Toelichting bij COM(2025)302 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2025/002 DE/Goodyear 2 van Duitsland - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)302 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2025/002 DE/Goodyear 2 van Duitsland. |
---|---|
bron | COM(2025)302 ![]() ![]() |
datum | 29-07-2025 |
1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/2013 1 .
2. Op 10 maart 2025 heeft Duitsland aanvraag EGF/2025/002 DE/Goodyear 2 ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Goodyear (Goodyear Germany GmbH) in Duitsland.
3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van Verordening (EU) 2021/691 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.
Inhoudsopgave
- Samenvatting
- Betrokken ondernemingen en begunstigden
- Criteria voor steunverlening
- Berekening van de ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden
- In aanmerking komende begunstigden
- Beschrijving van de gebeurtenissen die tot de ontslagen en de beëindiging van de werkzaamheden hebben geleid
- Verwachte effect van de ontslagen op de lokale, regionale of nationale economie en werkgelegenheid
- Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd
- Procedures voor overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers, de sociale partners of plaatselijke en regionale autoriteiten
- Beoogde begunstigden
- Voorgestelde maatregelen
- Geraamde begroting
- Periode waarbinnen de uitgaven voor financiering in aanmerking komen
VAN DE AANVRAAG
EFG-aanvraag | EGF/2025/002 DE/Goodyear 2 |
Lidstaat | Duitsland |
Betroffen regio(’s) (NUTS-niveau 2 2 ) | DE73 (Kassel) DE71 (Darmstadt) |
Datum van de indiening van de aanvraag | 10 maart 2025 |
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag | 10 maart 2025 |
Datum van het verzoek om aanvullende gegevens | 17 april 2025 |
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende gegevens | 14 mei 2025 |
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling | 29 juli 2025 |
Criterium voor steunverlening | Artikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2021/691 |
Primaire onderneming | Goodyear (Goodyear Germany GmbH) |
Aantal betrokken ondernemingen | 1 |
Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling) 3 | Afdeling 22 (vervaardiging van producten van rubber of kunststof) |
Referentieperiode (vier maanden): | 1 september 2024 – 1 januari 2025 |
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode (a) | 747 |
Aantal ontslagen vóór of na de referentieperiode (b) | 424 |
Totaal aantal ontslagen (a + b) | 1 171 |
Totaal aantal in aanmerking komende begunstigden | 1 171 |
Totaal aantal beoogde begunstigden | 915 |
Begroting voor gepersonaliseerde steunmaatregelen (EUR) | 4 936 274 |
Begroting voor de uitvoering van het EFG 4 (EUR) | 205 670 |
Totale begroting (EUR) | 5 141 944 |
EFG-bijdrage (60 %) (EUR) | 3 085 166 |
BEOORDELING VAN DE AANVRAAG
Procedure
4. Duitsland heeft aanvraag EGF/2025/002 DE/Goodyear 2 ingediend op 10 maart 2025, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2021/691 vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag op dezelfde dag bevestigd. De Commissie beschikte op 8 april 2025 over de officiële vertaling en heeft Duitsland op 17 april 2025 om aanvullende gegevens verzocht. Die aanvullende gegevens werden binnen 15 werkdagen na het verzoek verstrekt. De termijn van vijftig werkdagen na de datum van ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt af op 29 juli 2025.
Subsidiabiliteit van de aanvraag
5. De aanvraag betreft 1 171 ontslagen werknemers die hun werkzaamheden bij Goodyear (Goodyear Germany GmbH) hebben beëindigd in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 22 (vervaardiging van producten van rubber of kunststof). De ontslagen vielen in de NUTS 2-regio’s Kassel (DE73) en Darmstadt (DE71) op de productielocaties van Goodyear in Fulda en Hanau.
6. Duitsland heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2021/691, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat de werkzaamheden van ten minste 200 ontslagen werknemers zijn beëindigd, met inbegrip van werknemers die zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten, en/of van zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.
