Toelichting bij COM(2024)159 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)159 - .
bron COM(2024)159
datum 08-04-2024
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Tegen de achtergrond van de steeds moeilijkere mondiale economische ontwikkelingen is de economische groei van Jordanië de afgelopen vijf jaar over het algemeen stabiel gebleven op ongeveer 2 % (ongerekend een duidelijke krimp in het jaar van de COVID-19-pandemie in 2020). Deze groei was echter zwakker dan die van andere landen in de regio en niet sterk genoeg om de zeer hoge werkloosheid te verlagen of de aanzienlijke schuldenlast van de overheid te helpen verlichten. De begrotingsdruk is zelfs hoog gebleven, met aanhoudende begrotingstekorten bovenop de reeds hoge overheidsschuld, die in 2023 uitkwam op 88,7 % van het bbp (exclusief deelnemingen van de Social Security Corporation). De consumptieprijsinflatie bleef de afgelopen vijf jaar relatief beperkt en vertraagde eind 2023 tot 1,6 %, onder meer als gevolg van het beleid van monetaire verkrapping. Verwacht wordt echter dat de hoge rentetarieven in de toekomst op de economische bedrijvigheid zullen wegen. Aan de externe kant kent Jordanië chronische externe tekorten (7,1 % van het bbp-tekort op de lopende rekening in H1 2023) als gevolg van het aanhoudende tekort op de goederenhandel, dat een weerspiegeling is van de afhankelijkheid van de economie van de invoer van energie, voedsel en machines in combinatie met een zwakke exportbasis.

Een in grote lijnen gepaste beleidsrespons en grootschalige internationale steun hebben het land tot dusver geholpen de macro-economische stabiliteit te handhaven, maar de aanhoudende economische uitdagingen die tot uiting komen in externe en begrotingstekorten, maken de economie kwetsbaar voor externe schokken. De afgelopen jaren heeft Jordanië initiatieven genomen om zijn economie te moderniseren, laatstelijk met de economische moderniseringsvisie van 2022, om buitenlandse investeringen aan te trekken en groei te bevorderen, mede ondersteund door de hervormingsagenda’s die aan de eerdere operaties voor macrofinanciële bijstand (MFB) ten grondslag liggen.

Deze hervormingsinspanningen werden ondernomen in een tijd waarin Jordanië te maken kreeg met meerdere externe schokken, met name de oorlog in buurland Syrië en de grote toestroom van vluchtelingen die daarop volgde, de COVID-19-pandemie, de grootschalige aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, toegenomen veiligheidsuitdagingen langs de Syrische grens en, meest recentelijk, de oorlog in Israël/Gaza en de daaruit voortvloeiende crisis in de Rode Zee die belangrijke handelsroutes aantast.

In het licht van de vele externe schokken en het belang van het land voor de stabiliteit in de regio, heeft Jordanië de afgelopen tien jaar in verschillende vormen aanzienlijke steun gekregen van zijn internationale partners. Dit omvat drie MFB-programma’s sinds 2014 voor in totaal 1 080 miljoen EUR; vier opeenvolgende programma’s van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) sinds 2012; en aanzienlijke steun van de VS in de vorm van subsidies. De derde en laatste MFB-operatie (MFB-III, 2020-2023) met een oorspronkelijk bedrag van 500 miljoen EUR werd in januari 2020 goedgekeurd en vervolgens (mei 2020) aangevuld met 200 miljoen EUR als reactie op de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-pandemie in 2020. MFB-III werd in mei 2023 met succes afgesloten en had steun verleend voor hervormingen op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën, de nutssector, het sociaal en arbeidsmarktbeleid en het bestuur, waar over het algemeen positieve, doch enigszins ongelijke vooruitgang werd geboekt.

