Toelichting bij COM(2025)330 - Verlening van macrofinanciële bijstand aan derde landen in 2024

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 23.6.2025


COM(2025) 330 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de verlening van macrofinanciële bijstand aan derde landen in 2024

{SWD(2025) 166 final}


2.

INHOUD



3.

1. Inleiding


4.

2. Macrofinanciëlebijstandsoperaties in 2024


5.

2.1 Oostelijk Partnerschap


Moldavië

Oekraïne

6.

2.2 Zuidelijk nabuurschap


Egypte

7.

2.3 Westelijke Balkan


Noord-Macedonië

8.

3. GARANDEREN VAN DE GOEDE BESTEDING VAN MFB-MIDDELEN: OPERATIONELE BEOORDELINGEN, EVALUATIES ACHTERAF


9.

3.1 Operationele beoordelingen


10.

3.2 Evaluaties


11.

4. Algemene ontwikkelingen in verband met het MFB-instrument


12.

4.1 Werking van het MFB-instrument


13.

4.2 MFB in het meerjarig financieel kader 2021-2027


5. Vooruitblik — MFB-operaties en de begrotingssituatie in 2025


14.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


over de verlening van macrofinanciële bijstand aan derde landen in 2024 1


1.Inleiding

Macrofinanciële bijstand (MFB) is een vorm van financiële steun  2 die door de Unie wordt toegekend aan partnerlanden die een betalingsbalanscrisis doormaken. Sinds de invoering ervan in 1990 heeft MFB bijgedragen aan verbetering van de macro-economische en financiële stabiliteit in buurlanden of landen die geografisch dicht bij de EU liggen, terwijl ook structurele hervormingen erdoor worden aangemoedigd. De bijstand is afhankelijk van een met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) overeengekomen niet uit voorzorg getroffen kredietregeling 3 . Hiermee wordt getracht om het partnerland enigszins te ontlasten bij de aanpak van de onderliggende problemen die de druk op de betalingsbalans veroorzaken. Hierdoor kan het meer begrotingsruimte creëren, de houdbaarheid van zijn schuldpositie verbeteren en zich richten op het aansturen van noodzakelijke hervormingen. Door het macro-economische aanpassingstraject te effenen, kunnen MFB-operaties positieve economische en sociale gevolgen hebben waardoor het land meer tijd en ruimte heeft om de diepere oorzaken van de betalingsbalanscrisis aan te pakken.

MFB wordt meestal verstrekt in de vorm van via EU-obligaties gefinancierde leningen. Sinds januari 2023 verloopt de MFB-financiering niet meer via een back-to-backbenadering 4 maar via een uniforme structuur, waarbij obligatie-uitgiften worden losgekoppeld van specifieke uitbetalingen. In plaats daarvan geeft de Commissie nu EU-obligaties van één enkel merk uit en leidt zij de opbrengsten naar een centrale financieringspool, waaruit vervolgens meerdere beleidsprogramma’s van de EU worden gefinancierd (waaronder de MFB). In sommige gevallen kan MFB volledig uit leningen bestaan, terwijl het in andere gevallen om een combinatie van leningen en subsidies kan gaan.

MFB wordt in tranches uitbetaald, en alleen indien is voldaan aan alle voorwaarden inzake economisch beleid die met deze tranches samenhangen, zoals met het partnerland is overeengekomen. Tevens geldt voor het verlenen van MFB als politieke randvoorwaarde dat de democratische mechanismen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel, eerbiediging van de rechtsstaat en van de mensenrechten, naar behoren functioneren. MFB is daarmee ook een aanvulling op de reguliere samenwerkingsbijstand van de EU en draagt bij aan de bredere doelen van het bewaren van stabiliteit en het bevorderen van welvaart en onze waarden buiten de EU. Dit wordt onderschreven in diverse onafhankelijke evaluaties van voltooide MFB-operaties 5 en in de recente meta-evaluatie van de operaties uit het afgelopen decennium 6 .

2024 was een jaar van toegenomen uitdagingen en geopolitieke ontwikkelingen die elkaar in hoog tempo opvolgden. Niettemin bleek dat er met MFB nog steeds snel en doeltreffend kon worden ingespeeld op buitengewone omstandigheden en zonder afbreuk te doen aan de kernmissie van MFB om stabiliteit te bevorderen. De MFB die werd verleend in het kader van het G7-initiatief voor leningen aan Oekraïne door versnelde terbeschikkingstelling van uitzonderlijke opbrengsten (ERA-initiatief) — naar aanleiding van de aanhoudende aanvalsoorlog van Rusland — bevestigde opnieuw dat de Unie vastbesloten is haar solidariteit om te zetten in concrete steun aan Oekraïne en tegelijkertijd andere partners te helpen die economische gevolgen van de oorlog ondervinden. Daarnaast hebben de oplopende vijandelijkheden in het Midden-Oosten de Unie ertoe gebracht MFB te verlenen aan belangrijke spelers in die regio.

Het jaarverslag over 2024 is opgesteld overeenkomstig de informatieverplichtingen van de Commissie zoals neergelegd in de desbetreffende rechtshandelingen. Het verslag gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie met een nadere analyse van de uitvoering van afzonderlijke MFB-operaties.


2.Macrofinanciëlebijstandsoperaties in 2024

De Unie heeft in 2024, tegen de achtergrond van de toenemende agressie van Rusland tegen Oekraïne en de aanhoudende financieringsbehoeften van het land, in het kader van het ERA-initiatief van de G7 een nieuw buitengewoon MFB-pakket voor Oekraïne vastgesteld. Na de uitbetaling van 18 miljard EUR in 2023 in het kader van het MFB+-programma werd de faciliteit voor Oekraïne in 2024 het belangrijkste instrument van de Unie voor begrotingssteun aan Oekraïne, waarmee 16,5 miljard EUR aan begrotingssteun werd verleend. Niettemin bleven de financieringsbehoeften van Oekraïne in 2024 als gevolg van de aanhoudende agressie van Rusland uitzonderlijk hoog. Dit bracht de G7-leiders ertoe om medio 2024 45 miljard EUR aan ERA-leningen toe te zeggen die moeten worden terugbetaald met uitzonderlijke opbrengsten uit geïmmobiliseerde Russische staatsactiva. De EU bouwde voort op deze toezegging door Verordening (EU) 2024/2773 tot instelling van het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne (ULCM) vast te stellen en buitengewone MFB aan Oekraïne toe te kennen voor een bedrag van maximaal 18,1 miljard EUR tegen zeer gunstige voorwaarden teneinde de druk op de Oekraïense overheidsfinanciën waar mogelijk te verlichten. De leningen hebben een looptijd van 45 jaar en een aflossingsvrije periode van 10 jaar. De terugbetaling hangt voornamelijk af van de uitzonderlijke opbrengsten uit geïmmobiliseerde Russische staatsactiva. Na de vrijgave van de MFB in december 2024 zijn er uitbetalingen in de loop van 2025 gepland.

Ook heeft de Unie in 2024 de laatste tranches van haar gewijzigde MFB aan Moldavië uitbetaald. Deze MFB was bedoeld om te helpen bij het aanpakken van de gevolgen van de energiecrisis die in oktober 2021 was ontstaan en om de neveneffecten van de voortdurende agressie van Rusland tegen Oekraïne het hoofd te bieden. Ondertussen werd de helft van de overeengekomen 100 miljoen EUR aan MFB voor Noord-Macedonië uitbetaald om het land te steunen in een situatie van krappe wereldwijde financiële omstandigheden, stijgende energieprijzen en onverwachte verliezen bij het staatselektriciteitsbedrijf. De tweede en laatste tranche van de MFB is beschikbaar tot 2026, maar wordt waarschijnlijk niet opgenomen vanwege het gebrek aan vooruitgang bij de uitvoering van de beleidsvoorwaarden.

