Toelichting bij COM(2024)73 - Uitvoering en de relevantie van het werkplan van de EU voor sport 2021-2024 en over de aanbeveling over de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in de verschillende sectoren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

A. INLEIDING

Sinds de Raad het vierde werkplan van de Europese Unie voor sport (2021-2024)1 heeft vastgesteld, doet sport zich nog steeds gelden als onderdeel van de cultuur, geschiedenis en tradities van Europa. De unieke en bindende kracht van sport in onze samenlevingen brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee, omdat sport verandering teweeg kan brengen via maatschappelijke vooruitgang, economische activiteit en gezondere, hechtere gemeenschappen.

Het huidige EU-werkplan is gericht op integriteit en waarden in de sport, de sociaaleconomische en milieuaspecten van sport, en de bevordering van sportbeoefening en gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging.

De omstandigheden waarin dit plan werd uitgevoerd, waren complex en moeilijk. De sportwereld had te kampen met de aanhoudende gevolgen van de COVID-19-pandemie en aansluitend de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne en de daaropvolgende periode van inflatie, hoge energieprijzen en geopolitieke spanningen waardoor sportcompetities worden beïnvloed. Het beheer van de uitdagingen in verband met deze ontwikkelingen komt bovenop de uitvoering van onderliggende prioriteiten, zoals de bevordering van gezondheid, gelijkheid en veiligheid. Als gevolg van bij de Europese rechtbanken aanhangig gemaakte zaken is de Europese dimensie van sport zichtbaarder en belangrijker geworden. Met name het debat over het Europees sportmodel is geïntensiveerd, onder grote belangstelling van het publiek.

Gedurende deze periode was het werkplan van de Europese Unie voor sport een anker om de aandacht toe te spitsen op de kernprioriteiten van het sportbeleid en tegelijkertijd tegemoet te komen aan de behoeften van de sportsector op het gebied van herstel en veerkracht.

Het EU-werkplan vormt de basis voor dialoog en samenwerking tussen de lidstaten, de Raad en de Commissie. Zoals uiteengezet in het EU-werkplan, verzoekt de Raad de Commissie een verslag in te dienen over de uitvoering en de relevantie van het werkplan. Onder meer op basis hiervan zal het volgende EU-werkplan worden opgesteld, dat in de eerste helft van 2024 moet worden vastgesteld.

Dit verslag is gebaseerd op een brede raadpleging. Via een online openbare raadpleging konden de lidstaten en belanghebbenden schriftelijke feedback geven. In totaal werden er 72 reacties ontvangen van lidstaten, internationale en Europese sportorganisaties, nationale olympische comités, nationale antidopingorganisaties en andere relevante belanghebbenden. Voorts organiseerde de Commissie een vergadering om aanvullende kwalitatieve feedback van de respondenten te ontvangen.

Dit verslag is gebaseerd op een beoordeling van de vooruitgang die op de belangrijkste beleidsterreinen van het EU-werkplan is geboekt. In het verslag wordt de uitvoering van de geplande activiteiten geëvalueerd en wordt gekeken naar de doeltreffendheid van de instrumenten en de werkmethoden. Het bevat aanbevelingen voor toekomstige acties en samenwerking op het gebied van sport. Dit verslag bevat tevens een evaluatie van de uitvoering van de aanbeveling over gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in de verschillende sectoren2.

B. EVALUATIE/RAPPORTAGE

1. Werkmethoden

Het werkplan van de Europese Unie voor sport werd uitgevoerd door middel van verschillende bestaande werkvormen en rapportagemechanismen, die de afgelopen drie jaar zijn verfijnd en uitgewerkt. Hiertoe behoren conclusies van de Raad, debatten, deskundigengroepen, peer-learningactiviteiten, conferenties en seminars, vergaderingen van de directeuren-generaal voor sport van de EU en studies.

Er werden twee deskundigengroepen opgericht, namelijk inzake groene sport en inzake het herstel en de veerkracht van de sportsector tijdens en na de COVID-19-pandemie. In deze groepen, die door de Commissie worden voorgezeten, is een actieve rol weggelegd voor de autoriteiten van de lidstaten, en waarnemers en deskundigen uit de sportwereld. De groepen hebben verslagen ingediend en aanbevelingen gedaan, en boden een platform voor de uitwisseling van expertise en beste praktijken.

