Toelichting bij COM(2024)412 - Standpunt EU in het Handelscomité van de Handelsovereenkomst met Colombia, Peru en Ecuador, anderzijds, met betrekking tot wijzigingen van de aanhangsels 2, 2A en 5 van bijlage II bij de Handelsovereenkomst met Colombia, Peru en Ecuador, anderzijds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft een besluit van de Raad tot bepaling van het namens de Unie in te nemen standpunt in het Handelscomité dat is opgericht bij de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia, Peru en Ecuador, anderzijds (“de overeenkomst”) 1 , in verband met de beoogde vaststelling van een besluit van het Handelscomité van de overeenkomst (“het Handelscomité”).

Dit besluit actualiseert de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen (“productspecifieke regels”) en het addendum bij deze lijst, dat is opgenomen in respectievelijk aanhangsel 2 “Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen” (“aanhangsel 2”), aanhangsel 2A “Addendum bij de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen” (“aanhangsel 2A”), en aanhangsel 5 “Producten waarvoor punt b) van de verklaring van de Europese Unie betreffende artikel 5 in verband met producten van oorsprong uit Colombia, Peru en Ecuador van toepassing is” (“aanhangsel 5”) van bijlage II bij de overeenkomst betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking (“bijlage II”), om deze in overeenstemming te brengen met het geharmoniseerd systeem van 2022.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De overeenkomst

De overeenkomst beoogt de bilaterale handel tussen de EU en Colombia, Peru en Ecuador te intensiveren en is voorlopig van toepassing, sinds 1 maart 2013 met Peru, sinds 1 augustus 2013 met Colombia, en sinds 1 januari 2017 met Ecuador.

2.2.Het Handelscomité

Het Handelscomité kan bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst wijzigingen aan de in bijlage II bij de overeenkomst vastgestelde specifieke oorsprongsregels aanbrengen. Het Handelscomité neemt zijn besluiten bij consensus van de vertegenwoordigers van de EU en de overeenkomstsluitende Andeslanden (Colombia, Peru en Ecuador). Door toepassing van artikel 68, lid 2, punt e), van de overeenkomst dient het Subcomité douane, handelsbevordering en oorsprongsregels, dat de voorbereidende werkzaamheden heeft afgerond, bij het Handelscomité voorstellen voor wijziging van bijlage II in. Overeenkomstig artikel 13, lid 2, punt g), iii), van de overeenkomst kan het Handelscomité de in bijlage II vastgestelde specifieke oorsprongsregels wijzigen.

2.3.De beoogde handeling van het Handelscomité

Het Handelscomité zal één handeling vaststellen:

Op 1 januari 2022 zijn wijzigingen aangebracht in de nomenclatuur die in het Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (“GS”) 2 is vastgesteld.

Om rekening te houden met de aanpassingen van het GS 2022 zijn de partijen bij de overeenkomst overeengekomen dat het nodig is:

–de omschrijving van de hoofdstukken, posten of onderverdelingen van het GS en van de productspecifieke oorsprongsregels in aanhangsel 2 van bijlage II te actualiseren

–aanhangsel 2A van bijlage II met betrekking tot de omschrijving van de GS-posten aan te passen

–aanhangsel 5 van bijlage II betreffende de tariefcodes binnen de jaarlijkse contingenten voor producten van oorsprong uit Peru aan te passen

Het doel van de beoogde handeling is de aanhangsels 2, 2A en 5 van bijlage II te wijzigen om deze aan te passen aan de versie van 2022 van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (GS), enerzijds wat betreft de omschrijving van de GS-posten en de productspecifieke oorsprongsregels, en anderzijds wat betreft de jaarlijkse contingenten.

Daarom moeten aanhangsel 2, aantekening 2 van aanhangsel 2A en aanhangsel 5 van bijlage II bij de overeenkomst worden gewijzigd. Deze wijzigingen leiden niet tot materiële wijzigingen van de oorsprongsregels die bij de onderhandelingen zijn overeengekomen.

