Toelichting bij COM(2025)503 - Wijziging van de Richtlijnen 2000/14/EG, 2011/65/EU, 2013/53/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU, 2014/35/EU, 2014/53/EU, 2014/68/EU en 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft digitalisering en gemeenschappelijke specificaties - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)503 - Wijziging van de Richtlijnen 2000/14/EG, 2011/65/EU, 2013/53/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, ... |
---|---|
bron | COM(2025)503 ![]() ![]() |
datum | 21-05-2025 |
• Motivering en doel van het voorstel
In haar mededeling “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030” 1 heeft de Commissie gewezen op het belang van een regelgevingssysteem dat ervoor zorgt dat doelstellingen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. De Commissie heeft zich er daarom toe verbonden om gerichte inspanningen te verrichten en de rapportagevereisten en administratieve lasten te rationaliseren en te vereenvoudigen, met als uiteindelijk doel dat dergelijke vereisten met 25 % worden teruggedrongen zonder dat dit ten koste gaat van de daarmee samenhangende beleidsdoelstellingen.
Rapportagevereisten zijn van essentieel belang voor de correcte handhaving en goede monitoring van wetgeving. De kosten van de rapportage vallen per saldo grotendeels weg tegen de voordelen die eruit voortvloeien, met name op het gebied van de monitoring en zorg voor de naleving van essentiële beleidsmaatregelen. Rapportagevereisten kunnen belanghebbenden, en met name kmo’s en micro-ondernemingen, echter ook opzadelen met onevenredige lasten. Wanneer deze vereisten zich in de loop der tijd opstapelen, kan dit resulteren in overbodige, overlappende of achterhaalde verplichtingen, in een inefficiënte frequentie en timing of in inadequate verzamelmethoden. De Commissie bevordert in haar digitale strategie/betere regelgeving het beginsel “standaard digitaal” om digitale transformaties te ondersteunen, waarbij digitale beleidsmaatregelen worden bevorderd die rekening houden met de snel evoluerende wereld van digitalisering en technologie, en die standaard digitaal, interoperabel, toekomstbestendig en flexibel zijn 2 .
In de mededeling “Het EU-kompas voor concurrentievermogen” 3 wordt benadrukt dat om de rapportagelast te verminderen, digitalisering en vereenvoudiging hand in hand gaan. In de mededeling wordt onderstreept dat de rapportage digitaal moet worden gedaan op basis van gestandaardiseerde gegevens. In de huidige digitale procedures maken aspecten als gefragmenteerde IT-ecosystemen en inefficiënte gegevensuitwisseling het voor bedrijven echter lastig om digitaal met overheidsinstanties te communiceren.
Het komende initiatief voor een Europese portemonnee voor ondernemingen zal deze uitdagingen aanpakken door een digitale identiteit voor alle marktdeelnemers te creëren en door het kader te bieden voor interoperabele portemonnees voor ondernemingen waarmee geverifieerde gegevens en inloggegevens worden gedeeld, waardoor naadloze digitale interacties tussen marktdeelnemers en overheidsdiensten in de hele Unie mogelijk worden. Op deze manier zullen de Europese portemonnees voor ondernemingen voortbouwen op de reeds bestaande digitale oplossingen die zijn ontworpen om de dagelijkse activiteiten van Europese marktdeelnemers te vereenvoudigen, zoals één digitale toegangspoort, het technisch systeem voor de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel (“Once Only Technical System”, OOTS), het digitaal productpaspoort (DPP) en e-facturering, waardoor een samenhangend ecosysteem van digitale oplossingen wordt opgebouwd dat de synergieën maximaliseert en een grotere economische integratie en innovatie in heel Europa bevordert.
Er zijn echter nog steeds verschillende EU-wetgevingsteksten die voorzien in het gebruik van papier.
Het schrappen van verwijzingen naar het gebruik van papier vorm zou overheidsinstanties er ook toe dwingen de manier waarop zij de indiening of rapportage van bedrijven verwerken, te heroverwegen. Het stroomlijnen van dergelijke indiening en rapportage door het bevorderen van standaard digitaal werken, zou nieuwe stimulansen creëren voor investeringen in gegevensverzameling en -verwerking met behulp van e-overheidsoplossingen, die de weg kunnen effenen naar een documentvrije eengemaakte markt op basis van interoperabele gestructureerde gegevens en het eenmaligheidsbeginsel.