In dit verband en gezien de aanhoudende aanzienlijke financieringsbehoeften van Jordanië en de vele uitdagingen waarmee het land wordt geconfronteerd, hebben de Jordaanse autoriteiten op 8 oktober 2023 in een brief aan commissaris Gentiloni om een follow-up-MFB-operatie van 700 miljoen EUR verzocht, waarbij zij specifiek verwezen naar moeilijke mondiale economische vooruitzichten, restrictieve kredietvoorwaarden als gevolg van monetaire verkrapping, hoge energiekosten, inflatoire druk en de last van de Syrische vluchtelingencrisis. De oproep tot verdere bijstand komt in een situatie van toenemende onzekerheid en regionale instabiliteit, niet in de laatste plaats als gevolg van het uitbreken van de oorlog in het naburige Israël en Gaza op de dag vóór de verzending van de brief.

Na een grondige beoordeling van de politieke en economische situatie in Jordanië dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor nieuwe macrofinanciële bijstand van maximaal 500 miljoen EUR ten gunste van Jordanië. De voorgestelde macrofinanciële bijstand zou Jordanië helpen een deel van zijn resterende externe financieringsbehoeften te dekken, in het kader van het nieuwe IMF-programma, en zou, door de nodige budgettaire ruimte te creëren, ook bijdragen tot het veiligstellen van de lopende hervormingsvooruitgang.

De uitbetaling zou in drie tranches plaatsvinden, waarbij de vrijgave van elke tranche strikt gekoppeld zou zijn aan vorderingen bij de uitvoering van zowel het IMF-programma als een aantal aanvullende beleidsmaatregelen waarover tussen de Commissie en de autoriteiten overeenstemming moet worden bereikt en die in een memorandum van overeenstemming moeten worden opgesomd. Het memorandum van overeenstemming kan in beginsel beleidshervormingen omvatten die gericht zijn op economisch bestuur, met inbegrip van het beheer van de overheidsfinanciën en de belastingdienst; sociaal en arbeidsmarktbeleid en bestuur en bestrijding van fraude, corruptie en witwassen. De uitvoering van de voorgestelde operatie zal naar verwachting gepaard gaan met de steun in het kader van begrotingsmaatregelen die worden gefinancierd door het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld (“NDICI – Europa in de wereld”).

Zoals nader uitgelegd in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt, is de Commissie – mede op basis van de door de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) verrichte beoordeling van de politieke situatie – van mening dat aan de politieke en economische randvoorwaarden voor de voorgestelde MFB-operatie is voldaan.

Algemene economische context

De economische groei is de afgelopen jaren stabiel maar relatief laag gebleven (vergeleken met andere landen in de regio) en zal naar verwachting slechts langzaam aantrekken. Na de krimp tijdens de COVID-19-pandemie herstelde het bbp zich met 2,2 % groei in 2021 en 2,5 % in 2022; de groeiverwachtingen voor 2023 zijn licht neerwaarts bijgesteld tot 2,6 % na het uitbreken van de oorlog tussen Israël en Gaza in het vierde kwartaal. De sectoren die in 2023 het meest aan de economische groei hebben bijgedragen, waren de landbouw, de verwerkende industrie, het toerisme en de mijnbouw, wat de nog steeds sterke rol van deze sectoren in de economie weerspiegelt, maar ook het herstel van het toerisme. Er blijven grote structurele uitdagingen bestaan om de economische groei te stimuleren, met name op het gebied van de ontwikkeling van de particuliere sector, waar tekortkomingen blijven bestaan in het ondernemingsklimaat, de toegang tot financiering, de flexibiliteit van de arbeidsmarkt en het openbaar bestuur.

De economische groei is niet krachtig genoeg geweest om de zeer hoge werkloosheid terug te dringen. Het terugdringen van de traditioneel hoge werkloosheidsgraad en het verhogen van de arbeidsmarktparticipatie zijn belangrijke structurele uitdagingen in Jordanië. In 2023 daalde de werkloosheidsgraad licht tot 22,3 % in het derde kwartaal (22,9 % in 2022). De werkloosheid blijft hoog, met name voor vrouwen, jongeren en universitair afgestudeerden, waarbij de arbeidsparticipatie van vrouwen (ongeveer 14 % in 2023) een van de laagste ter wereld is.