De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 14, lid 2, van de overeenkomst, waarin het volgende is bepaald: “de besluiten van het Handelscomité zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan”, en overeenkomstig artikel 13, lid 2, punt g), iii), van de overeenkomst, waarin is bepaald dat het Handelscomité bijlage II kan wijzigen.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Deze voorgestelde maatregel heeft betrekking op de productspecifieke regels van de aanhangsels 2, 2A en 5 van bijlage II. Deze productspecifieke oorsprongsregels zijn bij Besluit nr. 3/2021 van het Handelscomité van 3 december 2021 geactualiseerd om rekening te houden met het GS van 2012 en 2017. Ze zijn nu achterhaald door de inwerkingtreding van het GS 2022 op 1 januari 2022. Het 9e Subcomité douane, handelsbevordering en oorsprongsregels van de overeenkomst heeft tijdens zijn vergadering van 14 oktober 2022 overeenstemming bereikt over de actualisering van de aanhangsels 2, 2A en 5 om rekening te houden met het GS 2022.

1.

Actualisering van aanhangsel 2


De lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen is opgenomen in aanhangsel 2 van bijlage II. De actualisering van aanhangsel 2 betreft wijzigingen naar aanleiding van het GS 2022 in de tekst van bepaalde hoofdstukken, posten of onderverdelingen van het GS, verbeteringen van kleine fouten zoals spelfouten en opmaakfouten evenals de aanpassing van bepaalde productspecifieke oorsprongsregels.

2.

Actualisering van aanhangsel 2A


In aanhangsel 2A van bijlage II moet aantekening 2 worden aangepast om rekening te houden met de wijzigingen die door het GS 2022 zijn aangebracht in de omschrijvingen van bepaalde posten die zijn ondergebracht onder aantekening 2.

3.

Actualisering van aanhangsel 5


Voor bepaalde visserijproducten van oorsprong uit Peru die naar de Europese Unie worden uitgevoerd, gelden jaarlijkse contingenten, waarvan de nadere gegevens zijn opgenomen in aanhangsel 5 van bijlage II. Om rekening te houden met de aanpassingen van het GS 2022, zijn de partijen bij de overeenkomst overeengekomen dat het nodig is de codes van bepaalde producten onder de posten 0303, 0307 en 1605 aan te passen aan de recentste versie van de gecombineerde nomenclatuur van de EU en de Taric-codes.

4.

Een enkel besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt


Het voorgestelde besluit van de Raad over het namens de Europese Unie in het Handelscomité in te nemen standpunt betreft de wijziging van de aanhangsels 2, 2A en 5 van bijlage II bij de handelsovereenkomst.

Het is een goede praktijk van de Europese Unie om de productspecifieke oorsprongsregels te actualiseren in overeenstemming met de vijfjaarlijkse bijwerkingen in het geharmoniseerde systeem.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

5.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 3 .

6.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


Het Handelscomité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, te weten de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia, Peru en Ecuador, anderzijds.

De door het Handelscomité vast te stellen handeling, in dit geval een besluit, is in overeenstemming met artikel 13, lid 2, punt g), iii), van de overeenkomst een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling is verbindend krachtens internationaal recht, overeenkomstig artikel 14, lid 2, van de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia, Peru en Ecuador, anderzijds.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

7.

4.2.1.Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

8.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval


Het voorstel heeft betrekking op de uitvoering van een preferentiële handelsovereenkomst die is gesloten als onderdeel van het gemeenschappelijk handelsbeleid, waarvoor de Unie exclusief bevoegd is.

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op het gemeenschappelijk handelsbeleid van de Unie.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien de handeling van het Handelscomité de aanhangsels 2, 2A en 5 van bijlage II bij de overeenkomst zal wijzigen en de uitvoering van bijlage II bij de overeenkomst zal ondersteunen, is het passend dat deze na vaststelling ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.