7. De referentieperiode van vier maanden voor de aanvraag loopt van 1 september 2024 tot en met 1 januari 2025. De volgende beëindigingen van werkzaamheden vonden tijdens de referentieperiode plaats:
8. De 747 ontslagen tijdens de referentieperiode zijn het gevolg van kennisgevingen van individuele ontslagen in het kader van tripartiete overeenkomsten tussen Goodyear Germany GmbH, PMB International GmbH (de dienstverlener die het re-integratiebedrijf beheert) en de getroffen werknemers. De 424 bijkomende ontslagen die buiten de referentieperiode vielen, maken deel uit van hetzelfde herstructureringsproces, zoals bevestigd door de kennisgevingen van collectieve ontslagen van 27 juni 2024 (Hanau), 29 augustus 2024 en 1 oktober 2024 (Fulda).
9. Overeenkomstig artikel 6, eerste alinea, punt a), gelezen in samenhang met artikel 5, eerste alinea, van Verordening (EU) 2021/691 is het aantal beëindigingen van de werkzaamheden van de 747 tijdens de referentieperiode ontslagen werknemers berekend vanaf de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief beëindigd wordt.
10. Naast de werknemers die reeds werden vermeld, komen nog 424 ontslagen werknemers in aanmerking wier werkzaamheden vóór of na de referentieperiode van vier maanden zijn beëindigd. De werkzaamheden van al deze werknemers zijn beëindigd binnen zes maanden voor het begin van de referentieperiode op 1 september 2024 en/of tussen het einde van de referentieperiode en de dag vóór de vaststelling van dit voorstel, overeenkomstig artikel 6, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/691, zoals vereist op grond van artikel 6, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/691. Er kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd met de gebeurtenis die in de referentieperiode tot de beëindiging van de werkzaamheden van de ontslagen werknemers heeft geleid, zoals voorgeschreven in artikel 6, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/691.
11. In totaal komen 1 171 werknemers in aanmerking.
Beschrijving van de gebeurtenissen die tot de ontslagen en de beëindiging van de werkzaamheden hebben geleid
12. De gebeurtenissen die tot deze ontslagen hebben geleid, zijn de sluiting van een van de productielocaties van de onderneming in Duitsland en de gedeeltelijke sluiting van een andere productielocatie, beide als gevolg van de globalisering.
13. Goodyear Tire & Rubber Company is een van de grootste bandenfabrikanten ter wereld. Het Duitse hoofdkantoor van Goodyear is gevestigd in Hanau. Eind 2017 moest Goodyear zijn productielocatie in Philippsburg sluiten; met betrekking tot die sluiting is EFG-aanvraag EGF/2017/008 DE/Goodyear ingediend. In het kader van een verdere herstructurering wordt naar aanleiding van de sluiting van de productielocatie in Fulda en de gedeeltelijke sluiting van de productiefaciliteiten in Hanau de huidige aanvraag ingediend. Andere fabrieken in Duitsland bevinden zich in Fürstenwalde, Wittlich en Riesa.
14. Goodyear zag zich gedwongen herstructureringsmaatregelen te nemen als gevolg van aanzienlijke concurrentienadelen, met name de hoge productiekosten in Duitsland ten opzichte van landen met lage lonen. Voorts was Goodyear benadeeld ten opzichte van zijn concurrenten door een ongunstige verdeling van de productiecapaciteit, met meer productiecapaciteit in landen met hoge lonen dan in landen met lage lonen.
15. De snelle daling van de vraag in de bandensector, in combinatie met sterke druk van goedkope invoer uit Azië en aanhoudende stijgingen van de kosten (voor energie, lonen) leidden tot structurele overcapaciteit, met name in Duitsland. Daarom besloot Goodyear in juni 2024 de productie op de locatie in Fulda stop te zetten, wat leidde tot de sluiting ervan, en het personeelsbestand op andere locaties, met name in Hanau, te verminderen.