De inflatie is in 2023 aanzienlijk vertraagd, met een gemiddelde inflatie van 2,1 % in 2023 (tegen 4,2 % in 2022). De prijsstijgingen namen af als reactie op de verkrapping van het monetaire beleid en de lagere mondiale grondstoffenprijzen. De centrale bank van Jordanië heeft haar beleidsrente in 10 stappen verhoogd van 2,5 % in maart 2022 tot 7,5 % in juli 2023. De besluiten van de centrale bank van Jordanië waren noodzakelijk gezien de koppeling van de Jordaanse Dinar aan de USD, om in overeenstemming te zijn met de monetaire verkrapping van de Amerikaanse Federal Reserve en om druk op kapitaalstromen te vermijden, en bij te dragen tot de matiging van de inflatoire druk.

De begrotingssituatie blijft een uitdaging, met structureel hoge tekorten die een smalle inkomstenbasis weerspiegelen (mobilisering van de binnenlandse belastinginkomsten 16 % van het bbp, tegenover Tunesië 23,3 % van het bbp en Marokko 21,4 % van het bbp) en verder bijdragen tot het al hoge schuldniveau. Het begrotingstekort bedroeg 5,1 % voor de eerste acht maanden van 2023 (4,6 % van het bbp in 2022), ongeveer in overeenstemming met het gemiddelde begrotingstekort van de afgelopen vijf jaar. De inkomsten van de overheidssector stegen in de eerste acht maanden met 5,4 % ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, als gevolg van hogere inkomsten- en winstbelastingen. De totale uitgaven stegen met 2,9 % als gevolg van hogere rentebetalingen, militaire uitgaven en beloning van werknemers in de civiele sector. In april 2023 heeft Jordanië met succes euro-obligaties uitgegeven voor een bedrag van 1,25 miljard USD, ondanks de wereldwijde verkrapping van de financieringsvoorwaarden. De uitgifte heeft een looptijd van zes jaar aan 7,5 % en werd zes keer overtekend, waardoor de overheid het oorspronkelijk gevraagde bedrag kon verhogen.

De totale overheidsschuld (ongerekend de door de Social Security Corporation (SSC) aangehouden schulden) bleef in 2023 op een zeer hoog niveau van 88,7 % van het bbp, iets minder dan 90,8 % van het bbp in 2021, waarbij de nominale bbp-groei in deze twee jaar groter was dan de schuldstijging. Na optelling van de door de SSC aangehouden schulden kwam de overheidsschuld in 2023 uit op 111,5 % van het bbp, na in de afgelopen tien jaar voortdurend te zijn gestegen (van 84,5 % van het bbp in 2013). In zijn verslag over de nieuwe regeling van de uitgebreide financieringsfaciliteit met Jordanië (januari 2024) heeft het IMF het niveau van de overheidsschuld van Jordanië als houdbaar beschouwd, waarbij het er voorts op wees dat, hoewel de risico’s voor de houdbaarheid van de schuld bleven bestaan, de beleidsinspanningen van de autoriteiten en de voortdurende inzet van de ontwikkelingspartners ten aanzien van Jordanië belangrijke waarborgen zouden vormen.

Aan de externe kant kent Jordanië chronische externe tekorten als gevolg van het aanhoudende tekort op de goederenhandel, dat een weerspiegeling is van de afhankelijkheid van de Jordanië van de invoer van energie, voedsel en machines in combinatie met een zwakke exportbasis die steunt op sectoren met een lage toegevoegde waarde. De belangrijkste exportproducten waren de afgelopen jaren fosforzuur, potas en fosfaten, die hebben geprofiteerd van de toegenomen vraag na de Russische invasie van Oekraïne. Al met al bedroeg het tekort op de lopende rekening de afgelopen vijf jaar gemiddeld ongeveer 6,5 % van het bbp, met grotere tekorten in 2021-2023. Recent is het tekort op de lopende rekening gedaald tot 7,1 % van het bbp in H1 2023 (van 13 % in H1 2022, 8,8 % van het bbp in 2022), als gevolg van een toegenomen overschot in de handel in diensten als gevolg van stijgende inkomsten uit toerisme. Traditioneel sterke geldovermakingen uit het buitenland (ongeveer 8 % van het bbp in de afgelopen jaren) hebben ook bijgedragen tot de vermindering van het tekort op de lopende rekening. De bruto deviezenreserves van de centrale bank van Jordanië zijn sterk gebleven, maar zijn in de periode 2021-2023 licht gedaald tot 17,3 miljard USD eind september 2023, waarmee naar schatting 7,6 maanden invoer van goederen en diensten wordt gedekt.

