Toelichting bij COM(2024)30 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2023/003 DE/Vallourec van Duitsland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/20131.

2. Op 15 november 2023 heeft Duitsland aanvraag EGF/2023/003 DE/Vallourec ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Vallourec (Vallourec Deutschland GmbH (VAD)) in Duitsland.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van Verordening (EU) 2021/691 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEFG/2023/003 DE/Vallourec
LidstaatDuitsland
Betroffen regio(’s) (NUTS-niveau 22)DEA1 (Düsseldorf)
Datum van de indiening van de aanvraag15 november 2023
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag15 november 2023
Datum van het verzoek om aanvullende gegevens29 november 2023
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende gegevens20 december 2023
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling8 maart 2024
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2021/691
Primaire ondernemingVallourec (Vallourec Deutschland GmbH (VAD))
Aantal betrokken ondernemingen1
Economische sector(en)
(NACE Rev. 2-afdeling)3
Afdeling 24 (vervaardiging van metalen in primaire vorm)
Referentieperiode (vier maanden):26 april 2023 – 26 augustus 2023
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode1 518
Totaal aantal in aanmerking komende begunstigden1 518
Totaal aantal beoogde begunstigden835
Begroting voor gepersonaliseerde steunmaatregelen (EUR)4 783 057
Begroting voor de uitvoering van het EFG4 (EUR)191 322
Totale begroting (EUR)4 974 379
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)2 984 627

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. Duitsland heeft aanvraag EGF/2023/003 DE/Vallourec ingediend op 15 november 2023, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2021/691 vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag nog op dezelfde dag bevestigd, en heeft Duitsland op 29 november 2023 om aanvullende gegevens verzocht. Die aanvullende gegevens werden binnen 15 werkdagen verstrekt. De termijn van vijftig werkdagen na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 8 maart 2024 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

Betrokken ondernemingen en begunstigden

5. De aanvraag heeft betrekking op 1 518 ontslagen werknemers wier werkzaamheden bij Vallourec (Vallourec Deutschland GmbH (VAD)) zijn beëindigd. Deze onderneming is actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2 afdeling 24 (vervaardiging van metalen in primaire vorm). De ontslagen bij de ondernemingen vielen in de regio van NUTS-niveau 2 Düsseldorf (DEA1).

Criteria voor steunverlening

6. Duitsland heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2021/691, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat de werkzaamheden van ten minste 200 ontslagen werknemers zijn beëindigd, met inbegrip van werknemers die zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten, en/of van zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.

7. De referentieperiode van vier maanden voor de aanvraag loopt van 26 april 2023 tot en met 26 augustus 2023. Tijdens de referentieperiode werden bij Vallourec 1 518 werknemers ontslagen.

Berekening van de ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden

8. Overeenkomstig artikel 6, eerste alinea, punt a), gelezen in samenhang met artikel 5, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU) 2021/691 is het aantal beëindigingen van de werkzaamheden van de 1 518 ontslagen werknemers tijdens de referentieperiode berekend vanaf de datum waarop de werkgever, overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Richtlijn 98/59/EG van de Raad5, de bevoegde overheidsinstantie schriftelijk in kennis heeft gesteld van het voorgenomen collectief ontslag. Duitsland heeft vóór de datum van de voltooiing van de beoordeling door de Commissie bevestigd dat deze 1 518 ontslagen werkelijk hebben plaatsgevonden.

In aanmerking komende begunstigden

9. In totaal komen 1 518 werknemers in aanmerking.

Beschrijving van de gebeurtenissen die tot de ontslagen en de beëindiging van de werkzaamheden hebben geleid

10. Het is de sluiting van de productiefaciliteiten van de onderneming als gevolg van de globalisering die tot deze ontslagen heeft geleid.

11. De onderneming, Vallourec Deutschland GmbH (VAD), is de Duitse dochteronderneming van Vallourec S.A., Frankrijk. De onderneming produceerde naadloze warmgewalste stalen buizen in haar twee staalfabrieken in Duitsland, namelijk in de aangrenzende steden Düsseldorf en Mülheim an der Ruhr. De staalfabrieken, voorheen bekend als Mannesmannröhren-Werke AG, werden opgericht in respectievelijk 1899 en 1966.