In maart 2024 heeft de Commissie, gezien de kritieke financiële situatie van Egypte en de belangrijke stabiliserende rol van dat land in de regio, 5 miljard EUR aan MFB voorgesteld, waaronder een dringende kortetermijnoperatie van 1 miljard EUR die in december 2024 is uitbetaald, onder voorbehoud van economische hervormingen en het halen van benchmarks op het gebied van de mensenrechten. Het voorstel voor de resterende 4 miljard EUR ligt nog ter behandeling bij het Europees Parlement en de Raad, samen met het voorstel van de Commissie voor MFB aan Jordanië, waarvan de goedkeuring in het tweede kwartaal van 2025 wordt verwacht.


15.

Stand van zaken bij de uitvoering van MFB-operaties in 2024 (per regio)


1

2

2.1Oostelijk Partnerschap

·Moldavië

Moldavië is herstellende van de energiecrisis in 2021. Het economisch herstel begon in 2023 en versterkte zich in 2024, met een groei van het bbp van 2,6 %. De sterkere particuliere consumptie dankzij de lage inflatie en de stijgende reële lonen heeft, samen met het herstel van de investeringen, de zwakke groei van de uitvoer gecompenseerd. De reële lonen bleven stijgen en de versoepelde monetaire beleidsvoorwaarden waren gunstig voor de kredietverlening aan consumenten en investeringen. Na een scherpe daling in 2023 steeg het tekort op de lopende rekening in 2024 als gevolg van een groter handelstekort door een daling van de goederenuitvoer en een stabiele invoer. De daling van de goederenuitvoer werd deels gecompenseerd door de stijgende uitvoer van diensten, aangevoerd door de ICT-sector. In het tweede kwartaal van 2024 daalden de geldovermakingen verder tot 11,4 % van het bbp, terwijl de instroom van BDI als percentage van het bbp afnam. Het begrotingstekort is in 2024 afgenomen tot 3,9 % van het bbp in 2024 als gevolg van een betere belastinginning, lagere kapitaaluitgaven en het gerichter inzetten van steunmaatregelen om de gevolgen van de hoge energieprijzen voor huishoudens te verzachten. Ook in 2024 was de regering hervormingsgericht en streefde ze naar macro-economische stabiliteit, maar de neerwaartse risico’s (vooral met betrekking tot de energiesituatie) bleven groot. De toetredingsonderhandelingen met de EU werden in 2024 officieel geopend en in een referendum werd een nipte meerderheid behaald voor de voorgestelde grondwetswijzigingen met het oog op toetreding tot de EU.

Moldavië werd in 2021 zwaar getroffen door de energiecrisis. Nadat Moldavië op 19 november 2021 een verzoek had ingediend, kwam de Commissie met een voorstel voor MFB van maximaal 150 miljoen EUR (120 miljoen EUR aan leningen met een middellange looptijd en 30 miljoen EUR aan subsidies). Het Parlement en de Raad hebben op 6 april 2022 een besluit hiertoe aangenomen (Besluit (EU) 2022/563). Het memorandum van overeenstemming (MvO), de leningsovereenkomst en de subsidieovereenkomst in verband met deze MFB werden op 22 juni 2022 ondertekend en op 14 juli 2022 door het parlement van Moldavië geratificeerd.

In reactie op de toenemende directe en indirecte gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne voor de economie van Moldavië heeft de Commissie op 24 januari 2023 een voorstel aangenomen om de lopende MFB te verhogen met 145 miljoen EUR. Hiervan bestond maximaal 100 miljoen EUR uit leningen en 45 miljoen EUR uit subsidies. Het Europees Parlement en de Raad hebben op 14 juni 2023 een besluit hiertoe aangenomen (Besluit (EU) 2023/1165). Met dit besluit werd de totale bijstand vanuit deze MFB verhoogd tot 295 miljoen EUR, waaronder 75 miljoen EUR aan subsidies. De aanvullende financiële bijstand in het kader van MFB maakte deel uit van een breder EU-steunpakket voor Moldavië dat in november 2022 door de voorzitter van de Commissie was aangekondigd en ook 105 miljoen EUR aan begrotingssteun omvatte.

De MFB werd in vijf tranches vrijgegeven, overeenkomstig het gewijzigde MvO, dat op 5 september 2023 van kracht werd. De eerste tranche van 50 miljoen EUR (waaronder 15 miljoen EUR aan subsidies) werd op 1 augustus 2022 vrijgegeven. De tweede tranche van 50 miljoen EUR (10 miljoen EUR aan subsidies) werd op 22 maart 2023 vrijgegeven. De derde tranche, d.w.z. de eerste “aanvullende tranche” van de aanvullende MFB, werd op 25 oktober 2023 (50 miljoen EUR aan leningen) en op 27 oktober 2023 (22,5 miljoen EUR aan subsidies) vrijgegeven. De vierde tranche, d.w.z. de tweede “aanvullende tranche” van de gewijzigde MFB, werd op 18 juli 2024 (50 miljoen EUR aan leningen en 22,5 miljoen EUR aan subsidies) vrijgegeven. De vijfde en laatste tranche werd op 17 december (45 miljoen EUR aan leningen) en op 18 december 2024 (5 miljoen EUR aan subsidies) vrijgegeven.

Aan de uitbetaling van de MFB was de voorwaarde verbonden dat de in december 2021 aangenomen en in mei 2022 verder verhoogde uitgebreide kredietfaciliteit/uitgebreide financieringsfaciliteit (ECF/EFF) van het IMF voor Moldavië naar behoren wordt uitgevoerd. Na de verruiming beloopt het programma van het Fonds 815 miljoen USD. In december 2023 keurde de raad van bestuur van het IMF in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit bovendien een regeling voor Moldavië goed voor een bedrag van omgerekend 173 miljoen USD om Moldavië te helpen bij het vergroten van de weerbaarheid tegen klimaatschokken, bij het ondersteunen van hervormingen van de energiesector, bij het verbeteren van de paraatheid van de binnenlandse financiële sector, en bij het mobiliseren van duurzame financiering. Na het plotselinge ontslag van de president van de Nationale Bank van Moldavië (NMB) in december 2023 werden er besprekingen gehouden over het belang van goed bestuur en de onafhankelijkheid van de centrale bank. Dit heeft geleid tot een aantal maatregelen die het IMF in staat hebben gesteld om op 28 juni 2024 tot een succesvolle afronding te komen van de vijfde beoordeling in het kader van de ECF-/EFF-regelingen en de eerste beoordeling in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Op 17 december 2024 rondde het IMF de zesde beoordeling in het kader van de ECF/EFF-regelingen en de tweede beoordeling in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit met Moldavië af, waardoor een uitbetaling van 162,6 miljoen USD mogelijk werd. In het kader van het IMF-programma, dat loopt tot oktober 2025, worden waarschijnlijk nog twee beoordelingen uitgevoerd.


