Toelichting bij COM(2025)196 - Uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)196 - Uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU. |
---|---|
bron | COM(2025)196 ![]() ![]() |
datum | 13-05-2025 |
Inhoudsopgave
- Brussel, 13.5.2025
- betreffende de uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU
- 2.Langetermijnevolutie
- 3.De groene, digitale en rechtvaardige transities tot stand brengen
- Voorbeelden van projecten en processen
- 4.Ondersteuning van de uitbreiding van de EU
- 5.Reactie op de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne
- 6.Meer cohesie en plaatsgebonden ontwikkeling
- Macroregionale strategieën en jongeren
- 8.Betere governance en grotere bestuurlijke capaciteit
- 10.Het meten van het effect van de strategieën door middel van monitoring en evaluatie
- 11.Communiceren van de strategieën
- 12.Volgende stappen
COM(2025) 196 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
betreffende de uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU
{SWD(2025) 116 final}
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S
Inleiding
De macroregionale strategieën van de EU zijn kaders voor politieke samenwerking in een bepaald geografisch gebied die door de Europese Raad worden bekrachtigd. Alle landen in het betrokken geografische gebied, ongeacht of zij EU-lidstaten zijn of niet, nemen als gelijkwaardige partners deel. De macroregionale strategieën zijn niet gericht op eenmalige activiteiten met een vooraf bepaalde begin- en einddatum. In plaats daarvan beogen zij veranderingen op beleidsniveau tot stand te brengen, vanuit een sectoroverschrijdend perspectief en middels de uitvoering van een verscheidenheid aan activiteiten. Om deze aanpak te verwezenlijken, worden met de strategieën middelen gebundeld en relevante belanghebbenden samengebracht.
Bij de vier macroregionale strategieën zijn 19 EU-lidstaten en 10 niet-EU-landen betrokken. Het betreft de volgende macroregionale strategieën:
·de EU-strategie voor het Oostzeegebied (2009);
·de EU-strategie voor het Donaugebied (2011);
·de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio (2014); en
·de EU-strategie voor het Alpengebied (2015).
Sinds 2016 heeft de Commissie, op verzoek van de Raad 1 , om de twee jaar een uitvoeringsverslag over de vier strategieën gepubliceerd. Dit is het vijfde verslag, dat de periode vanaf medio 2022 tot medio 2024 bestrijkt. Het verslag wordt aangevuld met een werkdocument van de diensten van de Commissie met specifieke informatie over elke strategie.
Dit verslag heeft alleen betrekking op de macroregionale strategieën, overeenkomstig het verzoek van de Raad. Het heeft geen betrekking op de uitvoering van de vier zeegebiedstrategieën. Dit zijn vergelijkbare samenwerkingskaders, maar dan met de nadruk op maritieme activiteiten. Aangezien er echter overeenkomsten zijn in de aanpak tussen de twee soorten strategieën, is intensivering van de onderlinge uitwisselingen en coördinatie essentieel en worden zij in dit verslag genoemd.
Er wordt algemeen erkend dat het waardevol is de strategieën en de werking ervan te evalueren en de actieplannen aan te passen aan de veranderende omgeving en aan nieuwe behoeften en uitdagingen. Om deze reden zijn met het verstrijken van de tijd en als gevolg van recente crises herzieningsprocessen voor de strategieën opgestart. Deze processen omvatten het opnieuw bezien van prioriteiten, het toevoegen van nieuwe elementen en het meer afstemmen van de strategieën op het behalen van resultaten. De herzieningsprocessen van de strategieën zijn op verschillende manieren naar een nieuw niveau gebracht. Er zijn geen formele regels voor dergelijke herzieningen, zodat voor elke strategie eigen procedures kunnen worden ontwikkeld.
In 2023-2024 is voor de strategie voor de Adriatische en Ionische regio een eerste herziening van het actieplan uitgevoerd. In de tien jaar sinds 2014, toen de strategie werd bekrachtigd, heeft de regio verschillende crises doorgemaakt, waaronder de COVID‑19‑pandemie en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Daarnaast is de Adriatische en Ionische regio aangemerkt als een brandhaard van de mondiale klimaatnoodtoestand, waar de gevolgen van klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, woestijnvorming, ernstige droogte en perioden van extreem weer duidelijk zichtbaar zijn. Deze bedreigingen hebben negatieve gevolgen voor de voedselzekerheid, de ontwikkelingskansen en het welzijn van de bevolking van de regio. Volgens recent gepubliceerde gegevens van Eurostat hebben de landen in Zuidoost-Europa te maken met een ernstige bevolkingsafname. Deze demografische verschuiving brengt aanzienlijke economische en sociale uitdagingen met zich mee. Daarom wordt in het herziene actieplan ook een sociale pijler geïntroduceerd, waarin de nadruk ligt op de betrokkenheid van jongeren en werkgelegenheid, op betere samenwerking en coördinatie op het gebied van arbeidsomstandigheden, en op gendergelijkheid en sociale innovatie.
Bovendien is uitbreiding een van de topprioriteiten van de Europese Unie geworden. Dit is van bijzonder belang in een regio met meer kandidaat-lidstaten dan EU-lidstaten en om die reden is uitbreiding als een horizontaal thema in alle pijlers van het herziene actieplan opgenomen.
Het herzieningsproces nadert momenteel zijn voltooiing en de uitvoering van het nieuwe actieplan zal in de eerste helft van 2025 van start gaan.
Tegelijkertijd wordt het actieplan van de strategie voor het Alpengebied ook voor het eerst herzien om het verder af te stemmen op de groene en digitale doelstellingen van de EU, de governance van de strategie te vereenvoudigen en een structuur voor technische ondersteuning tot stand te brengen. Het proces begon eind 2023 met de oprichting van een taskforce. Het herziene actieplan zal naar verwachting eind 2025 voltooid zijn.