12. De onderneming maakte sinds 2014 verliezen bekend en zij reageerde hierop met verschillende herstructurerings- en inkrimpingsmaatregelen. In 2018 is het herstelplan van VAD van start gegaan, dat tegen 2020 tot aanzienlijke besparingen moest leiden. Ondanks enig succes heeft de economische situatie na de COVID‑19-pandemie tot verdere moeilijkheden geleid voor de Duitse buizenfabrieken. Sinds 2015 zijn er al meer dan 1 400 banen verloren gegaan als gevolg van herstructureringen.

13. Op 17 november 2021 besloot de raad van toezicht van Vallourec S.A. de Duitse buizenfabrieken te verkopen en de productie naar Brazilië te verplaatsen.

14. Hoewel Vallourec S.A. offertes van potentiële kopers ontving, bleek geen van deze offertes levensvatbaar te zijn. Op 18 mei 2022 heeft de raad van toezicht verklaard dat alle pogingen om de productielocaties te verkopen waren mislukt. Dit betekende de definitieve sluiting van de faciliteiten, aangezien er geen opvolger kon worden gevonden om deze te exploiteren.

15. De productie zal worden voortgezet totdat het verplaatsingsproces is voltooid. Daarom is besloten om de faciliteiten in drie fasen te sluiten. Een eerste groep werknemers heeft het bedrijf voor 1 januari 2024 verlaten, een tweede groep zal het tegen 1 juli 2024 verlaten en de derde groep tegen 1 januari 2025.

16. De onderneming zal haar activiteiten in Duitsland voortzetten, maar alleen als verkooponderneming.

Verwachte effect van de ontslagen op de lokale, regionale of nationale economie en werkgelegenheid

17. De ontslagen zullen naar verwachting een aanzienlijk negatief effect hebben op de plaatselijke economie. De grootstedelijke regio Rijn-Ruhr is de meest bevolkte grootstedelijke regio in Duitsland, die zowel het Ruhrgebied, een traditionele steenkool en staalproducerende regio, als de steden langs de Rijn omvat. De lokale arbeidsmarkten in de regio lopen sterk uiteen.

18. De stad Mülheim an der Ruhr maakt deel uit van het Ruhrgebied, een industriegebied dat sinds de jaren 1960 structurele veranderingen doormaakt. De werkgelegenheid in de industrie neemt af in deze stad. In de metaalverwerkende sector gingen de afgelopen vijf jaar meer dan 21 % van de banen verloren6. Het werkloosheidspercentage van 8,0 % (december 2023) is hoog, met name in vergelijking met andere steden in het Ruhrgebied. Ongeveer 74 % van de werklozen heeft geen enkele beroepskwalificatie en meer dan 50 % van de werklozen heeft al meer dan een jaar geen baan.

19. De buurstad Düsseldorf wordt gekenmerkt door een zeer hoge graad van werkgelegenheid in de tertiaire sector, die goed is voor 88 % van de totale werkgelegenheid. Slechts 11 % van de werknemers werkt in de secundaire sector. De banen in de productie nemen af, met name in de metaalindustrie. De werkloosheid in Düsseldorf betreft voornamelijk personen zonder formele beroepskwalificaties. Ongeveer 60 % van de werklozen valt onder deze categorie. Meer dan een derde van de werklozen had meer dan een jaar geen werk.

20. Volgens de prognoses van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening op basis van de werkloosheidscijfers van september 2023, zouden de ontslagen bij VAD het werkloosheidspercentage in Mülheim met 11,6 % en in de veel grotere stad Düsseldorf met 5,6 % doen stijgen. De profielen van de ontslagen werknemers stemmen niet overeen met de vaardigheden die op de arbeidsmarkt worden gevraagd. De meeste werknemers in kwestie bevinden zich in een vergevorderd stadium van hun beroepsloopbaan en hebben lange tijd voor Vallourec gewerkt, met lage formele kwalificaties en over het algemeen vrij verouderde kwalificaties en vaardigheden. De bij- en omscholing van werknemers in overeenstemming met de vraag van de arbeidsmarkt naar gekwalificeerde banen zal dus een uitdaging vormen, met name omdat tegelijkertijd een groot aantal personen wordt ontslagen.