Het aantal peer-learningactiviteiten voor de lidstaten om informatie en ervaringen over specifieke onderwerpen uit te wisselen, is in de loop van het EU-werkplan aanzienlijk uitgebreid. Vergaderingen en conferenties op hoog niveau, zoals informele vergaderingen van de directeuren-generaal voor sport van de EU, en de oriënterende debatten in de Raad speelden een belangrijke rol bij de bevordering van beleid inzake gemeenschappelijke uitdagingen.

De Commissie heeft studies over actuele kwesties uitgevoerd en is initiatieven en campagnes blijven ontwikkelen, zoals het Europees Sportforum, de Europese Week van de Sport, de campagne HealthyLifestyle4All en het Share-initiatief. Deze studies en campagnes waren bedoeld om de lidstaten en andere belanghebbenden te helpen bij het ontwikkelen en uitvoeren van sportbeleid en -activiteiten.

Sportfederaties, verenigingen en andere belanghebbenden in de sport spelen een sleutelrol bij de uitvoering van sportbeleid en hun opvattingen vormen een cruciaal onderdeel van beleidsdiscussies. Derhalve nam de sportwereld actief deel aan het jaarlijkse Europees Sportforum en andere conferenties. Daarnaast volgde de sportwereld de deskundigengroepen met grote belangstelling.

De Commissie heeft ook samengewerkt met internationale gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, zoals de Raad van Europa (RvE), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC), de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs, wetenschap en cultuur (Unesco) en het Wereldantidopingagentschap (WADA).

Deze werkmethoden hebben bijgedragen tot de versterking van de samenwerking tussen de lidstaten, de Raad, de Commissie en belanghebbenden in de sport. Zij hebben de EU-coördinatie verbeterd en de uitwisseling van waardevolle expertise en ervaring mogelijk gemaakt bij het bevorderen van het EU-werkplan. Tegelijkertijd kunnen bepaalde aanpassingen in de opzet van acties nodig zijn om ervoor te zorgen dat de resultaten regelmatiger worden meegedeeld en dat de acties resultaten opleveren die gemakkelijk te repliceren zijn.

2. Acties en resultaten

1. Deskundigengroepen


In het verslag over groene sport van de deskundigengroep3 werd onderzocht hoe het Europese sportsysteem het best milieuduurzaamheid kan bevorderen en worden aanbevelingen gedaan die in de eerste plaats gericht zijn tot overheidsinstanties en nationale sportorganisaties. Deze omvatten een oproep tot aanwijzing van voorvechters van sport en duurzaamheid ter bevordering van groene sport, de oprichting van organen voor kennisdeling en tot financiering op nationaal en Europees niveau ter ondersteuning van de transitie naar groenere sport. Uit het verslag bleek dat sport in hoge mate afhankelijk is van andere sectoren en dat de belangrijkste impact ervan op het klimaat het gevolg is van het reizen van fans en deelnemers naar wedstrijden.

In het verslag van de deskundigengroep inzake herstel en veerkracht4 werden de aanzienlijke gevolgen van COVID-19 voor de sportsector geschetst. Ook werden in het verslag de gevolgen aangegeven van daaropvolgende crises, met name in verband met de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne en de stijgende energiekosten. Naast de rechtstreekse gevolgen van en reactie op de crisis werd in het verslag gekeken naar de samenhang hiervan met bredere kwesties zoals duurzaamheid en bestuur. In het verslag werd dan ook benadrukt hoe belangrijk het is dat sportorganisaties risicostrategieën en noodplannen vaststellen.


2. Evenementen van het voorzitterschap en peer-learningactiviteiten

De lidstaten die het EU-voorzitterschap bekleedden, organiseerden conferenties, seminars en vergaderingen van de directeuren-generaal voor sport van de EU. Deze evenementen leverden een schat aan expertise en beleidsoriëntaties op, op gebieden als sportdiplomatie, innovatie, duurzaamheid, integriteit en gelijkheid.

Daarnaast maken de lidstaten steeds vaker gebruik van peer-learningactiviteiten om kennis op meer specifieke gebieden op grondige wijze te ordenen en te delen.