Hoewel het nieuwe wetgevingskader (“NWK”) geen specifieke vorm voorschrijft voor de gebruiksaanwijzingen die bij de producten zijn gevoegd, heeft de praktijk aangetoond dat de meeste markttoezichtautoriteiten verwachten en daarom ook aan fabrikanten opleggen dat deze gebruiksaanwijzingen op papier worden verstrekt.
De Blauwe Gids 4 bevat gedetailleerde uitleg over de productvoorschriften van de EU.
Aangezien niet minder dan 94 % van de EU-huishoudens in 2024 internettoegang had 5 , zijn op papier verstrekte gebruiksaanwijzingen bij producten die binnen het toepassingsgebied van de richtlijnen vallen, achterhaald en niet in overeenstemming met de huidige technologieën, consumentengewoonten of groene doelstellingen.
Bijgevolg moeten fabrikanten in staat zijn om voor een digitaal formaat van de gebruiksaanwijzing te kiezen. Wanneer fabrikanten ervoor kiezen om gebruiksaanwijzingen in digitaal formaat te verstrekken, moet de veiligheidsinformatie (waaronder alle delen van de gebruiksaanwijzingen die voor de veiligheid noodzakelijk worden geacht) nog steeds op papier worden verstrekt om de veiligheid van de consument te beschermen. Bovendien moeten eindgebruikers op verzoek een papieren exemplaar van de instructies kunnen krijgen — bij de aankoop en gedurende een bepaalde periode na de aankoop.
Het stroomlijnen van de rapportageverplichtingen, het verminderen van de administratieve lasten en het bevorderen van de digitalisering zijn prioriteiten. In dit verband wordt met dit voorstel beoogd de initiatieven te vereenvoudigen die zijn opgenomen in de kernambitie “Een nieuw plan voor duurzame welvaart en concurrentievermogen in Europa” op het beleidsterrein van de interne markt, voedselveiligheid en volksgezondheid en die gevolgen hebben voor verschillende sectoren.
Bovendien werd in de mededeling “Het EU-kompas voor concurrentievermogen” aangegeven dat er alternatieve opties moeten worden gezocht om bedrijven rechtszekerheid te bieden over de naleving van de EU-regels in gevallen waar geharmoniseerde normen niet bestaan, niet beschikbaar zijn, niet toereikend zijn of dringend nodig zijn. Verscheidene bestaande wetgevingshandelingen bevatten reeds een alternatieve optie om bedrijven juridische voorspelbaarheid te bieden en de naleving van het EU-recht aan te tonen, om op dergelijke situaties in te spelen. Het doel van dit voorstel is de alternatieve optie in wetgevingshandelingen die geen alternatieve optie bevatten, af te stemmen op geharmoniseerde normen. De alternatieve optie moet op uniforme wijze worden uitgevoerd wat betreft de definitie, de rechtsgevolgen, de voorwaarden waaronder deze alternatieve optie kan worden vastgesteld en de procedure voor de vaststelling ervan. Het initiatief inzake gemeenschappelijke specificaties is volledig in overeenstemming met de hierboven genoemde noodzaak en heeft tot doel meer gemak te creëren voor bedrijven die moeten voldoen aan een of meer productspecifieke gezondheids- en veiligheidsvoorschriften, zoals vastgelegd in sectorale regelgeving waarbij gebruik wordt gemaakt van geharmoniseerde normen.