·Oekraïne

Ondanks de ernstige verwoesting van menselijk en fysiek kapitaal sinds de grootschalige invasie van Rusland in 2022 heeft de Oekraïense economie een opmerkelijke veerkracht getoond. Het bbp groeide in 2023 met 5,3 % en zal naar verwachting in 2024 met 3,5 % zijn gegroeid, hoewel er in de tweede helft van 2024 enige groeivertraging werd waargenomen. Het herstel is mede mogelijk gemaakt door de heropening van de uitvoerroutes (met name via de Zwarte Zee en de Donau) en krachtige internationale financiële steun (onder andere via de buitengewone MFB van de EU in 2023 en de uitvoering van de faciliteit voor Oekraïne, die in 2024 van start is gegaan). De inflatie, die in 2023 aanzienlijk was gedaald, versnelde eind 2024 door de stijgende elektriciteitskosten als gevolg van verhevigde aanvallen op de energie-infrastructuur en door de sterke loonstijging als gevolg van tekorten aan arbeidskrachten. Als reactie hierop heeft de Nationale Bank van Oekraïne het monetaire beleid aangescherpt door in januari 2025 de beleidsrente tot 14,5 % te verhogen. Het tekort op de lopende rekening steeg in 2024 tot 7,6 % van het bbp, voornamelijk door de teruglopende internationale subsidies, terwijl het handelstekort stabiel bleef doordat de toegenomen invoer voor defensie en wederopbouw de toegenomen uitvoer tenietdeed. Ondanks de moeilijke omstandigheden blijft de banksector stabiel en winstgevend, daalt het percentage niet-renderende leningen en zijn er voldoende kapitaalbuffers. De overheidsfinanciën blijven onder druk staan, met een begrotingstekort van 19,1 % van het bbp in 2024, dat grotendeels te wijten is aan hoge uitgaven aan defensie en wederopbouw. Belastingmaatregelen zullen in 2025 naar verwachting leiden tot hogere inkomsten, hoewel het begrotingstekort aanzienlijk blijft. Onzekerheid over de verwoesting van de (energie)infrastructuur, tekorten aan arbeidskrachten en het toekomstige verloop van de oorlog werpen een schaduw over de groeivooruitzichten. In dit verband blijft aanhoudende internationale steun cruciaal voor de economische stabiliteit van Oekraïne en het vermogen van Oekraïne om de Russische aanvalsoorlog het hoofd te bieden.

Na de uitbetaling van 18 miljard EUR in 2023 in het kader van het MFB+-programma werd de faciliteit voor Oekraïne in 2024 het belangrijkste instrument voor begrotingssteun van de Unie, waarbij in het kader van pijler I 16,5 miljard EUR aan bijstand werd verleend. Niettemin heeft de oplopende en aanhoudende agressie van Rusland de financieringsbehoeften voor 2024 en daarna verder doen toenemen. Ondanks de steun via de faciliteit voor Oekraïne en bijdragen van andere partners ontstond er een resterend financieringstekort. Als reactie daarop hebben de G7-leiders tijdens de G7-top in Apulië, Italië, in juni 2024 toegezegd Oekraïne 45 miljard EUR aan ERA-leningen te verstrekken, die zouden worden terugbetaald met toekomstige uitzonderlijke opbrengsten uit geïmmobiliseerde Russische staatsactiva die in de Unie en andere betrokken rechtsgebieden worden aangehouden.

Voortbouwend op deze toezegging heeft de Commissie op 20 september 2024 een voorstel ingediend voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne en tot toekenning van buitengewone MFB aan Oekraïne. Het Europees Parlement en de Raad hebben dit voorstel op 24 oktober 2024 vastgesteld als Verordening (EU) 2024/2773 (de ULCM-verordening), die op 29 oktober 2024 in werking is getreden. Op basis van de bevestigde bijdragen van de G7-partners na de bijeenkomst van de ministers van Financiën van de G7 op 25 oktober 2024 in Washington DC, heeft de Unie een in één tranche vrij te geven MFB-lening van 18,1 miljard EUR aan Oekraïne bekrachtigd. Het besluit tot vrijgave van de enige tranche werd op 18 december 2024 door de Europese Commissie vastgesteld en de eerste uitbetaling aan Oekraïne voor een bedrag van 3 miljard EUR vond op 10 januari 2025 plaats. Latere uitbetalingen volgen in de loop van 2025.

Gezien de uitzonderlijke omstandigheden zijn aan deze MFB zeer gunstige voorwaarden verbonden. Oekraïne blijft formeel aansprakelijk voor de terugbetaling van de ERA-leningen, maar het is de bedoeling dat de terugbetalingen worden gefinancierd uit de uitzonderlijke opbrengsten uit de geïmmobiliseerde Russische activa. Oekraïne wordt daarom niet geacht zijn eigen middelen te gebruiken om de leningen rechtstreeks terug te betalen. In plaats daarvan worden de terugbetalingen via het ULCM beheerd, zodat Oekraïne de voordelen van deze uitzonderlijke opbrengsten naar voren kan halen en tegelijkertijd de gevolgen voor zijn overheidsfinanciën tot een minimum kan beperken. Als de uitzonderlijke opbrengsten onvoldoende blijken om de MFB-lening terug te betalen, bieden de zeer gunstige looptijd van 45 jaar en de aflossingsvrije periode van 10 jaar bovendien voldoende ruimte om de macrofinanciële situatie van Oekraïne te stabiliseren. Door deze financieringsregeling wordt niet alleen de onmiddellijke druk op de Oekraïense overheidsfinanciën verlicht, maar blijven ook de stromen voor de schuldendienst beheersbaar wanneer deze in de jaren 2030 beginnen, waardoor de risico’s voor de financiële stabiliteit tijdens de herstelperiode aanzienlijk worden beperkt. De instroom van opbrengsten voor het ULCM hangt af van de voortdurende immobilisatie van deze activa, die afhankelijk is van de verlenging van de sancties om de zes maanden. De Raad heeft de meest recente verlenging op 27 januari 2025 vastgesteld. Voor de verlenging van de sancties is unanimiteit in de Raad vereist.

Zoals bij vorige MFB-programma’s was de uitbetaling van deze buitengewone MFB-lening van 18,1 miljard EUR afhankelijk van de nakoming van de beleidstoezeggingen die in het MvO tussen de Unie en Oekraïne zijn vastgelegd. Het MvO werd op 7 november 2024 door het Comité lidstaten inzake MFB bekrachtigd en trad op 4 december 2024 in werking. Dankzij de succesvolle uitvoering van de beleidsvoorwaarden die overeenstemmen met een selectie van de voorwaarden die aan het Oekraïense plan ten grondslag liggen (en die betrekking hebben op belangrijke hervormingsgebieden zoals macrofinanciële stabiliteit, staatsbedrijven, openbaar bestuur, de rechtsstaat en defensie), kon de enige tranche van de MFB-lening op 18 december 2024 worden vrijgegeven.