Een volledige lijst van de evenementen van het voorzitterschap en andere activiteiten is te vinden in bijlage I. Hoewel de looptijd van het EU-werkplan nog niet is verstreken, zijn bijna alle in deze bijlage genoemde activiteiten en evenementen met succes uitgevoerd. Dit collectieve resultaat weerspiegelt de grote inzet van de lidstaten, de voorzitterschappen, de Raad, de Commissie en alle andere belanghebbenden om een bijdrage te leveren en samen te werken in het kader van het EU-werkplan.


3. Verdere initiatieven ter ondersteuning van het EU-werkplan

Om het effect van de prioriteitsgebieden te vergroten en de leidende doelstellingen van het EU-werkplan te verwezenlijken, heeft de Commissie ter aanvulling van de acties en doelstellingen diverse relevante activiteiten uitgevoerd.

Een van de leidende doelstellingen van het plan is de intensivering van de dialoog en de samenwerking. Het Europees Sportforum is het belangrijkste openbare platform voor een beleidsdialoog tussen belanghebbenden in de sport over belangrijke uitdagingen en gebieden waarop in het kader van het EU-werkplan wordt samengewerkt. Het vindt jaarlijks plaats en trekt elk jaar maximaal 400 deelnemers uit heel Europa van sportfederaties, clubs, nationale en regionale autoriteiten, academici, sporters en ngo’s.

Voorts heeft de Commissie in 2020 de expertgroep inzake gendergelijkheid in de sport opgericht. Deze bestaat uit 15 deskundigen met een verschillende achtergrond, die in 2021 met hun werkzaamheden zijn begonnen. Het rapport over gendergelijkheid in de sport5 dat deze groep heeft opgesteld, bevatte een actieplan met aan de Commissie, de lidstaten, nationale en internationale sportfederaties en organisaties die verantwoordelijk zijn voor de breedtesport gerichte aanbevelingen op verschillende thematische gebieden, zoals sportparticipatie, gelijke behandeling, leiderschap en maatregelen om veilige sport te waarborgen.

In het kader van het prioriteitsgebied gericht op meer sportbeoefening en gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging werd met de campagne HealthyLifestyle4All, die liep van 2021 tot 2023, een gezonde levensstijl bij alle generaties en sociale groepen gestimuleerd door sport en actieve levensstijlen te koppelen aan gezondheids-, voedings- en ander beleid. Voor dit initiatief werden bijdragen gevraagd en in reactie daarop werden 102 toezeggingen van belanghebbenden in de sport ontvangen. Daartoe behoorden de Commissie zelf, de lidstaten, lokale overheden, sportfederaties, breedtesportorganisaties en maatschappelijke organisaties. Een inventarisatie van gezonde levensstijlen biedt een overzicht van de resultaten en een leidraad voor de financiering van projecten6.

De Europese Week van de Sport, een ander instrument om inspanningen ter bevordering van deelname aan sport te mobiliseren, wordt steeds succesvoller en biedt sportorganisaties, gemeenschappen en anderen uit de hele EU en haar buurlanden mogelijkheden om lichaamsbeweging en sportbeoefening onder het grote publiek te stimuleren. De week is het centrale onderdeel van de jaarlijkse campagne #BeActive van de Commissie om het EU-werkplan en sport op grote schaal in de hele EU te promoten. Ondanks de COVID-19-pandemie zijn de activiteiten voortgezet met het onderdeel #BeActive@Home. 2022 was een bijzonder goed jaar voor evenementen met meer dan 13 miljoen deelnemers in 40 landen en regio’s. In 2023 waren er 36 000 evenementen waarbij bijna 11 miljoen mensen betrokken waren. Sinds 2022 reikt de Commissie in het kader van de campagne de #BeActive Awards uit in vier categorieën, te weten onderwijs, werk, lokale helden en intergenerationele sport.

Erasmus+-sportacties bevorderen de deelname aan sport, lichaamsbeweging en vrijwilligerswerk. Deze acties voorzien in financiële steun en vormen daardoor een belangrijke basis voor de versterking van Europese samenwerking. Zij zijn bedoeld om zowel maatschappelijke als sportgerelateerde uitdagingen aan te pakken en de prioriteiten ervan7 zijn goed afgestemd op die van het EU-werkplan. De begroting is verdubbeld ten opzichte van de vorige programmeringsperiode en bedraagt nu 470 miljoen EUR voor de periode 2021-2027. De mogelijkheden om partnerschappen aan te gaan, worden steeds populairder en door de invoering van kleinschalige partnerschappen kregen meer basisorganisaties de kans om samen te werken. Zo ontving de Commissie in 2023 een recordaantal van 1 500 voorstellen, een stijging van 17 % ten opzichte van 2022. In 2023 werden voor het eerst leermobiliteitsprojecten voor sportcoaches mogelijk gemaakt.