Verwachte effect van de ontslagen op de lokale, regionale of nationale economie en werkgelegenheid
16. De ontslagen hebben aanzienlijke gevolgen gehad voor de werkgelegenheid in de getroffen regio’s. Begin 2025 steeg het werkloosheidspercentage in de regio Fulda aanzienlijk, van 3,5 % tot 3,9 %, met een bijzonder sterke stijging onder mannen en werknemers ouder dan 50 jaar. Het aantal werklozen steeg op jaarbasis met meer dan 10 %, een rechtstreeks gevolg van de sluiting van de Goodyear-fabriek. Ook in Hanau en het omringende district Main-Kinzig is de situatie kritiek: de werkloosheid is gestegen tot 6 %, wat het banenverlies in de productiesector, met name in de sector van de automobielleveranciers, weerspiegelt.
17. Het vinden van een nieuwe baan zal voor de meeste werknemers van Goodyear een enorme uitdaging zijn en vergt sterke maatregelen. In veel gevallen hebben deze werknemers verouderde kwalificaties en sluiten hun traditionele vaardigheidsprofielen op het gebied van het bewerken van rubber niet aan op de arbeidsmarktbehoeften in de betrokken regio’s.
18. De uitdagingen die het ontslagproces met zich meebrengt, zijn dus niet beperkt tot een toename van het aantal werklozen, maar betreffen ook kwalitatieve problemen zoals de discrepantie tussen werknemers met vele jaren beroepservaring en de vraag naar “moderne vaardigheidsprofielen”. Naar verwachting zal het grote aantal mensen dat in de sector van de vervaardiging van autobanden wordt ontslagen gezien de beperkte vraag naar vergelijkbare vaardigheidsprofielen moeite hebben om een nieuwe baan te vinden.
19. Om een nieuwe baan te vinden, is meestal aanzienlijke bij- of omscholing nodig. In Hanau zou bijvoorbeeld een verscheidenheid aan nieuwe bedrijven kunnen worden aangetrokken in sectoren zoals opslag en logistiek, IT-infrastructuur (datacentra) en materiaal-engineering.
Toepassing van het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering
20. Duitsland heeft beschreven hoe rekening is gehouden met de aanbevelingen in het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering: in het kader van de herstructureringsprocessen van Goodyear is de overlegprocedure van § 17, lid 2, van de Duitse wet inzake ontslagbescherming (Kündigungsschutzgesetz) gevolgd. Zo werd de centrale ondernemingsraad in kennis gesteld van de redenen voor de geplande ontslagen, het aantal werknemers dat wordt ontslagen en de beroepscategorieën waarin de ontslagen vallen, de periode waarin de ontslagen worden gepland en de criteria voor de selectie van de werknemers die ontslagen worden. Duitsland heeft aangegeven dat de centrale ondernemingsraad de maatregelen samen met een economisch deskundige heeft beoordeeld en een kritisch advies aan de werkgever heeft uitgebracht. Om de maatregelen op maatschappelijk verantwoorde wijze uit te voeren, heeft Duitsland aangegeven dat Goodyear en de ondernemingsraad op 23 mei 2024 overeenstemming hebben bereikt over een algemene bedrijfsovereenkomst om de belangen af te wegen, en over een sociaal plan.
21. Duitsland heeft aangegeven dat op 24 juni 2024 een bedrijfsovereenkomst tussen de werkgever en de ondernemingsraad is gesloten om een re-integratiebedrijf op te richten.
22. Volgens de Duitse autoriteiten is de onderneming waar de ontslagen vallen, niet verplicht een re-integratiebedrijf op te richten of bij te dragen aan de oprichting ervan. Als de onderneming waar de ontslagen vallen, geen medewerking zou verlenen, zou er geen re-integratiebedrijf opgericht worden. Als de onderneming waar de ontslagen vallen, wel meewerkt en de sociale partners instemmen met de oprichting van een re-integratiebedrijf, voorziet de Duitse sociale wetgeving in een rechtskader 5 .