2.2Zuidelijk nabuurschap

·Egypte

De steeds instabielere situatie in Palestina heeft gevolgen gehad voor de regio, ook voor Egypte. Vanaf 2024 is het economisch sentiment in Egypte echter aanzienlijk verbeterd na de eenmaking van het gefragmenteerde wisselkoersregime in maart 2024, ondersteund door omvangrijke financieringsverbintenissen van internationale partners. Het reële bbp groeide tijdens het laatste begrotingsjaar (“FY”, juli-juni) 2023/2024 met 2,4 % (vergeleken met 3,8 % in begrotingsjaar 2022/2023) en bereikte tijdens het derde kwartaal van 2024 3,5 % op jaarbasis. De werkloosheid bleef over het algemeen stabiel en bedroeg in september 2024 6,7 % (vergeleken met 7,0 % in 2024). De consumentenprijsinflatie was in december 2024 nog steeds hoog met 24,1 %, maar dit was lager dan de tijdelijke piek van 35,7 % in februari 2024. Tussen februari en december groeiden de officiële reserves van 35,3 miljard USD naar 47,1 miljard USD (wat overeenkomt met ongeveer 10 maanden invoer). Dit was te danken aan opeenvolgende toewijzingen uit de historische Ras El-Hekma-deal, een investering ter waarde van 35 miljard USD uit een staatsfonds van de Verenigde Arabische Emiraten in een vastgoedproject aan de noordkust van Egypte. Ook het begrotingstekort in begrotingsjaar 2023/2024 profiteerde van de eenmalige opbrengsten van de Ras El-Hekma-deal, waardoor het daalde tot 3,6 % van het bbp in het begrotingsjaar 2023/2024 (vergeleken met -6,2 % van het bbp in het voorgaande begrotingsjaar). Het primaire saldo verbeterde in dezelfde periode aanzienlijk. Het IMF schat dat de staatsschuld aan het eind van begrotingsjaar 2023/2024 is gedaald tot 90,9 % van het bbp (vergeleken met 95,9 % in het voorgaande begrotingsjaar), doordat een deel van de inkomsten uit de Ras El-Hekma-investeringsdeal is gebruikt voor schuldvermindering. Het tekort op de lopende rekening is in begrotingsjaar 2023/2024 opgelopen tot 5,5 % van het bbp (vergeleken met een tekort van 1,2 % van het bbp in het voorgaande begrotingsjaar). De eenmaking van de wisselkoersen en het sterk toegenomen vertrouwen als gevolg van de internationale steun sinds maart hebben de uitvoer en het toerisme ondersteund. De druk op de lopende rekening als gevolg van de verstoringen rond de Rode Zee is echter langdurig en zal waarschijnlijk maar geleidelijk afnemen.

Op 17 maart 2024 kwamen de EU en Egypte overeen om hun betrekkingen te verdiepen en een strategisch en alomvattend partnerschap te ontwikkelen voor gedeelde welvaart, stabiliteit en veiligheid, dat specifieke samenwerkingsgebieden omvat. Het partnerschap wordt ondersteund door een financieel pakket van maximaal 7,4 miljard EUR dat bestaat uit steun op korte en langere termijn voor de noodzakelijke macrobudgettaire en sociaal-economische hervormingsagenda. Gezien de moeilijke economische en financiële situatie van Egypte en zijn rol als belangrijke stabiliserende factor in een steeds instabielere regio heeft de Commissie op 15 maart 2024 voorgesteld Egypte te steunen met twee MFB-operaties van samen maximaal 5 miljard EUR in de vorm van langlopende leningen tegen zeer gunstige voorwaarden. Het MFB-pakket bestond uit i) een voorstel voor een kortlopende MFB-operatie van 1 miljard EUR (bij wijze van uitzondering op grond van artikel 213 VWEU 7 ) om, gelet op de dringende financieringsbehoeften van Egypte (en het reces van het Europees Parlement in de aanloop naar de verkiezingen in de zomer van 2024), volledige uitbetaling in één tranche in 2024 mogelijk te maken; en ii) een voorstel voor een reguliere MFB-operatie van maximaal 4 miljard EUR (op grond van artikel 212 VWEU). De Raad heeft de kortlopende MFB op 12 april 2024 vastgesteld (Besluit (EU) 2024/1144) . Het Europees Parlement en de Raad beraden zich momenteel het voorstel voor de reguliere MFB.

Het MFB-pakket werd voorgesteld in combinatie met een verhoogde EFF van het IMF, op basis van een overeenkomst op technisch niveau die op 6 maart 2024 werd bereikt en vervolgens op 29 maart 2024 door de raad van bestuur van het IMF werd vastgesteld. Het programma, dat voor het eerst in december 2022 werd vastgesteld, werd verhoogd van 3 miljard USD tot 8 miljard USD en biedt een sterk ankerpunt voor verdere vooruitgang op het gebied van economische hervormingen. Het IMF en Egypte bereikten op 24 december 2024 een overeenkomst op technisch niveau over de vierde beoordeling.

De kortlopende MFB werd geschraagd door een MvO. In het MvO werd bepaald dat de steun in één tranche wordt uitbetaald en het bevatte een reeks overeengekomen economische beleidshervormingen om de macro-economische stabiliteit, de veerkracht, het ondernemingsklimaat en het concurrentievermogen te verbeteren en de groene transitie te bevorderen. Overeenkomstig het MvO werd de uitbetaling van de steun afhankelijk gesteld van: i) de uitvoering van de overeengekomen economische beleidshervormingen, ii) de uitvoering van concrete en geloofwaardige stappen in de richting van het naleven van doeltreffende democratische mechanismen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel, en de rechtsstaat, en van het garanderen van de eerbiediging van de mensenrechten, en iii) het op schema uitvoeren van het IMF-programma. De uitvoering werd over het algemeen als positief beoordeeld. Het besluit tot vrijgave van de MFB is op 18 december 2024 vastgesteld en de eenmalige tranche is op 27 december 2024 volledig uitbetaald.


2.3Westelijke Balkan

·Noord-Macedonië

Het herstel van de economie na COVID-19 verloopt nog steeds traag. De werkelijke output is in 2024 met 2,8 % gestegen. De groei werd aangedreven door investeringen en door de overheidsconsumptie, waarbij de laatstgenoemde deels het gevolg was van een sterke stijging van de lonen in de overheidssector. Mede dankzij de stijgende reële inkomens trok ook de consumptie door huishoudens aan. Het saldo transacties van het buitenland leverde vanwege de zwakke vraag vanuit de voornaamste uitvoermarkten een negatieve bijdrage aan de groei. De inflatie, die eerder in het jaar was gematigd, steeg vanaf september weer naar een gemiddelde van 3,5 % op jaarbasis, vergeleken met 9,4 % in 2023. Deze stijging aan het einde van het jaar was vooral te wijten aan de stijgende prijzen van voedsel, alcohol en tabak, ondanks de door de overheid opgelegde prijsplafonds voor basisgoederen. Terwijl het saldo op de lopende rekening door de daling van de energieprijzen eind 2023 een gering overschot vertoonde, viel het in 2024 weer terug naar een tekort (-2,3 %), als gevolg van een verslechtering van het tekort op de goederenbalans en een lager overschot op de secundaire inkomsten. Het tekort aan primaire inkomsten nam ook toe.

Op 6 februari 2023 kwam de Commissie met het voorstel om MFB aan Noord-Macedonië te verlenen voor een bedrag van 100 miljoen EUR aan leningen, uit te betalen in twee gelijke tranches. Op 12 juli 2023 werd Besluit (EU) 2023/1461 van het Europees Parlement en de Raad vastgesteld en in januari 2024 werd het MvO met de Noord-Macedonische autoriteiten ondertekend. Het MvO bevat twintig beleidsvoorwaarden (waarvan acht betrekking hebben op de eerste uitbetaling) op de volgende gebieden: overheidsfinanciën, ondernemingsklimaat, onderwijs en de arbeidsmarkt, energie, rechterlijke macht, goed bestuur en corruptiebestrijding. De Commissie bevestigde dat aan alle voorwaarden voor de eerste tranche was voldaan en besloot op 22 april 2024 de bijbehorende uitbetaling van 50 miljoen EUR vrij te geven.