Toepassing van het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering

21. Duitsland heeft beschreven hoe rekening is gehouden met de aanbevelingen in het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering. Onmiddellijk na het besluit om de buizenfabrieken te sluiten, startte het bestuur van de onderneming en de werknemersvertegenwoordigers onderhandelingen over een sociaal plan, met name over de oprichting van een re-integratiebedrijf.

22. Volgens de Duitse autoriteiten is de onderneming waar de ontslagen vallen, niet verplicht een re-integratiebedrijf op te richten of bij te dragen aan de oprichting ervan. Als de onderneming waar de ontslagen vallen, geen medewerking verleent, wordt er geen re-integratiebedrijf opgericht. Voor het geval dat de onderneming waar de ontslagen vallen, wel meewerkt en als de sociale partners akkoord gaan met de oprichting van een re-integratiebedrijf, voorziet de Duitse sociale wetgeving in het betreffende rechtskader (§§ 110 en 111, SGB III).

23. De onderhandelende partijen kwamen overeen voor elke reeks ontslagen een re-integratiebedrijf op te richten. Een agentschap voor re-integratie werd belast met de oprichting van deze re-integratiebedrijven. Het agentschap voor re-integratie is op 17 april 2023 met zijn werkzaamheden begonnen. Ter voorbereiding van de overplaatsing van de werknemers naar de re-integratiebedrijven begon het agentschap voor re-integratie op 4 oktober 2023 met de eerste profileringsmaatregelen.

24. Met betrekking tot de activiteiten die zijn ondernomen om de ontslagen werknemers bij te staan, heeft Duitsland gemeld dat de onderneming ook een plan voor vervroegde uittreding heeft aangeboden aan werknemers die in 1966 of daarvoor zijn geboren, alsook een plan voor vrijwillig ontslag voor mensen die geen hulp meer nodig hebben bij het vinden van een nieuwe baan.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd

25. Duitsland heeft bevestigd dat de hieronder beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

26. Het gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen vormt een aanvulling op acties die met andere nationale en particuliere middelen worden gefinancierd, namelijk die welke door het re-integratiebedrijf worden aangeboden.

Procedures voor overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers, de sociale partners of plaatselijke en regionale autoriteiten

27. Duitsland heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen werd opgesteld in overleg met de sociale partners overeenkomstig artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) 2021/691. De externe contractant die opdracht heeft gegeven tot de oprichting van het re-integratiebedrijf en de Duitse autoriteiten bespraken algauw manieren om de reeks maatregelen met behulp van het EFG te versterken en uit te breiden.

28. Sinds november 2022 is de Duitse EFG-beheersautoriteit in gesprek gegaan met de onderneming waar de ontslagen zijn gevallen, de externe contractant die belast is met de oprichting van het re-integratiebedrijf, de openbare dienst voor arbeidsvoorziening en de bevoegde autoriteiten van de deelstaat Noordrijn-Westfalen over een mogelijke EFG-aanvraag. Op 13 februari 2023 is tijdens een rondetafelgesprek overeenstemming bereikt over een gemeenschappelijk actieplan met deelname van de externe contractant, de EFG-beheersautoriteit, de openbare dienst voor arbeidsvoorziening, de onderneming waar de ontslagen zijn gevallen en werknemersvertegenwoordigers. Er zijn vakbondsvertegenwoordigers geraadpleegd en uitgenodigd voor de rondetafelconferentie, maar deze konden niet deelnemen vanwege andere verplichtingen.