Het IMF verwacht in zijn prognoses van januari 2024 dat de economische groei zowel in 2023 als in 2024 op 2,6 % zal uitkomen. De vorige prognose werd licht neerwaarts bijgesteld naar aanleiding van het uitbreken van de oorlog in Israël/Gaza. De oorlog houdt echter een zeer aanzienlijk neerwaarts risico in voor de vooruitzichten, met name als gevolg van de toegenomen onzekerheid in de regio en de mogelijke gevolgen voor de belangrijke toeristische sector, met annuleringen door toeristen uit geavanceerde economieën, die een derde van de toeristische inkomsten vertegenwoordigen. De binnenlandse vraag kan negatief worden beïnvloed door consumentensentiment en een boycot van westerse merken, die naar verluidt van invloed kunnen zijn op de btw-inkomsten. Na de terroristische aanslag in Hamas van 7 oktober 2023 namen de spreads voor overheidsobligaties voor Jordanië tijdelijk toe, maar vier weken later stonden zij weer op het niveau van voor de oorlog. Een vergelijkbare ontwikkeling werd waargenomen voor de olieprijzen. De aanhoudende Houthi-aanvallen op vracht- en energievaartuigen in de Rode Zee belemmeren de scheepvaart naar Azië en hebben gevolgen voor de uitvoer van Jordanië – met name de uitvoer van mineralen en chemische stoffen – en de invoer. De energie-invoer van Jordanië wordt minder hard getroffen, aangezien deze meestal lokaal via pijpleidingen verloopt.

Gezien de aanzienlijke overheidsschuld moet de budgettaire consolidatie worden voortgezet, zoals ondersteund door het nieuwe IMF-programma, teneinde het begrotingstekort te verminderen door de belastinggrondslag te verbreden en de efficiëntie en doelgerichtheid van sociale maatregelen te verbeteren. De inflatie in Jordanië is gedaald tot een laag niveau en zal naar verwachting laag blijven in 2024, mede als gevolg van de monetaire verkrapping van de centrale bank van Jordanië. Verwacht wordt dat de daaruit voortvloeiende hoge rentetarieven de groei van de kredietverlening aan de particuliere sector zullen afremmen. De begrotingstekorten en de externe tekorten zullen naar verwachting hoog blijven als gevolg van de onderliggende structurele uitdagingen om de begrotingsontvangsten en het handelstekort duurzaam te verbeteren. Aangezien Jordanië het grootste deel van zijn energie en een groot deel van zijn voedsel, waaronder essentiële granen, invoert, draagt de tragere groei van de mondiale grondstoffenprijzen bij tot een verlichting van de druk op de begrotings- en externe saldi. De crisis in de Rode Zee zal naar verwachting wegen op de uitvoer van meststoffen en fosfaten, terwijl de oorlog en de algemene regionale instabiliteit naar verwachting de inkomsten uit toerisme zullen doen dalen; in normale tijden verlichten beide sectoren de externe druk aanzienlijk.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het Europees Parlement en de Raad hebben op respectievelijk 15 januari 2020 en 25 mei 2020 de Besluiten (EU) 2020/331 en (EU) 2020/7012 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië aangenomen. De totale bijstand van 700 miljoen EUR (500 miljoen EUR in het kader van Besluit (EU) 2020/33 en 200 miljoen EUR in het kader van Besluit (EU) 2020/701) is volledig uitbetaald in de periode 2020-2023.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De voorgestelde macrofinanciële bijstand strookt met de toezegging van de EU om de economische en politieke situatie in Jordanië te ondersteunen en met de leidende beginselen voor het gebruik van dit instrument, zoals het uitzonderlijke karakter ervan, politieke randvoorwaarden, complementariteit, conditionaliteit en financiële discipline.