23. De onderhandelende partijen kwamen overeen om voor elke reeks ontslagen een re‑integratiebedrijf op te richten. Een agentschap voor re-integratie werd belast met de oprichting van deze re-integratiebedrijven. Het agentschap voor re-integratie is op 12 juli 2024 met zijn werkzaamheden begonnen.
24. Sedert de oprichting van het agentschap voor re-integratie kunnen de werknemers, ook als zij nog bij Goodyear werken, algemeen advies inwinnen over de procedures voor het zoeken naar werk en sollicitaties. Dit maakte deel uit van de bijstand die via het agentschap voor re-integratie werd geboden. Dit omvatte ook opleidingsmaatregelen van aanbieders van opleidingen indien dit noodzakelijk werd geacht voor het vinden van een nieuwe baan.
25. Met ingang van 1 september 2024 (Hanau) en 1 mei 2025 (Fulda) konden deelnemers die nog geen nieuwe baan hadden gevonden via het agentschap voor re-integratie, gebruikmaken van de diensten van een re-integratiebedrijf 6 , en dit gedurende een periode van twaalf maanden.
26. De toetreding tot deze re-integratiebedrijven vindt plaats in verschillende golven op grond van de tripartiete overeenkomsten tussen Goodyear Germany GmbH, de werknemers en PMB International GmbH, de dienstverlener die voor het beheer van het re-integratiebedrijf is gekozen. Op 20 februari 2025 waren in totaal 915 tripartiete overeenkomsten gesloten, waarvan 781 voor Fulda en 134 voor Hanau. Deze aantallen zullen naar verwachting toenemen naarmate er meer overeenkomsten worden ondertekend.
27. Duitsland heeft bevestigd dat de hieronder beschreven maatregelen waarvoor een financiële bijdrage uit het EFG wordt toegekend, geen financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.
28. Het gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen vormt een aanvulling op acties die met nationale en particuliere middelen worden gefinancierd, namelijk die welke door het re-integratiebedrijf worden aangeboden. De door het EFG gefinancierde diensten bieden in vergelijking met de diensten van het re-integratiebedrijf meer gerichte, intensieve en op maat gesneden bijstand, die is aangepast aan de specifieke behoeften van de ontslagen werknemers.
29. Duitsland gaf aan dat de diensten maatregelen omvatten die specifiek zijn ontwikkeld voor oudere en kansarme begunstigden, waaronder peergroup-sessies, workshops zoals “leren leren”, opleidingen op het gebied van digitale basisvaardigheden en gezondheidsgerichte ondersteuning.
Procedures voor overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers, de sociale partners of plaatselijke en regionale autoriteiten
30. Duitsland heeft meegedeeld dat het gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen is opgesteld in overleg met de beoogde begunstigden en hun vertegenwoordigers, waaronder de ondernemingsraad, de vakbond IG BCE, het bedrijf Goodyear Germany GmbH, de federale openbare dienst voor arbeidsvoorziening (Bundesagentur für Arbeit) en de dienstverlener voor re-integratie, overeenkomstig artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) 2021/691. Het overleg vond plaats via videoconferenties die sinds januari 2025 door het Bondsministerie van Arbeid en Sociale Zaken werden geïnitieerd, en resulteerde in een rondetafelvergadering op 17 februari 2025, waar het concept van EFG-steun werd gepresenteerd. Dit werd unaniem goedgekeurd voor verdere ontwikkeling.