De Commissie was ook betrokken bij andere gebieden ter bevordering van het mainstreamen van sport en lichaamsbeweging. Op 30 mei 2023 heeft zij een top over sport en innovatie georganiseerd om onderzoekers, bedrijven en beleidsmakers bijeen te brengen om hun kansen te bespreken en nieuwe partnerschappen tot stand te brengen op het gebied van de prestaties van sporters, duurzaamheid en digitalisering. De #BeInclusive EU Sport Awards worden uitgereikt aan organisaties die sport gebruiken om de sociale inclusie te verbeteren. Sinds 2022 zijn in de verschillende categorieën projecten erkend die laten zien hoe belemmeringen kunnen worden weggenomen, die gendergelijkheid bevorderen en die de waarde van sport ter bevordering van de EU-waarden en vrede onder de aandacht brengen, zoals de integratie van vluchtelingen uit Oekraïne.

In het kader van het EU-werkplan heeft de Commissie bijgedragen aan empirisch onderbouwd beleid door gegevens te verzamelen via studies en enquêtes, waaronder de studie uit 2021 over de bestrijding van anabole steroïden en menselijke groeihormonen in de sport in de EU8 en de studie uit 2022 over het Europees sportmodel9. In 2023 is een studie gestart over de rechten van sporters tijdens en rond grote sportevenementen, waarvan het eindverslag gepland staat voor 2024. Bovendien heeft de Eurobarometer-enquête over sport en lichaamsbeweging 202210 kwantitatieve gegevens opgeleverd over de gangbaarheid van sport en lichaamsbeweging in de EU en over diverse aanverwante kwesties, zoals vrijwilligerswerk in de sport, duurzaamheid en gelijkheid. De frequentie waarmee Europeanen aan sport doen, wordt ook gebruikt als belangrijke indicator voor het sportbeleid.



4. Samenwerking met internationale organisaties

De EU en de RvE hebben gemeenschappelijke aspiraties op het gebied van sport, met name dat sport een maatschappelijk goed moet zijn en een instrument voor mensenrechten en Europese waarden. Dit vormt de basis voor gezamenlijke projecten van de EU en de RvE die gericht zijn op de bestrijding van haatzaaiende uitlatingen in de sport, de bescherming van het kind en gendergelijkheid.

De Commissie werkt samen met het WADA bij het bestrijden van doping in de sport. De Groep sport van de Raad is doorgegaan met de voorbereiding van het mandaat van de EU, overeenkomstig de resolutie van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten over de vertegenwoordiging van de lidstaten in het bestuur van het WADA en over de aan de bijeenkomsten van het WADA voorafgaande coördinatie van de standpunten van de lidstaten. De resolutie van de Raad is in 2023 geactualiseerd om rekening te houden met veranderende praktijken en juridische ontwikkelingen11.

De Commissie en UNODC werken samen op het gebied van corruptiebestrijding, de bestrijding van het witwassen van geld en de ontneming van vermogensbestanddelen in Azië en het Stille-Oceaangebied, Afrika en op internationaal niveau ter ondersteuning van het evaluatiemechanisme van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie.

De Commissie onderhoudt daarnaast goede betrekkingen met de WHO en Unesco om de doelstellingen van het EU-werkplan te verwezenlijken. De Commissie heeft ook formele regelingen voor samenwerking getroffen met de Europese voetbalbond (UEFA)12 en het Europees Olympisch Comité (EOC)13.

2.5 Samenwerking inzake gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in de verschillende sectoren

In de aanbeveling van de Raad over de stimulering van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in de verschillende sectoren14 worden de lidstaten aangemoedigd nationale strategieën en actieplannen te ontwikkelen om lichaamsbeweging te bevorderen en daarbij met elkaar en met de Commissie samen te werken. In de aanbeveling wordt opgeroepen de WHO te ondersteunen bij het verzamelen van gegevens en het opstellen van landspecifieke overzichten. De voortgang wordt gemonitord aan de hand van een kader van 23 indicatoren.

