Toelichting bij COM(2025)411 - Standpunt in het gemengd comité EU-Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, met betrekking tot de voortzetting van de overeenkomst - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)411 - Standpunt in het gemengd comité EU-Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, met betrekking tot de voortzetting van de ... |
---|---|
bron | COM(2025)411 ![]() ![]() |
datum | 15-07-2025 |
Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het gemengd comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg, ondertekend in Lyon op 29 juni 2022 1 en in werking getreden op 21 augustus 2023 2 (hierna “de overeenkomst”), met betrekking tot de voortzetting van de overeenkomst in overeenstemming met artikel 6, lid 2.
Bij Besluit nr. 2/2022 van het gemengd comité 3 werd de overeenkomst verlengd tot en met 30 juni 2024. Bij Besluit nr. 1/2024 van het gemengd comité 4 werd ze verlengd tot en met 31 december 2025.
2. Achtergrond van het voorstel
2.1.Samenvatting van de overeenkomst
De overeenkomst heeft tot doel het goederenvervoer over de weg tussen en via de Republiek Moldavië (“Moldavië”) en de EU tijdelijk te vergemakkelijken door aanvullende rechten inzake doorvoer en vervoer van goederen tussen Moldavië en de EU te verlenen naar aanleiding van de illegale grootschalige invasie van Oekraïne door Rusland en de ernstige verstoringen voor de wegvervoersector in Moldavië, een land dat geen toegang meer heeft tot belangrijke handelsroutes via de Oekraïense havens aan de Zwarte Zee en tot de noordelijke vervoersverbindingen met Centraal-Azië. De overeenkomst is momenteel van toepassing tot en met 31 december 2025.
Er is een gemengd comité opgericht om toe te zien op de toepassing en uitvoering van de overeenkomst. Het comité neemt met name een besluit over de voortzetting van de overeenkomst. In dat verband moet het gemengd comité uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst, dat wil zeggen uiterlijk 30 september 2025, besluiten of het nodig is om de overeenkomst voort te zetten. Overeenkomstig artikel 6, lid 5, van de overeenkomst neemt het gemengd comité zijn besluiten met eenparigheid van stemmen.
2.2.Toezicht op de overeenkomst
Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van de overeenkomst moet het gemengd comité toezicht houden op de overeenkomst, met name door een regelmatige toetsing van de werking in het licht van de doelstellingen ervan. In dat verband heeft de Commissie gegevens over de uitvoering van de overeenkomst verkregen, die ook betrekking hebben op de periode na de laatste verlenging, met inbegrip van het derde kwartaal van 2024. De bevindingen worden hieronder uiteengezet.
2.2.1.De overeenkomst heeft de Moldavische economie met succes ondersteund, door een aanzienlijke toename van de uitvoer over de weg van Moldavië naar de EU.
De uitvoer over de weg van Moldavië naar de EU steeg van 273 270 ton in het derde kwartaal van 2021 tot 347 535 ton in het derde kwartaal van 2022. Tussen 2022 en 2023 was de trend nog positiever, met een stijging tot 468 893 ton in het derde kwartaal van 2023. In het derde kwartaal van 2024 was er een lichte daling tot 430 361 ton, maar dat is nog altijd een stijging van 57 % ten opzichte van de periode vóór de overeenkomst.
In waarde is de uitvoer over de weg van Moldavië naar de EU gestegen van 356 miljoen EUR in het derde kwartaal van 2021 tot 491 miljoen EUR in het derde kwartaal van 2022. In het derde kwartaal van 2023 was er een stabilisering op 494 miljoen EUR, maar in het derde kwartaal van 2024 een verdere stijging tot 503 miljoen EUR, wat neerkomt op een stijging van 41 % ten opzichte van de periode vóór de overeenkomst.
2.2.2.De overeenkomst is ook zeer gunstig voor de EU.
De uitvoer over de weg van de EU naar Moldavië (alle goederen) steeg van 409 411 ton in het derde kwartaal van 2021 tot 426 172 ton in het derde kwartaal van 2022 en tot 437 438 ton in het derde kwartaal van 2023. Tussen het derde kwartaal van 2023 en het derde kwartaal van 2024 was er een verdere sterke stijging tot 557 236 ton, wat neerkomt op een stijging van 36 % ten opzichte van de periode vóór de overeenkomst. De waarde van de uitvoer over de weg van de EU naar Moldavië steeg van 701 miljoen EUR in het derde kwartaal 2021 tot 908 miljoen EUR in het derde kwartaal van 2022, en stabiliseerde in het derde kwartaal van 2023 op 917 miljoen EUR. In het derde kwartaal van 2024 bedroeg de waarde van de uitvoer over de weg 1 047 miljoen EUR, een verdere aanzienlijke stijging ten opzichte van 2023 en een stijging van 49 % ten opzichte van de periode vóór de overeenkomst.
Het positieve effect van de overeenkomst voor de EU blijkt ook uit het feit dat de handelsbalans voor het wegvervoer tussen de EU en Moldavië is gestegen van 345 miljoen EUR in het derde kwartaal van 2021 tot 544 miljoen EUR in het derde kwartaal van 2024 in het voordeel van de EU, wat neerkomt op een stijging van 57 % ten opzichte van de periode vóór de overeenkomst.
De uitvoer naar Moldavië vertoonde in sommige lidstaten een duidelijke en aanzienlijke positieve trend. De uitvoer van Polen naar Moldavië steeg van ongeveer 66 miljoen USD in het eerste kwartaal van 2022 (vóór de overeenkomst) tot ongeveer 94 miljoen USD in het derde kwartaal van 2024, een stijging van ongeveer 42 %. De uitvoer van Duitsland steeg in diezelfde periode van 140 miljoen EUR tot 168 miljoen EUR, een stijging van 20 %. De uitvoer van Roemenië steeg in diezelfde periode van 274 miljoen EUR tot 395 miljoen EUR, een stijging van 44 %.