De landen die deelnemen aan de strategie voor het Oostzeegebied hebben daarentegen een meer stapsgewijze aanpak gevolgd bij de actualisering van het actieplan van hun strategie, waarbij het actieplan om de paar jaar wordt herzien om ervoor te zorgen dat het relevant blijft en inspeelt op veranderende prioriteiten, uitdagingen en kansen. De laatste versie dateert van 2021. Er is een begin gemaakt met een nieuw herzieningsproces, dat naar verwachting in 2026 zal worden afgerond.
Het actieplan van de strategie voor het Donaugebied is in 2020 grondig herzien. Recente voorzitterschappen van de strategie voor het Donaugebied hebben een proces opgezet om de strategie institutioneel en thematisch aan te passen zonder dat het actieplan op dit moment verder hoeft te worden herzien.
In de conclusies over het vierde verslag betreffende de uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU 2 erkende de Raad dat de strategieën nuttige instrumenten zijn voor de totstandbrenging van de groene, digitale en rechtvaardige transities, alsook voor regionale ontwikkeling en groei. Duurzaamheid is vanaf het begin een prominent thema geweest in alle vier de macroregionale strategieën. De nadruk lag op de groene transitie en ecologische duurzaamheid, met inbegrip van duurzame landbouw, verbeteringen op het gebied van afvalbeheer en afvalwaterverwerking, behoud van biodiversiteit, de circulaire economie, het aanpakken van milieurisico’s en klimaatactie, met inbegrip van de vermindering van broeikasgasemissies. In de strategieën wordt erkend dat digitalisering een cruciale rol speelt bij het stimuleren van economische groei en innovatie. Er wordt gerichte steun verleend bij de ontwikkeling van digitale infrastructuur, vaardigheden en diensten om de connectiviteit, het concurrentievermogen en de efficiëntie te verbeteren, door het initiëren van activiteiten ter bevordering van digitalisering in sectoren zoals onderwijs, maritiem vervoer en betere governance.
De groene en de digitale transities bieden nieuwe kansen en zijn nodig om het concurrentievermogen van de EU te behouden en tegelijk een goede levenskwaliteit voor Europese burgers te waarborgen. Deze processen leiden echter ook tot structurele veranderingen die ondersteunend beleid vereisen om een rechtvaardige transitie te waarborgen waarbij er aandacht is voor de meest kwetsbare mensen, bedrijven en regio’s. Om die reden zijn middels de macroregionale strategieën tal van initiatieven op sociaal en economisch gebied geïnitieerd.
Het ADRIONCYCLETOUR-project 3 (Interreg Italië-Slovenië, het EFRO-programma voor de periode 2021-2027 voor de regio Friuli-Venezia Giulia, Interreg Italië-Kroatië) heeft tot doel het gebied aantrekkelijker en toegankelijker te maken door duurzaam fietstoerisme te bevorderen.
AMETHyST 4 (Interreg Alpengebied) heeft tot doel de uitrol van lokale groenewaterstofecosystemen in de Alpen te ondersteunen om de weg vrij te maken voor een levensstijl in het post-koolstoftijdperk. De projectpartners versterken de rol van overheidsinstanties door hun capaciteit te vergroten, ondersteunende diensten te ontwerpen om groenewaterstofoplossingen uit te rollen en groene waterstof op te nemen in lokale en regionale energiestrategieën en -plannen.
Het Living Rivers-project 5 (LIFE) draagt bij tot de uitvoering van het derde stroomgebiedbeheerplan voor de Donau door maatregelen uit te voeren om de hydromorfologische belastingen weg te nemen. Er wordt gewerkt aan de ecologische doelstellingen van de kaderrichtlijn water en de habitatrichtlijn via het beheer van beschermde gebieden en duurzaam bos-, land- en visserijbeheer.
De spoorlijnverbindingen Cuneo–Ventimiglia en Nice–Breil-sur-Roya zijn onlangs opgenomen in het trans-Europees vervoersnetwerk, waardoor zij toegang hebben tot financiering uit de Connecting Europe Facility.
Via het e-Nav-project voor de Oostzee 6 (Interreg Oostzeegebied) wordt de volgende generatie navigatieproducten en -diensten ontwikkeld, die voldoen aan de nieuwe internationale normen, waardoor maritieme autoriteiten en organisaties kunnen zorgen voor een veiligere, meer geharmoniseerde en milieuefficiënte scheepvaart op de Oostzee.
Het projectconsortium Plan-C 7 (Interreg Donauregio), bestaande uit 14 partners uit 9 Donaulanden, heeft tot doel de transformatie van de kunststofwaardeketen in de regio naar circulariteit te stimuleren door de transnationale samenwerking van kunststofverwerkers/-producenten en de machine-industrie.
Het SI4CARE-project 8 (Interreg Adrion) is gericht op sociale innovatie voor geïntegreerde gezondheidszorgdiensten voor de vergrijzende bevolking in de Adriatische en Ionische regio. Het project vergemakkelijkt de totstandbrenging van een doeltreffend transnationaal ecosysteem door middel van een samenwerkingsnetwerk en een gedeelde strategie, met proefprojecten op het gebied van telegeneeskunde en toegankelijkheid van gezondheidszorginstellingen.
De integratie van Oekraïne, Moldavië en de kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan blijft een topprioriteit van de EU. Daarom werden in de conclusies van de Raad over het vierde uitvoeringsverslag alle belangrijke belanghebbenden aangemoedigd om verder onderzoek te doen naar het gebruik van de macroregionale strategieën om de uitbreiding van de EU te vergemakkelijken door de economische, sociale en territoriale cohesie en veerkracht te ondersteunen en door het vertrouwen tussen buurlanden op te bouwen.
Een duidelijk voordeel van macroregionale samenwerking is dat het kandidaat-lidstaten de mogelijkheid biedt om op voet van gelijkheid met de EU-lidstaten samen te werken. Daarnaast helpt samenwerking in het kader van de strategieën het proces van aanpassing van de nationale wetgeving aan het EU-recht te versnellen. Het vergemakkelijkt institutionele capaciteitsopbouw op alle administratieve niveaus en helpt kandidaat-lidstaten vertrouwd te maken met de beginselen van de financieringsinstrumenten van de EU, met name het beginsel van gedeeld beheer.