Het voorstel heeft tot doel de verplichtingen van de marktdeelnemers te rationaliseren en te digitaliseren in verband met Richtlijn 2000/14/EG betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis 6 , Richtlijn 2010/35/EU betreffende vervoerbare drukapparatuur 7 , Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur 8 , Richtlijn 2013/53/EU betreffende pleziervaartuigen en waterscooters 9 , Richtlijn 2014/29/EU inzake drukvaten van eenvoudige vorm 10 , Richtlijn 2014/30/EU inzake elektromagnetische compatibiliteit 11 , Richtlijn 2014/31/EU inzake niet-automatische weegwerktuigen 12 , Richtlijn 2014/32/EU inzake meetinstrumenten 13 , Richtlijn 2014/33/EU inzake liften en veiligheidscomponenten voor liften 14 , Richtlijn 2014/34/EU inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen 15 , Richtlijn 2014/35/EU inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen 16 , Richtlijn 2014/53/EU inzake radioapparatuur 17 , Richtlijn 2014/68/EU inzake drukapparatuur 18 en Richtlijn 2014/90/EU inzake uitrusting van zeeschepen 19 aan de hand van een combinatie van maatregelen.
Bovendien voorziet het voorstel in een uniforme afstemming van de bestaande alternatieve optie voor geharmoniseerde normen in Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, Richtlijn 2013/53/EU betreffende pleziervaartuigen en waterscooters, Richtlijn 2014/29/EU inzake drukvaten van eenvoudige vorm, Richtlijn 2014/30/EU inzake elektromagnetische compatibiliteit, Richtlijn 2014/31/EU inzake niet-automatische weegwerktuigen, Richtlijn 2014/32/EU inzake meetinstrumenten, Richtlijn 2014/33/EU inzake liften, Richtlijn 2014/34/EU inzake ATEX, Richtlijn 2014/35/EU inzake laagspanning, Richtlijn 2014/53/EU inzake radioapparatuur en Richtlijn 2014/68/EU inzake drukapparatuur.
Om tegenstrijdigheden en een extra lasten voor fabrikanten te voorkomen en om een algemene samenhang te creëren tussen de geharmoniseerde productwetgeving in het kader van het NWK, moet een bepaling worden ingevoerd die het gebruik van een gegevensdrager voor het digitale productpaspoort toestaat wanneer een dergelijk digitaal productpaspoort verplicht wordt gesteld door een andere wetgevingstekst die hetzelfde product bestrijkt.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het voorstel maakt deel uit van een pakket maatregelen inzake vereenvoudiging. Het is een stap in een continu proces waarin uitgebreid wordt gekeken naar de bestaande rapportagevereisten om na te gaan of zij nog zinvol zijn en in hoeverre de efficiëntie ervan kan worden vergroot.
Inhoudsopgave
De rationalisering die met deze maatregelen wordt doorgevoerd, doet geen afbreuk aan de verwezenlijking van de doelstellingen op het beleidsterrein, en wel om de volgende redenen:
— De essentiële informatie die nodig is om naleving van de EU-wetgeving te garanderen, zal doorlopend aan de betrokken autoriteiten en eindgebruikers beschikbaar worden gesteld.
— De efficiëntere rapportageprocedures zullen de digitalisering van de rapportage van bedrijven aan de autoriteiten vergemakkelijken, de administratieve lasten voor bedrijven verminderen en de algehele doeltreffendheid van het regelgevingskader verbeteren.
— De maatregelen zullen ook een meer consistente en geharmoniseerde aanpak van de verplichtingen van marktdeelnemers in de verschillende EU-wetgeving bevorderen, waardoor verwarring wordt verminderd en de naleving wordt vergemakkelijkt voor bedrijven die op meerdere beleidsterreinen actief zijn.
— Verder zullen, in gevallen waarin er geen geharmoniseerde normen beschikbaar zijn, gemeenschappelijke specificaties worden aanvaard, waardoor de samenhang met de bestaande wettelijke bepalingen op bepaalde sectorale beleidsterreinen wordt gewaarborgd en flexibiliteit wordt geboden aan bedrijven om de naleving van deze normen aan te tonen.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
In het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit) zorgt de Commissie ervoor dat haar wetgeving geschikt is voor het beoogde doel, op de behoeften van belanghebbenden is toegesneden en de doelstellingen ervan worden bereikt met zo beperkt mogelijke lasten. Dit voorstel maakt derhalve deel uit van het Refit-programma ter verlichting van de uit de Uniewetgeving voortvloeiende rapportagedruk.