Voor de MFB geldt als voorwaarde dat de uitvoering van het lopende IMF-programma op schema moet blijven. Op 22 november 2022, en na een verzoek van de autoriteiten en een overeenkomst op technisch niveau, keurde de raad van bestuur van het IMF een anticiperende en liquiditeitslijn (PLL, “precautionary and liquidity line”) goed met een looptijd van 24 maanden. In januari 2024 rondde het IMF zijn eerste beoordeling van het programma af. De anticiperende en liquiditeitslijn van het IMF liep echter in november 2024 af zonder dat de tweede beoordeling had plaatsgevonden, wat betekent dat er nog niet aan een essentiële voorwaarde voor de uitbetaling van de tweede en laatste tranche van de MFB is voldaan.

De eerste helft van de MFB is inmiddels uitbetaald, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat de tweede en laatste tranche van de MFB zal worden opgenomen. De nieuwe regering heeft geen vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de beleidsvoorwaarden die verbonden zijn aan de laatste tranche van 50 miljoen EUR, die onder andere inhouden dat verschillende wetten door het parlement moeten worden vastgesteld, met inbegrip van secundaire wetgeving inzake energie-efficiëntie en uitvoeringswetgeving voor de nieuwe wet ter bestrijding van het witwassen van geld. Daarnaast heeft Noord-Macedonië onlangs tegen een gunstig rentetarief twee bilaterale leningen van elk 500 miljoen EUR bij de Hongaarse staatsbank Eximbank afgesloten, waardoor de behoefte aan externe financiering wordt verlicht. Onder deze omstandigheden is het vrij onwaarschijnlijk dat de tweede MFB-tranche wordt uitbetaald. De beschikbaarheidsperiode van de MFB eindigt in augustus 2026.


3.GARANDEREN VAN DE GOEDE BESTEDING VAN MFB-MIDDELEN: OPERATIONELE BEOORDELINGEN, EVALUATIES ACHTERAF

1

2

3

3.1Operationele beoordelingen

Conform de vereisten van Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 van de Commissie (het Financieel Reglement) voert de Commissie met de hulp van externe adviseurs operationele beoordelingen uit om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over het functioneren van de administratieve en financiële procedures in begunstigde landen.

Bij de operationele beoordelingen gaat de aandacht vooral uit naar de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën, met name de organisatie van ministeries van Financiën en centrale banken en de procedures die zij toepassen, en — meer in het bijzonder — naar het beheer van de rekeningen waarop de financiële steun van de EU worden gestort. Daarnaast wordt bijzondere aandacht geschonken aan de werking, onafhankelijkheid en werkprogramma’s van externe controle-instellingen en aan de doeltreffendheid van hun controles. Ook worden openbare-aanbestedingsprocedures op centraal niveau onderzocht.

In een operationele beoordeling voor 2020 voor Moldavië, die in de aanloop naar de COVID-19-operatie werd uitgevoerd, werd gewezen op aanzienlijke vooruitgang in de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën en financiële procedures sinds de laatste beoordeling in 2015. Hierin werd geconcludeerd dat de financiële procedures van Moldavië geschikt zijn voor een volgend MFB-programma. De laatste operationele beoordeling van de administratieve en financiële procedures van Oekraïne werd in 2022, voorafgaand aan de buitengewone MFB-steun en de MFB+, uitgevoerd. Dit betrof de derde voor Oekraïne uitgevoerde beoordeling, die echter vanwege de oorlogssituatie op afstand plaatsvond. Al met al kwam uit de beoordeling naar voren dat sinds de laatste beoordeling in 2018 aanzienlijke vorderingen waren gemaakt bij het versterken van de systemen voor het beheer van de overheidsfinanciën en andere financiële procedures. Voorts werd gewezen op de commitment van de Oekraïense autoriteiten om te blijven werken aan verdere verbetering. In de beoordeling werd benadrukt dat prioriteit moet worden gegeven aan hervormingen van het beheer van de overheidsfinanciën op belangrijke gebieden en werd aanbevolen om verdere actie te ondernemen zodra de veiligheidssituatie verbetert, gezien de aanzienlijke inspanningen voor wederopbouw die in het verschiet liggen. De faciliteit voor Oekraïne kent strenge audit- en controlemaatregelen, waaronder de oprichting van een onafhankelijke auditcommissie, die tot taak heeft de doeltreffendheid van de beheers- en controlesystemen van Oekraïne te beoordelen en regelmatig audits ter plaatse uit te voeren.

In 2023 ging in het kader van de nieuwe MFB-operatie een nieuwe operationele beoordeling van Noord-Macedonië van start. Externe adviseurs achtten de financiële stromen en procedures van het land toereikend en het systeem voor het beheer van de overheidsfinanciën over het algemeen deugdelijk, waarbij zij opmerkten dat recentelijk aanzienlijke vooruitgang is geboekt.

In 2024 werden twee operationele beoordelingen uitgevoerd ter voorbereiding van de nieuwe MFB-operaties in Egypte en Jordanië, waarbij het eerste deel van de MFB van eerstgenoemd land in 2024 volledig is uitgevoerd en het resterende deel naar verwachting in 2025 samen met dat van Jordanië door de medewetgevers zal worden vastgesteld. De operationele beoordeling voor Egypte was de tweede sinds 2013 en werd deels op afstand uitgevoerd vanwege vertragingen in verband met de veiligheidsmachtiging. De Egyptische autoriteiten hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt, waaronder de invoering van nieuwe wetgeving voor het beheer van de overheidsfinanciën en bancaire verrichtingen. Het Egyptische kader voor het beheer van de overheidsfinanciën en de financiële stromen werden toereikend geacht voor het MFB-programma, mits de hervormingen door blijven gaan. De operationele beoordeling voor Jordanië was de tweede sinds 2020 en toonde aan dat er vooruitgang is geboekt bij het verbeteren van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën en het vergroten van de efficiëntie van overheidsmiddelen. Er zijn echter nog uitdagingen, zoals de beperkte onafhankelijkheid en transparantie van de Rekenkamer, onderbenutting van het comité voor de toetsing van klachten over aanbestedingen, een onderontwikkelde secundaire markt voor overheidseffecten. Ondanks deze problemen werd in de beoordeling geconcludeerd dat de financiële systemen van Jordanië een sterke basis vormen voor het MFB-programma. De bevindingen van de operationele beoordelingen voor Jordanië en Egypte zullen in aanmerking worden genomen bij het ontwikkelen van de voorwaarden op het gebied van economisch beleid voor beide MFB’s.


3.2Evaluaties

Overeenkomstig het Financieel Reglement van de EU en de desbetreffende MFB-besluiten voert de Commissie na de afronding van MFB-operaties evaluaties  8 uit. De twee belangrijkste doelstellingen van deze evaluaties zijn om het effect van MFB op de economie van het begunstigde land, met name op de houdbaarheid van zijn externe positie, te onderzoeken en om de toegevoegde waarde van de actie van de Unie te beoordelen.

In 2024 voltooide de Commissie de evaluatie achteraf van de operaties voor Moldavië, Georgië en Oekraïne (2017-2020) als landen van het Oostelijk Partnerschap. Het externe verslag en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie zijn in januari 2025 gepubliceerd. Uit de evaluatie bleek dat de operaties in alle drie de landen een positief effect hadden op de houdbaarheid van de schuldpositie en de macro-economische situatie. Dit was met name van belang voor Oekraïne gezien de grotere omvang van de operatie en de gecompliceerdere macro-economische situatie van dit land. De algemene conclusie in de evaluatie luidde dat de drie operaties succesvol waren in die zin dat ze een stimulans vormden voor positieve verandering op belangrijke hervormingsgebieden en dat ze strookten met het brede EU-beleidskader, met de hervormingsagenda’s van de autoriteiten en met de programma’s van andere donoren.