De strategieën voor de Adriatische en Ionische regio en voor het Donaugebied richten zich met name op dit onderwerp. De inzet van de EU voor de groene agenda voor de Westelijke Balkan 9 en de aanzienlijke investeringen via het economisch en investeringsplan 10 en het recentere nieuwe groeiplan 11 benadrukken het belang van goede milieugovernance. Tegelijkertijd biedt het toetredingsproces een unieke kans om de transitie naar een groenere economie te versnellen. Daarom zullen in het herziene actieplan van de strategie voor de Adriatische en Ionische regio alle pijlers en onderwerpen bijdragen tot het uitbreidingsproces van de EU, wat kandidaat-lidstaten helpt zich voor te bereiden op toetreding en zich aan te passen aan belangrijke EU-beleidsmaatregelen.
De recente voorzitterschappen van de strategie voor het Donaugebied van Oekraïne, Slovenië en Oostenrijk hebben de uitbreiding in bijna elke kernactiviteit geïntegreerd en de strategie helpt kandidaat-lidstaten zich aan te passen aan belangrijke bepalingen van het EU-recht, bijvoorbeeld op het gebied van waterbeheer, vervoer en de groene transitie. Zo worden deze landen ook ondersteund bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van hun associatieovereenkomsten met de EU.
In zijn conclusies over het vierde verslag betreffende de uitvoering van de macroregionale strategieën van de EU heeft de Raad de structuren aangemoedigd die in het kader van de strategieën zijn opgezet om Oekraïne te steunen en onverwijld bij te dragen tot de wederopbouw van het land. De Raad heeft de landen die aan de strategieën deelnemen ook verzocht te zoeken naar mogelijkheden voor nog nauwere praktische samenwerking met Oekraïne en Moldavië.
Als reactie hierop zijn verschillende initiatieven opgestart. Het Sloveense voorzitterschap in 2023 van de strategie voor het Donaugebied organiseerde samen met de coördinatoren van de prioritaire gebieden, het Donauforum voor het maatschappelijk middenveld (Danube Civil Society Forum) en het Oekraïense voorzitterschap in 2022 tijdens het jaarlijkse forum in 2023 een paneldiscussie over een benadering van het herstel en de transformatie van Oekraïne van onderop, getiteld “De routes van Oekraïne en Moldavië op weg naar de EU”. Daarnaast werd Oekraïne in 2023 voor het eerst uitgenodigd om deel te nemen aan de Europese Week van Regio’s en Steden, waar het Oekraïense Instituut voor internationale politiek samen met de strategieën voor het Donaugebied en het Oostzeegebied een sessie over vaardigheden organiseerde.
Daarnaast zijn op het niveau van de afzonderlijke prioritaire gebieden verschillende initiatieven opgestart. Deze omvatten hulp bij de totstandbrenging van vluchtelingencorridors tussen de Europese Unie en Oekraïne, steun bij de heropening van spoorlijnen en goederencorridors en het prioriteren van de uitfasering van aardgas in de Donaulanden. In het door Oostenrijk, Oekraïne en Moldavië voorgezeten prioritaire gebied “Mensen en vaardigheden” wordt bijzondere aandacht besteed aan het aanpakken van de gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne voor de onderwijs-, sociale en arbeidsstelsels. Voorts werd het netwerk van beheersautoriteiten voor het Donaugebied van het Europees Sociaal Fonds gebruikt om manieren te vinden om via projecten van het Europees Sociaal Fonds in de behoeften van Oekraïense vluchtelingen te voorzien.
Ondanks dat Oekraïne geografisch gezien buiten het Oostzeegebied ligt, werden in de tweede helft van 2022 in het kader van de strategie voor het Oostzeegebied verschillende evenementen georganiseerd waarbij Oekraïense vertegenwoordigers betrokken waren, om mogelijke gebieden voor samenwerking te verkennen. Via de strategie werden in december 2022 de eerste samenwerkingsinitiatieven met Oekraïne gelanceerd en werden Oekraïense actoren uitgenodigd om als geassocieerde partners deel te nemen aan projecten die worden gefinancierd vanuit het Interreg-programma voor het Oostzeegebied.
Zoals uiteengezet in het negende cohesieverslag 12 is de convergentie tussen landen de afgelopen jaren niet altijd gepaard gegaan met convergentie binnen landen en kan een betere samenwerking tussen de EU-regio’s bijdragen tot een evenwichtigere territoriale ontwikkeling. Regio’s en lokale overheden voeren meer dan 70 % van de EU-wetgeving uit. Dit vraagt om een plaatsgebonden beleid met de nadruk op lokale en regionale beste praktijken voor het scheppen van hoogwaardige banen en het bevorderen van innovatie, productiviteit, vaardigheden en de groene en digitale transitie.
De macroregionale strategieën ondersteunen niet alleen de doelstellingen van het cohesiebeleid van de EU, maar zorgen er ook voor dat deze doelstellingen zijn afgestemd op de specifieke behoeften en prioriteiten van de betreffende regio’s. De strategie voor het Alpengebied draagt bij tot de verwezenlijking van het concept van slimme dorpen, wat hun zichtbaarheid op Europees niveau heeft bevorderd en ook is opgenomen in de langetermijnvisie voor plattelandsgebieden. Het macroregionale project SMART ERA 13 , gefinancierd door Horizon Europa, heeft tot doel de bevolkingsafname in plattelandsgebieden tegen te gaan door deze aantrekkelijker te maken. In de strategie voor het Oostzeegebied helpen projecten zoals BSR Cultural Pearls 14 , BaMuR 15 en BALTIC UKH 16 de sociale veerkracht en vaardigheden in kleinere steden en gemeenten versterken. In het kader van de strategie voor de Adriatische en Ionische regio bracht het evenement Groene en slimme havens in Triëst in 2022 lokale belanghebbenden in de havensector samen om geïntegreerde en duurzame bedrijfspraktijken te bevorderen. De jaarlijkse Week van de Mediterrane Kust en de Macroregionale Strategieën, die in Izola (Slovenië) wordt georganiseerd, brengt lokale, regionale en nationale overheden, onderzoeksinstellingen en bedrijven uit de Adriatische en Ionische regio en daarbuiten samen.