Hoewel bepaalde verplichtingen van essentieel belang zijn, moeten zij wel zo efficiënt mogelijk zijn, waarbij overlappingen worden vermeden, overbodige lasten worden weggenomen en zo veel mogelijk wordt gebruikgemaakt van digitale en interoperabele oplossingen.
Met de huidige voorstellen worden bepaalde rapportagevoorschriften gerationaliseerd, zodat de wetgevingsdoelstellingen op efficiëntere wijze en met minder rompslomp voor ondernemingen en overheidsinstanties worden bereikt.
In gevallen waarin geharmoniseerde normen niet beschikbaar zijn, zijn alternatieve oplossingen nodig om de naleving van de Uniewetgeving te waarborgen. Deze alternatieven moeten zo doeltreffend mogelijk zijn, onnodige complexiteit tot een minimum beperken en binnen korte termijnen beschikbaar zijn.
De invoering van deze alternatieve oplossingen zal de naleving van de Uniewetgeving stroomlijnen, waardoor deze efficiënter wordt en de lasten voor bedrijven en overheidsinstanties worden verlicht.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, in lijn met de oorspronkelijke rechtsgrondslagen voor de vaststelling van de sectorale kaders die met dit voorstel moeten worden gewijzigd. Deze sectorale kaders zijn Richtlijn 2000/14/EG betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis, Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, Richtlijn 2013/53/EU betreffende pleziervaartuigen en waterscooters, Richtlijn 2014/29/EU inzake drukvaten van eenvoudige vorm, Richtlijn 2014/30/EU inzake elektromagnetische compatibiliteit, Richtlijn 2014/31/EU inzake niet-automatische weegwerktuigen, Richtlijn 2014/32/EU inzake meetinstrumenten, Richtlijn 2014/33/EU inzake liften en veiligheidscomponenten voor liften, Richtlijn 2014/34/EU inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, Richtlijn 2014/35/EU inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen, Richtlijn 2014/53/EU inzake radioapparatuur, Richtlijn 2014/68/EU inzake drukapparatuur en Richtlijn 2014/90/EU inzake uitrusting van zeeschepen.
De sectorale kaders van de Unie die zijn vastgesteld bij de bovengenoemde richtlijnen, zijn zogenaamde “productharmonisatiewetgeving”. In beide verordeningen zijn geharmoniseerde regels vastgesteld voor het ontwerp, de productie, de conformiteitsbeoordeling en het in de handel brengen van producten. In wezen bevatten deze sectorale kaders voor elke sector/productcategorie essentiële eisen die van algemeen belang zijn en waaraan de producten moeten voldoen, en de procedures voor de wijze waarop de naleving van deze eisen moet worden beoordeeld.
Een ander gemeenschappelijk kenmerk van deze kaders is dat zij in meerdere of in mindere mate aansluiten bij de algemene beginselen en de referentiebepaling die zijn neergelegd in het NWK. Het NWK voor de productwetgeving van de EU bestaat uit twee in 2008 vastgestelde rechtshandelingen, namelijk Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten 20 , waarin referentiebepalingen zijn vastgesteld voor de opstelling van Uniewetgeving tot harmonisatie van de voorwaarden voor het verhandelen van producten, en Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten 21 , waarin de beginselen inzake CE-markering en de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties zijn vastgesteld.
Dankzij het NWK bevatten alle bovengenoemde wetgevingsteksten waarvoor dit voorstel gevolgen heeft, bepalingen van een vergelijkbaar soort. De desbetreffende wetgevingshandelingen zijn, met uitzondering van Richtlijn 2000/14/EG, in overeenstemming met het NWK, hebben een gemeenschappelijke structuur en bevatten bepalingen op basis van hetzelfde model. Daarom zijn de verplichtingen van de marktdeelnemers, de bepalingen betreffende aangemelde conformiteitsbeoordelingsinstanties, accreditatie en CE-markering in al deze wetgevingshandelingen identiek of zeer vergelijkbaar. Deze uniformiteit bevordert de vertrouwdheid met de verschillende wetgevingsinstrumenten, met name voor bedrijven die producten vervaardigen of distribueren waarop meerdere wetgevingshandelingen van de EU van toepassing zijn. De consistentie van deze elementen maakt het voor de marktdeelnemers gemakkelijker om zich te oriënteren in het regelgevingskader, waardoor de complexiteit wordt verminderd en de naleving wordt bevorderd. Aangezien de modelbepalingen echter in 2008 zijn vastgesteld, zijn bepaalde aspecten van de verplichtingen in de loop van de tijd overbodig of achterhaald geworden, waardoor een herziening en bijwerking noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat zij relevant en doeltreffend blijven.