Beoogde begunstigden en voorgestelde maatregelen
31. Naar verwachting zullen 915 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt f), van Verordening (EU) 2021/691 is de uitsplitsing van deze werknemers naar geslacht, leeftijdscategorie en onderwijsniveau als volgt:
Categorie | Aantal beoogde begunstigden | ||
Geslacht: | Mannen: | 849 | (92,7 %) |
Vrouwen: | 66 | (7,3 %) | |
Non-binair: | 0 | (0 %) | |
Leeftijdscategorie: | Jonger dan 30 jaar: | 14 | (1,5 %) |
30-54 jaar: | 516 | (56,4 %) | |
Ouder dan 54 jaar: | 385 | (42,1 %) | |
Onderwijsniveau: | Lager middelbaar onderwijs of minder 7 | 513 | (56,1 %) |
Hoger middelbaar 8 of postsecundair onderwijs 9 | 335 | (36,6 %) | |
Tertiair onderwijs 10 | 67 | (7,3 %) |
32. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt h), van Verordening (EU) 2021/691 bestaat het gepersonaliseerde gecoördineerde pakket dat aan ontslagen werknemers moet worden verstrekt uit de volgende maatregelen:
–Bijscholing: kwalificatiemaatregelen worden aangeboden op basis van profilering en interviews in het kader van loopbaanbegeleiding. Cursussen kunnen individueel of in groep worden aangeboden. Er zullen maatregelen worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met de openbare dienst voor arbeidsvoorziening zodat deze zijn afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt 11 .
–Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie / activeringsmaatregelen: op basis van de initiële profileringsinterviews zullen loopbaanbegeleiders informatie verstrekken over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en mogelijke loopbaantrajecten en de deelnemers motiveren en inspireren. Een specifieke adviseur bij de openbare dienst voor arbeidsvoorziening zal zorgen voor een vlotte coördinatie tussen de door het EFG ondersteunde maatregelen, de reguliere maatregelen van het re-integratiebedrijf en de maatregelen van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening. Er zullen ook groepsfora zijn in de vorm van peergroups en workshops, bijgestaan door een facilitator, die deelnemers helpen ideeën uit te wisselen en na te denken over hun ervaringen 12 .
–Advies voor het opstarten van een onderneming: het gaat om een pakket adviesdiensten voor wie geïnteresseerd is in het opstarten van een eigen onderneming. Deze diensten omvatten onder meer gepersonaliseerde coaching en groepscoaching 13 .
–Subsidies voor het opstarten van een onderneming: deze subsidies zullen worden aangeboden aan degenen die besluiten hun eigen bedrijf op te starten. De subsidies kunnen worden gebruikt voor investeringen in uitrusting, maar ook voor de huur van bedrijfsruimten of verdere coaching of opleiding tijdens de opstartfase.
–Hulp bij het zoeken naar werk: professionele jobscouts helpen bij het opsporen van potentiële nog niet gepubliceerde vacatures. Daarnaast zullen er allerlei evenementen voor het zoeken naar werk worden georganiseerd, zoals banenbeurzen en bezoeken aan bedrijven (“werkgeversdagen”). Hier kunnen de deelnemers in contact treden met lokale en regionale werkgevers, vacatures ontdekken en inzicht krijgen in de toegangstrajecten.
–Bijscholingsstimulansen: deze financiële stimulansen zijn bedoeld om belemmeringen voor omscholing weg te nemen en inzetbaarheid op lange termijn te verbeteren. Zij kunnen worden uitbetaald wanneer met succes aan bepaalde maatregelen wordt deelgenomen. Of stimulansen zullen worden gebruikt en welke bedragen zullen worden betaald, hangt af van het soort maatregel, het niveau van de vaardigheden en de duur van een maatregel.
–Verdere stimulansen: deze stimulansen zullen in de eerste plaats gericht zijn op de integratie van deelnemers op de arbeidsmarkt en kunnen worden betaald als bonus voor indiensttreding tijdens de bestaansduur van het re-integratiebedrijf of in de vorm van loontoeslagen. Dergelijke toeslagen zijn bedoeld om een prikkel te bieden om nieuwe banen te aanvaarden, ook wanneer het salaris van de nieuwe baan lager is dan dat van de vorige baan. Zij kunnen ook de mobiliteit stimuleren als de nieuwe baan geografische verplaatsing of langere pendelafstanden met zich meebrengt 14 .