Er moet echter nog veel worden gedaan, met name wat betreft de ontwikkeling van verbanden en synergieën met door de EU gefinancierde territoriale instrumenten (waaronder Leader). Hoewel sommige belanghebbenden melden dat actoren op subnationaal bestuurlijk niveau in toenemende mate een rol kunnen spelen bij de governance van macroregionale strategieën, is hun handelingsvermogen in sommige regio’s nog steeds beperkt.
7. Partnerschap — betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, lokale gemeenschappen en jongeren
De actieve deelname van het maatschappelijk middenveld, lokale gemeenschappen en jongeren aan macroregionale strategieën is van essentieel belang. In het verslag-Letta 17 wordt ervoor gepleit dat de eengemaakte markt mensen mondiger moet maken in plaats van omstandigheden te creëren waarin zij zich gedwongen voelen te verhuizen om te gedijen, en wordt gesteld dat er mogelijkheden moeten zijn voor personen die willen bijdragen aan de ontwikkeling van hun lokale gemeenschappen.
Alle belanghebbenden bij de macroregionale strategieën erkennen het belang van het overbruggen van de kloof tussen lokale en regionale acties en Europese politieke prioriteiten, en de rol van maatschappelijke organisaties in de strategieën is in de loop der tijd gegroeid. Dit helpt hen om hun impact te vergroten door het opbouwen van vertrouwen en betere besluitvorming.
In enkele gevallen, en met name in de strategieën voor het Oostzeegebied en het Donaugebied, zijn maatschappelijke organisaties als thematische coördinatoren en leden van stuurgroepen rechtstreeks betrokken bij de governance van de strategie. Momenteel verloopt de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld in de meeste gevallen echter via specifieke platforms zoals het Adriatisch-Ionische initiatief en de bijbehorende netwerken. In de strategie voor het Alpengebied wordt het maatschappelijk middenveld betrokken via activiteiten die door actiegroepen en voorzitterschappen worden georganiseerd.
Bepaalde activiteiten hebben specifiek betrekking op de samenwerking tussen overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties. Voorbeelden hiervan zijn het initiatief We Make Transition! 18 en het project KidsLikeUs 19 in het kader van de strategie voor het Oostzeegebied, en het EU-gidsproject DANUBE4all 20 , gefinancierd door Horizon Europa. Deze projecten dragen bij tot een goede governance door de bestuurlijke capaciteit te versterken en sterke instellingen tot stand te brengen.
Verschillende landen hebben nationale en regionale platforms om de deelname van het maatschappelijk middenveld aan macroregionale strategieën te bevorderen. De betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij de governancestructuren van de strategie en andere werkorganen moet echter voortdurend worden versterkt en regelmatig worden opgevolgd. Als onderdeel van het formuleren van meningen en het versterken van de stem en betrokkenheid van maatschappelijke organisaties heeft het European House Budapest 21 in 2024 een inclusief netwerk van macroregionale maatschappelijke organisaties opgezet. Deze nieuwe samenwerking heeft een macroregionaal karakter en een sterke belangenbehartigingsfunctie.
De strategie voor het Alpengebied is een van de voorlopers wat betreft de betrokkenheid van jongeren en was de eerste waarvoor in 2021 een jeugdraad werd opgericht. In juli 2023 stelde de Jeugdraad voor het Alpengebied een standpuntnota op waarin de prioriteiten voor de werkzaamheden van de raad uiteen werden gezet. Bestaande initiatieven om jongerenactiviteiten te bevorderen zijn de Pitch Your Project-wedstrijd en de zomerkampen.
In de strategie voor het Oostzeegebied wordt de betrokkenheid van jongeren met name bevorderd door het Baltic Sea Youth Forum. De Raad van de Oostzeestaten coördineert de vertegenwoordiging van jongeren op verschillende beleidsterreinen en verstrekt middelen om de capaciteiten van relevante belanghebbenden op te bouwen. De verklaring van jongeren van het Oostzeegebied van 2022, die in september 2022 op het jaarlijkse forum in Lappeenranta werd gepresenteerd, bevat aanbevelingen aan beleidsmakers over de integratie van de perspectieven van jongeren.
De Jeugdraad voor het Donaugebied werd in oktober 2022 opgericht. Tijdens de verslagperiode werden twee sessies voor capaciteitsopbouw georganiseerd en ook namen leden van de Jeugdraad deel aan alle vergaderingen over de governance van de strategie. In het kader van de strategie is ook het netwerk van jongerenorganisaties voor het Donaugebied opgericht. Dit orgaan brengt nationale en regionale jongerenorganisaties en andere non-profitorganisaties in de regio die zich bezighouden met jeugdzaken samen.
In de strategie voor de Adriatische en Ionische regio werden in de zomer van 2024 twintig leden voorgedragen voor de Jeugdraad (twee per deelnemend land), allemaal tussen de 18 en 29 jaar oud. De Jeugdraad zorgt ervoor dat jongeren actief kunnen deelnemen en dat hun perspectieven in alle structuren van de strategie vertegenwoordigd zijn, met als doel inclusiever beleid te ontwikkelen dat beter tegemoetkomt aan de behoeften en ambities van jongeren met diverse achtergronden, en de dialoog tussen de generaties en onderling begrip te bevorderen.
In alle vier de macroregionale strategieën wordt het politieke niveau vertegenwoordigd door de ministers van Buitenlandse Zaken, en in sommige gevallen door de ministers of autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor cohesiebeleid en EU-fondsen. Voor de strategieën die betrekking hebben op kandidaat-lidstaten in de Westelijke Balkan bieden de nationale coördinatoren van het instrument voor pretoetredingssteun politieke en strategische sturing. Bovendien volgen alle kandidaat-lidstaten de bepalingen van de toepasselijke financiële instrumenten van de EU.
