Toelichting bij COM(2025)372 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98 met betrekking tot de omrekeningskoers naar de euro voor Bulgarije - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)372 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98 met betrekking tot de omrekeningskoers naar de euro voor Bulgarije. |
---|---|
bron | COM(2025)372 ![]() ![]() |
datum | 30-06-2025 |
Op 4 juni 2025 heeft de Commissie een voorstel voor een besluit van de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 140, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). In het voorstel wordt tot de conclusie gekomen dat Bulgarije voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden om de euro in te voeren en wordt de derogatie van Bulgarije met ingang van 1 januari 2026 ingetrokken.
Indien wordt besloten de derogatie in te trekken, zal de Raad vervolgens de omrekeningskoers tussen de euro en de Bulgaarse lev moeten vaststellen die op 1 januari 2026 van kracht zal worden.
Verordening (EG) nr. 2866/98 van de Raad over de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden van de lidstaten die de euro aannemen( 1 ), stelt de onherroepelijke omrekeningskoersen vast voor de 20 lidstaten die momenteel aan de euro deelnemen (België, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Ierland, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Slowakije en Finland). Teneinde de werkingssfeer van deze verordening uit te breiden tot de Bulgaarse lev, dient in de verordening een verwijzing naar deze munteenheid te worden ingevoegd. Dat is het doel van dit voorstel.
2. Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling
In het Economisch en Financieel Comité (EFC) en de Ecofin/Eurogroep worden regelmatig besprekingen met de lidstaten gevoerd over het economisch beleid in de lidstaten. Het gaat daarbij onder meer om informele besprekingen over kwesties die specifiek verband houden met de voorbereiding van een uiteindelijke toetreding tot de eurozone (met inbegrip van het wisselkoersbeleid).
De economische ontwikkelingen in de eurozone en in de lidstaten worden beoordeeld via de diverse procedures voor de coördinatie van en het toezicht op het economische beleid (met name op grond van artikel 121 VWEU), alsook via de periodieke monitoring en analyse door de Commissie van landspecifieke en eurozonebrede ontwikkelingen (zoals prognoses, reeksen periodieke publicaties en input in het EFC en de Ecofin/Eurogroep). In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel en de in het verleden gevolgde werkwijze is geen officiële effectbeoordeling noodzakelijk.
3. Juridische elementen van het voorstel
3.1.Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 140, lid 3, VWEU, op grond waarvan de Raad de omrekeningskoers vaststelt waartegen de munteenheid van de lidstaat die de euro aanneemt, wordt vervangen door de euro.
De Raad handelt met eenparigheid van stemmen van de lidstaten die de euro als munt hebben en de betrokken lidstaat op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de ECB.
3.2.Subsidiariteit en evenredigheid
Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.
Het voorstel gaat niet verder dan wat noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken, en is derhalve in overeenstemming van het evenredigheidsbeginsel.
3.3.Keuze van het rechtsinstrument
Een verordening is het geschikte rechtsinstrument voor de wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98 over de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden van de lidstaten die de euro aannemen.
4. Gevolgen voor de begroting
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting.
5. Artikelsgewijze toelichting
5.1.Artikel 1
De voorgestelde koers is de huidige spilkoers van de Bulgaarse lev in het wisselkoersmechanisme (WKM II).
Zoals voor de overige munteenheden wordt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro( 2 ), de koers vastgesteld in zes significante cijfers.
5.2.Artikel 2
Dit artikel bepaalt dat de verordening in werking zal treden op 1 januari 2026 en zorgt aldus voor consistentie met de data waarop de overige besluiten van de Raad in verband met de aanneming van de euro door Bulgarije in werking treden, onder meer de datum waarop de derogatie wordt ingetrokken en de datum waarop de overige maatregelen in werking treden die voor de invoering van de euro in Bulgarije vereist zijn.