–Opleidingsvergoeding: de betaling wordt gestart vanaf de datum waarop de werknemer bij het re-integratiebedrijf in dienst treedt, en beëindigd wanneer hij/zij het re-integratiebedrijf verlaat. Deelname aan actieve arbeidsmarktmaatregelen is een voorwaarde voor het ontvangen van een vergoeding 15 .
33. Digitale basisvaardigheden (Digitale Grundqualifizierung): opleidingen op het gebied van digitale vaardigheden 16 zullen worden aangeboden op basis van de individuele voorafgaande kennis. De deelnemers hebben toegang tot de opleidingsmodule die het meest geschikt is voor hun niveau. De deelnemers krijgen laptops ter beschikking zodat zij de cursus kunnen volgen en thuis kunnen oefenen. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan toegepaste vaardigheden die deelnemers helpen om internettools te gebruiken om werk te zoeken. Er worden ook cursussen over geavanceerde IT-geletterdheid of het gebruik van artificiële intelligentie aangeboden.
34. Wat de verspreiding betreft van vaardigheden die nodig zijn in een hulpbronnenefficiënte economie 17 , verklaart Duitsland dat deze als horizontaal beginsel voor alle aangeboden maatregelen wordt gewaarborgd. Er zal meer aandacht worden besteed aan de bevordering van banen die het koolstofvrij maken van de economie helpen stimuleren, zoals treinbestuurders.
35. Er wordt aandacht besteed aan maatregelen die op kwetsbare groepen gericht zijn. Workshops zoals “leren leren” en “digitale basisvaardigheden” zijn speciaal ontwikkeld voor oudere werknemers en kansarme deelnemers, om hun inzetbaarheid te vergroten en een leven lang leren te ondersteunen.
36. De hier voorgestelde maatregelen zijn actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van Verordening (EU) 2021/691 vastgestelde voor een financiële bijdrage in aanmerking komende maatregelen. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.
37. Duitsland heeft de nodige informatie verstrekt over maatregelen waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2021/691 heeft Duitsland bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats komt van dergelijke maatregelen.
38. De totale kosten worden op 5 141 944 EUR geraamd en omvatten de kosten voor gepersonaliseerde steunmaatregelen (4 936 274 EUR) en voor activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage (205 670 EUR).
39. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 3 085 166 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.
40. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt m), van Verordening (EU) 2021/691 heeft Duitsland gespecificeerd dat de nationale voorfinanciering en medefinanciering worden verstrekt door de Bondsbegroting en door de federale openbare dienst voor arbeidsvoorziening (Bundesagentur für Arbeit).
Maatregelen | Geraamd aantal deelnemers | Geraamde kosten per deelnemer (in EUR) 18 | Geraamde totale kosten (in EUR) 19 |
Gepersonaliseerde steunmaatregelen (maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/691) | |||
Bijscholing (Qualifizierungsmaßnahmen) | 500 | 2 115 | 1 057 726 |
Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie / activeringsmaatregelen (Berufsorientierung und -beratung / Aktivierungsmaßnahmen) | 915 | 1 362 | 1 246 038 |
Advies voor het opstarten van een onderneming (Existenzgründungsberatung) | 25 | 1 663 | 41 575 |
Subsidies voor het opstarten van een onderneming (Existenzgründungsförderung) | 19 | 21 238 | 403 526 |
Hulp bij het zoeken naar werk (Beratung und Stellenakquise) | 915 | 537 | 490 990 |
Subtotaal (a): Percentage van het pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen: | – | 3 239 855 | |
(65,63 %) | |||
Toelagen en stimulansen (maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/691) | |||
Bijscholingsstimulansen (Weiterbildungsprämien) | 500 | 245 | 122 281 |
Verdere stimulansen (Weitere Prämien) | 54 | 3 216 | 173 638 |
Opleidingstoelage (Transferkurzarbeitergeld) | 915 | 1 531 | 1 400 500 |
Subtotaal (b): Percentage van het pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen: | – | 1 696 419 | |
(34,37 %) | |||
Activiteiten overeenkomstig artikel 7, lid 5, van Verordening (EU) 2021/691 | |||
1. Voorbereiding | – | 30 850 | |
2. Beheer | – | 102 840 | |
3. Voorlichting en publiciteit | – | 10 280 | |
4. Controle en rapportage | – | 61 700 | |
Subtotaal (c): Percentage van het totaal: | – | 205 670 | |
(4 %) | |||
Totale kosten (a + b + c): | – | 5 141 944 | |
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten) | – | 3 085 166 |
41. De kosten van de in de bovenstaande tabel opgenomen maatregelen die vallen onder artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/691, bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket gepersonaliseerde steunmaatregelen. Duitsland heeft bevestigd dat deze maatregelen afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.