In 2024 startte de Commissie de evaluatie achteraf van COVID-19-MFB-operaties in tien partnerlanden (2020-2022), die samen met het begeleidende werkdocument van de diensten in 2025 zal worden gepubliceerd. De evaluatie behelst de beoordeling van het MFB-pakket van 3 miljard EUR dat in 2020 aan partners in het oostelijk nabuurschap, de Westelijke Balkan en het zuidelijk nabuurschap is verleend om de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten.

4.Algemene ontwikkelingen in verband met het MFB-instrument

4

4.1Werking van het MFB-instrument

In de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement en de Raad van 2013 over MFB  9 wordt de bijstand aangemerkt als zijnde macro-economisch en financieel van aard, en wordt duidelijk gesteld dat deze gericht moet zijn op “het herstellen van een houdbare externe financiële situatie voor in aanmerking komende landen en gebieden die externe financieringsmoeilijkheden ondervinden”. Wil MFB als noodinstrument succesvol zijn, dan moet het doeltreffend en tijdig worden ingezet. De besluitvorming betreffende de gewone wetgevingsprocedure wordt vaak omschreven als tijdrovend en als een enorme belemmering voor een crisisinstrument dat is bedoeld om vlot te reageren op een betalingsbalanscrisis  10 .

Gezien de uitzonderlijke omstandigheden in verband met de COVID-19-crisis en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne konden de desbetreffende MFB-pakketten echter zeer snel worden vastgesteld, wat mogelijk werd gemaakt doordat alle instellingen volledig gebruikmaakten van de beschikbare flexibiliteit in de procedure. In deze gevallen hebben het Europees Parlement en de Raad overeenstemming bereikt over het gebruik van de bestaande urgentieprocedures, waardoor de desbetreffende bijstand binnen een maand na indiening van de voorstellen door de Commissie kon worden goedgekeurd. Het Europees Parlement beriep zich op een bepaling (artikel 163) in zijn Reglement van Orde, die het mogelijk maakte het voorstel onmiddellijk in de plenaire vergadering aan te nemen zonder dat — in tegenstelling tot hetgeen gebruikelijk is — de Commissie internationale handel (INTA) werd geraadpleegd.

Het Reglement van Orde van zowel het Europees Parlement als de Raad voorziet in een spoedprocedure die nodig is voor een vlotte goedkeuring in uitzonderlijke situaties, terwijl de standaardprocedure aanzienlijk meer tijd vergt. Dit bleek uit het recente voorstel van de Commissie voor de MFB aan Jordanië, die in april 2024 werd voorgesteld, maar naar verwachting niet voor het tweede kwartaal van 2025 zal worden vastgesteld. Deze lange vertraging is deels toe te schrijven aan de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni 2024 en de daaruit voortvloeiende noodzaak om de commissies opnieuw samen te stellen. In het geval van Egypte heeft de urgentie om al in de tweede helft van 2024 een eerste deel van de steun te kunnen verlenen, de Commissie ertoe aangezet om in maart 2024 bij wijze van uitzondering te besluiten om een eerste dringende maar kortlopende MFB-operatie voor te stellen om Egypte te helpen op basis van artikel 213 VWEU (van toepassing in gevallen waarin dringende financiële bijstand is vereist en die alleen door de Raad hoeft te worden vastgesteld). De Commissie erkende echter dat dit geen ideale aanpak was en stelde daarom voor om het grootste deel van de MFB-steun aan Egypte te verlenen via een tweede op de middellange termijn gerichte MFB-operatie volgens de in artikel 212 VWEU vastgestelde normale procedures (waarbij beide medewetgevers betrokken zijn en niet alleen de Raad). In dit verband is het van belang om op te merken dat de vereenvoudigde procedure  11 voor het vaststellen van een besluit van het Europees Parlement is gewijzigd. In tegenstelling tot de spoedprocedure is er voor de vereenvoudigde procedure geen verzoek van de voorzitter nodig om het voorstel als dringend te behandelen en wordt het goedkeuringsproces gestroomlijnd doordat er minder stappen voor goedkeuring nodig zijn dan bij de standaardprocedure. Deze procedure is nog niet voor lopende MFB’s gebruikt, maar zou goed kunnen passen bij het spoedeisende karakter van de MFB en is een welkome stap om de doeltreffendheid van reguliere operaties mogelijk te vergroten.

De aan Oekraïne verleende MFB in het kader van ERA werd opnieuw uitgevoerd zonder expliciete koppeling aan een IMF-programma (ook al profiteert Oekraïne van een bevredigende uitgebreide financieringsfaciliteit). Daarnaast profiteerde het land van voorzieningen via de marge op de EU-begroting, net als voor de MFB+. Deze werden toegekend tegen zeer gunstige voorwaarden, met een looptijd van 45 jaar en een aflossingsvrije periode van 10 jaar. De terugbetalingen, met inbegrip van rente en andere kosten in verband met de lening, worden gedekt door de uitzonderlijke opbrengsten uit de geïmmobiliseerde activa van de Russische centrale bank, waardoor het effect op de Oekraïense overheidsfinanciën tot een minimum wordt beperkt.

Bij de lopende voorbereidingen voor het volgende meerjarig financieel kader (MFK) kan lering worden getrokken uit de recente ervaringen met MFB. Het Europees Parlement en de Raad kunnen zich mede op basis daarvan beraden over de toekomst van MFB.


4.2MFB in het meerjarig financieel kader 2021-2027

De huidige MFK-periode wordt gekenmerkt door een ongewone druk op veel economieën als gevolg van de wereldwijde impact van de COVID-19-pandemie. Bovendien zijn de partnerlanden van de EU nog altijd kwetsbaar als gevolg van structurele tekortkomingen in hun economie. Daarnaast blijft de regio blootgesteld aan grote geopolitieke onzekerheid en economische instabiliteit, die worden versterkt door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en meer recentelijk de oplopende spanningen in het Midden-Oosten. Gezien de aanhoudende moeilijke mondiale vooruitzichten zal de behoefte van de EU om MFB te kunnen verlenen in de komende jaren waarschijnlijk groot blijven, hoewel het, juist doordat het om een crisisinstrument gaat, onmogelijk is om de reikwijdte ervan te voorspellen. Het is dan ook van belang om ervoor te zorgen dat er tijdens de laatste jaren van huidige MFK voldoende begrotingsmiddelen beschikbaar blijven voor het MFB-instrument.

MFB-leningen worden gegarandeerd door de garantie voor extern optreden die in het leven is geroepen in Verordening (EU) 2021/947 (de NDICI-GE-verordening), met een voorzieningspercentage van 9 %, zoals het geval was in vorige MFK’s  12 . De totale begroting die oorspronkelijk was gereserveerd voor de verstrekking van MFB-leningen, bedroeg circa 1 miljard EUR, waarmee leningen tot een bedrag van 11 miljard EUR konden worden verstrekt. Sinds de start van het huidige MFK in 2021 en tegen de achtergrond van de omvangrijke steun van de EU aan Oekraïne in 2022 via MFB was ongeveer twee derde van de gereserveerde voorzieningen al tegen het eind van 2023 opgebruikt. In dit verband en na de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad van 1 februari 2024 over de tussentijdse herziening van het MFK werd een bedrag van circa 225 miljoen EUR aan voorzieningen met betrekking tot de buitengewone MFB-operatie van circa 5 miljard EUR, die in 2022 aan Oekraïne was uitbetaald, overgeheveld naar de faciliteit voor Oekraïne. In combinatie met een verhoging van de begroting voor de voorziening van MFB-leningen konden zo voldoende middelen worden vrijgemaakt om de vastgestelde kortlopende MFB aan Egypte ten belope van ten hoogste 1 miljard EUR te financieren. Deze verhoging van de begroting in het kader van het NDICI zou de financiering van een reguliere MFB-operatie voor Egypte van maximaal 4 miljard EUR mogelijk maken, mochten de medewetgevers dit goedkeuren, terwijl er tot eind 2027 enige ruimte overblijft voor andere MFB-operaties (zie punt 5 hieronder).