Over het algemeen kan de gestructureerde samenwerking tussen de WHO en de Commissie als positief worden beoordeeld. Het door de lidstaten behaalde resultaat bij de uitvoering van de 23 indicatoren steeg van 64,7 % in 2015 tot 74,5 % in 2018 en vervolgens tot 75,7 % in 2021. Slechts twee indicatoren blijven achter — indicator 7 (programma sportclubs voor gezondheid) en indicator 18 (Europese richtsnoeren voor de verbetering van de infrastructuur voor lichaamsbeweging in de vrije tijd).

De meeste lidstaten en belanghebbenden achten de aanbeveling en de bijbehorende indicatoren, alsook de resultaten en gegevens nog steeds relevant (details in bijlage II).

3. Feedback over de uitvoering van het werkplan van de Europese Unie voor sport

De feedback van de lidstaten en belanghebbenden over de uitvoering van het EU-werkplan werd verzameld door middel van een open online-enquête en discussies tijdens een bijeenkomst van belanghebbenden voor respondenten.

Uit een analyse is gebleken dat de prioriteiten, de uitwisseling van kennis en ervaring, en de werkmethoden breed worden gesteund. Een meerderheid achtte de deskundigengroepen, studies en evenementen zeer geschikt. Ook de peer-learningactiviteiten werden positief beoordeeld.


Tegelijkertijd stelden de respondenten manieren voor om de uitvoering en het effect van de resultaten te verbeteren, namelijk om de presentatie van de resultaten en de informatiestroom te verbeteren en de mogelijkheden voor de uitwisseling van ervaringen te verruimen. Verschillende respondenten gaven aan dat zij een voorkeur hadden voor persoonlijk contact en netwerken. Ook werd de nadruk gelegd op continuïteit en voortbouwen op het werk dat al is verricht.

Feedback voor de toekomst: overzicht

De lidstaten en andere belanghebbenden die op de raadpleging hebben gereageerd, legden de nadruk op de volgende onderwerpen.

Professionele sport — integriteit en waarden in de sport

- Het Europees sportmodel bevorderen en verder ontwikkelen.
- Focussen op de waarden van integriteit in de sport, dopingbestrijding, corruptiebestrijding en goed bestuur.

De sociaaleconomische en de milieudimensie van sport

- Streven naar een meer omvattende aanpak van gelijke en eerlijke toegang tot sport.
- Gendergelijkheid en inclusie over de hele lijn blijven bevorderen en verbeteren — van bestuursstructuren tot basisparticipatie.
- Focussen op duurzaamheid in de sport — op milieu- en economisch gebied.

Breedtesport — sportbeoefening en gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging

- De deelname aan breedtesport bevorderen en zich specifiek richten op de behoeften van basis- en lokale organisaties.
- Focussen op een holistische benadering van gezonde levensstijlen.
- Het belang van vrijwilligerswerk voor de sport benadrukken.
- Jongeren en minderjarigen in de sport beschermen, ook in de breedtesport.

Instrumenten — werkmethoden

- Fysieke bijeenkomsten en de uitwisseling van goede praktijken bevorderen.
- Zorgen voor frequentere verspreiding van resultaten en toegang tot informatie, gegevens en verslagen.
- Dialoog en samenwerking op flexibele wijze vergemakkelijken.

C. VOLGENDE STAPPEN

De Commissie stelt de feedback van de lidstaten en belanghebbenden op prijs. Bij de uitvoering van het werkplan van de Europese Unie voor sport heeft de Commissie vastgesteld dat de werkmethoden over het algemeen goed functioneren. De Commissie vindt het heel belangrijk dat de ondersteuning van de uitwisseling van kennis en ervaringen wordt voortgezet en erkent dat zij op dit gebied een nuttige coördinerende rol kan spelen. De Commissie zal zich buigen over de kwesties die in sommige werkvormen en evenementen aan de orde zijn gesteld en zet zich in voor de voortdurende verbetering ervan.

Uit de algemene beoordeling en feedback van de lidstaten en belanghebbenden blijkt dat de focus op beleidsprioriteiten passend is, maar mogelijk moet worden getoetst aan de huidige en toekomstige ontwikkelingen zoals de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne, de uitbreiding van de EU of de mondiale belangstelling voor Europese sport. In het algemeen is men tevreden over de uitwisseling van kennis en ervaring en netwerkvorming. De Commissie deelt deze mening.

