toe te kennen in het kader van de aanvraag.

50. Overeenkomstig artikel 15, lid 1, eerste alinea, tweede zin, van Verordening (EU) 2021/691 en zoals voorgeschreven in punt 9 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen33, zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen gezamenlijk door het Europees Parlement en de Raad worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

51. Tegelijk met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om 2 828 223 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel over te schrijven.

52. Tegelijk met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, heeft de Commissie ook een besluit over een financiële bijdrage vastgesteld dat een financieringsbesluit is in de zin van artikel 110 van Verordening (EU, Euratom) 2018/104634. Dat financieringsbesluit treedt overeenkomstig artikel 15, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) 2021/691 in werking op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad de Commissie in kennis stellen van de goedkeuring van de begrotingsoverschrijving.