De EU en Jordanië onderhouden uitstekende betrekkingen en zijn sinds 2002 verbonden door een associatieovereenkomst (geavanceerde status sinds 2010)3. In 2022 hebben zij de partnerschapsprioriteiten4 ondertekend die tot doel hebben de samenwerking nog verder te versterken en die het partnerschap tot 2027 zullen sturen. De partnerschapsprioriteiten zijn gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en dialoog en bevorderen hervormingen op gebieden als goed bestuur, de rechtsstaat, mensenrechten, sociale cohesie en gelijke kansen voor iedereen, non-discriminatie, milieu- en klimaatbescherming, macro-economische stabiliteit en het ondernemingsklimaat.

De voorgestelde macrofinanciële bijstand sluit tevens aan bij de doelstellingen van het Europees nabuurschapsbeleid. Hij ondersteunt mee de doelstellingen van de Europese Unie van economische stabiliteit en ontwikkeling in Jordanië en, meer in het algemeen, de veerkracht van de zuidelijke Europese nabuurschap. De macrofinanciële bijstand van de EU zou een aanvulling vormen op de subsidies die worden gemobiliseerd in het kader van het NDICI en andere EU-programma’s en -instrumenten, en met name op de voorwaarden in het kader van de pakketten begrotingssteun die de EU uitvoert in het kader van het huidige meerjarig financieel kader 2021-2027. Door de Jordaanse autoriteiten te steunen bij de totstandbrenging van een passend kader om het macro-economische beleid te hervormen en structurele hervormingen door te voeren, zou de macrofinanciële bijstand van de EU de meerwaarde en de doelmatigheid van alle financiële steunmaatregelen van de EU, ook via andere instrumenten, ten goede komen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is geëerbiedigd aangezien de doelstelling de macro-economische stabiliteit op korte termijn in Jordanië te behouden, onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de Europese Unie kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de behoefte aan krachtige donorcoördinatie om de omvang en de doeltreffendheid van de bijstand zo groot mogelijk te maken.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het blijft beperkt tot hetgeen minimaal vereist is om de doelstellingen van macro-economische stabiliteit op korte termijn te verwezenlijken en gaat niet verder dan wat voor dat doel nodig is.

Zoals de Commissie op basis van de ramingen van het IMF in het kader van de regeling inzake de uitgebreide financieringsfaciliteit heeft berekend, komt het bedrag van de voorgestelde nieuwe macrofinanciële bijstand neer op 7,1 % van het geraamde resterende financieringstekort voor de periode 2025–2027. Dit strookt met de standaardpraktijken inzake lastenverdeling voor MFB-operaties (voor een land met een associatieovereenkomst zou de bovengrens 60 % bedragen volgens de conclusies van de Raad ECOFIN van 8 oktober 2002), rekening houdend met de bijstand die door andere bilaterale en multilaterale donoren aan Jordanië is toegezegd. Wanneer wordt gekeken naar de totale EU-steun aan Jordanië via verschillende instrumenten (waaronder de voorgestelde macrofinanciële bijstand, EU-begrotingssteun en EIB-leningen, met uitzondering van bilaterale steun van de lidstaten), zou de totale EU-steun 16,0 % van het geraamde resterende financieringstekort dekken; de totale bijdrage van de EU, met inbegrip van begrotingssteun en EIB-leningen aan Jordanië, zal naar verwachting hoger zijn dan in het verleden.