De bevindingen van het verslag geven inzicht in de gebieden waaraan in de toekomst aandacht moet worden besteed. In grote lijnen kunnen deze worden gegroepeerd in gebieden zoals: i) het bevorderen van het Europees sportmodel; ii) het vormgeven van op waarden gebaseerd sportbestuur en grote evenementen in Europa; iii) financiële houdbaarheid; iv) het handhaven van hoge integriteitsnormen; v) het eerbiedigen van de rechten van sporters die werken aan hun carrière; vi) het waarborgen van gelijkheid en vertegenwoordiging; en vii) het beter op waarde schatten van de rol van de breedtesport en vrijwilligerswerk.

Er is een duidelijke politieke wil en noodzaak om speciale aandacht te blijven besteden aan duurzame ontwikkeling, waarbij gekeken wordt naar de economische levensvatbaarheid, maar ook naar de gevolgen van de klimaatverandering voor de sport en de groene, innovatieve en inclusieve oplossingen die kunnen worden ontwikkeld. In het plan moet mogelijk ook rekening worden gehouden met eventuele veranderingen als gevolg van de vooruitgang op het gebied van technologie en AI en de gevolgen daarvan voor de sport.

Het waarborgen van gelijkheid en billijkheid voor iedereen die toegang tot sport wil krijgen met het oog op deelname, blijft hoog op de agenda staan, met een duidelijke noodzaak om aandacht te blijven besteden aan de behoeften en uitdagingen van ondervertegenwoordigde groepen in de sport, onder wie vrouwen, mensen uit een kansarm milieu en een groeiende groep ouderen en mensen met een chronische ziekte of handicap.

Op basis van de lessen uit de bredere context waarin dit EU-werkplan is uitgevoerd, moet ook worden overwogen meer aandacht te besteden aan de externe en diplomatieke aspecten van sport, met inbegrip van de bevordering van Europese waarden.

Deze aandachtsgebieden worden ondersteund door het belang van het handhaven en bevorderen van integriteit en waarden in de sport, zij het door corruptie, doping, discriminatie, geweld en onverdraagzaamheid (bv. haatzaaiende uitlatingen) te bestrijden of door sociale inclusie, gelijkheid, verdraagzaamheid en mensenrechten te bevorderen en te verdedigen. Sport moet een veilige omgeving bieden waarin mensen vaardigheden kunnen leren en kunnen investeren in positieve sociale banden. Dit is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat sport in Europa zijn rol als verenigende, bindende en versterkende kracht voor onze samenlevingen, gemeenschappen en economieën ten volle waar kan blijven maken.

Het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s worden uitgenodigd om kennis te nemen van dit verslag.

De Raad wordt verzocht om als onderdeel van het volgende werkplan van de Europese Unie voor sport de in dit verslag vermelde feedback over de prioriteiten voor toekomstige werkzaamheden en voor de werkmethoden in overweging te nemen.

Het voorzitterschap wordt verzocht dit verslag als basis te gebruiken voor de voorbereiding van het volgende EU-werkplan voor sport tijdens de eerste helft van 2024.

1 PB C 419 van 4.12.2020, blz. 1.

2 PB C 354 van 4.12.2013, blz. 1.

3 https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/0e76da18-9e26-11ee-b164-01aa75ed71a1.

4 https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/a482583b-b3a7-11ee-b164-01aa75ed71a1.

5 https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/684ab3af-9f57-11ec-83e1-01aa75ed71a1.

6 https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/3c4366d4-89b5-11ee-99ba-01aa75ed71a1.

7 Sportspecifieke prioriteiten zijn onder meer: i) het aanmoedigen van een gezonde levensstijl voor iedereen; ii) het bevorderen van integriteit en waarden in de sport; iii) het bevorderen van onderwijs in en door middel van sport; iv) het bestrijden van geweld en racisme, discriminatie en onverdraagzaamheid in de sport; en v) het bestrijden van gewelddadige radicalisering.

8 https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/76890558-f016-11eb-a71c-01aa75ed71a1.

9 https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/d10b4b5b-e159-11ec-a534-01aa75ed71a1.

10 https://europa.eu/eurobarometer/surveys/detail/2668.

11 PB C 185 van 26.5.2023, blz. 29.

12 C(2022) 3721 final.

13 C(2022) 257 final.

14 PB C 354 van 4.12.2013, blz. 1.

NL NL