5.Vooruitblik — MFB-operaties en de begrotingssituatie in 2025

Gezien de niet-programmeerbare en crisisgerichte aard van MFB is het lastig om een nauwkeurige voorspelling te geven voor toekomstige operaties voor de rest van het huidige MFK. Daarom ligt de nadruk in dit punt op operaties die reeds in 2025 zijn goedgekeurd en wordt er ook gewezen op potentiële operaties, waarbij de snel evoluerende geopolitieke ontwikkelingen worden benadrukt.

Het aanhoudende conflict in het Midden-Oosten heeft de economische onzekerheid vergroot en de landen in de regio zwaar getroffen. Er zijn al operaties gepland voor Egypte en Jordanië, die te lijden hebben gehad onder een daling van het toerisme en de handel, waardoor de structurele zwakheden van beide landen zijn blootgelegd. De afhankelijkheid van Egypte van volatiele externe financiering en de buitensporige staatscontrole heeft de druk op de betalingsbalans vergroot. In Jordanië kwam het conflict boven op andere recente externe schokken, die de begrotingstekorten en structurele problemen hebben verergerd, waardoor de overheidsschuld en financieringsbehoeften hoog zijn opgelopen. Ook andere landen in de regio worden zwaar getroffen.

Op 8 oktober 2023 verzochten de Jordaanse autoriteiten om een MFB-operatie van 700 miljoen EUR (MFB IV). Als reactie hierop heeft de Commissie op 8 april 2024 een nieuw MFB-pakket van maximaal 500 miljoen EUR voorgesteld. Dit voorstel is opgesteld na een zorgvuldige beoordeling van de externe financieringsbehoeften van Jordanië en de capaciteit van het land om in deze behoeften te voorzien, zowel overeenkomstig de beginselen van eerlijke lastenverdeling tussen donoren in nauwe coördinatie met het IMF als overeenkomstig de nieuwe uitgebreide financieringsfaciliteit voor Jordanië voor 1,2 miljard USD voor 2024-2027. In januari 2025 diende Jordanië een verzoek in voor de nieuwe MFB van 1 miljard EUR (d.w.z. een verhoging van de MFB met 500 miljoen EUR zoals voorgesteld door de Commissie), gezien de aanhoudende regionale onzekerheid, de verdere gevolgen voor de budgettaire en economische vooruitzichten van het land en de noodzaak om de dynamiek van de hervormingsagenda te beschermen. De medewetgevers zullen naar verwachting de MFB IV-operatie (ten bedrage van 500 miljoen EUR) in het tweede kwartaal van 2025 vaststellen, waarbij tussen 2025 en 2027 drie uitbetalingen worden verwacht. Op 29 januari 2025 kondigde voorzitter Von der Leyen aan dat de Commissie een aanvullend MFB-voorstel van 500 miljoen EUR zal indienen Dit voorstel wordt in het voorjaar van 2025 verwacht.

De medewetgevers beraden zich momenteel over het tweede deel van de MFB van 5 miljard EUR aan Egypte — het grootste deel van het MFB-pakket van maximaal 4 miljard EUR voor 2025-2027. Deze MFB is bedoeld om Egypte te ondersteunen bij het opvangen van externe schokken, met name de aanhoudende Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de neveneffecten van de oplopende spanningen in het Midden-Oosten. De daaruit voortvloeiende kapitaaluitstroom en dalende inkomsten uit vreemde valuta als gevolg van het afgenomen toerisme en lagere opbrengsten van het Suezkanaal hebben geleid tot een wezenlijke toename van de tekorten op het gebied van externe financiering, met aanhoudende neerwaartse risico’s als gevolg van de complexe geopolitieke situatie. Verwacht wordt dat het besluit in het tweede kwartaal van 2025 zal worden vastgesteld.

In november 2022 verzocht Tunesië om een MFB van 1,2 miljard EUR ter ondersteuning van zijn financieringsbehoeften tegen de achtergrond van een verslechtering van het mondiale klimaat en de hoge grondstofprijzen. Dit verzoek volgde op de overeenkomst op technisch niveau die in oktober 2022 met het IMF was bereikt over een nieuwe uitgebreide financieringsfaciliteit (vier jaar, ten bedrage van 1,9 miljard USD). De raad van bestuur van het IMF heeft het programma echter nog niet goedgekeurd omdat Tunesië eerder overeengekomen maatregelen nog niet heeft uitgevoerd, met name wat betreft de hervorming van subsidies voor brandstoffen. Dankzij het florerende toerisme en de constante stroom geldovermakingen is de druk op de externe financiering van Tunesië voorlopig afgenomen. Op basis van een zorgvuldige beoordeling van de MFB-randvoorwaarden en de externe financieringsbehoeften van Tunesië staat de Commissie klaar om een voorstel voor nieuwe MFB uit te werken als het IMF-programma eenmaal van start is gegaan. Dit werd ook bevestigd in het kader van het in juli 2023 overeengekomen brede partnerschap tussen de EU en Tunesië. Opgemerkt werd dat hiervoor aanzienlijke en krachtige uitvoering van aanvullende hervormingen nodig zou zijn.

In april 2022 bereikte Libanon een overeenkomst op technisch niveau met het IMF (vier jaar, 3 miljard USD). Het land heeft echter weinig vooruitgang geboekt wat betreft de lange lijst van eerder overeengekomen acties. Sindsdien blijft het bbp afnemen, werken tal van overheidsinstellingen niet meer en is de waarde van de valuta dramatisch gedaald, met als gevolg een grootschalige dollarisatie van de Libanese economie. In januari 2025 heeft het Libanese parlement een president gekozen en een paar dagen later werd een nieuwe premier benoemd, waarmee een einde kwam aan meer dan vijf jaar politieke impasse en de voorwaarden werden geschapen voor een hernieuwde aansporing tot hervormingen. In februari 2025 gaf de nieuwe regering haar intentie te kennen om opnieuw in gesprek te gaan met het IMF voor een nieuw programma, wat wijst op een mogelijke positieve stap in de aanpak van de economische crisis door middel van internationale hulp en brede hervormingen. De Commissie staat klaar om steun te verlenen aan een brede hervormingsagenda, inclusief een MFB-operatie als eenmaal is voldaan aan de randvoorwaarden, waaronder het volgens een geactualiseerd schema uitvoeren van het IMF-programma.

Evenzo maakten plotselinge verschuivingen in het politieke landschap in Syrië in december 2024 een einde aan een langdurige politieke impasse met de verdrijving van het regime van Assad. Met een nieuwe regering, die nog in de kinderschoenen staat en waarvan veel parameters nog onduidelijk zijn (bv. de mensenrechtensituatie), is er op zijn minst een theoretische mogelijkheid dat de EU in de toekomst een betekenisvolle betrokkenheid kan aangaan, mogelijk aangevuld met een MFB.