Keuze van instrument

Projectfinanciering of technische bijstand zou niet geschikt of afdoende zijn voor de verwezenlijking van de macro-economische doelstellingen. De belangrijkste meerwaarde van macrofinanciële bijstand in vergelijking met andere EU-instrumenten zou zijn dat hij de externe financiële druk verlicht en de totstandkoming van een stabiel macro-economisch kader faciliteert, onder meer door een houdbare betalingsbalans en begrotingssituatie en een passend kader voor structurele hervormingen te bevorderen. Door aan de totstandbrenging van een passend algemeen beleidskader bij te dragen, kan macrofinanciële bijstand de doeltreffendheid vergroten van de acties die in Jordanië in het kader van andere instrumenten van de EU met een nauwere focus worden gefinancierd.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Ex-postevaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Het MFB-voorstel van de Commissie bouwt voort op lessen die zijn getrokken uit de ex-postevaluaties van vroegere operaties in de nabuurschap van de EU, waaronder de ex-postevaluatie van de MFB-II die in 2016-2019 aan Jordanië werd verleend krachtens Besluit (EU) 2016/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 20165.

De conclusie van die ex-postevaluatie6 luidde dat het MFB-II-programma zijn doelstellingen over het algemeen had verwezenlijkt. Qua opzet was het relevant voor de economische uitdagingen van Jordanië, terwijl het substantieel bijdroeg aan de doeltreffende stabilisatie van de externe positie en de financiële en begrotingssituatie van Jordanië. Het programma had aanzienlijke meerwaarde voor de EU, omdat het de macro-economische stabiliteit ondersteunde in een land van de nabuurschap en de gevolgen van de vluchtelingencrisis verzachtte. Het was opgezet en uitgevoerd op een wijze die coherent was met andere beleidsmaatregelen en instrumenten van de EU.

Raadpleging van belanghebbenden

De macrofinanciële bijstand wordt toegekend als een integrerend onderdeel van de internationale steun voor de economische stabilisatie van Jordanië. Om dit voorstel voor macrofinanciële bijstand voor te bereiden, heeft de Commissie overleg gepleegd met het IMF, dat reeds omvangrijke financieringsprogramma’s heeft opgezet. De Commissie heeft het Plaatsvervangend Economisch en Financieel Comité op 26 februari 2024 geraadpleegd, dat zijn goedkeuring aan het ontwerpvoorstel heeft gehecht. De Commissie heeft ook regelmatig contact gehad met de Jordaanse autoriteiten.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Overeenkomstig de vereisten van Verordening (EU, Euratom) 2018/10467 (“het Financieel Reglement”) zullen de diensten van de Commissie vóór de uitvoering van de steun een operationele beoordeling uitvoeren van de financiële en administratieve procedures in Jordanië om zich ervan te vergewissen dat de bestaande procedures voor het beheer van de programmabijstand, met inbegrip van macrofinanciële bijstand, voldoende garanties bieden.

Effectbeoordeling

De macrofinanciële bijstand van de EU is een uitzonderlijk noodinstrument dat gericht is op het aanpakken van ernstige betalingsbalansproblemen in derde landen. Dit voorstel voor macrofinanciële bijstand is dus vrijgesteld van het vereiste dat een effectbeoordeling moet worden verricht overeenkomstig de richtsnoeren inzake betere regelgeving van de Commissie (SWD(2015) 111 final), omdat het politiek noodzakelijk is dat in een urgente situatie snel wordt gereageerd.

Meer in het algemeen bouwen de voorstellen inzake macrofinanciële bijstand van de Commissie voort op lessen die zijn getrokken uit ex-postevaluaties van eerdere operaties in de buurlanden van de EU. De nieuwe macrofinanciële bijstand en het bijbehorende economische aanpassings- en hervormingsprogramma zullen bijdragen aan verlichting van de financieringsbehoeften van Jordanië op korte termijn, de beleidsmaatregelen ondersteunen die erop gericht zijn de betalingsbalans op de middellange termijn en fiscale duurzaamheid te versterken en de duurzame groei te verhogen, en vormen dus een aanvulling op het door het College van Bewindvoerders van het IMF vastgestelde programma. Die beleidsvoorwaarden moeten enkele van de fundamentele tekortkomingen aanpakken die in de loop der jaren uit de Jordaanse economie en het stelsel voor economische governance naar voren zijn gekomen. Mogelijke gebieden van conditionaliteit zouden in beginsel hervormingen kunnen omvatten ter versterking van het economisch bestuur, met inbegrip van het beheer van de overheidsfinanciën en de belastingdienst; sociaal en arbeidsmarktbeleid en bestuur en bestrijding van fraude, corruptie en witwassen.