De sector uitrusting van zeeschepen hanteert unieke eisen voor het waarborgen van de veiligheid aan boord van EU-schepen, die zijn opgenomen in Richtlijn 2014/90/EU. Bijgevolg bevat deze richtlijn specifieke regels die afwijken van andere op het NWK afgestemde wetgeving. Een van deze regels is de eis dat een papieren exemplaar van de conformiteitsverklaring aan boord van een EU-schip moet worden bewaard totdat de scheepsuitrusting wordt verwijderd. De databank van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid die beschikbaar is voor vlaggenstaten en markttoezichtautoriteiten van de lidstaten, is echter geschikt voor elektronische interactie en vereist de aanpassing van deze eis aan het digitale tijdperk. Door een kopie van de conformiteitsverklaring in deze databank te uploaden, kunnen de nodige verificaties en controles van de scheepsuitrusting elektronisch worden uitgevoerd. Deze aanpak zal ook bijdragen tot uniforme toepassing en praktijken in het kader van deze wetgeving, waardoor het proces wordt gestroomlijnd en de administratieve lasten worden verminderd.
Het op de voorgestelde manier wijzigen van de bovengenoemde richtlijnen, d.w.z. het afschaffen van verplichtingen voor papieren exemplaren en de overstap naar digitale equivalenten, zal bijdragen tot de digitalisering van de rapportage van bedrijven aan de autoriteiten, de digitalisering van de verplichtingen en rapportageprocedures van de marktdeelnemers vergemakkelijken, en de algemene efficiëntie en doeltreffendheid van het regelgevingskader verbeteren.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
De rapportagevereisten en de verplichtingen van marktdeelnemers zijn vereisten van het Unierecht en kunnen derhalve slechts op Unieniveau worden gewijzigd. De lidstaten, ondernemingen en consumenten zullen baat hebben bij het schrappen van verwijzingen naar het gebruik van papier en de digitalisering van de EU-conformiteitsverklaring voor marktdeelnemers die het voorwerp van dit voorstel vormt.
• Evenredigheid
Met de rationalisering en digitalisering van rapportagevereisten en verplichtingen van de marktdeelnemers wordt het rechtskader vereenvoudigd doordat minimale wijzigingen in bestaande vereisten worden doorgevoerd die niet van invloed zijn op de inhoud van de bredere beleidsdoelstelling. Het voorstel blijft dus beperkt tot de wijzigingen die nodig zijn om efficiëntie te waarborgen zonder dat de wezenlijke elementen van de betrokken wetgeving veranderen.
De wijzigingen brengen minimale veranderingen aan in de bestaande voorschriften en zijn uitsluitend gericht op het schrappen van verwijzingen naar papiervorm en op de digitalisering van de EU-conformiteitsverklaring en de instructies. Door het voorstel te beperken tot deze noodzakelijke wijzigingen, garandeert de Commissie dat de wijzigingen in verhouding staan tot de beoogde doelstellingen en de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen niet in gevaar brengen.
Gemeenschappelijke specificaties als alternatief voor geharmoniseerde normen vereenvoudigen het rechtskader door de consistentie in de interne markt te waarborgen bij het ontbreken van beschikbare geharmoniseerde normen. Het voorstel blijft dus beperkt tot de wijzigingen die nodig zijn om efficiëntie te waarborgen zonder dat de wezenlijke elementen van de betrokken wetgeving veranderen.