In het oostelijk nabuurschap en de Westelijke Balkan worden de economische ontwikkelingen nog steeds bepaald door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die handelsverschuivingen en financiële verstoringen veroorzaakt. Ook buiten Oekraïne heeft de oorlog een belasting gevormd voor huishoudens en bedrijven, de inflatie aangewakkerd en de financieringsbehoeften in landen in beide regio’s vergroot. Oekraïne en Moldavië blijven afhankelijk van aanzienlijke internationale hulp, waarbij voor de EU een belangrijke rol is weggelegd. De EU-faciliteit voor Oekraïne van 50 miljard EUR (2024-2027) ondersteunt, samen met de onlangs goedgekeurde MFB in het kader van de ERA, de veerkracht van Oekraïne. Het groeiplan voor Moldavië (1,9 miljard EUR, 2025-2027) is gericht op het verbeteren van de markttoegang en inkomensconvergentie. De hervormings- en groeifaciliteit voor de Westelijke Balkan zal tot 6 miljard EUR (2024-2027) aan subsidies en leningen verstrekken om de hervormingen in deze landen te versnellen.

De Commissie staat klaar om elk ander toekomstig verzoek om MFB in overweging te nemen en, indien van toepassing, nieuwe en/of MFB-vervolgoperaties voor te stellen aan in aanmerking komende partners.

Tabel 1 bevat een overzicht van de vastleggingen en betalingen van MFB-subsidies en de uitbetaling van MFB-leningen voor 2022, 2023, 2024 en (indicatief) 2025.


Tabel 1: Vastleggingen en betalingen voor MFB-subsidies en uitbetalingen van MFB-leningen 2022-2025 (EUR)  13

2022202320242025
In de begroting opgenomen vastleggingskredieten voor subsidies30 114 46045 423 33057 367 17759 267 773
Operationele beoordelingen, evaluaties achteraf114 460350 000619 440700 000
Andere mogelijke MFB-operaties30 000 00045 073 33056 747 73758 567 773
Vastleggingen, totaal30 114 46045 423 33057 367 17759 267 773
In de begroting opgenomen betalingskredieten voor subsidies20 868 18739 880 00057 367 17759 267 773
Operationele beoordelingen, evaluaties achteraf-329 765749 270700 000
MFB Moldavië (EU 2022/563) voltooid15 000 00010 000 0005 000 000-
MFB Moldavië (aanvulling) (EU 2023/1165) voltooid-22 500 00022 500 000-
Andere mogelijke MFB-operaties---58 567 773
Betalingen, totaal15 000 00032 829 76523 249 27059 267 773
Ongebruikte toewijzingen voor subsidiebetalingen5 868 1877 050 23534 117 907-
Uitbetalingen van MFB-leningen---
MFB Jordanië-III (voltooid)-200 000 000--
MFB Moldavië (voltooid)35 000 00040 000 00045 000 000-
Nood-MFB Oekraïne (voltooid)1 200 000 000---
Buitengewone MFB Oekraïne (voltooid)6 000 000 000---
MFB Moldavië aanvulling (voltooid)-50 000 00050 000 000-
MFB+ Oekraïne (voltooid)-18 000 000 000--
MFB Noord-Macedonië--50 000 000-
Kortlopende MFB Egypte (voltooid)--1 000 000 000-
MFB-ERA Oekraïne---18 116 000 000
MFB Jordanië (in voorbereiding) *---300 000 000
MFB Egypte (in voorbereiding) *---1 333 000 000
Uitbetalingen van MFB-leningen, totaal7 235 000 00018 090 000 0001 145 000 00019 749 000 000
MFB-COVID-19-programma’s: voltooid
MFB Tunesië (voltooid)300 000 000---
Uitbetalingen MFB-COVID-19-leningen, totaal300 000 000---
Uitbetalingen van alle MFB-leningen, totaal7 535 000 00018 090 000 0001 145 000 00019 749 000 000
* Voor Jordanië en Egypte zijn de bedragen van de in 2025 uit te betalen leningen sterk indicatief, aangezien de MFB-operaties momenteel worden voorbereid en nog niet door de medewetgevers zijn vastgesteld.


(1)

 Dit verslag is gebaseerd op de informatie die tot en met maart 2025 beschikbaar was.

(2)

 De rechtsgrondslag voor MFB aan andere derde landen dan ontwikkelingslanden is artikel 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Artikel 213 VWEU kan worden gebruikt als rechtsgrondslag wanneer het derde land dringende financiële bijstand nodig heeft.

(3)

 Van deze randvoorwaarde werd afgeweken bij het opzetten van de buitengewone MFB+-steun aan Oekraïne na de grootschalige Russische invasie in februari 2022.

(4)

 In naar behoren gemotiveerde gevallen (bv. gering bedrag, sterke voorkeur van de begunstigde voor een specifieke leningsstructuur) kan de back-to-backbenadering worden gevolgd, waarbij de Commissie obligaties uitgeeft en de opbrengsten rechtstreeks aan het begunstigde land overmaakt (bv. uitbetaling van leningen aan Moldavië in juli en december 2024).

(5)

Alle evaluaties zijn te vinden op de website van de Commissie: https://ec.europa.eu/info/evaluation-reports-economic-and-financial-affairs-policies-and-spending-activities_en .

(6)

 SWD (2023) 0016, Werkdocument van de diensten van de Commissie, Evaluatie van de macrofinanciële bijstand aan derde landen (meta-evaluatie van operaties uit de periode 2010-2020).

(7)

Artikel 213 VWEU is van toepassing in gevallen waarin dringende financiële bijstand nodig is en alleen door de Raad hoeft te worden vastgesteld.

(8)

Alle evaluaties zijn te vinden op de website van de Commissie: https://ec.europa.eu/info/evaluation-reports-economic-and-financial-affairs-policies-and-spending-activities_en .

(9)

 Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement en de Raad, die samen met het besluit tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië is aangenomen (Besluit nr. 778/2013/EU van 12 augustus 2013). Beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32013D0778&from=EN .

(10)

 In 2023 is een meta-evaluatie uitgevoerd met betrekking tot de operaties van het afgelopen decennium — SWD(2023) 0016, Werkdocument van de diensten van de Commissie — Evaluatie van de macrofinanciële bijstand aan derde landen (meta-evaluatie van operaties in de periode 2010-2020).

(11)

 Op grond van de vereenvoudigde procedure (artikel 52 van het Reglement van Orde van het Europees Parlement) kan de voorzitter van de commissie van het Europees Parlement voorstellen om het voorstel zonder amendementen goed te keuren. Tenzij leden of een of meer politieke fracties die in de commissie ten minste de middelhoge drempel bereiken daartegen bezwaar maken, wordt de voorgestelde procedure geacht te zijn goedgekeurd. Als alternatief kan de voorzitter voorstellen een termijn voor de indiening van amendementen vast te stellen zonder dat eerst een ontwerpverslag is opgesteld. Tenzij leden of een of meer politieke fracties die in de commissie ten minste de middelhoge drempel bereiken daartegen bezwaar maken, wordt de voorgestelde procedure geacht te zijn goedgekeurd.

(12)

Verordening (EU) 2021/947 (het instrument NDICI — Europa in de wereld) trad in juni 2021 in werking na de formele goedkeuring ervan. Hoewel de verordening een belangrijke rol speelt in de begrotingstechnische opzet van MFB, blijft het instrument als zodanig gescheiden van NDICI — Europa in de wereld en zullen specifieke MFB-operaties indien nodig worden geactiveerd door ad-hocbesluiten.

(13)

 In deze tabel wordt geen rekening gehouden met eventuele voorstellen voor nieuwe MFB-operaties na december 2024.