Grondrechten

Landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, komen voor macrofinanciële bijstand in aanmerking. Een randvoorwaarde voor de toekenning van macrofinanciële bijstand is dat het relevante land doeltreffende democratische mechanismen – waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen en de rechtsstaat – eerbiedigt en de naleving van de mensenrechten garandeert.

Jordanië heeft zijn politieke hervormingen ter versterking van de parlementaire democratie en de rechtsstaat voortgezet. In 2021 startte Jordanië een politiek moderniseringsproces dat erop gericht was de politieke participatie van vrouwen en jongeren te bevorderen, tribale trouw te ondervangen en de vorming van nationale programmagebaseerde politieke partijen aan te moedigen, ingevoerd via wijzigingen in de kieswetten en wetten inzake politieke partijen. In 2023 wijzigde de regering de arbeidswet in overeenstemming met de internationale mensenrechtennormen.

Hoewel er nog belangrijke politieke, veiligheids-, economische en sociale uitdagingen blijven bestaan, en ondanks een steeds moeilijkere regionale context, zet Jordanië stappen in de richting van een doeltreffender democratisch politiek systeem dat gebaseerd is op de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten. De EU blijft Jordanië ten volle steunen in dit uitdagende overgangsproces. In deze context wordt geacht te zijn voldaan aan de politieke randvoorwaarde om macrofinanciële steun toe te kennen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde MFB-operatie van maximaal 500 miljoen EUR aan leningen voor Jordanië zal naar verwachting worden uitbetaald in drie tranches die tussen 2024 en 2027 zullen worden vrijgegeven. De lening zal in het kader van de garantie voor extern optreden worden verstrekt met een voorzieningspercentage van 9 %, dat in het kader van NDICI – Europa in de wereld zal worden geprogrammeerd, voor een totaalbedrag van 45 miljoen EUR (begrotingsonderdeel 14 02 01 70 “NDICI – Europa in de wereld – Voorziening van het gemeenschappelijk voorzieningsfonds”). De leningen worden verstrekt in de vorm van aflossingsleningen met een aflossingsvrije periode en daaropvolgende aflossingen van kapitaal in gelijke tranches over een langere periode. Een dergelijke leningstructuur zal gunstig zijn voor zowel de begunstigde, doordat aflossingen worden vergemakkelijkt, als de begroting, doordat voorwaardelijke verplichtingen over een lange periode worden gespreid.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De Europese Unie stelt Jordanië macrofinanciële bijstand beschikbaar van ten hoogste 500 miljoen EUR in de vorm van leningen, hetgeen zal bijdragen aan de dekking van de resterende financieringsbehoeften van Jordanië tijdens de periode dat de macrofinanciële bijstand beschikbaar is gesteld. De bijstand is gepland om in drie tranches te worden uitbetaald, op voorwaarde dat de aan elke tranche verbonden beleidsmaatregelen tijdig volledig zijn uitgevoerd.

De bijstand zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing.

Uitbetalingen in het kader van de voorgestelde MFB-operatie zullen afhankelijk worden gesteld van succesvolle programmaevaluaties in het kader van het IMF-programma. Daarnaast zullen de Commissie en de Jordaanse autoriteiten overeenstemming bereiken over een specifieke reeks structurele hervormingsmaatregelen, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden opgenomen. Deze hervormingsmaatregelen zouden de hervormingsagenda van de autoriteiten moeten ondersteunen en een aanvulling vormen op de programma's die met het IMF, de Wereldbank en andere donoren zijn overeengekomen, en op de beleidsprogramma's die met de begrotingssteunmaatregelen van de EU gepaard gaan. Zij moeten in overeenstemming zijn met de belangrijkste economische hervormingsprioriteiten die de EU en Jordanië zijn overeengekomen in de associatieovereenkomst, de partnerschapsprioriteiten en het bijgevoegde pact; de moderniseringsvisie van Jordanië en andere strategische documenten.