In de strategie voor het Alpengebied spelen regionale overheden een belangrijke rol in de politieke en strategische besprekingen op alle governanceniveaus. De subnationale bestuurlijke niveaus zijn ook betrokken bij het beheer van de andere strategieën. Hun betrokkenheid varieert echter en is minder duidelijk dan in de strategie voor het Alpengebied.
In alle strategieën wordt nu gewerkt met een vaste roulerende volgorde van voorzitterschappen en een triosamenstelling van opeenvolgende voorzitterschappen (voorgaand/huidig/volgend). De rol van het roulerende voorzitterschap neemt toe en is verder versterkt via de groep “triovoorzitterschappen” van de vier macroregionale strategieën, die regelmatig bijeenkomt om kwesties van gemeenschappelijk belang te bespreken. De voordelen van een dergelijke samenwerking tussen de vier macroregionale strategieën zijn met name benadrukt door de landen die aan twee of drie strategieën deelnemen.
De kracht van de triosamenstelling werd in 2022 aangetoond tijdens het Oekraïense voorzitterschap van de strategie van het Donaugebied, toen het voorzitterschap als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne gedurende een periode van twee maanden niet al zijn taken kon uitvoeren. In een daad van solidariteit, en gezien de situatie in Oekraïne, kwamen de andere leden van het triovoorzitterschap voor het Donaugebied, Slowakije en Slovenië, overeen om deze rol over te nemen en werd het jaarlijkse forum georganiseerd in Slowakije, dicht bij de Oekraïense grens.
Om de verdere uitwisseling van ervaringen en het delen van beste praktijken te bevorderen, werken de voorzitterschappen van de macroregionale strategieën, samen met de Commissie en met de steun van het Interact Interreg-programma, doorgaand aan de ontwikkeling van samenwerkingsnetwerken, opleidingen, methoden en instrumenten. Voor macroregionale strategieën met een maritieme component is een dialoog met de zeegebiedstrategieën en betrokkenheid van maritieme belanghebbenden van essentieel belang.
In alle vier de macroregionale strategieën bestaan thans structuren voor technische ondersteuning. Over het algemeen worden deze structuren zeer gewaardeerd door degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de strategieën. Zij moeten echter over voldoende middelen beschikken om hun taken naar behoren te kunnen uitvoeren.
De nationale coördinatoren van de macroregionale strategieën spelen een sleutelrol bij de governance van de strategie. Zij treden op als interface tussen het politieke niveau, waaraan zij verslag uitbrengen over de uitvoering en voorstellen doen, en het uitvoeringsniveau, waaraan zij strategische adviezen geven. Zij coördineren de werkzaamheden op nationaal niveau en zorgen ervoor dat alle personen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering in hun land actief bij de werkzaamheden worden betrokken.
De thematische coördinatoren en hun stuur- of actiegroepen vormen het hart van de governance van de strategie. Zij zijn de drijvende krachten achter de dagelijkse uitvoering van de actieplannen van de macroregionale strategie en hun rol is merkbaar gegroeid.
Alle betrokken landen zijn het erover eens dat het belangrijk is dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering ook die taken kunnen uitvoeren, middels duidelijke mandaten, doeltreffende besluitvormingscapaciteit en een duidelijke visie die hun werkzaamheden in een bredere beleidscontext plaatst. Zij zijn het er ook over eens dat strategieën rechtstreekser moeten worden gekoppeld aan nationale, regionale en lokale belanghebbenden en aan het politieke niveau. Hoewel de bestuurlijke capaciteit en governancestructuren binnen de strategieën zijn geëvolueerd, blijft het echter een uitdaging om de belangstelling van de politiek vast te houden, te zorgen voor volledige betrokkenheid van belanghebbenden en voldoende middelen toe te wijzen voor de uitvoering. Hoewel sommige thematische gebieden en hun stuur- en actiegroepen al tien jaar of langer met succes actief zijn, zijn er andere gebieden die voor uitdagingen blijven staan.
Een specifiek probleem dat door veel thematische coördinatoren wordt genoemd, is dat ervoor moet worden gezorgd dat er in alle landen sprake is van daadwerkelijke participatie aan de thematische actie- en stuurgroepen. Een lage participatie binnen dergelijke groepen belemmert de efficiëntie en houdt in dat het gehele geografische gebied van de betrokken strategie niet volledig vertegenwoordigd is. Bij de communicatie met de thematische en nationale coördinatoren is een goede kennis en bewustzijn van de toegewezen taken vereist. Daarnaast zijn er aanzienlijke verschillen in de mandaten van de leden van de stuurgroep en de actiegroep. Terwijl sommigen over de nodige middelen beschikken om beslissingen te nemen, hebben anderen slechts beperkte mogelijkheden om aan het proces bij te dragen. Vanwege het constante verloop is extra ondersteuning van nieuwe leden vereist, zodat zij een effectieve bijdrage kunnen leveren aan de verwezenlijkingen van het betrokken thematische gebied.
Georganiseerde capaciteitsopbouwactiviteiten, waaronder onboardingsessies voor nieuwe leden, samen met een thematische focus op haalbare doelstellingen en regelmatige contacten met leden van de stuurgroep/actiegroep, kunnen helpen bij het bestendigen van hun betrokkenheid. Om het potentieel van de strategieën te maximaliseren, moeten alle landen er echter voor zorgen dat de thematische coördinatoren over de juiste middelen beschikken om hun werkzaamheden uit te voeren. Het is met name van belang dat vacatures snel worden ingevuld door geschikte vervangers aan te wijzen en dat de actieve betrokkenheid van de huidige leden wordt bevorderd en versterkt. Van hun kant moeten de coördinatoren nauw samenwerken met het politieke niveau om te zorgen voor coördinatie, synergieën en sterk leiderschap.