Beoogde begunstigden en voorgestelde maatregelen

Beoogde begunstigden

29. Naar verwachting zullen 835 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt f), van Verordening (EU) 2021/691 is de uitsplitsing van deze werknemers naar geslacht, leeftijdscategorie en onderwijsniveau als volgt:

CategorieAantal

2.

beoogde begunstigden

Gender:Mannen:798(95,6 %)
Vrouwen:37(4,4 %)
Non-binair:0(0 %)
Leeftijdscategorie:Jonger dan 30 jaar:53(6,4 %)
30-54 jaar:614(73,5 %)
Ouder dan 54 jaar:168(20,1 %)
OnderwijsniveauLager middelbaar onderwijs of minder777(9,2 %)
Hoger middelbaar8 of postsecundair onderwijs9667(79,9 %)
Tertiair onderwijs1091(10,9 %)

Voorgestelde maatregelen

30. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt h), van Verordening (EU) 2021/691 bestaat het gepersonaliseerde gecoördineerde pakket dat aan ontslagen werknemers moet worden verstrekt uit de volgende maatregelen:

- Bijscholing: er wordt bijscholing aangeboden na interviews in het kader van profilering en loopbaanbegeleiding, in overeenstemming met de persoonlijke loopbaaninteresses en de eisen van de arbeidsmarkt. Cursussen kunnen individueel of in groep worden aangeboden. Aangezien 30 % van de ontslagen werknemers een migrantenachtergrond hebben, zullen cursussen Duits worden aangeboden aan deelnemers die de Duitse taal slecht beheersen. Voor minder digitaal vaardige deelnemers zullen gespecialiseerde cursussen over digitale basisvaardigheden worden aangeboden. Deelnemers die beginnen werken, kunnen blijven deelnemen aan bijscholing.

- Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie / activeringsmaatregelen: op basis van de initiële profileringsinterviews zullen loopbaanbegeleiders informatie verstrekken over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en mogelijke loopbaantrajecten en de deelnemers motiveren en inspireren. De werknemers zullen worden aangemoedigd hun vaardigheden aan te scherpen of nieuwe vaardigheden te verwerven en aan onderwijs- en opleidingsmaatregelen deel te nemen om een nieuwe baan te vinden. Dit wordt ondersteund door het gebruik van bekwaamheids- en persoonlijkheidstesten. Er zullen ook groepsfora zijn in de vorm van groepsbijeenkomsten en workshops, bijgestaan door een facilitator, die deelnemers helpen ideeën uit te wisselen en na te denken over hun ervaringen. Sommige van die bijeenkomsten richten zich op deelnemers met een gemeenschappelijke achtergrond: alleenstaande moeders of oudere deelnemers. Deze maatregelen zullen vergezeld gaan van een specifiek digitaal pakket steunmaatregelen in de vorm van een smartphone-app. Verder zal de nadruk liggen op maatregelen om de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de deelnemers te stabiliseren en te verbeteren.

- Advies voor het opstarten van een onderneming: het gaat om een pakket adviesdiensten voor wie geïnteresseerd is in het opstarten van een eigen onderneming. Deze diensten omvatten onder meer gepersonaliseerde coaching en groepscoaching.

- Subsidies voor het opstarten van een onderneming: deze subsidies zullen worden aangeboden aan degenen die besluiten hun eigen bedrijf op te starten. De subsidies kunnen worden gebruikt voor investeringen in uitrusting, maar ook voor de huur van bedrijfsruimten of verdere coaching of opleiding tijdens de opstartfase.

- Hulp bij het zoeken naar werk: professionele jobscouts helpen bij het opsporen van potentiële nog niet gepubliceerde vacatures waarvoor werknemers in aanmerking zouden kunnen komen. Daarnaast zullen er allerlei evenementen voor het zoeken naar werk worden georganiseerd, zoals banenbeurzen.

- Bijscholingsstimulansen: deze stimulansen kunnen worden uitbetaald wanneer met succes aan bepaalde maatregelen wordt deelgenomen. Of stimulansen zullen worden gebruikt en welke bedragen zullen worden betaald, hangt af van het soort maatregel, het niveau van de vaardigheden en de duur van een maatregel.