42. Overeenkomstig artikel 7, lid 2, vierde alinea, van Verordening (EU) 2021/691 heeft Duitsland bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opzet of voor overnames door werknemers niet meer dan 22 000 EUR per begunstigde bedragen.
43. Duitsland heeft de beoogde begunstigden met ingang van 1 november 2024 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de maatregelen komen derhalve vanaf 1 november 2024 tot 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking.
44. Op 1 november 2024 heeft Duitsland de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit en controle en rapportage zullen derhalve van 1 november 2024 tot 31 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.
Beheers- en controlesystemen
45. De aanvraag bevat een beschrijving van het beheers- en controlesysteem zoals voorgeschreven in artikel 23 van Verordening (EU) 2021/691, waarin de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties zijn vastgesteld. Duitsland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door dezelfde instanties van het Bondsministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken (Bundesministerium für Arbeit und Soziales) die ook het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) beheren. De “Gruppe Europäische Fonds für Beschäftigung” fungeert als beheersautoriteit en de organisatorisch onafhankelijke “Organisationseinheit Prüfbehörde” is de controleautoriteit voor deze fondsen. Deze instanties traden ook op als beheers- en controle-instanties voor de vorige EFG-bijdragen aan Duitsland. Sommige taken van de EFG-beheersautoriteit worden permanent aan de federale openbare dienst voor arbeidsvoorziening (Bundesagentur für Arbeit) gedelegeerd op basis van een administratieve overeenkomst.
Toezeggingen door de betrokken lidstaat
46. Duitsland heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:
–bij de toegang tot de voorgestelde maatregelen en de uitvoering ervan zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;
–er is voldaan aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen;
–Goodyear Germany GmbH heeft zijn activiteiten na de ontslagen voortgezet, is zijn wettelijke verplichtingen nagekomen en heeft dienovereenkomstig de nodige maatregelen voor zijn werknemers getroffen;
–dubbele financiering wordt voorkomen;
–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Begrotingsvoorstel
47. Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 20 , gewijzigd bij Verordening (EU, Euratom) 2024/765 van de Raad van 29 februari 2024 21 , mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 30 miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet overschrijden.
48. Na te hebben onderzocht of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/691, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde maatregelen en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 3 085 166 EUR beschikbaar te stellen — hetgeen overeenkomt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde maatregelen — teneinde een financiële bijdrage toe te kennen in het kader van de aanvraag.
49. Overeenkomstig artikel 15, lid 1, eerste alinea, tweede zin, van Verordening (EU) 2021/691 en zoals voorgeschreven in punt 9 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen 22 , zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen gezamenlijk door het Europees Parlement en de Raad worden genomen.
Met dit besluit samenhangende handelingen
50. Tegelijk met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om 3 085 166 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel over te schrijven.
51. Tegelijk met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, heeft de Commissie ook een besluit over een financiële bijdrage vastgesteld dat een financieringsbesluit is in de zin van artikel 110 van Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 23 . Dat financieringsbesluit treedt overeenkomstig artikel 15, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) 2021/691 in werking op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad de Commissie in kennis stellen van de goedkeuring van de begrotingsoverschrijving.