9.Toegang tot financiering en het begrip “integratie”
Er is geen gerichte financiering voor de macroregionale strategieën. Zij zijn opgezet om thema’s vast te stellen waar samen aan kan worden gewerkt, waarbij gebruik wordt gemaakt van Europese, regionale, nationale en andere financieringsbronnen. Gezien het transnationale karakter van macroregionale samenwerking spelen de Interreg-programma’s een sleutelrol bij de ondersteuning van de strategieën. De vier transnationale Interreg-programma’s die verband houden met de macroregionale strategieën — het Interreg-programma voor het Oostzeegebied, het Interreg-programma voor het Donaugebied, het Interreg-programma voor het Alpengebied en het Interreg-programma Adrion (voor de Adriatische en Ionische regio) — hebben een uniek kader geboden voor de bevordering van de macroregionale strategieën door hun doelstellingen te integreren in de thematische prioriteiten van het programma. Via deze programma’s is in een transnationale context door middel van geavanceerde projectprogramma’s een kader opgezet ter ondersteuning van de governancestructuren, communicatie en capaciteitsopbouw van de coördinatoren van de macroregionale strategieën.
De programma’s hebben een cruciale rol gespeeld bij de uitvoering van de macroregionale actieplannen en zijn een belangrijke bron van financiering voor veel macroregionale projecten op verschillende gebieden; in het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie en in het kader op blz. 4 van dit verslag zijn talrijke voorbeelden opgenomen. Bovendien hebben de transnationale Interreg-programma’s de thematische coördinatoren van de macroregionale strategieën actief geholpen om programmafinanciering te gebruiken om macroregionale initiatieven te ontwikkelen en contact te leggen met organisaties die bekwaam zijn in de uitvoering van projecten. Evenzo hebben de transnationale Interreg-NEXT-programma’s de regionale samenwerking in het Zwarte Zee- en het Middellandse Zeegebied doeltreffend bevorderd door een breed scala van projecten te ondersteunen die aansluiten bij de belangrijkste beleidsprioriteiten van de respectieve zeegebiedstrategieën.
De omvang en ambitie van de macroregionale strategieën gaan echter verder dan de in het kader van Interreg beschikbare financiering. Daarom is het begrip “integratie” ontwikkeld, met name in de periode 2021-2027, om ook andere financieringsbronnen te kunnen aanboren om te helpen bij de verwezenlijking van de strategieën. Voorbeelden hiervan zijn het instrument voor pretoetredingssteun en het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking. Het combineren van deze financieringsbronnen, die werken volgens verschillende regels, methoden en tijdpaden, en met verschillende structuren, vormt een extra uitdaging.
Via het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds is ook financiering uit de reguliere regionale en nationale cohesiebeleidsprogramma’s toegewezen. Voorts zijn er rechtstreeks door de Commissie beheerde programma’s die ondersteuning bieden voor de macroregionale strategieën en zijn er in alle directoraten-generaal van de Commissie contactpunten opgezet. Als gevolg van besprekingen binnen de Commissie zijn in sommige werkprogramma’s van deze programma’s verwijzingen naar macroregionale strategieën opgenomen, en zijn er verschillende oproepen tot het indienen van voorstellen gedaan, specifiek gericht op de macroregionale strategieën. Er wordt met name financiering verstrekt via LIFE, Horizon Europa, Erasmus en de Connecting Europe Facility, en ook via het Uniemechanisme voor civiele bescherming.
Nauwe samenwerking tussen de strategieën en de beheerautoriteiten draagt bij tot een doeltreffend integratieproces. In het Oostzeegebied, het Donaugebied en de Adriatische en Ionische regio zijn netwerken opgericht van de autoriteiten die de cohesiefondsen beheren en, in voorkomend geval, het instrument voor pretoetredingssteun en het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking. In het kader van de strategie voor het Alpengebied hebben de netwerken voor financiële dialoog hun werkzaamheden voortgezet, met name op het gebied van vervoer. Deze netwerken moeten hun activiteiten in de toekomst intensiveren.
Coördinatie en samenwerking zijn doeltreffender wanneer de nationale coördinatoren ook lid of waarnemer zijn van de beheerscomités van de cohesiebeleidsprogramma’s, en ook wanneer vertegenwoordigers van deze programma’s deelnemen aan de nationale coördinatiestructuren van de macroregionale strategieën. Tot slot vraagt de toenemende internationale concurrentie om meer gediversifieerde waardeketens. In dit verband zouden de strategieën baat hebben bij een grotere betrokkenheid van bedrijven en kmo’s.
Het is nog te vroeg om concrete conclusies te trekken uit de resultaten van de integratie van de strategieën in een bredere reeks programma’s. Hoewel de eerste door de belanghebbenden bij de strategie verstrekte informatie erop wijst dat integratie een succesvolle praktijk kan zijn met betrekking tot centraal beheerde programma’s 22 , zijn er minder voorbeelden van strategische activiteiten die worden gefinancierd uit het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur of het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.
In de loop der jaren hebben de macroregionale strategieën een aanzienlijk aantal resultaten en prestaties opgeleverd, variërend van nieuwe coördinatie- en samenwerkingsprocessen tot het faciliteren en uitvoeren van specifieke transnationale projecten en activiteiten. Om de voortgang te volgen, zijn de werkzaamheden van alle strategieën om doeltreffende monitoring- en evaluatiesystemen op te zetten, voortgezet.