- Verdere stimulansen: deze stimulansen zullen in de eerste plaats gericht zijn op de integratie van deelnemers op de arbeidsmarkt en kunnen worden betaald als bonus voor indiensttreding tijdens de bestaansduur van het re-integratiebedrijf of in de vorm van loontoeslagen. Dergelijke toeslagen zijn bedoeld om een prikkel te bieden om nieuwe banen te aanvaarden, ook wanneer het salaris van de nieuwe baan lager is dan dat van de vorige baan.

- Opleidingstoelage: de betaling wordt gestart vanaf de datum waarop de werknemer bij het re-integratiebedrijf in dienst treedt, en beëindigd wanneer hij/zij het re-integratiebedrijf verlaat. Deelname aan actieve arbeidsmarktmaatregelen is een voorwaarde voor het ontvangen van een toelage.

31. Digitale basisvaardigheden (Digitale Grundqualifizierung): deze maatregel is gericht op de verspreiding van de vaardigheden die vereist zijn in het digitale industriële tijdperk, zoals voorgeschreven in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2021/691. Deze maatregel is met name gericht op deelnemers zonder of met zeer weinig digitale vaardigheden. De deelnemers krijgen laptops ter beschikking zodat zij de cursus kunnen volgen en thuis kunnen oefenen. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan toegepaste vaardigheden die deelnemers helpen om internettools te gebruiken om werk te zoeken.

32. Met betrekking tot de verspreiding van vaardigheden die nodig zijn in een hulpbronnenefficiënte economie, zoals ook voorgeschreven in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2021/691, verklaart Duitsland dat de externe dienstverlener die belast is met het beheer van de re-integratiebedrijven, op grond van een contractuele overeenkomst moet zorgen voor de verspreiding van deze vaardigheden als horizontaal beginsel in alle aangeboden maatregelen. Er zal meer aandacht worden besteed aan de bevordering van banen die het koolstofvrij maken van de economie helpen stimuleren, zoals treinbestuurders.

33. De hier voorgestelde maatregelen zijn actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van Verordening (EU) 2021/691 vastgestelde voor een financiële bijdrage in aanmerking komende maatregelen. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

34. Duitsland heeft informatie verstrekt over de activiteiten die reeds zijn ondernomen om de ontslagen werknemers bij te staan. De eerste groep werknemers heeft op 31 december 2023 daadwerkelijk hun baan verloren. Terwijl de eerste screeningmaatregelen vóór het ontslag werden aangeboden, konden de ontslagen werknemers vanaf 1 januari 2024 profiteren van de hele reeks maatregelen die door het re-integratiebedrijf werd aangeboden.

35. Duitsland heeft de nodige informatie verstrekt over maatregelen waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2021/691 heeft Duitsland bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats komt van dergelijke maatregelen.

Geraamde begroting

36. De totale kosten worden op 4 974 379 EUR geraamd en omvatten de kosten voor individuele dienstverlening (4 783 057 EUR) en voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage (191 322 EUR).

37. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 2 984 627 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

38. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt m), van Verordening (EU) 2021/691 heeft Duitsland gespecificeerd dat de nationale voorfinanciering en medefinanciering worden verstrekt door de Bondsbegroting en door het Bundesagentur für Arbeit (openbare dienst voor arbeidsvoorziening).

MaatregelenGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(in EUR)11
Geraamde totale kosten
(in EUR)12
Gepersonaliseerde steunmaatregelen (maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/691)
Bijscholing (Qualifizierungsmaßnahmen)4253 6811 564 456
Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie / activeringsmaatregelen (Berufsorientierung und -beratung / Aktivierungsmaßnahmen)835793662 617
Advies voor het opstarten van een onderneming (Existenzgründungsberatung)182 18739 369
Subsidies voor het opstarten van een onderneming (Existenzgründungsförderung)1821 871393 685
Hulp bij het zoeken naar werk (Beratung und Stellenakquise)835538449 649
Subtotaal a):

3.