De wijzigingen brengen minimale veranderingen aan in de bestaande wetgeving en richten zich uitsluitend op de aanpassing van de gemeenschappelijke specificaties aan de wetgeving inzake de interne markt. Door het voorstel te beperken tot deze noodzakelijke wijzigingen, garandeert de Commissie dat de wijzigingen in verhouding staan tot de beoogde doelstellingen en de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen niet in gevaar brengen.
• Keuze van het instrument
Alle richtlijnen die bij deze handeling moeten worden gewijzigd, namelijk Richtlijn 2000/14/EG betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis, Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, Richtlijn 2013/53/EU betreffende pleziervaartuigen en waterscooters, Richtlijn 2014/29/EU inzake drukvaten van eenvoudige vorm, Richtlijn 2014/30/EU inzake elektromagnetische compatibiliteit, Richtlijn 2014/31/EU inzake niet-automatische weegwerktuigen, Richtlijn 2014/32/EU inzake meetinstrumenten, Richtlijn 2014/33/EU inzake liften en veiligheidscomponenten voor liften, Richtlijn 2014/34/EU inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, Richtlijn 2014/35/EU inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen, Richtlijn 2014/53/EU inzake radioapparatuur, Richtlijn 2014/68/EU inzake drukapparatuur en Richtlijn 2014/90/EU inzake uitrusting van zeeschepen, zijn geharmoniseerde productwetgevingsteksten op grond van de regels van de eengemaakte markt, en de meeste daarvan zijn in overeenstemming met het NWK.
Uit de evaluatie van het NWK, die in november 2022 is gepubliceerd, is gebleken dat het NWK de EU-productwetgeving met succes heeft geharmoniseerd, wat heeft geresulteerd in een meer samenhangend kader dat sinds 2008 de lasten heeft verminderd en kostenbesparingen heeft opgeleverd voor zowel bedrijven als autoriteiten. Uit de evaluatie bleek echter ook dat de verouderde vereisten van het NWK, zoals documentatie en correspondentie op papier, het vermogen van het NWK belemmeren om gelijke tred te houden met de digitalisering en te voldoen aan de moderne verwachtingen.
De richtlijnen die bij deze handeling moeten worden gewijzigd met betrekking tot de aanpassing van de gemeenschappelijke specificaties, namelijk Richtlijn 2000/14/EG betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis, Richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, Richtlijn 2013/53/EU betreffende pleziervaartuigen en waterscooters, Richtlijn 2014/29/EU inzake drukvaten van eenvoudige vorm, Richtlijn 2014/30/EU inzake elektromagnetische compatibiliteit, Richtlijn 2014/31/EU inzake niet-automatische weegwerktuigen, Richtlijn 2014/32/EU inzake meetinstrumenten, Richtlijn 2014/33/EU inzake liften en veiligheidscomponenten voor liften, Richtlijn 2014/34/EU inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, Richtlijn 2014/35/EU inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen, Richtlijn 2014/53/EU inzake radioapparatuur, Richtlijn 2014/68/EU inzake drukapparatuur en Richtlijn 2014/90/EU inzake uitrusting van zeeschepen, zijn geharmoniseerde productwetgevingsteksten op grond van de regels van de eengemaakte markt, en bevatten de begrippen “geharmoniseerde normen” en “vermoeden van conformiteit”.
In het algemeen wordt dit omnibusvoorstel als passend en doeltreffend beschouwd, omdat het in de mogelijkheid voorziet om de desbetreffende wetgeving aan te passen aan toekomstige behoeften en relevant kan blijven door de schrapping van achterhaalde verwijzingen, zoals naar het gebruik van papier, toe te staan.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
N.v.t.
• Raadpleging van belanghebbenden
Op 14 april 2025 heeft de Commissie een voorlichtingsevenement georganiseerd in het kader van de taskforce 1 van het industrieforum.
De lidstaten, brancheverenigingen, fabrikanten en consumentenverenigingen werden uitgenodigd om aanwezig te zijn en hun mening te geven over de digitalisering van de rapportage en de verplichtingen van de fabrikant. Zij werden in het bijzonder gevraagd of zij dachten dat het verstrekken van de conformiteitsverklaring en de instructies in elektronische vorm als een lastenverlichting zou worden gezien.