In het kader van de strategie voor het Donaugebied is in 2022 een uitgebreide monitoring ingevoerd, waarin verschillende verslagleggingstrajecten zijn samengebracht in één uitgebreid online-instrument voor verslaglegging. In 2024 werd een aanbesteding uitgeschreven om een proces uit te voeren en werd een evaluatie van de uitvoering gestart. Het eindverslag wordt verwacht in het voorjaar van 2025. Het herzieningsproces van de strategie voor de Adriatische en Ionische regio bood de gelegenheid om het monitoringsysteem ervan grondig te heroverwegen, met name door indicatoren en streefcijfers vast te stellen voor de prioriteiten die in het nieuwe actieplan zijn opgenomen. Aan het einde van de verslagperiode was het monitoring- en evaluatiekader van de strategie voor het Oostzeegebied voltooid, maar nog niet volledig operationeel. Lopende werkzaamheden om het actieplan bij te werken, omvatten de ontwikkeling van nieuwe monitoringindicatoren voor de acties. De monitoringmatrix voor de strategie voor het Alpengebied (Alpine Strategy Monitoring Matrix) is het belangrijkste monitoringinstrument om de voortgang van de strategie te monitoren. Dit instrument wordt momenteel herzien en de indicatoren van de activiteiten zullen worden geactualiseerd.
Om de capaciteit van alle macroregionale structuren voor technische ondersteuning voor de ontwikkeling van monitoring- en evaluatiesystemen verder te vergroten, is in het kader van het Interact-Interreg-programma het initiatief genomen om in 2024 een reeks workshops te organiseren. Het doel was een gedetailleerd en praktisch voorstel voor de uitvoering, waarbij relevante kaders, methoden en instrumenten worden vastgesteld om het effect van de macroregionale strategieën vast te leggen en te meten, en ideeën worden ontwikkeld om met evaluatievragen om te springen. Dit kan helpen zwakke punten en sterke punten in kaart te brengen en de belangstelling van de politiek voor de macroregionale strategieën te wekken.
Tijdens de verslagperiode zijn de communicatieactiviteiten versterkt met technische ondersteuningseenheden die actief zijn in alle macroregionale strategieën. Het strategiepunt voor het Oostzeegebied is sinds oktober 2022 operationeel. Dit strategiepunt heeft zich gericht op het verbeteren van zowel de interne als externe communicatie-inspanningen door de berichtgeving te verfijnen, de communicatievaardigheden van belanghebbenden te verbeteren, hoogwaardige materialen te genereren en de beleidscoördinatoren opleidingen aan te bieden over hoe zij de toegevoegde waarde van de strategie doeltreffend kunnen aantonen.
Tijdens het Sloveense voorzitterschap van de strategie van het Donaugebied is een reeks verhalen ontwikkeld waarmee de invloed van de strategie in de regio wordt benadrukt. In 2022 en 2023 zijn twee verschillende socialemediacampagnes uitgevoerd om de zichtbaarheid van de vlaggenschipprojecten van de strategie voor het Donaugebied te vergroten. Vervolgens zijn van een subset van deze vlaggenschipverhalen twaalf promotievideo’s en e-banners gemaakt, als onderdeel van een onlinecampagne die in 2024 werd gelanceerd.
In de strategie voor de Adriatische en Ionische regio waren de activiteiten gericht op het verbeteren van de communicatievaardigheden van belanghebbenden en de betrokkenheid van jongeren. De academies voor communicatievaardigheden die in 2022 online en in 2023 op locatie in Thessaloniki zijn gehouden, stonden centraal bij deze doelstellingen en zorgden voor de doeltreffende verspreiding van de belangrijkste boodschappen van de strategie. De afgelopen twee jaar zijn meer dan twintig thematische evenementen georganiseerd om met relevante belanghebbenden te spreken over kwesties die in het kader van elke pijler van de strategie aan de orde zijn gekomen.
De oprichting in 2022 van het technisch secretariaat voor de strategie voor het Alpengebied en de lancering in 2023 van het project ter ondersteuning van de strategie voor het Alpengebied waren belangrijke stappen in de ontwikkeling van een gecoördineerde communicatie. Vervolgens hebben technische audits van de website van de strategie geleid tot een herontwerp ervan, om te zorgen voor een betere beveiliging van de verzamelde gegevens in overeenstemming met de regelgeving inzake gegevensbescherming en een gebruiksvriendelijkere interface die ook in verschillende talen wordt aangeboden. Door het jongerengedeelte in de website te integreren, kon de strategie voor het Alpengebied door middel van verschillende evenementen en initiatieven beter in contact komen met jongeren uit de regio.
De jaarlijkse fora die in het kader van de strategieën worden georganiseerd, zijn belangrijke politieke bijeenkomsten met een politieke vertegenwoordiging op hoog niveau. Bovendien is de Week van de Macroregionale Strategieën van de EU uitgegroeid tot het grootste evenement in Brussel om belanghebbenden bij de strategie in contact te brengen met vertegenwoordigers van de EU-instellingen, onderzoeksinstellingen, de academische wereld, maatschappelijke organisaties en het algemeen publiek. In 2023 stond deze week in het teken van energie, vaardigheden en financiering. In 2024 breidde de Commissie de week uit met de zeegebiedstrategieën van de EU, om de nadruk te leggen op samenwerking, coördinatie en synergieën op alle niveaus. Het evenement omvatte een nieuw onderdeel, een speeddatingevenement waaraan vertegenwoordigers van meer dan twintig directoraten-generaal van de Commissie en belanghebbenden bij de macroregionale en zeegebiedstrategieën deelnamen.
Ondanks deze inspanningen blijven de macroregionale strategieën echter relatief onbekend. Volgens de Eurobarometer lag in 2023 het regionale bewustzijn over de meest bekende strategie op 40 %. Dit ligt onder het cijfer voor de cohesiefondsen, die bekend zijn bij 46 % van de respondenten op EU-niveau, en is ook aanzienlijk minder dan de 58 % van Erasmus. Er moeten meer inspanningen worden geleverd om de kennis van het algemeen publiek over de macroregionale strategieën verder te vergroten en de effecten en resultaten ervan zichtbaarder te maken, bijvoorbeeld door de vele succesvolle projecten en processen die door de strategieën worden gegenereerd, onder de aandacht te brengen.