Percentage van het pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen:

3 109 776
(65,02 %)
Toelagen en stimulansen (maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/691)
Bijscholingsstimulansen (Weiterbildungsprämien)250787196 843
Verdere stimulansen (Weitere Prämien)1203 280393 685
Opleidingstoelage (Transferkurzarbeitergeld)8351 2961 082 753
Subtotaal b):

4.

Percentage van het pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen:

1 673 281
(34,98 %)
Activiteiten overeenkomstig artikel 7, lid 5, van Verordening (EU) 2021/691
1. Voorbereiding
28 698
2. Beheer
95 661
3. Voorlichting en publiciteit
9 566
4. Controle en rapportage
57 397
Subtotaal c):

5.

Percentage van de totale kosten:

191 322
(3,85 %)
Totale kosten (a + b + c):4 974 379
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)2 984 627

39. De kosten van de in de bovenstaande tabel opgenomen maatregelen die vallen onder artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/691, bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket gepersonaliseerde steunmaatregelen. Duitsland heeft bevestigd dat deze maatregelen afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

40. Overeenkomstig artikel 7, lid 2, vierde alinea, van Verordening (EU) 2021/691 heeft Duitsland bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opzet of voor overnames door werknemers niet meer dan 22 000 EUR per begunstigde bedragen.

Periode waarbinnen de uitgaven voor financiering in aanmerking komen

41. Duitsland heeft de beoogde begunstigden met ingang van 1 december 2023 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de maatregelen komen derhalve vanaf 1 december 2023 tot 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking.

42. Op 1 januari 2023 heeft Duitsland de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit en controle en rapportage zullen derhalve van 1 januari 2023 tot 31 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

Beheers- en controlesystemen

43. De aanvraag bevat een beschrijving van het beheers- en controlesysteem zoals voorgeschreven in artikel 23 van Verordening (EU) 2021/691, waarin de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties zijn vastgesteld. Duitsland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door dezelfde instanties van het Bondsministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken (Bundesministerium für Arbeit und Soziales) die ook het Europees Sociaal Fonds (ESF) beheren. De “Gruppe Europäische Fonds für Beschäftigung” fungeert als beheersautoriteit en de organisatorisch onafhankelijke “Organisationseinheit Prüfbehörde” is de controleautoriteit voor deze fondsen. Deze instanties hebben ook de vorige EFG-bijdragen voor Duitsland beheerd. Sommige taken van de EFG-beheersautoriteit worden permanent aan de ODA gedelegeerd op basis van een administratieve overeenkomst.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

6.

44. Duitsland heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:


- bij de toegang tot de voorgestelde maatregelen en de uitvoering ervan zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

- er is voldaan aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen;

- Vallourec heeft zijn activiteiten na de ontslagen voortgezet, is zijn wettelijke verplichtingen nagekomen en heeft dienovereenkomstig de nodige maatregelen voor zijn werknemers getroffen;

- dubbele financiering wordt voorkomen;

- de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

45. Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021‑202713 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 186 miljoen EUR (prijzen van 2018) niet overschrijden.

46. Na te hebben onderzocht of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/691, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde maatregelen en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 2 984 627 EUR beschikbaar te stellen — hetgeen overeenkomt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde maatregelen — teneinde een financiële bijdrage toe te kennen in het kader van de aanvraag.

47. Overeenkomstig artikel 15, lid 1, eerste alinea, tweede zin, van Verordening (EU) 2021/691 en zoals voorgeschreven in punt 9 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen14, zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen gezamenlijk door het Europees Parlement en de Raad worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

48. Tegelijk met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om 2 984 627 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel over te schrijven.

49. Tegelijk met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, heeft de Commissie ook een besluit over een financiële bijdrage vastgesteld dat een financieringsbesluit is in de zin van artikel 110 van Verordening (EU, Euratom) 2018/104615. Dat financieringsbesluit treedt overeenkomstig artikel 15, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) 2021/691 in werking op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad de Commissie in kennis stellen van de goedkeuring van de begrotingsoverschrijving.