Uit de antwoorden die tijdens het voorlichtingsevenement werden ontvangen, blijkt dat belanghebbenden grotendeels voorstander zijn van digitalisering als een vorm van lastenvermindering, waarbij de overgrote meerderheid van de respondenten aangeeft dat zij digitalisering beschouwen als een doeltreffende manier om de lasten te verlichten. Bovendien gaf de meerderheid van de respondenten aan dat zij de digitale conformiteitsverklaring en de mogelijkheid om digitale gebruiksaanwijzingen te verstrekken, beschouwen als een manier om de lasten te verlichten. Wat digitale instructies betreft, gaf de meerderheid van de respondenten de voorkeur aan vrijwillige digitale instructies (alleen als de fabrikant tot deze optie besluit).
Via hetzelfde forum is gelijktijdig een schriftelijke raadpleging gehouden om de meningen van de belanghebbenden en gegevens over de kostenbesparingen die dit initiatief zou kunnen opleveren, te verzamelen. De meerderheid van de respondenten gaf aan voorstander te zijn van digitalisering, met inbegrip van de digitale conformiteitsverklaring en digitale instructies.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
De voorgestelde vereenvoudigingsmaatregelen werden vastgesteld na een interne doorlichting van bestaande rapportageverplichtingen en op basis van de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de desbetreffende wetgeving. Het gaat om een stap in het proces van permanente toetsing van rapportagevereisten die voortvloeien uit Uniewetgeving; de doorlichting van dergelijke lasten en van de gevolgen ervan voor belanghebbenden loopt na deze stap dus gewoon door.
• Effectbeoordeling
Het voorstel betreft beperkte en gerichte wijzigingen van de wetgeving met het oog op de vereenvoudiging van de rapportagevereisten en het waarborgen van de digitalisering en de aanpassing van de gemeenschappelijke specificaties. Deze wijzigingen berusten op de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de wetgeving. De wijzigingen hebben geen aanzienlijke gevolgen voor het beleid, maar zorgen slechts voor een efficiëntere en doeltreffendere uitvoeringspraktijk, tevens door de gemeenschappelijke specificaties af te stemmen op bestaande wetgeving.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Dit is een Refit-voorstel om de wetgeving te vereenvoudigen en op twee manieren te snijden in de lasten voor de lidstaten.
• Grondrechten
N.v.t.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
N.v.t.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
N.v.t.
• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
Gezien het toepassingsgebied van het voorstel is het niet gerechtvaardigd of evenredig om toelichtende stukken te verlangen.
• Artikelsgewijze toelichting
–de specificatie dat de EU-conformiteitsverklaring, of een vergelijkbaar document, in elektronische vorm moet worden opgesteld en via een internetadres of een machineleesbare code toegankelijk moet worden gemaakt wanneer die verklaring bij een product moet worden gevoegd;
–de toevoeging van “digitale contactgegevens” als informatie die door fabrikanten moet worden aangegeven op producten die in de handel worden gebracht om de communicatie tussen de marktdeelnemers en de nationale autoriteiten te vergemakkelijken. Zodra de Europese portemonnee voor ondernemingen beschikbaar is, kan het digitale adres dat deze aan de marktdeelnemers verstrekt, de “digitale contactgegevens” vormen;
–de specificatie dat de instructies die bij de producten zijn gevoegd, in elektronische vorm mogen worden verstrekt, met uitzondering van veiligheidsinformatie die op papier of op het product voor de consument moet worden aangebracht;
–de wijziging van de rapportageverplichtingen voor nationale autoriteiten die “papier of een elektronisch formaat” opleggen naar uitsluitend “elektronische vorm”;
–de invoering van een verplichting tot elektronische uitwisseling tussen de marktdeelnemers en de bevoegde autoriteiten;
–de invoering van een bepaling betreffende gemeenschappelijke specificaties als alternatief voor geharmoniseerde normen;
–een verplichting om de in de EU-conformiteitsverklaring vervatte informatie en de instructies voor het digitale productpaspoort te verstrekken wanneer het product onderworpen is aan andere wetgeving van de Unie die het gebruik van een dergelijk digitaal productpaspoort vereist.