Wat het wegvervoer betreft, heeft de toename van de uitvoer als gevolg van de overeenkomst geleid tot een stijging van het aantal Moldavische vrachtwagens op de wegen van de EU, maar in absolute zin blijft dat zeer beperkt. In 2024 waren er maar ongeveer 19 000 Moldavische vrachtwagens die goederen naar de EU vervoerden, wat overeenkomt met amper 0,00055 % van de 34 miljoen vrachtwagens die in de EU zijn ingeschreven. Er bestaat dus geen risico dat Moldavische exploitanten de vervoersmarkt van de EU verstoren. Het aantal vrachtwagens dat vervoerders uit de EU gebruiken voor de handel met Moldavië, is nu ook veel hoger dan vóór de overeenkomst, als gevolg van de toename van de uitvoer van de EU naar Moldavië.
Samen met een soortgelijke bilaterale overeenkomst inzake wegvervoer tussen de EU en Oekraïne, blijft de overeenkomst een rol spelen in de solidariteitscorridors. Moldavië is een belangrijk land voor de Donaucorridor en een doorvoerland voor zowel de invoer van Oekraïense brandstoffen als de handel in een breed scala aan andere producten, zoals chemische stoffen, hout, brandstof, cement en andere geproduceerde goederen.
Tot slot blijft de overeenkomst bijdragen tot een aanzienlijke vermindering van de lasten voor de vervoerssector en de overheidsinstanties van zowel Moldavië als de lidstaten, als het gaat over de administratieve formaliteiten voor de afgifte van vergunningen.
2.3.Het gemengd comité
Bij artikel 6 van de overeenkomst is een gemengd comité opgericht dat toezicht houdt op de toepassing en uitvoering van de overeenkomst, en dat de werking van de overeenkomst regelmatig toetst in het licht van de doelstellingen ervan. Volgens dat artikel bestaat het gemengd comité uit vertegenwoordigers van de partijen. Overeenkomstig artikel 6, lid 5, van de overeenkomst worden de besluiten van het gemengd comité genomen met eenparigheid van stemmen en zijn ze bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, wordt het gemengd comité uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst bijeengeroepen om te beoordelen of het nodig is de overeenkomst voort te zetten en de duur van de voortzetting te bepalen.
2.4.De beoogde handeling van het gemengd comité
Tijdens zijn vierde vergadering moet het gemengd comité overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de overeenkomst een besluit vaststellen over de voortzetting van de overeenkomst tot en met 30 juni 2027.
Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste blijkt uit het toezicht op de overeenkomst dat ze voordelen heeft opgeleverd voor de handel van zowel de EU als Moldavië. De stijging van het aantal vervoersdiensten was ook voordelig voor wegvervoerders van beide partijen bij de overeenkomst. Die voordelen duurden voort in de periode na de laatste verlenging van de overeenkomst, toen EU-vervoerders nog meer gingen uitvoeren dan voordien. Die positieve ontwikkelingen ondersteunen de verlenging van de overeenkomst, die hoewel ze in de eerste plaats bedoeld was om de Moldavische economie te helpen naar aanleiding van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, ook voordelen voor de EU heeft opgeleverd.
Ten tweede lijkt het erop dat de overeenkomst, samen met een vergelijkbare wegvervoersovereenkomst met Oekraïne, ook de uitvoer van Oekraïense goederen heeft vergemakkelijkt. Dat heeft bijgedragen tot de goede werking van de solidariteitscorridors en tot de instandhouding van twee economieën die de EU op korte tot lange termijn wil steunen. Die aspecten moeten door de voorgestelde voortzetting worden aangemoedigd en bekrachtigd.
Ten derde moet de overeenkomst ook worden opgevat als middel om de wederopbouw van Oekraïne te zijner tijd, na afloop van de Russische aanvalsoorlog tegen dat land, te bevorderen.
De voortzetting van de overeenkomst tot en met 30 juni 2027 is daarom noodzakelijk, omdat de voorwaarden die de sluiting van de oorspronkelijke overeenkomst rechtvaardigden, nog altijd bestaan en waarschijnlijk nog geruime tijd zullen bestaan. De aanhoudende militaire operaties aan de oostzijde van Moldavië en de daarmee gepaard gaande vernietiging van de vervoersinfrastructuur in die gebieden, die in het verleden als doorvoergebieden voor de uitvoer van Moldavië fungeerden, zullen in de nabije toekomst een beperkende factor blijven voor de economische ontwikkeling van Moldavië.
De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 6, lid 5, van de overeenkomst, waarin het volgende is bepaald: “Het gemengd comité neemt zijn besluiten met eenparigheid van stemmen. De besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.”.
3. Namens de EU in te nemen standpunt
Het namens de EU in te nemen standpunt moet er derhalve in bestaan de goedkeuring van het bij dit besluit gevoegde ontwerpbesluit van het gemengd comité te steunen.
4. Rechtsgrondslag
Het gemengd comité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake goederenvervoer over de weg.
Het door het gemengd comité vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling betreffende de voortzetting van de overeenkomst zal volkenrechtelijk bindend zijn, overeenkomstig artikel 6, lid 5, van de overeenkomst.
De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst. Derhalve is de procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad artikel 218, lid 9, VWEU.
5. Materiële rechtsgrondslag
De hoofddoelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben betrekking op het wegvervoer.
De materiële rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit is derhalve artikel 91 VWEU.
De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 91 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.
6. Bekendmaking van de beoogde handeling
Omdat de handeling van het gemengd comité de looptijd van de overeenkomst, waarbij de Europese Unie partij is, verlengt, is het passend het besluit van het gemengd comité na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.