Alle strategieën zijn doeltreffend geweest in het bevorderen van de groene transitie, en tot op zekere hoogte ook de digitale en rechtvaardige transities. In de toekomst moeten met name de werkzaamheden op deze laatste gebieden worden geïntensiveerd. Bovendien moet, hoewel er enige vooruitgang is geboekt, meer nadruk worden gelegd op de energietransitie, als aanvulling op de werkzaamheden van de vier politieke groepen op hoog niveau die regionale samenwerking op het gebied van de energietransitie faciliteren 23 , op het concurrentievermogen van de Europese economie en op het aanpakken van demografische uitdagingen, waaronder braindrain, vergrijzing en het beheer van de menselijke mobiliteit. Hieraan moeten de thema’s veerkracht, risico’s en veiligheid worden toegevoegd. Ten slotte moet de rol van de strategieën als aanjager van de uitbreiding van de EU worden versterkt.
Wat governance betreft, zijn alle landen het erover eens dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de strategieën, meer bevoegdheden moeten krijgen, met duidelijke mandaten en doeltreffende besluitvormingscapaciteit. Desondanks beschikken veel nationale en thematische coördinatoren nog steeds over onvoldoende middelen en steun, zowel wat personeelsbezetting als wat financiering betreft. Daarom moeten alle landen ervoor zorgen dat de coördinatoren de juiste middelen krijgen om hun werkzaamheden naar behoren uit te voeren, zodat de strategieën hun volledige potentieel kunnen bereiken. Om die reden moeten in de macroregionale strategieën ook alle belangrijke belanghebbenden bij de werkzaamheden worden betrokken, ook de lokale en regionale actoren en ondervertegenwoordigde groepen zoals maatschappelijke organisaties, de academische wereld, bedrijven en clusters. Om een permanente dialoog en het delen van kennis te vergemakkelijken, moeten de werkzaamheden om jongeren bij de strategische governance te betrekken, worden voortgezet.
Wat betreft de integratie van de macroregionale strategieën in de financieringsstromen, is het afgezien van het succes van de verbanden met de transnationale Interreg-programma’s, nog te vroeg om definitieve conclusies te trekken. Een van de belangrijkste taken voor de komende jaren is het naar behoren monitoren en opvolgen van de mate waarin van deze voorzieningen gebruik is gemaakt.
Om het sociaal-economische, ecologische en territoriale effect van de samenwerkingsinspanningen te versterken, moeten de synergieën tussen de macroregionale strategieën en de zeegebiedstrategieën worden versterkt. Dit zal leiden tot verdere complementariteit en samenhang tussen deze strategieën en tegelijkertijd de kruisbestuiving bevorderen van goede praktijken en wederzijds leren.
Ondanks aanzienlijke inspanningen kan er nog meer worden gedaan om het bewustzijn van de macroregionale strategieën te vergroten, zowel binnen de regio’s zelf als in heel Europa. Alle strategieën werken voortdurend aan het vergroten van hun vermogen om doeltreffender te communiceren, met name wat betreft de effecten en resultaten. Tegelijkertijd blijft het macroregionale concept aantrekkelijk en krijgt het in heel Europa aandacht: de raadpleging van belanghebbenden door de macroregionale strategieën in het kader van de recente raadplegingen over de toekomst van Interreg heeft aanzienlijke belangstelling en betrokkenheid gegenereerd. Als de strategieën echter een actievere rol willen spelen bij de opbouw van een welvarend, duurzaam en veilig Europa, moeten zij blijven werken aan het vermogen om zich voortdurend aan te passen aan een veranderende omgeving. Dit is noodzakelijk om de macroregionale strategieën aantrekkelijk en relevant te houden.
(1)
Conclusies van de Raad over de strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied, punt 32: https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-14613-2015-INIT/nl/pdf .
(2)
11060/23, Brussel, 27 juni 2023.
(3)
https://www.ita-slo.eu/en/adrioncycletour.
(4)
https://www.alpine-space.eu/project/amethyst/.
(5)
https://webgate.ec.europa.eu/life/publicWebsite/project/LIFE21-IPE-SK-LIFE-Living-Rivers-101069837/implementation-of-the-river-basin-management-plan-in-selected-river-sub-basins-in-slovakia.
(6)
https://eng.gst.dk/danish-hydrographic-office/external-funded-projects/baltic-sea-e-nav.
(7)
https://interreg-danube.eu/storage/media/01HWW4AXQ55QDGN5YV61J5N9Z3.pdf.
(8)
https://si4care.adrioninterreg.eu/.
(9)
https://neighbourhood-enlargement.ec.europa.eu/document/download/56db6af6-92c2-4ff7-a1ba-7e8893d8e7a8_en?filename=green_agenda_for_the_western_balkans_en.pdf.
(10)
https://neighbourhood-enlargement.ec.europa.eu/document/download/30108255-efa8-4274-962a-c24faee32734_en?filename=communication_on_wb_economic_and_investment_plan_october_2020_en.pdf.
(11)
COM(2023) 691 final van 8.11.2023.
(12)
https://ec.europa.eu/regional_policy/information-sources/cohesion-report_en.
(13)
https://smartera-project.eu/.
(14)
https://interreg-baltic.eu/project/bsr-cultural-pearls/.
(15)
https://interreg-baltic.eu/project/bamur/.
(16)
https://interreg-baltic.eu/project/baltic-ukh/.
(17)
“Much more than a Market” (Veel meer dan een markt), Enrico Letta, april 2024.
(18)
https://interreg-baltic.eu/project/we-make-transition/.
(19)
https://interreg-baltic.eu/project/kidslikeus/.
(20)
https://www.icpdr.org/tasks-topics/tasks
(21)
https://europeanhouse.hu/.
(22)
Voorbeelden in het bij dit verslag gevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie.
(23)
Dit zijn de North Seas Energy Cooperation (NSEC), het interconnectieplan voor de energiemarkt in het Oostzeegebied (BEMIP), de groep op hoog niveau voor Zuidwest-Europa en de groep op hoog niveau voor gasconnectiviteit in Centraal- en Zuidoost-Europa (CESEC).